OURANT.
N°- 53.
Donderdag
1871.
2 Maart.
Middelburg 1 Maart.
De telegraaf brengt ons heden eene tijding welke voor
onze gemeente van bijzonder belang is. De benoeming
van een burgemeester, waarnaar men zoolang verlangend
heeft uitgezien, is thans geschied.
Bij besluit van heden heeft de koning tot die betrek
king benoemd jonkheer mf. J. W. M. Schorer, die bij
hetzelfde besluit eervol is ontslagen als burgemeester
van Arnemuiden.
De heer Schorer is in Middelburg geen vreemdeling
en zal bij de aanvaarding zijner betrekking ongetwij
feld zich wel bewust zijn van het gewicht zijner taak.
In Middelburg is veel te hervormen, en mag men nu al
niet verwachten dat alle belangen te gelijk, met den
zelfden ijver worden ter harte genomen, dit heeft men
toch recht om te vertrouwen, dat iemand die op voor
dracht van den minister Thorbecke aan het hoold van
het gemeentebestuur geplaatst is, zich zal bewegen in
de richting door dezen steeds voorgestaan.
Laten wij in elk geval hopen dat de nieuw benoemde
zal medewerken niet alleen tot bevordering van Middel-
burg's stoffelijke belangen, maar ook om een goeden
geest, een geest van welwillendheid, onder de bevolking
aan te kweeken, een geest die niet neerdrukt, maar op
heft. In dat geval zal zeker zijn initiatief krachtigen
steun vinden.
In de zitting der tweede kamer vaa heden is beslo
ten om het gewijzigd reglement van orde naar de
afdeelingen te verzenden.
De heer van Houten heeft verlof bekomen om op een
nader te bepalen dag tot de regeering een interpellatie
te richten over den rechtstoestand van arbeidersver-
eenigingen, die eene verhooging van loon ten doel
hebbeD, en de voornemens van de regeering te dien
aanzien.
In de heden namiddag gehouden zitting van den ge
meenteraad van Middelburg zijn onder anderen de vol
gende zaken behandeld.
Een voorstel van den schuttersraad tot af- en over
schrijving van eenige posten is goedgekeurd.
Evenzeer is goedgekeurd een voorstel tot vervanging
van eenige onbruikbaar geworden gewichten in de waag
door nieuwe, waarvan de kosten [25 bedragen.
Voorts is vastgesteld een staat tot onderhandsche
verhuring van: eene woning bij de Koopmansbeurs
ad [A0; van eene woning in de Vlissingsche straat, ad
f 57.20; van een pakhuis in de Wagenaarstraat, ad 60,
en van een huis in het Cellebroershof, ad f AO 'sjaars.
Een voorstel tot herstelling der schietbaan, waarvan
de kosten f 400 zouden bedragen, is gesteld in handen
der commissie van fabricage.
Daar de ongesteldheid van mejufvrouw Gersen, hulp
onderwijzeres op de school van mejufvrouw Achilles,
nog niet geweken is, is op voorstel van burgemeester en
wethouders besloten, mejufvrouw Hamakers, die tijde
lijk genoemde betrekking tegen f 20 'smaands waar
neemt, nog eenigen tijd daarmede te belasten en
mejufvrouw Gersen voor de helft in de kosten te doen
bijdragen.
Naar aanleiding van het in de vorige zittting ingeko
men verzoek van het bestuur der naai- en breischool
voor behoeftige kinderen, om een jaarlijksche toelage
van gemeentewege, benevens kosteloos vuur en licht,
is door burgemeester en wethouders voorgesteld en met
10 tegen 5 stemmen besloten, om dit verzoek in te
willigen.
Op het in de vorige zitting door burgemeester en wet
houders gedane voorstel van gelijke strekking ten aan
zien van de hier op te richten ambachtschool, is de
beslissing andermaal aangehouden.
Ten slotte is met 14 stemmen tegen 1 goedgekeurd
het door burgemeestér en wethouders ontworpen en in
de vorige zitting overgelegd concept-adres aau den minis
ter van binnenlandsche zaken, houdende verzoek om bet
daarheên te willen leiden, dat óf der gemeente ontheffing
worde verleend van de betaling der jaarlijksche uitkee-
ring van f 20,000 gedurende 25 jaren, voor zoodanig
deel als blijken zal hare krachten te boven te gaan en
meer te bedragen dan zij, zoowel als de regeering, ge
meend had dat haar in billijkheid kon worden opgelegd;
ófy indien daartegen onoverkomelijke bezwaren bij den
minister mochten bestaan, dat de staat voor zijne reke
ning neme zoodanige openbare werken als onmiddellijk
voortvloeien uit hetgeen voor kanaal en spoorweg door
hem is tot stand gebracht.
Aan de Arnhemsche courant wordt geschreven:
„Het doet mij genoegen u te kunnen melden, dat aan
den hoofdofficier, van wien sprake was in uw n°. van
25 dezer, het gevraagde verlof om naar Parijs te
vertrekken eindelijk verleend is."
Benoemingen en besluiten.
belastingen. Benoemd tot hoofd-verificateur voor
den actieven dienst der directe belastingen en ac-
cijnsen te Arnhem J. B. A. Bloem, thans visiteur
le klasse der in- en uitgaande rechten en accijnsen aldaar.
waterstaat. Op verzoek eervol ontslag verleend aan
W. G. Bloem, als opzichter van den waterstaat le klasse.
Bevorderd met ingang van 1« Maart: tot opzichter
van den waterstaat le klasse C. P. van Teijlingen thans
opzichter 2e klasse; tot opzichter 2c klasse H. Raam
maker, thans opzichter 3e klasse; tot opzichter 3<- klasse
H. J. Weehuizen, thans opzichter 4«'klasse, en tot op
zichter 4e klasse J. Bouwens.
Kerknieuws.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her
vormde gemeente te Nieuwerkerk in Duiyeland de
heer W. Ramaker, te Baarland.
Ge mengde berichten.
De sterfte onder de poklijders is te 's-Gravenhage
zeer aanzienlijk; tot 18 Februari bedroeg de sterfte over
de gekeele epidemie, 29.8 pet.; met het sterftecijfer der
laatste week in die verhouding gestegen tot 30 pet.
Reeds meer dan een pet. der geheele bevolking dier
gemeente is thans aan die ziökte bezweken.
In den nacht van jl. Zaterdag op Zondag zijn ten
huize van een heer op den Denneweg te 's-Gravenhage
twee dienstboden met een pot met vuur naar haar ka
mer gegaan en door den kolendamp bedwelmd en gestikt.
Toen men in den vroegen morgen het ongeval ontdekte,
was een der dienstboden reeds bezweken, terwijl de an
dere, niettegenstaande spoedig aangewende geneeskun
digehulp, in den loop van den dag insgelijks overleed.
Verknopingen en aanbestedingen.
Heden avond zijn alhier te koop aangeboden:
Een huis en erve met tuin, op den Singel buiten de
Noordpoortalhier,wijkR n°. 65. Verkocht voor 2903.13
Een huis en erve met tuin op de Rotterdamsche kaai
alhier, wijk O n°. 228. Hoogste inschrijving /430I.50
opgehouden.
Een huis en erve in de Gravenstraat alhier, wijk I n°.
249. Verkocht voor f 1459.
Thermometerstand.
28 Feb. 'sav. 11 u. 38 gr.
1 Maart 'smorg. 7 u. 33 gr. 's midd. 1 u. 40 gr. s av. 6 u. 39 gr.
Staten-generaal.
tweede kamer.
Zitting van Dinsdag 28 Februari.
Het geheele ministerie is tegenwoordig.
Ingekomen: de geloofsbrieven van de nieuw benoemde
leden in Dordrecht en Assen, de heeren Bredius en Smit,
en verschillende wetsontwerpen, die reeds gedrukt en
rondgedeeld zijn, behalve die tot uitbreiding der oefe
ningen van den eersten ban der dienstdoende schutterij,
tot vaststelling der staatsbegrooting en der begrooting
voor Indiëover 1871, en betreffende de consulaire rechts
macht.
Behalve een aantal ingekomen regeeringsstukken,
adressen en boekwerken, is ook ingekomen een wetsvoor
stel tot bevordering van een geregelde stoomvaart tus.
schen Vlissingen en New-York, geformuleerd door de
heeren 's Jacob, de Bruyn Kops,Kalfï, Stieltjes en Tak.
Dat ontwerp wordt naar de afdeelingen verzonden om
over de prise en considération te beslissen. Nadat in den
loop der zitting door den heer Luyben verslag was uit
gebracht over de geloofsbrieven van den heer Brediusr
wordt dat nieuwbenoemde lid, na aflegging der grond
wettige leden, toegelaten en neemt hij zitting.
Door den voorzitter wordt medegedeeld, dat van regee-
ringswege zijn ingetrokken de aanhangig gebleven wets
ontwerpen, betreffende eene belasting op.de inkomsten,
de vuur-, tou- en bakengelden, en de afkoopbaarstelling
der tienden.
De heer Thorbecke, minister van binnenlandsche za-
keD, erlangt daarop het woord en zegt in hoofdzaak het
yolgende^.
^fg^ijlmeer de president, een woord van inleiding, niet
om het ministerie in te leiden het nieuwe ministerie
bestaat grootendeels uit oude kennissen van de kamer
zij weet wat zij aan ons heeft. Het ministerie heeft ook
niet een nieuwe politiek in te leiden; het heeft een
bekende politiek te volgen. Een woord over hetgeen wij
ons eerste werk achten. Met de kamer staan wij in een
moeilijken tijd, tegenover een groote taak, die niet op
eenmaal te volvoeren is. De regeering meent die nu
naar een zekere volgorde, te rade gaande met den
beschikbaren tijd en met onze krachten over deze en
de aanstaande zitting te verdeelen. In den tijd die na de
vaststelling van de Nederlandsehe en Indische begroo
tingen zal overblijven, zullen wij de kamer niet bezig
houden, noch met den census, noch met het hooger
onderwijs. Een andere zorg heeft op dit oogenblik den
voorrang: de plicht diende gebeurtenissen van den laat-
stentijd ons opleggen,namelijk die van onze verdediging
meer en meer te verzekeren. Het ministerie legt zich toe
om de wetsontwerpen betreffende de inrichting van
onze defensie, de herziening der militiewet, de nieuwe
regeling der schutterijen en de in vele opzichten daar
mede samenhangende herziening van ons belastingstel
sel voor de overweging tegen de aanstaande zitting met
de staten-generaal rijp te maken. In de tegenwoordige
zitting zijn te voorzien wetsontwerpen betreffende eenige
gewichtige tractaten, de tienden, de rechterlijke organi
satie en de Indische tarieven. De twee laatste evenwel
waarschijnlijk niet zóo tijdig dat zij nog in deze zitting
in behandeling zullen kunnen komen."
„Men stelt zich gemeenlijk meer voor dan men vol
brengt; mogen wij gouvernement en kamer zoo
gelukkig zijn nu eens het omgekeerde te zien gebeuren.
De minister eindigt met een beroep op de voortdu
rende welwillende medewerking der kamer.
De kamer gaat over tot het trekken der afdeelingen,
na afloop waarvan benoemd worden tot voorzitters, de
heeren Heemskerk Bz., van de Putte, vanReenen, Heems
kerk Azen Jonckbloet;
tot ondervoorzitters de heeren Sloet, Idserda, de Brauw,
Westerhoff en van Foreest, en tot leden van de commissie
voor de verzoekschriften, de heeren Bredins, Kerstens,
Gratama, van Beijina en PyIs.
Omtrent de wetsontwerpen tot de definitieve vaststel
ling der staatsbegrooting voor 1871 valt het volgende
mede te deelen.
Hoofdstuk II (hooge collegiën van staat) is van
598,000 gebracht op ƒ593,600, tengevolge van de over
brenging der verhoogde riddersoldijen voor Indische
militairen op de Indische begrooting.
Hoofdstuk III (buitenlandsche zaken) is f 21,400
minder dan de primitieve voordracht, hoofdzakelijk ten
gevolge van het niet weder voorstellen eener missie in
China. *De minister acht het wenschelijk daaromtrent
nog een nader onderzoek in te stellen, in overleg met
het departement van koloniën.
Hoofdstuk 1Y (justitie) komt overeen met het oor
spronkelijk ontwerp: opheffing van eenige militaire
auditiën wordt door den minister bestendigd, maar niet
de vroeger voorgestelde verandering van de traktemen
ten der rijksveldwacht, De kosten voor de maréchaussée