MIDDELBURGSCHE
COURANT.
IV0- 87.
1871.
Woensdag
12 April.
<3innmknïr.
Het gemeentebestuur van Rrouwcrs-
haven zalten raadhuize aldaar, op Vrijdag
den 14 April aanstaande, des middags te 12 uren,
openbaar aanbesteden
Het aanleggen van een nieuwen RLI1V-
KERWLG met de lcvcranliën over
cene gezamenlijke lengte van 300
meters en breedte van 2,75 meters in
die gemeente, van den Kèordpoort-
dam tot den Ouden §eIiouwschen dijk.
De aanwijzing zal plaats hebben des morgens van den
dag der aanbesteding.
- Het bestek ligt ter lezing te Middelburg in het koffie
huis bij den heer Bulteuijs op de Groote Markt, en te
Goes in het logement „de Zoutkeet, en op de gemeente
secretarie Brouwershaven, waar verdere inlichtingen te
bekomen zijn.
De Burgemeester van Brouwershaven
J. M. LOCKER DE BRUIJNE.
Middelburg II April.
De tweede kamer der staten-generaal is tot hervatting
harer werkzaamheden bijeengeroepen tegen Dinsdag 18
dezer, des namiddags te 3 uren.
De ontvangsten der Maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen hebben van 1 Januari tot 31 Maart jl.
bedragen f 1,123,081.08-1, of gemiddeld f 13.22^ per dag
en per kilometer. In hetzelfde tijdvak van 1870 bedroe
gen de ontvangsten f 875,747.231, of gemiddeld 11.36
per dag en per kilometer.
De Staats courant van jl. Vrijdag behelst bet koninklijk
besluit van den 26cn Maart jl., bepalende de plaatsing in
het Staatsblad van de verklaring wegens de toetreding
van de vrije en Hanseatisclie steden Bremen en Ham
burg tot het verdrag van handel en scheepvaart, op
31 December 185L tusschen Nederland en Pruisen en de
verdere staten van het Duitsche tolverbond gesloten en
bij de wet van 26 April 1852 (Staatsblad n°. 95) goed
gekeurd.
De Staats courant van jl. Zaterdag bevat het koninklijk
besluit van den 30cn Maart jl. tot wijziging van het bij
koninklijk besluit van 15 November 1862 (Staatsblad
n°. 190) vastgesteld algemeen reglement van politie voor
het kanaalgenaamd de Keulsche vaartvan de rivier
doXek te Vreeswijk tot Amsterdam.
De archivaris van het rijk heeft aan den minister van
staat en van binnenlandsche zaken een beknopt over
zicht aangeboden van hetgeen dit jaar aan bet rijks
archief ontvangen en verricht is. Het is opgenomen in
de Staats-courant van jl. Zaterdag.
Benoemingen en beslniten.
ridderorden. Vergunning verleend aan jonkheer
J. G. F. van Spengler, arrondisseraents-betaalmeester te
"Winschoten, tot het aannemen en dragen der onderschei
dingsteekenen van kommandeur der orde van Isabella
la Catholica, hem door Z. H. den regent van Spanje
geschonken.
gezantschappen. Benoemd jonkheer mr. r. A. A. E.
von Pestelthans raad van legatie honorair bij Z<- Ms.
gezantschap te Berlijntot raad van legatie bij dat te
Londen; rar. F. W. C. P. graaf van Bylandt, thans secre
taris bij het gezantschap te Weenen, tot raad van
legatie bij dat te Berlijn; jonkheer mr. E. W. F. Wtte-
waal van Stoetwegen, secretaris van legatie, thanstijdc-
lijk toegevoegd aan het gezantschap te St. Petersburg,
tot secretaris van legatie bij dat gezantschap.
Overgeplaatst jonkheer inr. A. P. C. van Karnebeek,
thans raad van legatie bij het gezantschap te Londen,
naar het departement." van buitenlandsche zakenom
«aldaar tijdelijk werkzaam te zijnmr. D. Everwijnthans
ra«ad v.an legatie bij het gezantschap te St. Petersburg
naar dat te Parijs; jonkheer mr. A. L.E. de Stuers, thans
secretaris van legatie, werkzaam bij het departement van
buitenlandsche zaken, naar het gezantschap te Weenen.
marine. Bepaald d.at de bij art. 21 van het reglement
voor de opleiding v.an kadets bij het korps mariniers
bedoelde commissie tot het afnemen van het examen
voor den rang van 2C» luitenant, in dit jaar zal best.aan
uit den kommandant en inspecteur van het korps mari
niers, als voorzitter, den kapitein ter zee P. van der
Velden Erdbrink en den kapitein le klasse bij voorschre
ven korps J. Gautier, als leden.
leger. Op pensioen gesteld, ten bedrage van 1050
'sjaars, de kapitein B. F. P. J. van Heel, van het 3C
regiment infanterie.
Benoemd bij het wapen der infanterie bij bet le regi
ment, tot lfn luitenant (naar ouderdom van rang), de
2e luitenants jonkheer O. H. Trip eD L. M. J. Wenniger
beiden van het korpsbij het 2e regimenttot lcn luite
nant (naar ouderdom van rang)de 2e luitenant A. J.
Vetter, van het korps; bij bet 3C regiment tot kapitein
3e klasse (naar ouderdom van rang), de le luitenant
C. A. Koorevaar, van het 6e regiment; tot len luite
nant (naar ouderdom van rang), de 2c luitenants
J. van Dam en J. Uilkens, beiden van het korps; bij
het 5e regiment (naar ouderdom van rang), de
2e luitenant H. G. van T.arel, van het korps, th.ans ge
detacheerd bij het koloniaal werfdepot; bij het 7e regi
ment, tot kapitein 3e klasse (naar ouderdom van rang),
de le luitenant adjudant A. de Heus, v.an het 6e regi
ment.
Op nonactiviteit gesteld, in afwachting van nadere
beschikking, de lc luitenant J.*E. van Gorknm, van het
7e regiment infanterie.
Bevorderd hij de administrateurs van kleeding en
wapening, tot kapitein-administrateur van kleeding en
wapening (naar ouderdom van rang) bij de koninklijke
militaire academie, de le luitenant-administrateur van
kleeding en wapening J. J. A. van der Weg, van ge
noemde academie; bij de kwartiermeesters, tot lc" luite
nant-kwartiermeester (naar ouderdom van rang) bij het
4e regiment infanterie, de 2c luitenant-kwartiermeester
N. W. Torró, van het korps.
Overgeplaatst in rang, bij het regiment grenadiers en
jagers, de kapitein-administrateur van kleeding en
wapening J. Hilberg, van het 6C regiment infanterie;
als lc luitenant administrateur van kleeding en wapening
bij het bataljon mineurs en sapeurs, de le luitenant-
kwartiermeester T. L. Muller, van het 8e regiment
infanterie.
Onderwijs.
Op het alphabetisch gestelde tweetal voor de benoe
ming van een leeraar in de wiskunde en cosmographie
aan de hoogere burgerschool te Deventerop eene jaar
wedde van f 1800, zijn geplaatst de heeren F. de Boer,
doctorandus te Leiden, en D. J. Korteweg, leeraar aan
de hoogere burgerschool te Tilburg.
De landbouwkundige school te Groningen is jl.
Donderdag ontbonden, nadat met 1 dezer de rijks-en
provinciale toelagen hebben opgehouden.
Marine en leger.
Zr. M®. schroefstoomscbip Vice-adrairaal Koopman,
onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee B. D. van
Trojen, beeft in den namiddag van den 8«n dezer de
reede van Texel verlaten,ter opvolging zijner bestera
ming naar Oost-Indië.
Het état-major bestaat uit de volgende officieren
kapitein-luitenant ter zee B. D. van Trojenkomman
dant; luitenant ter zee lc klasse A. G. M. van Emde,
le officierluitenant ter zee 2--' klasse J. C. de Borst Ver
doorn, H. J. van de Mandele, L. Backer Overbeek en
n. H. Hora Siccama; adelborsten lc klasse L. H.A. Lam ie,
L. J. K. A. JeekelH. Velthuizen en J. A. Kloekofficier
van gezondheid 1' klasse H. L. Koning; officier van
administratie lc klasse W. T. E. le Ruttescheepsklerken
P. A. Molenaar en S. J. A. Deyll.
De luitenant ter zee 2c klasse J. C. de Ruiter de
Wildt, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-
Indië en van daar den 3£n dezer in Nederland terugge
keerd, wordt met dat tijdstip op nonactiviteit gesteld.
Gemengde berichten.
In den Haag zijn in de week van 26 Ma«art tot L April
67 personen door de pokken aangetast en 27 hieraan
overleden. In de week van 2 tot 8 April bedroegen die
cijfers 84 en 30.
Door de Duitsche Visscherij-vereeniging is aan
hare leden bericht, dat zij een adres aan den rijks-kanse
lier heeft gezonden, waarin deze verzocht wordt er bij
de Nederiandsche regeering op aan te dringen dat door
middel van de binnenlandsche wetgeving een einde zal
worden gemaakt aan de misbruikenwelke bij de zalm-
vaart op den Rijn van Nederiandsche zijde voortdurend
voorkomen.
Uit Nieuwediep wordt gemeld dat de haringvangst
aldaar zeer belangrijk is. Het is de vorige weck gebeurd
dat de visscliers in een enkelen trek 10 last vingen, zoo
dat zij het net slechts met de grootste moeite aan den
wal konden trekken. Die óene trek bracht hen een voor
deel van f 600 aan.
In het gebouw van het athenaeum te Amsterdam
is door den heer C. Vosmaer een onbekende schilderij
van Frans Hals ontdekt, zijnde een portret van John
Barely, den dichter van het Latijnsche gedicht Argenisr
die in 't begin der 17e eeuw leefde.
Naar men verneemt, vindt de voorgestelde pot-
pourrj-optocht, waartoe door de studenten van de Utrecht-
sche hoogeschool was beslotenvoldoende deelneming
om in Juni a. gehouden te worden. Utrdaglï.)
Bij de herkeuring van lotelingen der nationale
militie, welke op 5 April te Zwolle plaats had, verscheen
ook een jongeling, die, op geneeskundig certificaat
door den militieraad wegens doofheid van den dienst
was vrijgesteld. Hij had echter den militieraad bedrogen,
en zou nu eveneens met gedeputeerde staten gedaan
hebben, want zij waren op het punt, de vrijstelling uit
te spreken, indien de met de herkeuring belaste officier
van-gezondheid geen lont had geroken. Opzachten toon,
nauw hoorbaar, deed hij den patient de vraag: „hebt ge
ook nog iets anders in te brengen waarop de guit
meenende zijn spel reeds gewonnen te hebben, zonder
dralen „neen" antwoordde en daardoor zijn lot besliste
want hij werd voor den dienst aangewezen. {N. Rolt.cour.)
Volgens de Schlesische Zeitung is de grootvorst
troonopvolger van Rusland zeer tegen de Duitschers
ingenomen, zoodat hij bevel heeft gegeven, dat niemand
in zijne woning Duitsch mag spreken, op eene boete van
25 roebels (ongeveer 47.50). Op een onlangs bij hem
plaats hebbend feest wilde het onderhoud, tengevolge
van dien dwang, niet recht vlotten, toen plotseling de
keizer binnentrad en «Guten Abend" wenschte, waarna
hij eenigeuren Duitsch sprak, in welke taal hem natuur
lijk iedereen antwoordde. Bij zijn vertrek wenschte hij:
Gute Nacht," doch wendde zich eenklaps om en zeide:
„Oh! dat is waar ook; hier mag immers geen Duitsch wor
den gesproken'? Ik moet 25 roebels boete betalen
Lachend stelde hij deze som aan een hooggeplaatst
ambtenaar ter hand, aan wien hij opdroeg, om van alle
aanwezige overtreders een gelijke som in ontvangst te
nemen en alles over te maken aan den grooten Duitschen
staf, ten behoeve van de Duitsche gewonden.
De katholieke hoogleeraar von Döllinger te Mnn-
chenbekend om zijn verzet tegen den paus in zake
de onfeilbaarheidsleerwerd den 4"> April bij den koning
van Beieren ontboden en met groote onderscheiding
behandeld. De koning heeft hem niet alleen zijne toe
stemming gegeven tot de door Döllinger voorgenomen
stappen tegenover den paus, maar hem zelfs tot volhar
ding aangemaand. De koning heeft vervolgens verlangd
dat de plechtigheid der voetwassching in het konink
lijk paleis door Döllinger als plaatsvervanger der konings