van het eervol verleend ontslag aan den heer C. de Fouw uit die betrekking, waarop zijn geplaatst de heeren J. A. Bevier de Fouw en Pierre Johannissen, welke aan beveling ter inzage wordt gelegdom in de volgende vergadering de benoeming te^doen. 3°. Brieven der be noemde leden voor het burgerlijk armbestuur van de heeren Z. D. van der Bilt la Motthe, Ph. M. de Ronde Bresser, en J. A.Bevier de Fouw, dat zij die benoeming n i e ten van de heei en F. S. A. Knit el en B. M. den Boer, dat zij die wel aannemen, worden voor kennisgeving aangenomen. 4". Kennisgeving daarvan door burge meester en wethouders aan den vo.orzitter van het bur- lijk armbestuur, met uitnoodiging tevens eene aanbeveling in te zenden voor de nu nog ontbrekende drie leden. 5". Kennisgeving daarvan aan het aftredend armbestuur en dankbetuiging voor zijne betoonde welwillendheid, om te blijven fungeeren tot het nieuwe bestuur zal zijn geconstitueerd, alsmede voor de vele en gewichtige dien sten in het belang van het armwezen aan de gemeente bewezen. 6o, Missive met inventaris van het archief van het aftredende armbestuur. 7°. Kennisgeving van de beëediging van den heer E. van den Bosch als secretarie- penningmeester bij het burgerlijk armbestuur, enkennis- geving daarvan aan den voorzitter van dat bestuur met toezending van een grosse der notarieele akte van borg tocht, en extract uit het grootboek der 2!pct. nationale werkelijke schuld. 8°. Missive van het burgerlijk armbe stuur, houdende kennisgeving dat hetziek heeft geconsti tueerd. 9°.Missive van den heer dr. N.I.F.Verschoor, dat hij zijne benoeming als lid van de openbare gezondheids commissie aanneemt, zijne beëediging op den 10en April heeft plaats gehad en hij op den 13en daaraanvolgende is geïnstalleerd. 10°. Een verzoek van den heer W. Swart om ontslag als leeraar aan de burgeravondschool. AI deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen en wat laatstgenoemd verzoek betreftbesloten het bij de leden rond te zenden, teneinde later in behandeling te brengen. Daarna wordt namens burgemeester en wethouders overgelegd het verslag vau den toestand der gemeente over 1870, met mededeeling dat het gedrukt en een exemplaar aan de leden uitgereikt zal worden. Verzoeken van P. Wessel om verlenging zijner pacht van het vischrecht in de havenvan J. Strijd om verlen ging zijner pacht van de trekkerswoning enz., en van J. Stoutjesdijlc om verlenging zijner pacht van de gron den aan de de Westerschans, worden, op voorstel van burgemeester eu wethouders, zonder hoofdelijke stem ming afgewezen. Omtrent de vroeger besproken zwemplaats van bet departement Goes der maatschappij Tot nut van 't alge meen, zegt de voorzitter dat burgemeester en wethou ders andermaal een onderzoek hebben ingesteld en het totstand brengen daarvan aan de havenzijde hun is voorgekomen en later is gebleken moeielijkheden aan de scheepvaart te zullen berokkenenen waarom hij namens burgemeester en wethouders voorstelt het ver zoek zooals het ligt vau de hand te wijzen, waartoe wordt besloten. Naar aanleiding van een voorstel van het bestuur van het gasthuis betrekkelijk de comptabiliteit dier instel ling, wordt besloten: a het subsidie uit de gemeentekas te verhoogen met/80 b de begrooting van het gasthuis zoo in ontvang als in uitgaaf met dat bedrag te ver meerderen c de begrooting der gemeente te wijzigen door afschrijving van dat bedrag van onvoorziene uitga ven en overschrijving op subsidie aan het gasthuis. Een voorstel van burgemeester en wethouders om een adres van den gemeenteraad van Zierikzee aan de provinciale staten nopens een steiger aan het Catsche veer te ondersteunen en daartoe een adres van adhaesie aan dat college in te dienen, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Door het raadslid van Renterghem is een voorstel gedaan omtrent de onvereenigbaarheid der betrekking van notaris en boekhouder in de bank van leening. Na eenige discussie is een voorstel des voorzitters met 8 stemmen tegen 1 stem (die van den heer van Renter ghem) aangenomen, strekkende om den raad niet-ont- vankelijk te verklaren in het nemen eener beslissing daaromtrent. De voorzitter brengt in behandeling de rekening over 1870 en de begrooting voor 1872 van de openbare gezond heidscommissie en stelt voor de rekening vast te stellen op f 73.25, waarvan bereids 60 door de gemeente is voldaan, en bet tekort is aangezuiverd met een mandaat ad f 13.25. De begrooting voor 1872 wordt goedgekeurd tot een bedrag van f 90. Ten slotte heeft de benoeming plaats van de leden der stembureaux voor de verkiezingen in dit jaarwaartoe worden gekozen de heeren dr. G. T. Callenfels en mr. A. B. M. Hanlo voor de provinciale staten, de heeren A. Nortier Pz. en B. Meylink voor de tweede kamer der staten-generaalen dr. C. A. van Renterghem en jonk heer mr. J. J. Pompe van Meerdervoort voor den ge meenteraad. Al de overige leden blijven als plaatsver vangers beschikbaar, door den voorzitter aan te wijzen. öïtnitmUtniX Algemeen overzicht. De Duitsche rijksdag heeft zich na de behandeling der nieuwe constitutie met eenige onderwerpen van minder belang bezig gehoudenwaaronder het meest de aandacht verdienen de interpellation aan den bondsraad 1». over den oeconomischen toestand van den Elzas en Lotharin gen, welke gewesten, thans door de beide tolliniën van Frankrijk en Duitschland ingesloten, in den handel van de voortbrengselen hunner belangrijke industrie zeer belemmerd wordenen 2°. over den toestand der bezet tingstroepen in Frankrijken de herstelling van de kos- telooze verzending van pakketten per pöst aan het leger te velde. Op beide vragen heeft de president van den bonds raad Dtlbriick geantwoord, doch over beide pun ten weinig licht verspreid. In hoofdzaak verklaarde hij, dat de geruchten daaromtrent in omloop zeer overdre ven waren en de regeeriag hare bijzondere zorg daaraan wijden en later daarover hare bemoeiingen aan den rijks dag meêdeelen zou. Thans houdt de rijksdag zich bezig met de behandeling eener quaestie, die reeds vroeger eenige malen hevig door de bondsregeering bestreden en waarschijnlijk dientengevolge ook niet door de ver tegenwoordiging van de Noord-Dnitschen bond aange nomen is. Oogenschijnlijk is het een zaak van zeer onder geschikt belang, waarover ook thans weder met vuur gedebatteerd wordtdoch in hare gevolgen is zij van het grootste gewicht. Het geldt de toekenning van reis- en verblijfkosten aan de leden van den rijksdag, ten aan zien waarvan thans weder een voorstel door eenige leden gedaan is, dat nu ook weder op de hardnekkigste wijze door von Bismarck bestreden wordt. De voorstellers hebben de groote wijziging in den staatkundigen tee- stand van Duitschland, en de vermeerdering van het aantal leden van den rijksdag, die bijna zonder uitzonde ring zeer ver van Berlijn woonachtig zijn, aangegrepen, om deze quaestie nogmaals ter sprake te brengen. De voornaamste beweegreden der voorstellers is in de onbillijkheid gelegen, dat door de bestaande bepaling slechts bemiddelde personen deel kunnen uitmaken van den rijksdag, en daardoor dus een groot en belangrijk aan tal begaafde doch onbemiddelde burgers verhinderd zijn het eervolle mandaat aan te nemen. De rijks-kanselier bestrijdt dit voorstel in lange en hevige redevoeringen, zonder echter de ware reden van zijn tegenstand op te geven. Hij heeft door de invoering van het algemeen stemrecht bij de verkiezingen voor den rijksdag den schijn van liberaliteit aangenomen, waardoor al zijne aanbidders in den val geloopen zijn zonder op te mer ken, dat juist door het niet toekennen van reis- en ver blijfkosten de zoogenaamde liberale maatregel bijna alle kracht verliest. Hierdoor toch houdt hij de middel stand, waaronder men juist het meest liberale be ginselen waarneemt, buiten den rijksdag en maakt de aanneming van het mandaat slechts mogelijk voor de rijkere klasseD, waaronder in Pruisen niet minder dan in andere landen de conservatieve beginselen voornamelijk gehuldigd worden. Worden reis- en verblijf kosten aan de leden gegevendan wordt het'heiligdom ook voor anderen geopenddie op den duur misschien minder gehoorzaam de wenken van den rijkskanselier zouden volgen. De voorstanders van het voorstel geven echter den strijd niet gemakkelijk op en verdedi gen hunne meening met de meeste kracht. En misschien worden al deze pogingen weder tevergeefs in bet werk gesteld. De Kölnische Zeitung tenminste beweert, dat de bondsraad voorzeker nooit zijne toe stemming tot het voorstel geven zal, wanneer het mocht aangenomen worden. Welk schoon parlementarisme! Welken eerbied koestert men in het „vrije" Duitsch land toch voor de voikssouvereiniteitl Bij monde van de vertegenwoordiging spreekt het volk een uitdruk- ltelijken wensch uit en de autoriteit stoort zich volstrekt niet daaraan en weigert er de uitvoering van f Wanneer de Kölnische Zeitung juist geprofeteerd beeftdan is het duidelijk, dat de macht „bij de gratie Gods" na de vol brachte eenheid van Duitschland nog volstrekt niet van plan is, om haren despotischen weg te "verlaten, en laat het zich aanzien, dat het Duitsche rijk nog langen tijd naar de voorgespiegelde vrijheden kan uitzien. De berichten uit Parijs en Versailles beginnen een tonig te worden, want er komt zeer weinig verande ring in den toestand. De Parijsehe telegrammen laten slechts de retraite van de troepen der commune door schemeren, en grijpen ieder klein voordeel gretig aan, om weder een bombastisch relaas hunner overwinningen bekend te makendie dan gewoonlijk den volgenden dag weder uit Versailles worden tegengesproken. De berichten uit Versailles daarentegen bevatten meer eene vermelding van de wapenfeiten, die door de op roerlingen niet volbracht zijn en door hunne bevel hebbers verdicht wordendan van belangrijke voor deden aan de zijde der regeeringstroepen. Het gevecht schijnt nog voortdurend bijna uitsluitend door de artil lerie gevoerd te worden, die dan ook vooral in de westelijke kwartieren van Parijs groote schade aanricht. Slechts zelden komt het tot een geregeld infanteriq- gevecht, om de zeer eenvoudige reden', dat de nation nale garden het op een loopen zettenzoodra zij niet uit ïamen, deuren of andere schuilhoeken, die door de voorbijgangers niet opgemerkt werden, hunne tegenstanders eigenlijk meer vermoorden dan goeden tegenstand bieden kunnen. Deze wijze van vechten maakt den strijd zooveel moeilijker en moorddadiger, en waarschijnlijk is het ook hieraan toe te schrijven dat de regeeringstroepen zoo weinig verderen. Volgens de laatste berichten moet in het dorpje Neuilly op die wijze huis voor huis bemachtigd worden. De verliezen der insurgenten schijnen zeer groot to zijn, zoowel aan gevangenen als aan dood en en gewonden; de Parijsehe ambulances kunnen ten minste onmogelijk voldoende in den dienst voorzien. Zelfs het aanschouwen van zoovele offers van den burgeroorlog schijnt dus Parijs nog niet tot bezinning te brengen. Donderdag is door den kanselier van de schatkist het budget aan het Engelsche lagerhuis aangeboden en me dedeeling gedaan dat het afgeloopen jaar, niettegen staande den oorlog en de groote nadeelen daaruit voor Engeland voortvloeiende, sluit met een batig slot van omstreeks 400,000 pond sterling. Dereorganisatie van het leger zal echter voor het loopende jaar een tekort ten gevolge hebben van ongeveer 2,713,"000 pond sterling, waarin de minister Lowe wenscht te voorzien door eene verhooging op den income-taxde heffing van een recht op successie en legaten, en voornamelijk door eene belas ting op de lucifers, van welke laatste alleen hij zich eene opbrengst van ongeveer 850,000 pond sterling voorstelt. Het lagerhuis heeft zich in beginsel reeds met 201 tegen 44 stemmen voor deze belasting verklaard. De bekende republikein Castelar heeft in de Spaan- sche cortes weder een heftige en schitterende redevoe ring uitgesproken, waarin hij zich echter in het vuur zijner improvisatie van beleedigende uitdrukkingen tegen het koningshuis van Savoije bediend heeft, zoodat de voorzitter hem tot de orde heeft mceten roepen. Des niettegenstaande sprak de beroemde republikein weder zoo wegsleepend, dat hij zelfs door zijne politieke tegen standers toegejuicht werd. Laatste berichten. Parijs. Woensdag is den ganschen dag tussehen Clicby en Neuilly hevig gevochteD. Ook Donderdag hield het kanongebulder voortdurend aan. De regeeringstroepen hebben eenige huizen te Neuilly bezet, die door de in surgenten in brand gestoken zijn. Alle huizen in de voorstad St. Honorée zijn gesloten. Uit Duitschlancl en Frankrijk. Te Stettinalwaar zich verscheidene Franscbe krijgs gevangenen bevindenkwam Maandag namiddag een soldaat van het 42c bataljon van bet koninklijk regi ment, vergezeld van een ordonnance, in de kamer van een officier der Turco's die tot de bezetting van Paltzburg hadden behoord, om door dezen een stuk betreffende dienstzaken te laten teekenen. Toen de teekening had plaats gehad, onthaalde de officier de beide soldaten op zoo gulle wijze op wijn, dat de man van het konink lijke regiment dronken werd en zich op het bed van den officier te slapen legde. Deze gaf voor ook te willen gaan slapen, zoodat de ordonnance vertrok. De officier sloot de deur en heeft daarna metziju degen den slapenden aangevallen, die vervolgens zijn sabel heeft getrokken, om zich te verdedigen. De officier kreeg verscheidene doch lichte wonden aan het hoofd en is gearresteerd, de soldaat daarentegen heeft verscheidene zware wonden gekregen. Door het uitspreken van den ban over Döllinger mag deze geen kerkelijke bedieningen meer uitoefe nen en kan bij bij het feest van S». George, hetwelk den 26cn aan het hof van Beieren wordt gevierd, niet meer als geestelijke assisteeren. Onmiddellijk na professor

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2