in den Iaatsten tijd geene klachten wegens ontvreemding over verpachte perceelen bij de regeering ingekomen. Het stationeeren vaneen oorlogsvaartuig bij die oester- banken is wel eens vroeger door het departement van financiën aan dat van marine in overweging gegeven. De minister van marine had daartegen evenwel overwe gende bezwaren en verwachtte daarvan groote moeilijk heden tusschen de marine-officieren en de rijkspolitie. Alsnu is men in overleg met het departement van justitie, om aan de ambtenaren op de recherche-vaartuigen com- missiën als onbezoldigd rijksveldwachter te doen uitrei, ken, opdat zij, voor zooveel hunne gewone dienst dat toelaat, zouden kunnen toezien niet alleen op de nale ving van het recht op het bevisschen der Schelde en Zeeuwsche stroomen, maar ook op de geconccssioneerde en verpachte oester- en mossel-banken. De uitvoering heeft nog eenige vertraging ondervonden, maar zal spoedig tot stand komen. De werking der nieuwe postwet is in meer dan een opzicht te roemen. Voor de verbetering van de postge- meenschap met Goeree en Overflakkee zijn maatregelen genomen, die eerlang in werking zullen treden. De op brengst der gevorderde halve cent voor kosten eener briefkaart boven de port, wordt in 's rijks kas verant woord. Voor openbare mededinging is de vervaardiging der briefkaarten, wegens haar karakter van geldswaar dig papier, niet vatbaar. De minister is niet ongeneigd vrouwen en meisjes bij den telegraafdienst werkzaam te stellen. Daarmede zal eerlang een proef worden genomen- Tegen het opnieuw voordragen van den post van 6800 voor het toezicht bij de hervormde kerk, blijft de minister bezwaar maken. Algemeen overzicht. De berichten, die wij gisteren ontvingen, zijn heden ochtend bevestigd en ofschoon de opstandelingen vol komen geslagen zijn, schijnt hiermede nog volstrekt niet de rust hersteld en de burgeroorlog geëindigd te zijn. "Wanneer men de verschillende berichten uit Parijs en Versailles vergelijkt, dan waant men zich nog te midden van den Fransch-Duitschen oorlog, want hetzelfde ver schil tusschen de berichten uit het Duitsche hoofdkwar tier en de belegerde hoofdstad neemt men thans ook waar: beide partijen kennen zich zelve de overwinning toe. In éen opzicht stemmen de verschillende berichten overeen, dat de nationale garden, die Maandag morgen naar de zijde van het slagveld van Zondag uitgerukt waren, door het vuur van den Mont Valérien genood zaakt geweest zijn, om zich achter den ringmuur terug te trekken. Denzelfden morgen schijnt eene beweging door de opstandelingen gemaakt te zijn in meer zuid westelijke richting, waar zij onder bedekking der forten d'Issy, Vanvres en Montrouge, die in hunne handen zijn, zich hebben kunnen deploieeren, en in twee afdeelingen, onder bevel van Bergeret en Flourens, op gerukt zijn, de een over Cbatillon en do ander over Meudon, met het plan om zich daarna te vereenigen en dan gezamenlijk naar Versailles op te rukken. Zooals de berichten uit Parijs vermelden is deze manoeuvre tot vereeniging volkomen gelukt, en daar de poorten gesloten zijn en zoowel het verlaten als binnen komen der stad aan ieder verboden is, schijnt men in Parijs geen nadere tijding ontvangen te hebben, en heeft men, door den voorloopigen goeden uitslag verblind, zich reeds overwinnaar gewaand, ja zelfs liep het gerucht, dat 30,000 man troepen der commune te Versailles aan- gekomen waren. De berichten uit Versailles, die iets later verzonden zyn, geven echter een geheel andere lezing van het ge beurde. Daarin wordt het feit geconstateerd, dat de opstandelingen tot naar Meudon en Cbatillon oprukten en zich daarna ook inderdaad vereenigden. Dit werd echter met opzet door de regeeringstroepen toegelaten, om hen daarna in eene positie te brengen, dat zij zich moesten overgeven of slag leveren onder voor hen zoo ongunstige omstandigheden, dat de zege niet anders dan aan de zijde der regeeringstroepen kon zijn. Wan neer dit waarlijk een valstrik geweest is, dan is het doel volkomen bereikt, want volgens berichten nic Versailles van gisteren, zijn de opstandelingen totaal geslagen en op de vlucht gejaagd; ongeveer 2000 gevangenen en verscheidene dooden en gekwetsten in de handen der troepen achterlatende, waaronder de kolonel Gustave Flourens en de generaal Henry, die vóór den gedenk- waardigen 18en Maart aan het hoofd der beweging van de nationale garde stond. De schansen en redoutes te Chatillon werden door de troepen bestormd en met do bajonet genomen, en terstond met stukken geschut gewa pend, die een hevig vuur zonder tusschenpoozen op de door de opstandelingen bezette forten geopend hebben, in de hoop hen hierdoor daaruit te verdrijven en eene bestorming, die steeds zeer velemenschenlevens kost, te kunnen voorkomen. Aangaande den uitslag hiervan is nog niets bekend, en naar het schijnt wordt het artillerie vuur uit de forten uitstekend beantwoord, ten minste in Versailles vernam men nog voortdurend hetdreunen van het kanon. Ofschoon deze toedracht der zaak de meeste waarschijn lijkheid voor zich heeft, is het toch voorzichtiger, nog niet te zeker op den gunstigen uitslag voor de regeering te rekenen, en schijnt de eindbeslissing in ieder geval nog niet zoo kort op handen te zijn. De heer Thiers ten minste heeft gisteren, in antwoord op eene interpellatie in de nationale vergadering, nog niet van een gunstig einde gewaagd, doch slechts te kennen gegeven, dat het leger op de hoogte van zijne roeping is en „que la France a retrouvé son armêeTevens knoopte de chef van het uitvoerend bewind hieraan de gelukkige tijding, dat de regeeringstroepen Maandag Marseille binnengetrokken waren en aldaar de orde hersteld hadden. Het meeren- deel der aanvoerders van de oproerige beweging waren daarna in hechtenis genomen. De sterkte van het troepental, dat door de commune in het veld gezonden is, wordt verschillend opgegeven. Zoo meldt thans een bericht uit Parijs, dat Zondag jl. niet 60,000 maar 6000 man bij Courbevoie gestaan hadden, terwjjl het leger van Flourens en Bergeret, niet 110,000 man, doch slechts 35,000 a 40,000 man sterk zou zijn. Hoe hiermede het bericht uit Parijs te rijmen is, dat bijna geen nationale garden in de stad achtergeble ven zijn, is moeilijk te bepalen, wanneer men zich herinnert, dat de opstand oorspronkelijk gesteund werd door 215 bataljons, die op voet van oorlog toch ongeveer 200,000 man vertegenwoordigen. De gebeurtenissen in en voor Parijs schijnen te Berlijn uit een militair oogpunt toch een onderwerp van bijzon dere overweging uit te maken. De keizer beeft eene bijeenkomst gehouden met de generaals von Moltke, von Rood, von Treskow en von Podbielsky, waaraan ook von Bismarck deel nam. De bevelhebber van het noor- derleger, de rechtervleugel van de linie, die thans door de Duitsche troepen in Frankrijk ingenomen wordt, de generaal von Goeben, is per telegraaf naar Berlijn ont boden, en heeft aan de bijeenkomst deelgenomen. Wat daar besloten is, is niet bekend, doch zeker is het, dat de Duitschers in de. forten aan de noordzijde van Parijs, die nog door hen bezet zijn, maatregelen genomen heb ben, om tegen iedere eventualiteit gedekt te zijn. Wan neer de voorspoed der regeeringstroepen zoo blijft, is het te hopen, dat Frankrijk voor de schande gespaard zal blijven, dat een vreemde mogendheid de inwendige rust moet herstellen. In Beieren heeft zich een belangrijken heugelijk ver schijnsel voorgedaan, dat vooral in een bijna uitsluitend katholiek land een bijzondere beteekenis heeft. De be roemde professor Döllinger uit Munchen, bekend door zijne bestrijding der onfeilbaarheid van den paus, heeft den Iaatsten termijn, die hem door de geestelijkheid ver leend was, om het leerstuk der onfeilbaarheid aan te nemen, laten veratrijken, en in een uitgebreiden brief zijne meening verdedigd en verzocht in eene bijeenkomst van Duitsche bisschoppen tot de verdediging zijner hou ding te worden toegelaten, waar hij zich voorstelde op historische gronden te bewijzen, dat de onfeilbaarheid des pausen niet als een leerstuk in de oude christelijke kerk gold, en slechts een langzamerhand ingeslopen misbruik is. De koning heeft aan den aartsbisschop van Bamberg thans het noodzakelijke placet tot uitvoering der besluiten van het concilie geweigerd, en zoodoende de party van professor Döllinger, die in Beieren nog verscheidene aanhangers onder de geestelijkheid telt, voor ontzetting uit hun ambt gevrijwaard. "VJTat de Roomsche curie thans doen zal, is nog onbekend, doch moeilijk zal zij de macht bezitten, om deze collisie tusschen geeste lijk en wereldlijk gezag in een voor haar gunstigen zin uit den weg te ruimen. De koning Amedeus van Spanje heeft Maandag na middag te 2 uren de nieuwe cortes geopend. Bij zijn binnentreden in de zaal is hij levendig toegejuicht zoo wel door de leden van den senaat en de kamer van afgevaardigden als door de menigte, die zich op de tri bune verzameld bad. Deze toejuichingen herhaalden zich ook vaak onder het voorlezen der openingsrede en ook op den weg naar zijn paleis werd hij door het volk met groote geestdrift ontvangen. De orde werd nergens gestoord. Ook heeft dit jaar de loting voor de conscriptie zonder eenige stoornis plaats gehad, en bijna zou men geneigd zijn, om eerstdaags weder berichten van oproer of moord te verwachten, omdat men niet gewoon is en zich ook moeilijk voorstellen kaD, uit Spanje zooveel gunstig nieuws te ontvangen. Laatste berichten. Parijs. Het artillerievuur tusschen Clamart en Issy wordt voortgezet. De afgevaardigden voor Parijs en de mairet trachten eene verzoeping tot stand te brengen. London. The Times verneemt uit Versailles, dat aldaar 15,000 opstandelingen gevangen binnengebracht zijn. In Parijs heerscht groote verslagenheid. Daily Telegraph meldt, dat de Pruisische leger korpsen bevel gekregen hebben, om zich gereed te hou den, om Parijs binnen te rukken. Daily News bericht, dat de insurgenten Dinsdag de regeeringstroepen te Meudon hebben aangevallen, doch op do vlucht geslagen zijn. Uit Versailles. Gedurende de laatste dagen is de drukte in Versailles ontzettend toegenomen door het troepenverkeer, de aan* komst van talrijke officieren en andere personen die hunne diensten aan de regeering komen aanbieden. De woningen zijn dan ook zóo vol te Versailles dat men aldaar voor het Japansche gezantschap, hetwelk reeds te Tours was aangekomen, geen geschikt verblijf heeft kunnen vinden, zoodat de Fransche regeering het heeft uitgenoodigd om zijn bezoek voorloopig uit te stelle^ tengevolge waarvan het vooreerst te Tours zal blijven. Thiers is in Versailles almachtig, en het is inderdaad gelukkig, dat hij althans de kracht van geest en wil bezit, die zoovelen anderen Franschen maar al te zeer schijnen te ontbreken. De handelingen der nationale vergadering kenmerken zich nog steeds door onbedui dendheid. Indien het lot van Frankrijk daarvan afhan kelijk was, dan zou de reeds zoo treurige toestand niet alleen steeds gevaarlijker worden, maar dan ook zou er volstrekt geen hoop op beterschap gekoesterd kunnen worden. De vergaderingen zijn echter weinig meer dan eennut- telooze vorm, want Thiers is de man die de besluiten der vergadering geheel naar zijn zin leidt, die de 750 leden altijd precies weet te brengen waar hij ze hebben wil, die hunne goedkeuring op al zijne handelingen weet te ver werven en niet alleen hunne nieuwsgierigheid kan be dwingen, maar hen zelfs aan 't verstand weet te brengen, dat hij sommige dingen niet kan zeggen, die zij toch eigenlijk behoorden te weten. Hij beklimt de tribune, dwingt ze om te luisteren, praat eenigen tijd door en het einde is, dat zij bevredigd naar huis gaan zonder iets bijzonders te hebben gehoord of gedaan. De zitting van den 31e° Maart leverde daarvoor weder het bewijs. Aanvankelijk was het belangrijkste de mede- deeling door een der leden gedaan, dat de stad Amiens had aangeboden om aan de industrieelen van den Elzas uitgebreide en gunstig gelegen gronden af te staan, ten einde daarop hunne fabrieken op te zetten. Dit werd natuurlijk met algemeene toejuiching vernomen. Een der leden diende een voorstel in om eene commissie van tien leden te benoemen,teneinde een plan voor testellen tot reorganisatie van het legereen rapport betreffende het wetsontwerp op de verkiezingen der gemeenteraden werd voorgelezen; de minister van financiën bracht een voorstel ter tafel om een krediet van 72,500,000franken te openeD, en toen men daarover begon te redetwisten betrad Thiers de Tribune, en begon te verklaren dat hij eigenlijk over iets anders wilde spreken, maar toch een enkel woord in 't midden wilde brengen over het ont stane verschil, of het voorstel van den minister van financiën al dan niet door de commissie voorde financiën behoorde te worden onderzocht, hetwelk de minister ter wille van den spoed wenschte'te vermijden. In korte woorden betoogde Thiers de noodzakelijkheid daarvan- Vervolgens ging hij over om aan de vergadering mede te deelen wat eigenlijk waar was van de geruchten om trent het gebeurde met den heer Rouher. Willekeurige handelingen zou hij nooit gedoogen en de vergadering zou ze van hem niet vernemen. Men had hem beschul digd van sommigen in ballingschap te hebben gezonden. „Ik ben balling geweest en zal niemand verbannen," sprak Thiers. Hij hoopte dat God hem zou bewaren om personen die groote macht hadden uitgeoefend en dat nimmermeer zouden kunnen doen, te beleedigen, of het onrecht van een onrechtvaardig bestuur te willen wreken, maar ook dat bij willekeurige handelingen zou plegen. Hij verhaalde voorts, dat toen de onlusten te Parijs uitbraken zich personen vertoonden, die verdacht wer den aan het keizerrijk gehecht te zijn. De bevolking vreesde voor het bestaan eener samenzwering; hij daaren tegen geloofde daaraan niet. De aankomst van den heer

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2