MIDDELRURGSCHE
COURANT.
r 52.
Woensdag
1871.
1 Maart.
Bij deze courant behoor! een bijvoegsel.
Middelburg 28 Febrnari.
Bij de opening der zitting van de tweede kamer op
heden zijn ingekomen de begrootingen voor Nederland
en voor Indië.
Door de heeren 's Jacob, Stieltjes, Kalff, de Bruyn Kops
en Tak is een wetsvoorstel ingediend betreffende een
stoomvaartverbinding tusschen Ylissingen en Amerika.
Het wetsontwerp op de inkomsten-belasting, benevens
dat op de tienden zijn ingetrokken.
De heer Thorbecke heeft medegedeeld dat in deze
zitting gewichtige tractaten aan de goedkeuring der
wetgevende macht zullen worden onderworpen, doch
dat voorloopig geen wijziging in de kieswet of regeling
van het hooger onderwijs zal worden voorgedragen.
Tegen de volgende zitting heeft hij de indiening van
wetsontwerpen regelende het defensie- en het belas
tingstelsel, de rechterlijke organisatie, en wijziging der
Indische tarieven toegezegd.
De heer Bredius, de nieuw gekozen afgevaardigde
van Dordrecht, heeft na aflegging der bij de wet voor
geschreven eeden, zitting genomen.
Uit Neuzen schrijft men ons
Naar men verneemt bestaat het plan om den spoorweg
MechelenNeuzen in de maand September aanstaande
over de geheele lijn voor het publiek te doen berijden,
zijnde het gedeelte van Mechelen tot St.-Nikolaas be
reids in exploitatie. De werkzaamheden, welke dezer
dagen weder zijn aangevangen, zijn reeds gevorderd tot
nabij Hulst, terwijl zij ook van de zijde van St.-Niko
laas naar de grenzen in vollen gang zijn. Het station
te Axel is nagenoeg voltooid en met dat te Hulst
wordt eerstdaags een begin gemaakt.
De Staats courant van Zondag en Maandag 26 en 27
dezer bevat het aan den minister van binnenlandsche
zaken uitgebracht verslag over den staat van 'srijks
Herbarium te Leiden en de aldaar verrichte werkzaam
heden gedurende het jaar 1870.
Benoemingen en besluiten.
rechterlijke macht. Benoemd tot rechter in de arron-
dissements rechtbank te Hoorn m>\ C. J. van Marle, thans
kantonrechter te Vollenhove.
nederlandsche bank. Herbenoemd bij de naamlooze
vennootschap de Nederlandsche bank tot president-direc
teur, mr. W. C. Mees, en benoemd tot secretaris-directeur
J. G. Gleichraan, thans agent van die bank te 's Gra-
venhage.
leger. Overgeplaatst in rang bij het regiment grena
diers en jagers de le luitenant jonkheer A. W. van
Reigersberg Versluijs van bet 3e regiment infanterie.
Kerknieuws.
Tengevolp-e van het bedanken van den heer Bos, te
Soest, voor het op hem uitgebracht beroep tot predikant
bij de NederduitschehervormdegemeenteteAardenburg,
is gisteren aldaar weder een zestal van predikanten op
gemaakt, waarop geplaatst zijn de heerenBaart de la
Faille, te Mastenbroek; Duker, vroeger te Heenvliet-
van Oosten, te Beierland; van Riet, teDnrgerdam- Witte-
bol, te Retranchement, en Janssen, te Sint Anna ter
Mniden.
Op het vervolgens daaruit gekozen drietal komen voor
de heeren van Oosten, Wittebol en Janssen.
Aanstaanden Donderdag zal het beroep geschieden.
Bedankt door den heer J. D. Looijon, te Ressen,
voor het beroep tot predikant bij de hervormde gemeente
te Zaaraslag.
Marine en leger.
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk be
sluit van den 18en Februari j!., betreffende de lichting
der nationale militie van het jaar 1871.
Die lichting bedraagt 11,000 man, waarvap 600 voor
den dienst ter zee te bestemmen. Het aandeel der pro
vincie Zeeland berekend naar het aantal voor deze
provincie ingeschrevenen, zijnde 1570 telt 536.
De manschappen bij het wapen der infanterie, de
regimenten vestingartillerie, het korps pontonniers en
bataljon mineurs en sappeurs in te lijven, worden tot
eerste oefening acht maanden onder de wapenen ge
houden; terwijl de tijd van eerste oefening van de
manschappen, bij de regimenten huzaren, veld- en rij
dende artillerie in te deelen, zich tot het einde van
het eerste jaar van hunnen dienstijd zal uitstrekken.
In de vorige week zijn bij de artillerie instructie-
compagnie te Schoonhoven weder 12 jongelingen aangeko
men, waarvan 2 na geneeskundig onderzoek afgekeurd
en 10 aangenomen zijn. Tevens zijn 8 korporaals naar
de regimenten vertrokken, waarvan 6 bij de vesting- en
2 bij de veld-artillerie.
Koloniën.
Volgens van de Nederlandsche bezittingen ter kuste
van Guinea bij het departement van koloniën ontvangen
berichten, gedagteekend 3 dezer, bleef de gezondheids
toestand aldaar ongunstig. Op den 30™ Januari te voren
overleed wederom een Europeesch ambtenaar.
De stemming der Elmineezen en Fantijnen wordt meer
vredelievend.
Naar men zegt, bevinden zich een 120tal Ashantijnen
te Kinjaboe en zoude eene legermacht van ongeveer
10,000 Ashantijnen reeds te Uegwie (4 dagreizen' van
Kinjaboe) zijn, op weg naar Appollonia, teneinde, zoo
als vroeger werd vermeld, den koning van Behien in
zijn gezag te herstellen. (Staats-cour.)
Rechtzaken.
Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft gisteren
de volgende arresten in hooger beroep uitgesproken.
Cornelis de Jonge, oud 33 jaren, werkbaas, wonende
te Ellewoutsdijk; Willem Jan de Graaf, oud 21 jaren,
wonende te Sint Maartensdijk; Lambertus Johannes
Soeters, oud 21 jaren, hulponderwijzer, wonende te
Sint Annaland, en Louis Scherpenisse, oud 21 jaren,
arbeider, wonende te Sint Annaland, de laatste drie
beklaagden vroeger miliciens bij de artillerie te Elle
woutsdijk, waren beklaagd ter zake dat zij te zamen en
in gemeen overleg in den nacht van 9 op 10 September
1870, tusschen 11 en 12 uren, te Ellewoutsdijk moed
willig slagen en stooten hebben toegebracht aan Cor
nelis Blokpoel.
Bij vonnis der arrondissements-rechtbank te Goes,
dd. 17 October 1870, is de eerste beklaagde schuldig ver
klaard aan het moedwillig toebrengen van slagen
en stooten, geenerlei ziekte of beletsel om te werken
van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, en onder
aanneming van verzachtende omstandigheden veroor
deeld tot een cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen,
eene geldboete van 8, subsidiaire gevangenisstraf
van éen dag cellulair, en in de kosten van het rechtsge
ding. De tweede, derde en vierde beklaagden zijn niet-
schuldig verklaard aan het hun ten laste gelegde feit
en daarvan vrijgesproken.
Op het door den eersten beklaagde endoor den officier
van justitie, voor wat de vier beklaagden betreft, inge
steld hooger beroep, heeft het hot, rechtdoende bij ver
stek 'van den 3e" geïntimeerde, bovengemeld vonnis be
vestigd voor wat de 2«, 3e en 4* geïntimeerden betreft,
en met vernietiging van dat vonnis ten aanzien van den
eersten geïntimeerden en mede-appellant, dezen vrijge
sproken, als zijnde het hem ten laste gelegd feit niet
voldoende bewezen, met bevel dat de kosten, in beide
instantiën gevallen, zullen gedragen worden door den
staatalsmede dat door den staat eveneens zullen gele
den worden de kosten der getuigen ten verzoeke van
den eersten geïntimeerde en mede-appellant voorge
bracht.
Cornelis Priester, oud 13 jaren, koewachter,
wonende te Wissekerke, en Frans de Vos, oud 13 jaren,
arbeider, wonende te Wissekerke, waren beklaagd ter
zake dat zij op 27 Augustus 1870, des namiddags om
streeks half vier uur, te zamen en in gemeen overleg,
gekropen zijn door de haag van de niet tot de aanhoo-
righeid van een bewoond huis behoorende hoveniering
van de hofstede Vlietenburg onder Wissekerke, en
arglistig appelen hebben ontvreemd en zich toegeëigend
ten nadeele van M Kramer.
Bij vonnis der arrondissements-rechtbank te Goes dd.
21 November 1870 is de tweede beklaagde schuldig
verklaard aan diefstal met inklimming op plaatsen die
niet als bewoonde huizen worden aangemerkt of daar
mede gelijk gesteld, gepleegd met oordeel des onder
scheids, en, onder aanneming van verzachtende omstan
digheden, veroordeeld tot eene geldboete van 3, met
subsidiaire gevangenisstraf van éen dag en verder voor
zijn deel in de kosten van het rechtsgeding; en de
eerste beklaagde vrijgesproken, als hebbende zonder
oordeel des onderscheids gehandeld, de kosten ten
zijnen aanzien gevallen te dragen door den staat.
Op het door den officier van justitie ingesteld hooger
beroep voor wat den 2«n beklaagde betreft, heeft het hof
bovengemeld vonnis vernietigd en den geïntimeerde
schuldig verklaard aan diefstal gepleegd door middel
van inklimming, op eene plaats die niet als bewoond
huis kan worden aangemerkt of daarmede gelijk gesteld,
gepleegd met oordeel des onderscheids, en hen, onder
aanneming van verzachtende omstandigheden, veroor
deeld tot eene gevangenisstraf van éen dag, en in de
kosten in beide instantiën gevallen.
Mattheus Romeijn, oud 14jaren, arbeider, wonende
te Neuzen, was beklaagd dat hij 1°. in de eerste helft
van September 1870 te Neuzen arglistig heeft ontvreemd
en zich toegeëigend ƒ2.50 uit een kist, staande in de be
woonde kluis van J. Lensen te Neuzen, ten nadeele van
J. Doezelaar, die met hem voor vast Joon diende bij
J. Lensen voornoemd; 2°. dat hij in den loop van de
zelfde maand te Neuzen arglistig heeft ontvreemd en
zich toegeëigend twee rijksdaalders, een gulden,, een
50 cent stuk en twee kwartjes, uit een kist staande in
de bewoonde kluis van J. Lensen te Neuzen, ten nadeele
van J. Maelzake, die met den beklaagde voor vast loon
diende bij J. Lensen voornoemd, welke kist hij geopend
heeft met den door hem gevonden sleutel van J. Doeze-
laar's kist.
Bij vonnis der arrondissements-rechtbank te Goes
dd. 12 December 1870 is de beklaagde vrijgesproken,als
zijnde zijne schuld aan het hem ten laste gelegd feit
niet bewezen, de kosten te dragen door den staat.
Op het door den officier van justitie ingesteld hooger
beroep heeft het hof genoemd vonnis vernietigd en den
geïntimeerde, voor wat het tweede feit betreft schuldig
verklaard aan diefstal in een bewoond huis door middel
van een valschen sleutel, en voor wat het eerste feit
betreft, aan diefstal door een loonbediende, ten nadeele
van iemand dien hij niet diende, maar die zich in het
huis van zijn meester bevond, en, onder aanneming van
verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene ge
vangenisstraf van éene maaml( in eenzame opsluiting te
ondergaan, alsmede in de kosten der beide instantiën
gevallen.
Gemengde berichten.
Uit Kruiningen meldt men dat, ofschoon het getal
poklijders zich niet sterk uitbreidt, de sterfte onder
hen groot is. Van de 33 aangetasten zijn reeds 10
overleden.
Te Leiden zijn thans 93 poklijders onder genees
kundige behandeling.
Te Deventer komt men op tegen het plaatsen der
barakken voor de lijders aan besmettelijke ziekten aan
den openbaren weg, te midden van eenige der aanzien
lijkste huizen. De bewoners dier -huizen hebben zich
gezamenlijk tot den raad gewend met verzoek om die
barakken buiten het bewoonde gedeelte der gemeente