MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°- 51.
Dinsdag
1871,
28 Februari,
Burgemeester en Wethouders van Wesfkapellc,
zullen op Woensdag den 8 Maart 1871, des voormiddags
te 11 uren, in het gemeentehuis aldaar, onder nadere
goedkeuring, bij enkele inschrijving trachten aan te
besteden:
liet iniiehtcii van een Pakhuis lot
onclerivijzei'swoiiïng.
Het bestek en de teekening liggen voor een ieder ter
inzage op de secretarie te Westkapelle, alwaar ook af
schriften van het bestek, op franco aanvrage, tegen be
taling van het schrijfloon volgens tarief, te verkrijgen zijn.
Aanwijzing'in loco zal geschieden op Zaterdag den
4 Maart, des voormiddags te 11 uren.
De inschrijvingsbiljetten zullen uiterlijk des avonds
te 10 uren vóór den dag der besteding bij den burge
meester moeten zijn ingekomen.
ChrmmtaniX
Middelburg 27 Februari.
VEBDB,
Nadat ruim zeven maanden de oorlog op bijna
ongekende wijze in E.uropa heeft gewoed, verheugt
zich thans ieder in het herstel van den vrede waarmede,
naar velen zich vleien, een der belangrijkste periodes
uit de geschiedenis der om hare beschaving zoo hoog
geroemde negentiende eeuw wordt gesloten.
De tegenwoordige wereldtoestand, waardoor de volke
ren niet alleen door staatkundige, maar ook door belan
gen van meer bijzonderen aard aan elkander zijn verbon
den, maakt dat zij meer direct dan vroeger den invloed
ondervinden van elkanders lotgevallen, Groote gebeur
tenissen die in eenig rijk van Europa plaats hebben,
oefenen rechtstreeks of zijdelings invloed uit op andere
landen; allen deelen in den vooruitgang en ontwikkeling,
in den voerspoed en den bloei van enkele stateD, maar
zij ondervinden evenzeer de nadeelige gevolgen van
stilstand en achteruitgang, van rampenen verwoestingen.
Naarmate deze overtuiging meer en meer levendig
wordt, volgt iedereen met verhoogde belangstelling de
gebeurtenissen die zich op het wereldtooneel ontwik
kelen, vooral nu de kennis der feiten door de versnelde
communicatiemiddelen zoo spoedig algemeen wordt ver
spreid. Geen wonder daarom, dat de aandacht en de
verwachting zeer gespannen werd, toen in Juli 1870 het
ontstaan der quaestie over de troonsbeklimming van den
prins van Hohenzollern door Frankrijk als een casus
belli werd beschouwd. Wel was iedereen overtuigd, dat
de brandstof reeds lang was opgehoopt, het kruit ver
zameld, en dat slechts de toorts behoefde te worden
ontstokeD, de brandende lont weggeworpen, om Europa
in vuur en vlammen te zetten, maar toch was do hoop
vrij algemeeD, dat ditmaal de' vrede nog bewaard
zou blijven, toen reeds op den 18CB dier maand, op geheel
onverdedigbare gronden, door het Fransche keizerrijk
de oorlogsverklaring naar Berlijn werd gezonden.
Aanvankelijk genoot Duitschland de sympathie van
een groot deel van Europa, en verontwaardigd trok men
de schouders op over de kunstmatig opgewonden troepen
die op de Parijsche boulevards het:
Allons, enfants de la patrie,
Lc jour de gloire est arrivé
Aux armes, citoyens!
aanhieven, al sloeg men dan ook met geen onverdeelde
bewondering en ingenomenheid het schouwspel gade
dat de Duitsche volken aanbodeD, van wien het inder
daad gold:
Es "braust ein Ruf wie Donncrhall
Wie Schwertgeklirr und Wogenprall.
Toch was men geneigd met hen in te stemmen:
Zum Rliein, zum Rhein, zum deutsclicn Rhein!
Bij den aanvang van den strijd werden zij, die de over
winning der Duitsche wapenen wenschteD, teleurgesteld.
en werd de vrees van hen, die meenden dat de Fransche
legers de overwinning zouden behalen, versterkt, doch
op den 4ea Augustus werd door het gevecht bij
Wissembourg de reeks van schitterende overwin
ningen door de Duitsche legers geopend, die met den
val van Frankrijk's hoofdstad moest eindigen. Yan dit
oogenblik werd dan ook het medelijden met die onge
lukkige en toch zoo dappere strijders, die overal de
nederlaag leden, recht levendig, terwijl men had gehoopt,
dat het nieuwe ministerie Palikao, hetwelk den
10en Augustus was opgetreden, een eenigszins gunstige
veranlering zou kunnen teweeg brengen.
Niets was echter i n staat om de kracht der aanstormende
legers te brekende eene zege volgde steeds de andere.
Men werd gedrongen om de taktiek der Duitsche leger
hoofden te bewonderen, maar gevoelde diep medelijden
met het geteisterde Straatsburg en het zoo zwaar be
proefde Metz. De berichten der bloedige gevechten en der
aangerichte verwoestingenjvervulden ieder met smart en
ontzetting. Europa slaakte eindelijk een zucht van ver
lichting toen cp den 2cn September Napoleon III de
krijgsgevangene van koning Wilhelm werd. Worth,
Straatsburg, Metz en Sedan waren de brandpunten uit
het eerste gedeelte van den oorlog; men hoopte dat het
laatste tevens het eindpunt zou zijn.
De figuur van Napoleon had iedereen met afschuw
vervuld; van zijne meest slaafsche volgelingen gold het
thans:
»Ceux qui servaient ce dieu fragile
Ont déja cache soa portrait
en levendig was de hoop dat met de Fransche repu
bliek, die den 4en September werd uitgeroepen, een beter
en gelukkiger tijdvak voor Frankrijk zou aanbreken.
Reeds waren de Duitsche troepen voor Parijs gelegerd,
toen Jules Favre in het hoofdkwartier teFerrières kwam
om over den vrede te onderhandelen. Het bleek ook nu
weer, dat men sterke beenen moet hebben om de weelde
te dragen en licht overmoedig wordt, want Duitschland
sloeg den vrede af, en van dat oogenblik verloor het ook
hoe langer zoo meer de sympathie die het tot nogtoe
van velen had genoten.
Snel wisselden zich de krijgstooneelen af. Straatsburg
en Metz, benevens zooveel andere vestingen, vielen in
'svijands handen. Frankrijk schiep legers, om ze even
spoedig te zien verslaan, uiteenjagen of in krijgs
gevangenschap gaan. Bij honderdduizenden gingen
Frankrijk's zonen als krijgsgevangenen naar Duitschland.
Intusschen trok de levendige en vaak miskende, maar
toch belangrijke persoonlijkheid van Gambetta de aan
dacht tegenover een von Bismarck en von Moltke en
was men nu eens geneigd den een, dan weder den ander
te bewonderen. Zeker is het, dat ieder hunner daden
heeft verricht, die de ander hem niet zou nadoen.
De koning van Pruisen zetelde sedert het einde van
September in het vorstelijke Versailles en gaf van daar
zijne bevelen, terwijl zijne troepen de Fransche legers in
het noorden, oosten en westen versloegen en de regee
ring van Frankrijk moest vluchten van Tours naar Bor
deaux. Alle pogingen om den vrede te herstellen bleven
vergeefs; vier maanden lang was Europa getuige van
de insluiting en het lijden van Parijs, en onmachtig om
het hulp te bieden. Te Versailles, de aloude zetel van
Frankrijk's vorsten, nam intusschen Pruisen's koning de
waardigheid van keizer van Duitschland aan, maar ver
loor steeds meer de genegenheid van vele weldenkende
en verstandige lieden in Europa.
Eindelijk is dan de vrede hersteldFrankrijk is ver
nederd zooals nooit te voren; Duitschland was onedelmoe
diger dan ooit. Frankrijk had een goede les noodig; het
is door beulen gekastijd. Prachtige steden zijn puinhoo-
pen geworden, welvarende dorpen bij honderden in asch
verkeerd; vruchtbare velden werden in woestijnen
herschapen, de schoonste enuitmuntendste kunstwerken
vernietigd. De gesneuvelden telt men bij tienduizen
den, gewonden en gevangenen bij honderduizenden;
de rouwdragenden en treurenden zijn ontelbaar.
Frankrijk is gekastijd, maar aan Duitschland zijn zeer
gevoelige verliezen toegebracht; het bloedt uit tallooze
wonden. De slagvelden in Frankrijk waren ook bezaaid
met Duitsche lijken. Wie zal opsommen hoeveel schade
aan handel, nijverheid en landbouw is toegebracht, hoe
veel arbeidskrachten vernietigd zijn; hoeveel uitstekende
talenten aan de maatschappij zijn ontrukt? De eenheid
van Duitschland is indien zij niet blijkt een schaduw
beeld te zijn hersteld, maar ten koste van welken
prijs? Mogen de Duitschers niet de woorden van een
hunner beste selTrij vérs (Jean Paul) tot waarheid maken
„Riesenslaaien gleichen der liiesenmuschel, deren Schalen
sechs Cenlner wiegenund der 'Fleischinhalt 25 PfundP
Het militaire stelsel van Pruisen heeft zijne meerder
heid getoond en de natiën schijnen voornemens te zijn
om zich die les ten nutte te maken; zij kunnen nog ern
stiger lessen ter harte nemen, en wij herinneren weder
aan een woord van den zooeven aangehaalden schrijver:
„Het was tot nogtoe een ongeluk voor de wereld, dat
twee personen tot den oorlog besloten enmillioenenhem
moesten uitoefenen en volbrengen, terwijl het beter zou
zijn indien millioenen het besluit namen en twee perso
nen streden."
De vrede is hersteld en ieder uit den wensch, dat hij
duurzaam moge zijn, evenzeer als ieder het betwijfelt.
De kiemen voor een nieuwen strijd zijn ruimschoots aan
wezig; de brandstof is niet verteerd het kruit niet ver
schoten. Laat ons.hopen, dat de nu geteekeude vrede de
beste aanleiding tot voortdurenden vrede zal zijn!
De gemeenteraad alhier zal op Woensdag a., des na
middags te half 2 uur, een openbare zitting houden
ter behandeling der volgende zakenmissives gedepu
teerde staten, goedkeuring raadsbesluitenmissives
schuttersraad rekening 1870; voorstel burgemeester én
wethouders, naai- en breischool voor minvermogenden;
idem onderhandsche verhuring van gemeente-eigendom
men idem herstelling schietbaan; aangehouden stukkeD.
In de vorige week heeft de verkiezing plaats gehad
van een commissaris in het polderbestuur van Walche
ren, waarvoor 165 biljetten zijn ingeleverd.
Bij de opening op heden zijn 5 biljetten van onwaarde
gebleken, zoodat het getal geldige stemmen 160 en de
volstrekte meerderheid 81 bedroeg.
Er zijn uitgebracht op de heeren: J. Peper, te Aagte-
kerke, 40; C. van de Putte Cz., te Middelburg, 39; A. J.
van den Broecke, te Middelburg, 37; J. van den Broeke,
op den Kleinen Abeele onder Ritthem, 12; C. Midavaine
8; P. Wisse Sz., te Aagtekerke, en C. van de Putte ieder
5; W. Sevaal, te Ritthem, en L. Dingemanse, te Vrouwe
polder, ieder 2 stemmen, alsmede op 10 verschillende
personen ieder 1 stem.
Herstemming moet alzoo geschieden tusschen de
heeren J. Peper en C. van de Putte Cz.
Uit Rotterdam schrijft men ons, dd. 26 dezer:
„Pas was de binnenscheepvaart heropend, of wij wer
den hier bedreigd met eene werkstaking onder de sjou-
werklieden, werkzaam bij het lossen van schepen en
stoombooten. Een groot aantal hunner eischten verhoo-
giug vau loon en weigerden hunne diensten, toen de vrij
hooge eischen niet dadelijk werden ingewilligd. Tevens
werd op de goed willigen pressie uitgeoefend, om de werk
staking algemeen te doen zijn. Door enkele cargadoors
werden de eischen ingewilligd, omdat zij bij weigering
niet zouden hebben kunnen lossen. De meésten echter,
wier personeel niet algemeen aan de werkstaking deel
nam," weigerden, hetgeen de weerspannigen verbitterde
tegen hunne makkers, die aan het werk bleven. Vecht
partijen aan boord der booten en op de kade volgden,
zoodat de politie moest tusschenbeide komen. Uit voor
zorg werden ook patrouilles mariniers uitgezonden.
„De berichten in enkele bladen betreffende dit voorval
zijn overdreven. De orde toch was zeer spoedig hersteld,
en een gedeelte der weerspannigen is weder aan den
arbeid gegaan."