ontruiming der forten aan de noord- en oostzijde van Parijs door de Duitschers die te bezetten en alzoo den opstand door een tweede beleg to kunnen bedwingen, heeft zich niet bevestigd. Uit Berlijn verneemt men thans, dat dit bericht geheel uit de lucht gegrepen is, en niet alleen door Frankrijk nog niets van de oorlogs indemniteit betaald is, maar buitendien de Duitschers nog 48 millioen te vorderen hebben, welke som zij successievelijk voor het onderhoud der bezettingstroepen besteed hebben. De voorstelling van het Engelsche blad schijnt bui tendien eenigszins onjuist te zijn, tenware bij latere overeenkomst de vredespreliminairen te dien opzichte gewijzigd zijn, wat niet zeer waarschijnlijk is. Daarin wordt bepaald, dat 1 milliard vóór het einde van 1871 voldaan moet wordenen de rest in de drie volgende jaren, terwijl van deze betaling de geleidelijke ontrui mingvan Frankrijk door de Duitscke troepen afhankelijk gesteld is. Het verlaten van den rechter-Seine-oever door de Duitschers zou eerst plaats hebben na de voldoening van den eersten termijn, dus na de betaling van éen mil liard en niet, zooals the Times schijnt te meenen, 500 millioen. De houding der Duitsche troepen, die de forten ten noorden van Parijs bezet houden, bevestigt deze meening, tenminste kan men daaruit niet opma ken, dat zij zich daar slechts voor korten tijd schijnen te bevinden. Hierdoor wordt dus ook een tweede inslui ting van Parijs onmogelijken wordt de kans op een spoedig einde vau den burgeroorlog zeer vermin derd. Zoolang het noord- en oostfront door de Duit schers bezet blijft, is het ongewapend verkeer tus- schen Parijs en het overige Frankrijk behoudens de wel is waar lastigedoch niet onoverkomelijke formaliteiten, welke de Duitsche autoriteiten eischen, volkomen vrij en kan Parijs van die zijde geproviandeerd worden. De strenge onthouding, waarvan von Bismarck in de zitting van den rijksdag nog onlangs sprak, zou toch moeilijk overeen te brengen ziju met een strengen politiemaatregel tegen de insurgenten. Onder deze omstandigheden kan men dus geen ander einde verwachten, dan wanneer de goedgezinde burgers van Parijs de bovenhand verkrijgen en zoodoende de regeering de gelegenheid openen weder binnen de stad te komen. Geschiedt dit niet, dan zullen de zegepralen der regeeringstroepen voor de muren van Parijs slechts ten gevolge hebbendat de opstandelingen zich niet meer daarbuiten vertoonendoch in de stad zal dan de regeering zeer weinig kunnen doenom den opstand meester te wordenzoolang de rebellen nog gewapend zijn, wordt ieder huis eene redoute en iedere straat een enge pas, die niet dan na vee] bloedvergieten veroverd zullen kunnen worden. Volgens de laatste berichten uit Versailles is in den toestand niet veel verandering gekomen. Eene depêche van Woensdag avond 9 uur meldtdat het kanonvuur tusschen de forten d' Issy en Vanvres en de artillerie der regeeringstroepen te Chatillon steeds voortduurt zonder eenig bijzonder resultaat. Ia den nacht tusschen Dinsdag en Woensdag hebben de opstandelingen een aanval gewaagd op Sèvres, die echter zeer spoedig afgeslagen is. Dit zijn de eenige tijdingen, die aangaande den treurigen burgeroorlog ontvangen zijnen hoewel de regeering in het open veld er gemakkelijk in schijnt te slagenom de slechts half geoefende troepen der commune uiteen te jagen, stuit zij bij de verovering der forten toch op moeilijkheden, die men niet verwachten zou, te meer wanneer men zich herinnert, dat bij het beleg van Parijs door de Duitschers gebrek aan artille risten bestond, en men tot bediening van het geschut op de forten zeesoldaten bezigde, waar van, gelijk bekend is, thans zeer weinigen tot de partij der opstandelingen zijn overgegaan. Wanneer men buitendien bedenkt, dat de Dditschers de forten ontwapend en de groote stukken geschut vernietigd hebbeD, dan moetmenzich verwonderen, boe de opstan delingen die in zoo korten tijd voldoende hebben kunnen wapenen, om zulk een betrekkelijk langen tegenstand aan de geregelde troepen te kunnen bieden. De berichten uit Parijs zijn gedateerd van Dinsdag avond, en daarin wordt geen woord gerept over de dien dag geleden nederlaag. Het Journal Officiel verklaart dat alle punten voldoende bezet zijn, en men niets te vreezen heeft, doch integendeel, de verdediging j overal uitstekend georganiseerd is. In deze verklaring i van het revolutionair bewindgevoegd bij het protest van den afgevaardigde Millière tegen den burgeroorlog, die hij zegt, dat door het uitvoerend bewind aangevan gen is, ligt reeds eenigszins een gevoel van zwakheid en weinig hoop voor een voor de opstandelingen gun- j stigen afloop. Door hun strevenom zich zeiven en an- deren wijs te maken, dat het recht aan hunne zijde is, I gevea zij blijken van bunnen angst voor de toekomst, J want zoolang zij voorspoedig zijnbekommeren zij er zich waarlijk al zeer weinig over, wat recht en wat onrecht is. Zij wenschen vrijheid en gelijkheid, en maken er het wettige gezag een verwijt van, dat het die rechten belemmert, en thans zelf aan het bestuur zijnde, beperken zij de "vrijheid van anderen met de grootste willekeur. De mannen als Assy, Lullier en anderen, wien zij hunne macht te danken hebbenworden onder de nietigste voorwendselen gearresteerd, en zonder rechterlijk onderzoek in hechtenis gehoudenzoodat zij slechts onder vrijheid schijnen te verstaan hetrecht, om die aan anderen zooveel mogelijk te ontnemen. De Spaansche cortes hebben terstond na de opening hunne bureaux geformeerd en tot voorzitter benoemd den heer Olozaga met 168 tegen 110 stemmen, terwijl de heer Santa-Cruz met 68 tegen 4 stemmen tot presi dent van den senaat verkozen werd. Uit de eerste stemming blijkt, dat de regeeringspartij niet zoo sterk is als verschillende bladen na den afloop der verkiezingen deden voorkomen, en thans vermeldt nog het Spaansche blad Epoca, dat de oppositie ongeveer over 140 stemmen beschikken kan, zoodat ook in de kamers de strijd der regeering geen gemakkelijke zijn zal. Le Temps ver neemt zelfs, dat de oppositie een voorstel indienen zal, om het kabinet in staat van beschuldiging te stellen. Men ziet dat de vervulling der voorspelling, dat weldra zoovele gunstige berichten uit Spanje door ongunstige tijdingen gevolgd zouden worden, niet lang op zich heeft laten wachten. In verband met het gisteren door ons medegedeelde, ontleenen wij aan de Neue freie Pressodat de aarts bisschop van Munchen en zijn dom-kapittel niet geneigd zijn, om zich met eene conferentie met professor Döllin- ger in te laten. Zij zullen hem wet eene phrase beant woorden, die wel is waar'weinig hoofdbrekens kost, doch voor hen eene der gelukkigste en steeds bruik bare uitvindingen is: Roma locuta est(Rome heeft gesproker). Hiermede zal professor Döllingcr zich voor- loopig tevreden moeten stellen, gelijk reeds zoo dikwijls het geval was, dat de katholieke kerk in hare onmacht protesteert, om, wanneer zich later de gelegenheid mocht voordoen, eene beslissing ten haren gunste te bewerken. Moge het onfeilbaarheidsdogma, dat schrik beeld van het moderne staatsrechtevenals thans te Munchen geschied is, binnen de grenzen der kerk teruggedrongen worden, en nooit bij machte zijn, om het aantal verwikkelingen in Europa nog te vermeer- dere n Laatste berichten. Parijs5 April 's avonds. De geruchten zijn hierin eenstemmig, dat degevech- ten Dinsdag even noodlottig waren voor de nationale garde als Maandag. Heden was tusschen de forten en de batterijen der regeeringstroepen op de hoogten van Chatillon, Clamart en Meudon een hevig artillerie gevecht, en in het centrum een infanterie-gevecht, dat zich echter naar de zijde van Montrouge schijnt te ver plaatsen. Le Constitutionelle Journal des Débats, Paris- Journal en le Pays zijn opgeheven. Eene proclamatie der commune drukt het volste vertrouwen op zegepraal uit, en roept alle ongehuwden van 17 tot 35 jaren op, om bij de uittrekkende bataljons gevoegd te worden. Parijs gedurende den strijd. Van den 3cn April wordt door een Belgisch correspon dent het volgende uit Parijs geschreven: „Het is geschiedt De rouw van het arme zoo zwaar beproefde Frankrijk neemt steeds toe! Het is veroor deeld om alle schande te ondergaan! Het heeft de groot ste straf, den burgeroorlog, den broederstrijd niet kun nen ontgaan. Zou het bloed dat onder de muren van Parijs stroomde het teeken zijn tot die ontzettende gebeurtenis die onvermijdelijk was? „Zooals was afgekondigd zou de commune gisteren door een militaire maar vredelievende demonstratie haar optreden vieren. De dag die voor een feest was bestemd werd een dag van diepe rouw. Toen ik des morgens tegen 9 uren langs de boulevards wandelde hoorde ik kort achter elkander twee kanonschoten en dacht, dat dit behoorde tot het programma voor de aangekondigde feesten, maar een renbode die in galop aankwam, schreeuwde ieder die hem wilde aanhouden toe: „Er wordt te Courbevoie gevochten!" „Terstond nam ik een flakker en liet mij naar de Porte Maillot brengen. Bij de Are de Triomphc, waar men de geheele Avenue de la grande armée kan overzien, stonden eenige groepen, die door het geluid der kanonschoten en de aanhoudende geweersalvo's daarheen waren ge lokt. De weinige huizen die in de AveUue geopend waren werden spoedig gesloten en de burgers gingen vol angst naar huis. „Toen ik bij de Porte Maillot kwam wees men mij in eene laan terzijde van do Avenue de stukken van een bom, die aldaar was neergevallen en in den gevel van het huis n°. 76 de sporen van een andere born. Eenige nati- onalenvrouwen en kinderen hadden achter de wallen eene schuilplaats gezocht. Ik hoorde nog twee schoten en vervolgens dat vreemde geluid, hetwelk men altijd herkent als men het eenmaal heeft gehoordhet los branden van eene mitrailleuse. Vervolgens werd alles stil. „De ophaalbruggen waren opgetrokkenzo'odat meu er onmogelijk over kon. Slechts nu en dan werden zij neergelatenom eene afdeeling nationalen te doen over trekken die in goede orde terugtrokken. Men onder vroeg hen, doch hunne antwoorden waren zoo verward, zóo met elkander in strijd, dat men duidelijk kon bemer ken dat deze menschen nog ten prooi waren aan eene gemoed5bewegingdiehunnedenkbeelden enhun herinne ringsvermogen geheel in de war bracht, of men moest aannemendat zij niets wisten. „Ik besloot om op een betere gelegenheid te wachten teneinde iets te hooren.^ Dit duurde niet lang, want tegen den middag werd de brug opnieuw nedergelaten, maar ditmaal om aan een treurigen stoet toegang te verleenen. Op een draagbaar werd een nationale garde binnen gedragen; hij was door het hart geschoten. „Verscheidene inwoners van Neuilly geleidden den gewonde. Een hunner, een eerwaardig man, die, naar hij zeide, bij alles was tegenwoordig geweest, verhaalde mij, dat een aantal van ongeveer 500 nationalen, meest allen behoorende tot het 218e bataljon, te 5 uren het station van la Garonne bij de brug van Neuilly was komen be zetten, vlak tegenover een punt te Courbevoie dat door de troepen van Versailles was ingenomen. „Tegen 8 uren deed eene afdeeling jagers te paard een verkenningstocht in de nabijheid van het door de nationalen bezette punt en kort daarop kwam een pelo ton gendarmes of gardes van de republiek te paard. Op een afstand van twintig meters ging de aanvoerder der gendarmes alleen, en zwaaiende met zijn kepi naar de nationalenom iets tegen hen te zeggen, doch zij losten een schot op hemen hij viel dood neder. Dit was het teeken tot den strijd, die echter spoedig eindigde, daar het vuur uit detkanonnen van Courbevoie en den Mont Yalerien de nationalen noodzaakte om terug te trekken. Van do nationalen sneuvelden 20 of 25 man, terwijl zij evenveel gewonden telden. Vijf hunnervielen in handen der gendarmes en^werden uit wraak over den moord van den kommandant gefussilleerd. „De opgewondenheid was zeer groot onder de natio nalen en zij schreeuwden om wraak, maar er kwamen geen aanvoerders. Eindelijk tegen 5 uren kwam in volle galop op een Arabischen schimmel Maxime Lis- bonne, een lid van bet hoofdcomité, voormalig kapitein van het 76e bataljon en thans chef van den grooten staf, aanrijden. Hij schitterde van gouden en zilveren galons en werd vergezeld door eenprachtigen turco te paard, die als ordonnans dienst deed. Hij kondigde de komst van een batterij aan en gaf steeds galloppcerende zijne bevelen. Men zeide dat er iets zou gebeuren. Kort daarop kwam een bataljon nationalen. „De toegangen tot de poort werden gewapend. Natio nale garden, vrouwen, kinderen, allen hielpen om do kanonnen te plaatsen en aan het opwerpen van verde digingswerken. In eenige minuten waren al de stukken in goede stellingen geplaatst en bedreigden de Avenue de Neuilly. Nieuwe bataljons rukten aanverspreidden zich rechts en links van de poort of plaatsten zich in slagorde aan weerszijden van de Avenue de la grande armée. „De rijtuigen der ambulances die de poort des Ternes waren uitgegaankwamen door de poort Maillot weder binnen. Ik telde er tien, ieder met vier gewonden, en dit was bij lange na niet alles. Een officier van gezond heid verzekerde mij dat het getal dooden aanzienlijk was. „Toen ik naar de stad terugkeerde ontmoette ikoveral bataljons die onder den kreet: „Leve de republiek!" zich naar de poort Maillot begaven, terwijl van andere zijden werd geroepen: „Naar Versailles! Naar Versailles Uit Erankrijk. Na den strijd op den eersten cn tweeden April tusschen de troepen van Versailles en de nationale garden van Parijs, zijn van bcido zijden berichten en proclamaties uitgegeven, die ieder het kenmerk dragen van welken kant zij komen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2