Een avontuur in Parijs. De correspondent van de Wezer Zeitung te Versailles, dr. Robolski, geeft de volgende beschrijving van zijne ontmoetingen in Parijs, bij gelegenheid van den intocht der Duitsche troepen binnen die stad: „Wij die het eerst de stad binnenkwamen legden den weg van den vestingmuur tot aan den Are de Triomphe te voet af, meestal twee aan twee of ook wel met meer deren. Tot in de onmiddellijke nabijheid van den Are de Triomphe was ik in gezelschap van een officier van d e genie uit Berlijn; aldaar gekomen scheidden wij, mijn landsman moest zich bij den Pruisischen bevelhebber aanmelden, en ik bleef bij den Are de Triomphe staan aan de zijde van de Avenue de la reine Hortense. „Aan de andere zijde in de Avenue des Champs Ely- sées stond, ongeveer vijftig schreden van mij verwijderd, eene compagnie van het 38* Pruisische regiment, omringd door een schreeuwende hoop volk van eenige honderde personen. Ik wilde daarheen gaan toen mij een kerel, een waar vertegenwoordiger van het Pa rij sc he gepeupel? aansprak met de woordenVout êtes Prussien Ik vroeg waartoe zijne vraag diende. Terstond was hetO geen twijfel meer, gij zijt een Prussienvolg mij! „Op hetzelfde oogenblik had ik een tiental menschen van dezelfde soort om mij heen, terwijl dat getal tot 20 en 50 aangroeide. „Gij zijt mijn gevangene," her haalde de kerel die mij eerst had aangesproken. De ge- heele hoop begon nu te brullen: „weg met denPruis; hij is een verrader, een spionMijne betoogen vonden geen gehoor en mijne pogingen om mij aan den hoop te ont rukken en hulp bij de genoemde compagnie te zoeken mislukten door den tegenstand van het gepeupel dat mij zoo 'snel mogelijk in tegenovergestelde richting in de Avenue de la reine Hortense drong. Ik poogde het volk tot bedaren te brengen en wendde mij om hulp voorna melijk tot personen wier gelaat minder schurkachtig was dan dat vaa het grootste gedeelte, doch het eenige antwoord bestond uit vuistslagen, terwijl verscheidene kerels mij aan den kraag van mijn jas stevig vasthielden. „Op dit oogenblik reed een Pruisisch officier voorbij. „Heer luitenant, riep ik, red een landsman en noemde mijn naam. De officier vroeg aan het volk wat men van my veilangde. „Hij is onze gevangene en gaat u niets aan, maak dat gij weg komt," zoo luidde het antwoord. „Ik zal hem arresteeren, geef hem mij," zeide de officier. Hierop volgde een schreeuwen en schelden: „Wij zijn zelf politie, wij zijn hier baas," enz. De eenige die mij kon helpen verdween in de overigens ledige straat; zijn aangespoord paard voerde hem bliksemsnel weg. „Thans klonk het: A la lanter ne, alalanlerne Spoedig een touw, een strik!" Ik werd tegen een lantaarnpaal gedrongen en een lljarige bengel, op wiens gelaat te lezen stond dat zijne toekomst de gevangenis was, drong vooruit en hield den aanvoerder van den troep een kort eind touw voor, om zijne diensten aan te bieden. Op hetzelfde oogenblik hoorde ik een getrappel achter mij alsof een eskadron kurassiers in galop kwam aanren nen; het klonk juist zoo. De volkshoop draaide zich om en ik ook. Het was geen eskadron, maar eene af deeling infanterie door een officier aangevoerd. De stormpas waarmede zij over den mac-adam kwam aanloopen had het geluid zoo krachtig gemaakt. Slechts een oogenblik verliep sedert de manschappen nog ver af en in onze onmiddellijke nabijheid waren. „De officier ondervroeg mij, liet zich mijne papieren geven, keek ze vlug door en het koramando klonk: „Velt het geweer!" Het gepeupel weigerde om mij I03 te laten. Een nieuw kommando, het laden der geweren, het uit eenstuiven van het volk en mijne omsingeling door de wakkere Pruisische soldaten, dat alles was het werk van een oogenblik. De buitengewone vlugheid en vastbe radenheid van den eersten luitenant die, het bevel voerde over de compagnie bij den Are de Triomphe, bewerkte mijne redding, en hoe klein en weinig beteekenend dit voorval oogeu schijn lijk ook moge wezen, het gaf mij een helder denkbeeld van de hoedanigheden onzer troepen, waaraan zy overal de overwinning te danken hebben. „Ik werd middenin de compagnie bij den Are de Tromphe in veiligheid gebracht, daar het gepeupel nu eerst van harte lust kreeg om wraak te nemen. Was de compagnie steeds door eenige honderden omringd geweest, thans klom dat getal tot over de duizend, en allen schreeuwden, huilden, üoten, scholden en dreigden. Smaadredenen van de laagste soort werden uitgekreten, terwijl onophoudelijk vergelijkingen wer den gemaakt tusschen von Bismarck en Trochu, die op eene liju worden gesteld. Geen einde was er aan de toespelingen op het „stelen" der Pruisen. „Dit alles had op de soldaten echter volstrekt geen in vloed daar zij althans hetFransch van deze Parijzenaars niet verstonden. Niets heeft mij meer verbaasd dan de gematigdheid vau onze troepen. Dikwijls heb ik mij tegen de bezetting van Parijs verklaard, doch thans erken ik, dat zulk plebs, een zóo redelooze en verdierlijkte volks massa, den voet van den overwinnaar maar eens op zijn nek moest voelen." De ongeregeldheden te Parijs „Heden morgen zoo schrijft een Fransch corres pondent van den 5cn dezer uit Parijs begaf ik mij naar Montmartre en was aldaar getuige van een zeer zonderling schouwspel. De hoogte was in eene vesting herschapen. De straten die er op uitloopen waren ge barricadeerd; er zijn wallen opgericht en op de hoogten waardoor Parijs wordt beheerscht stonden kanonnen en mitrailleuses met de mondingen naar de stad gekeerd. „Dit oorlogsmateriaal was in betrekkelijk aanzienlijke hoeveelheid door de nationale garden van deze wijk van verschillende zijden aangevoerd. Zij ontwikkelden eene waakzaamheid die duidelijk aantoonde dat zij vast besloten waren om hunne wapenen te verdedigen. „Talrijke schildwachten die noch door zachtmoedigheid, noch door beleefdheid uitmuntten, hielden de nieuwsgie rigen op een afstand. Waartoe stonden hier deze drei gende kanonnen? Waartoe hier midden in Parijs een ver sterkt kamp aangelegd? Hoewel men trachtte dit te ont kennen en te verbergen, was het toch waarheid dat de ongeregeldheden weder vermeerderden. In den laatsten nacht hadden gewapende nationale garden, voorzien van een rcod vaandel, getracht om de staatkundige gevange nen iu Sainte Pelagie te bevrijden. Door de krachtige houding van de wachthebbende troepen was deze poging gelukkig verijdeld. „In het 18e arrondissement verschenen troepen gewa pende mannen, voorzien van bevelen die door de mem bres du comité central en du comité d* initiative geteekend waren, bij de verschillende posten om de uitlevering van de aanwezige wapenen en munitie te eischen. „De wacht bij de Sorbonne werd ontwapend. Men trachtte ook de wacht bij het arsenaal, die door de garde der republiek was betrokken, te ontwapenen, doch de oproermakers moesten daar onverrichter zake aftrekken. De bevelvoerende officier van de wacht toonde dat hij tot krachtigen tegenstand zou overgaan. „De gebouwen van het wetgevend lichaam en van het ministerie van buitenlandsche zaken zijn gedurende den ganschen nacht door een sterke militaire wacht bewaakt, daar de nationale garden van Belleville, naar het schijnt, hun voornemen hadden te kennen gegeven om die ge bouwen te vermeesteren. „Al deze feiten oefenden noodzakelijk eennoodlottigen invloed uit op de stemming der bevolking, vermeerder den de onrust en verlamden de maatregelen om Parijs weder in zijn gewonen toestand te brengen. Verschil lende dagbladen vragen dan ook, wanneer Parijs toch eens van al die afkeurenswaardige en treurige manifes taties zal worden verlost, die onder den schijn van vrijheid- en vaderlandsliefde de vrijheid en het vader land in gevaar te brengen. „Men verwachtte hier veel voor de herstelling de orde van de benoeming van generaal Aurelles de Pala- dinos, doch het schijnt dat zijne bevordering tot opper bevelhebber van de nationale garde van de Seine niet in den smaak valt van de aanleggers der manifestaties en dat juist die benoeming een der oorzaken van de plaats gehad hebbende ongeregeldheden is. „Le Vengeur heeft in een artikel aan de nationale garde herinnerd, dat zij geen leger is hetwelk een lijde lijke gehoorzaamheid verschuldigd is, maar dat zij de gewapende natie is, welke de bevelen van een generaal die niet door haar is gekozen, niet behoeft op te volgen en geen eerbied of gehoorzaamheid verschuldigd is aan een generaal die slechts de ongelukken van Frankrijk heeft kunnen vermeerderen. Het is te hopen dat de nationale garde naar deze betoogen niet zal luisteren, maar haar plicht zal doen en de orde handhaven. „Misschien is de afwezigheid van verscheidene leden der regeering wel een der redenen dat nog geen krach tiger maatregelen zijn genomen om de orde te herstellen. Ernest Picard was echter reeds op weg naar Parijs en Thiers wordt heden avond verwacht, zoodat men hoopt weldra ernstige maatregelen te zullen zien toepassen. „Heden avond wordt met zekerheid verteld dat de nationale vergadering heeft besloten om haar zetel naar Versailles over te brengen. Tegen het einde der week moet die plaats door de Duitschers geheel zijn ontruimd en de nationale vergadering zou den 15cn dezer aldaar hare werkzaamheden kunnen aanvangen. „Le Francais verzekert, dat de Fransclie regeering maatregelen neemt om spoedig een groote leening uit te schrijven, teneinde oorlogskosten te kunnen aflossen,: om daardoor zooveel mogelijk den aftocht der Duitschers te bespoedigen, en deze zoo mogelijk nog binnen den overeengekomen tijd te doen plaats hebben. Het is nog niet zeker of die leening op de Londensche dan wel op de Fransche markt zal plaats hebbende meerderheid van de leden van het gouvernement, en daaronder de minister van financiën, schijnen voor een nationale lee ning te zijn gestemd. „Eergisteren avond werden de straten van Parijs weder voor het eerst met gas verlicht, doch particulieren en openbare inrichtingen moeten zich nog gedurende eene week met petroleum behelpen. Hoewel er nog gebrek aan gas was, hebben toch de schouwburgen hunne voor stellingen hervat. In den boekhandel begint ook weer leven te komen en reeds zijn een menigte brochures uit gegeven met betrekking tot het beleg van Parijs." t)anöcl$b£rwl)t£n. Graanmarkten enz. Oostburg, 8 Maart. De graanmarkt was heden ruim voorzien van tar we en gerst, doch van paardeboonen werd weinig, en van haver en erwten bijna niets aangebo den. Voor alle artikelen bestond veel vraag, en haver, rogge, paardenboonen en erwten werden 40 cent en gerst 25 cent boven vorigen weekprijs met graagte gekocht. In tarwe ging het langzaam, en was daarvoor hoogstens vorige prys te bedingen, terwijl houders meestal verre daarboven waren gestemd. Het gevolg was dan ook dat eenige puike monsters koopers vonden, doch de blauwe en geringe soorten niet konden worden gekocht. De be dongen prijzen waren voor: Tarwe f\3, f 12.50, f 12 a /ll. Rogge f 9, f 8.50 a f 8.25. Wintergerst 7.80, 7.50 a ƒ7.25. Zomergerst 7.50, f 7.25, f 7 a f 6.75. Haver f 5.50, f 5, 4.50, /4 a ƒ3.50. jPaardenboonen f 9.50, 9 af 8.75. Erwten 11.50, /11a/ 10.50. Kana riezaad op f 12 en gele mosterd op 20 gehouden. Grauwkruid 10 betaald. Wikken gevraagd, doch niet dan in geringe qualiteiten, voor den zaai min of meer ongeschikt, voorhanden. St. Nicolaas, 9 Maart. Tarwe fr. 30.00rogge fr. 20.20; boekweit fr. 23.50; haver fr. 11.20; gerst fr. 16.60; boonen fr. 25.60 lijnzaad fr. 28.30. Middelburg, 9 Maart. Voor puike Walchersche tarwe werd 12.75 a 13 betaald. Zeeuwsche tarwe 12.25 geplaatst. Nieuwe rogge bij uitslijting 8.50, bij partij 8.25 gekocht. Wintergerst 7.50 betaald. Walchersche zomergerst tot 7.25 met graagte gekocht. Zeeuwsche dito bracht f 7 op. Walchersche witteboonen tot f 18 gekocht. Dito bruineboonen f 16. Dito paardenboonen f 9.50. Dito groene kookerwten tot 11.50 betaald. Raapolie 51.50. Patentolie f 53.50. Lijnolie 36.50 per vat op zes weken, a contant f 1 lager. Harde Lijnkoeken 13 per 104 stuks. Zachte dito 15 per 104 stuks. gemiddelde marktprijzen. Middelprijzen van bakbare tarwe f 12.60 en rogge f 8.55. Aardappelen f 3.50 a 4.00 per hektoliter. Ver- sche boter f 1.30 a 1.40 per kilogram. Prijzen van effecten, Amsterdam 9 Maart 1871. Nederland. *Certific. Werkelijke schuld *dito dito dito *dito dito dito *Aand. Handelmaatschappij dito exploitatie Ned. staatssp. België. ^Certificaten bij Rothschild Rusland. *Obligatiën 1798/1816 *Certific. adm. Hamburg *dito Hope C°. 1855, 6* serie *Cert. 1000 1864 *dito 1000 1866 *Loten 1866 *Obiig. Hope&Co.Leening 1860 *Certific. dito ♦Inscript. Stieglitz Co. 2e a 4e L. *Obligatiën 1867 *Obl. 1869 *Certificaten *Aand. spoorweg Gr. Maatsch. ♦Oblig. dito *dito dito Obl. spoorweg Poti-Tiflis dito dito Jelez Orel dito dito Charkow Azow. Polen. *Schatkistobligatiën Pruisen. *Obligatiën Oostenrijk. *Oblig. metall. in zilver Jan.Juli *dito dito April/Ook *dito in papier Mei/Nov. *dito dito Febr./Aug. 2^ pet. 52^- Q COI 4 n 821 7) 2* n n 581 5 n 93 j 5 641 5 n 761 5 901 5 891 5 2281 4* 811 4 64,'V 4 641 4 661 4 661 6 431 5 211 4 41 n 5 71 831 5 831 5 811 5 71 661 4 7) 5 531 5 53 ft 5 451 5 451

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 3