krachtig kan verheffen in die vergadering van mannen van zoo verschillende richting, die zoo vaak elkander niet begrijpen, aan elkanders woorden soms geheel ver keerde beteekenis geven. Hce zou het voor zulk eene vergadering mogelijk zijn om te zwijgen als zij Garri- baldi miskend acht, om kalm te blijven bij de opgewon den taal van Victor Hugo, om niet gaarne te luisteren naar een redenaar als Louis Blane, om zich door de rede van een Thiers te laten medeslepen, om zich door Gambetta te laten bewegen als de golven door den wind? Dan kan het onder de vertegenwoordigers van Frankrijk soms ruw toegaan en is het bijna onmoge lijk om ze weder tot de orde te roepen. Waarlijk Bordeaux heeft belangrijke dagen doorleefd. De constituante gaat naar Versailles, de vluchtelingen zullen hunne woningen weder opzoeken, de Parijsche ledigloopers keeren naar hunne stad terug, zelfs de nieuwsgierige Engelsche reizigers zullen het nu belang rijker vinden om Parijs of Versailles te bezoeken en dus zullen de inwoners van Bordeaux weder tot kalmte komen en zich ongestoord aan hun vreedzame en nuttige bezigheden kunnen wijden, die voor het gansche land een zegen zijn. Yaria uit Frankrijk, Victor Hugo heeft een zwaar verlies geledem zijn oudste zoon, de heer Charles Hugo, is plotseling te Arcachon gestorven. De heer Charles Hugo was met zijn vrouw en kind naar Arcachon gegaan om zijn vader te bezoeken. Of schoon eenigen tijd reeds aan asthma lijdende, liet toch niets een zoo treurig en spoedig einde verwachten. Volgens le Gaulois wilde de heer Charles Hugo per rij tuig naar zijn vader gaan, om daar te dineeren. Aan de huisdeur gekomen, opende de koetsier het portier om dat hij den heer niet zag uitstappen, en stiet hem aan. Terstond voelt de voerman de koude hand en ziet het ontdaan gelaat. De heer Charles Hugo was door een hevige beroerte getroffen en reeds een lijk. De overledene was eerst 42 jaren oud. Men verneemt, dat Thiers het voornemen heeft te kennen gegeven om den dapperen verdediger van Straatsburg, den generaal Uhrich, bij zijn komst in Parijs te benoemen tot kanselier der orde van het legioen van oer, in plaats van den generaal Flahault, die sedert on geveer zes maanden gestorven is. De dappere majoor der nationale garde, die gedu rende het beleg van Parijs zich meer als oproermaker dan verdediger der hoofstad verdienstelijk heeft gemaakt, de heer Flourens, behoort onder de voor eenige dagen door den krijgsraad wegens het oproer van den 31" Oc tober 1870 ter dood veroordeelden, en zal het dus wel niet wagen, zich in Frankrijk te vertoonen. Hy gaat echter voort met het Parijsche volk toe te spreken, en heeft te dien einde in de straten van Parijs een stuk doen aan plakken, waarin hij zijn bijzonderen moed in woor den weder openbaart. Het is van den volgenden inhoud „Getroffen door een onrechtvaardig vonnis, is het mijn plicht op de meest krachtige wijze te protesteeren tegen de verkrachting van alle rechten, in alle constituties opgenomen. „De beschuldigde moet door zijne pairs geoordeeld worden. Zoo is de tekst der wet. Ik ontzeg aan de ge patenteerde moordenaars der reactie den titel van rech ters. Door eene openbare macht benoemd, die den 31cn October 1870 nog door niemand erkend was, is hun geweld noodzakelijk in strijd met de wet. „Echter heb ik door ondervinding geleerd, dat de vrij heid versterkt wordt door het bloed der martelaren. „Indien het mijne strekken kan om Frankrijk rein te wasschen en de vereeniging van vaderland en vrijheid hechter te maken, dan zal ik het gaarne en uit vrijen wil voor de moordenaars van het land en de beulen van Januari offeren. „Salut et fralernitê! G. floüreits." De belangstelling van het Parijsche volk voor deze bombastische taal is echter niet groot, tenminste de meeste voorbijgangers lezen het met glimlachen en schouderophalen, en niet zelden gebeurt het, dat het volk pogingen in het werk stelt, om deze plakkaten onleesbaar te maken. Hoe sterk de haat tegen Duitschland in alle klas sen der Fransche natie leeft kan blijken uit het volgende voorval in de Académie de médecine te Parijs. Professor Béhier stelde aan de academie voor, om van de lijst van buitenlandsche leden en correspondenten allen te schrappen, die in de staten vau den Duitschen bond wonen. „Wij moeten, zeide hij, met een zoodanige natie niets gemeen hebben en wij moeten de Duitsche geleerden, die op lafhartige en schandelijke wijze de Fransche natie beleedigen, evenzeer onzen haat toedragen. Men zegt, riep de heer Béhier, dat wij nog Germaansch bloed in onze aderen hebben; wat mij betreft, ik geloof het niet en indien ik het geloofde, zou ik niet aarzelen, om het tot den laatsten droppel uit mijne aderen te laten wegvloeien." Een ander lid, de heer Bouley, die geheel met den heer Béhier instemden, stelde voor om alle Duitsche corres pondenten te schrappen. „Maar wat zal de academie doen zoo vroeg de heer Béhier indien de Duitsche leden komen om onze vergaderingen bij te wonen?" „Dan heffen wij de zitting op" hernam een ander. „Dat zou zeer gemakkelijk zijD, zeide de heer Bouley, maar de Duitschers zouden in staat zijn, om alle zittingen op te heffen." De heer Verneuil verklaarde met den heer Béhier volkomen eens te zijn. „Ieder eerlijk man, zeide hij, moet alle gemeenschap met de Duitschers afbreken en wat mij betreft, ik zal het doen. Misschien zal ik eenmaal tot andere gevoelens komen als Duitschland zich dezelfde instellingen zal hebben geschonken die wij ons eindelijk hebben verschaft." Het voorstel wordt ook door den heer Gautlier de Claubry gesteund,die wenscht, dat het voorbeeld van de Société d'acclimation gevolgd zal worden, welke heeft voorgesteld om de Duitsche vorsten van de lijst der leden te schrappen. Na nog eenige discussie wordt besloten om het voorstel naar het bestuur te renvoyeeren tot nader onderzoek. Belgische brieven. Gent, 15 Maart. Met den vrede komt ook onze binnenlandsche politiek terug, hetgeen zooveel zeggen wil als dat men in ons land meer acht begint te geven op de daden van het mi nisterie. De discussie der begrooting van binnenlandsche zaken heeft bewezen hoe bezorgd de minister Kervijn voor het wereldlijk onderwijs is; overal waar hij de kloosterscholen kan bevoordeelen doet hij dit ten nadeele van het wereldlijk onderwijs. Men heeft ook kunnen opmerken dat de minister, die tijdens hy in de oppositie was, gestadig een warm voorstander scheen te zijn van de Vlaamsche zaak, nu hij aan het bewind is de eischen der Vlamingen overdreven vindt. De discussion van de kamers, meent hij, kunnen iu het Vlaamsch niet worden uitgegeven, omdat dit te veel zou kosten. Met twee of drie vertalingen van circulaires in den Moniteur te plaatsen, denkt de minister dat hij de Vlaamsche zaak gered heeft; op al de quaestiën die hem gesteld zijn geeft hij het onveranderlijk antwoord dat hij de quaestie zal onderzoeken. De Vlamingen zullen er hem rekening van houden. Maandag heeft de liberale grondwettelijke associatie onzer stad eene zitting gehouden, waarin mededeeling is gedaan van den toestand der vereeniging; daaruit blijkt dat het getal leden vermeerderd is en men enkel op het sluiten van den vrede gewacht heeft om de werkzaam heden der vereeniging te hervatten. Het komiteit dat zijn ontslag had gegeven, moest in de zitting herkozen worden, maar op voorstel van ver scheidene leden is de verkiezing uitgesteld en zullen de leden eerst in hunne onder-komiteiten worden bijeen ge roepen om elkander te verstaan over de te doene keus en wat in het voordeel en belang der partij dient gedaan te worden. Gisteren hebben wij in den gemeenteraad eene open bare zitting gehad, waarin verscheidene belangrijke punten zijn besproken. De schepen der werken heelt lezing gegeven van een brief van den minister van oorlog, volgens welke het gemeentebestuur eerlang in 't bezit zal gesteld worden van de citadel, die door de stad voor een miilioen franken is aangekocht. Tot hier toe staat het nog niet vast wat men met de 45 bektaren grond, die beschikbaar worden, doen zal; er ziju ver schillende plannen, maar nog geen enkel is openbaar gemaakt. Eene andere quaestie, die niet zonder belang voor de kunst is, werd dezer dagen beslist. Het kohier van las ten van den Franschen schouwburg is goedgekeurd, maar men heeft den bestuurder den plicht opgelegd van al de onderwijzers onzer muziekschool als solisten in het orchest op te nemen, om op die wijze hunne jaarwedde te kunnen vermeerderen, die door de subsidie der stad ge waarborgd wordt. Deze onderwijzers zijn ten getale van twaalf. Verder bevat het last-kohier dat men gedurende het tooneeljaar 1871—1872 de groote opera, de opera comique en de operette zal opvoeren. Er bevond zich ook een onderwerp op de agenda dat van een groot belang is voor het Vlaamsch tooneeJ, namelijk de discussie van het kohier van lasten voor het exploiteeren van den Vlaamschen schouwburg. Daar da overeenkomst met den eigenaar van den Minardschouw- burg voor het huren der zaal nog niet gesloten is, werd die discussie uitgesteld tot eene volgende zitting. Even wel heb ik eenige voorwaarden vernomen die aan den be stuurder van het Vlaamsch nationaal tooneel zullen wor den opgelegd: De stad Gent zou eene subsidie in geld van 6000 franken geven en het huren der zaal bekosti gen, dat op 7000 franken wordt geschat voor twee ver tooningen per week, den Zondag en Maandagde bestuurder zal zich moeten verbinden ten minste 60 bedrijven van nationale stukken te spelenverder zou men aan de geabonneerden voor geheel het tooneeljaar het recht toekennen om de tooneelisten na drie debuts aan te nemen of af te wijzen. Dit zijn voornaamste voorwaarden voor de exploitatie van den Vlaamschen schouwburg, waarmede men in onze stad een proef wil nemeD. Tot hiertoe waren het uitsluitend maatschappijen die Vlaamsche vertooningeu in onze stad gaven en waarvan er drie eene subsidie van 2000 franken ieder bekwamen eu twee andere kleine maatschappijen 250 franken ieder. Die verschillende maatschappijen zullen geene toela gen meer bekomen en bijgevolg in de onmogelijkheid zijn hunne vertooningen voort te zetten, ten minste in den schouwburg waar zij tot hiertoe speelden eu die nu door het nationaal tooneel zal worden ingenomen. De Vlaamsche schouwburg doet dus hier ongetwijfeld een grooten stap voorwaarts en het zal van de bekwaamheid van den te benoemen bestuurder afhangeD, om het Vlaamsche tooneel de plaats te doen innemeD, die het in onze Vlaamsche stad dient te bekleeden. Men zegt dat er reeds verscheidene candidaten zijn die zich zullen aanbieden, waaronder eenige die alle recht hebben om in aanmerking te komen en die ook stellig weten wat er noodig is om een Vlaamschen schouwburg te doen bloeien. Indien men de Vlaamsche tooneellisten behoorlijk betaalt zal men niet veel moeite hebben om in korten tijd een goeden troep te vormen, want in Vlaanderen zijn tal van jongelieden, die onder een goede leiding spoedig voor hunne taak zullen opge wassen zijn. Zaterdag 11. zijn de 300 geïnterneerde Fransche krijgsgevangenen uit onze stad naar Rijssel vertrokken die soldaten zagen er niet tevreden uit dat zij naar hun land moesten terugkeeren. IjanDdsücridjlm. Door de Nederlandsche handelmaatschappij ziju be vracht de volgende 8 schepen Voor Amsterdam. Gezagr. Lasten. vracht. Anna Elisabeth H. J. Klasen 449 76.24 Louise U. Boujer 396 77 Petronella I. Rotgans 295 78.45 Ary Scheffer J. L. Resseling 398 78.45 Maria Elise T. D. van Deursen 398 78.74 Christina M. H. Visser 250 78.85 Gebroeders van der Beek H. van derWoude 655 „78.93 Voor Schie dam. Maasnymph T. Vogelsang 682 77.95 Prijzen van effecten. Amsterdam 18 Maart 1871. Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld 2£ pet. 52-^ ♦dito dito dito 3 62| ♦dito dito dito 4 821 *Aand. Handelmaatschappij 44 dito exploitatie Ned. staatssp. 96 België. ♦Certificaten bij Rothschild 24 Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 94 ♦Certific. adm. Hamburg5 674 ♦dito Hope C°. 1855, 6e serie 5 761 ♦Cert. 1000 1864 5 914 ♦dito 1000 1866 5 ♦Loten 1866 5 ♦Oblig. Hope Co. Leening 1860 44 82f$ ♦Certific. dito4 65 *Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4 ♦Obligatiën 1867 4 66J *Obl. 1869 4 „664 ♦Certificaten 6 434 ♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 2144 ♦Oblig. dito 4 ♦dito dito44 Obl. spoorweg Poti-Tiflis.5 84jj- dito dito Jelez Orel 5 83J dito dito Charkow Azow. 5 Polen. ♦Schatkistobligatiën5 66 Pruisen. *Obligatiën .4 Oostenrijk. ♦Oblig. metall. in zilver Jan. Juli 5 53f4 ♦dito dito April/Oct. 5 531 ♦dito in papier Mei/Nov. 5 „46 ♦dito dito Febr./Aug. 5

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 3