*3uitcnlantr.
Thermoineterstand.
10Feb.'sav. 11 n. 23 gr.
11 's morg. 7 u. 15 gr. 's midd. 1 n. 20 gr. s a v. 6 u. 19 gr.
Algemeen overzicht.
Het gouvernement te Parijs heeft, gelijk men weet,
eene proclamatie uitgevaardigd, waarin het zich ver
dedigt tegen de aanvallen der delegatie van Bordeaux.
Daarbij wordt gezegd dat Parijs in de onmogelijkheid
was om zich langer te verdedigen, tengevolge van
gebrek aan levensmiddelen, en met de delegatie te Bor
deaux niet kon raadplegen, daar met eiken dagde toestand
vreeselijker. werd. „Wij hebben thans zegt het
gouvernement Frankrijk opgeroepen om geheel vrij
eene vergadering te verkiezen, welke in deze aller
moeilijkste omstandigheden haren wensch zal doen
kennen. Opdat die wensch door iedereen als wet
geëerbiedigd worde, moet hij de souvereine uitdrukking
wezen der vrije stemming van allen. Wij laten niet toe
dat men op willekeurige wijze die stemming beperke.
Wij hebben het keizerrijk en zijne politiek bestreden
en wij willen die politiek niet hernieuwen met het
stellen van officieele candidaturen door uitsluiting."
Het officieel regeringsorgaan bevatte behalve deze pro
clamatie een artikel, waarin de hoop werd uitgedrukt
dat de delegatie te Bordeaux niet het sein zou geven
tot eene scheuring, terwijl Frankrijk integendeel een
stemmig moet wezen om aan den vijand weerstand te
bieden. - Mon weet dat de heer Gambetta de proclama
tie van het gouvernement te Parijs heeft beantwoord
met het nemen van zijn ontslag. Ook de beide overige
leden der delegatie, de heer Cremieux en de admiraal
Fourichon, hadden hun ontslag genomen, doch hebben
dit op verzoek van het gouvernement te Parijs weder
ingetrokken
Volgens berichten uit Bordeaux omtrent den uitslag
der verkiezingen voor de Fransche constituante hebben
in de meeste kiesdistricten de monarchale candidaten
gezegevierd. De uitslag in een aantal dier districten is
echter nog onbekend. Te Oran, in Algerië, zijn de candi-»
daten dei» republikeinsche partij verkozen evenals te
Perpignan. In het district Finistère behaalden de heeren
Thiers en Trocliu de vereischte meerderheid, hetgeen
ook op meer plaatsen het geval was.
Verschillende Fransche dagbladen betoogen intus-
schen de onmogelijkheid om den oorlog voort te zetten.
Frankrijk moet zwichten zeggen zij voor de wreede
noodzakelijkheid. Mochten ook de vredesvoorwaarden
van Duitschland te streng zijn, dan zou niet Frankrijk
alleen, maar geheel Europa daarvan de nadeelen onder
vinden. Werd Frankrijk geheel en al machteloos gemaakt,
dan zou Europa overgeleverd zijn aan Duitschland en
geene enkele nationaliteit zou zich verzekerd kunnen
houden Van niet door het pangermanisme te worden ge
absorbeerd. Frankrijk zou zoo leest men in le Cour-
rier du Havre de Maiatre kunnen nazeggen: „ik sterf,
maar met Europa." Onder de dagbladen in de depar
tementen blijven echter nog steeds eenige aandringen op
de voortzetting des oorlogs als men geen eervolle vredes
voorwaarden kan erlangen.
Uit Londen wordt gemeld dat tusschen de heeren
Jules Favre en von Bismarck eene overeenkomst is
gesloten, krachtens welke de wapenstilstand wordt ver
lengd. Dit bericht vereischt echter bevestiging.
Uit de verschillende mededoelingen omtrent den toe
stand der dorpen rondom Parijs blijkt dat de Duitsche
troepen hunne beweringen omtrent de beschaving en
ontwikkeling der Duitsche natie op allertreurigste wijze
hebben gelogenstraft door hunne handelingen. Aller-
wege toch hebben zij zich schuldig gemaakt aan de
meest nuttelooze en door niets ter wereld te rechtvaar
digen vernieling en plundering. Spiegels, schilderijen,
stoelen, tafels, kortom alles wat zij in de huizen aantrof
fen, is op de meest baldadige en onzinnige wijze ver
nield en onbruikbaar gemaakt. Somtijds heeft men aan
dergelijke vernieling zelfs zeer veel tijd gewijd en is
daartoe eenige moeite noodig geweest, bijv. bij het ver
nielen van bibliotheken, waarvan alle boeken uit elkan
der zijn gescheurd, of wel van bronzen beelden en
dergelijke voorwerpen. Ook in dit opzicht zullen de
„vertegenwoordigers der toekomstige Europeescho be
schaving" een vrij ongunstige herinnering in Frankrijk
achterlaten.
Na het aanhooren der troonrede door de beide huizen
van het Engelsch parlement hebben beide zich, als naar
gewoonte, onmiddellijk bezig gehouden met de behande
ling van het adres van antwoord. In het hoogerhui3
heeft de leider der tory-partij, de hertog van Richmond,
daarbij de houding van het ministerie ten opzichte van
Frankrijk afgekeurd. In het lagerhuis werd dezelfde
oppositie gevoerd door den heer Disraëli. In het hooger-
huis zoowel als in het lagerhuis werden overigens de
ontwerp-adressen van antwoord aangenomen.
Laatste berichten.
Brussel.
In de straten alhier is een biljet aangeplakt, ondertee
kend door den heer Conti, waarop vermeld staat dat do
zoogenaamde proclamatie van keizer Napoleon III, welke
overal verkocht wordt, valsch is en dat de schrijvers
daarvan zullen vervolgd worden
Londen.
The Daily Telegraph meldt dat bij de te Parijs gehou
den verkiezingen voor de Constituante de conservatieve
candidaten hebben gezegevierd.
Bordeaux.
In het departement der Garonne zijn de heeren Thiers
en Chaudordy tot leden der Constituante gekozen. In
het departement der Loire hebben Trochu en Dorian de
meeste stemmen verkregen. In bet departement Aude
is insgelijks de heer Thiers verkozen en zegevierden
overigens de candidaten der republikeinsche partij.
Elders hebben de republikeinen bijna overal de neder
laag geleden.
Van Dieppe naar Parijs.
Een Belgisch correspondent schrijft van den 4C« Fe
bruari uit Parijs.
„Gisteren avond te elf uren ben ik met den eersten trein
levensmiddelen, die Vrijdag nacht te een uur uit Dieppe
was vertrokkeu, hier aangekomen.
„Teoeindevan den stationschef te Amiëns toestemming
te krijgen om in den trein plaats te nemen, was het noodig
dat de generaal von Goeben mijn Fransche pas af teekende.
De generaal, die met geheel zijn staf een huis in de Rue
Neuve 6 bewoont, dat het eigendom is van een der
rijkste ingezetenen die voor de aankomst derDuitschera
was gevlucht, voldeed met groote welwillendheid aan
mijn verzoek, terwijl hij zich over de Belgen beklaagde,
die de Fransche geïnterneerden lieten ontsnappen en
hunne ingenomenheid met Frankrijk aan den dag legden.
„Tegelijk met mij vertrokken de heer Gobienski, chef
van de Compagnie duNörd,die zich gedurende het beleg
van Parijs in Rijssel bad opgehouden, de heer du Jardin,
geattacheerd aan de Belgische ambassade te Parijs,
Emile de Gobart van Brussel, en de afgevaardigden van
het Londensche comité tot het verleenen van hulp aan
de Parijzenaars, ter begeleiding van drie wagens vol
levensmiddelen en 500,000 franken om de ongelukkige
Parijzenaars te helpen. Daarenboven had nog eene dame
toestemming gekregen om mede te gaan.
„Hare inderdaad moedige handelingen, de gevaren die
zij had doorstaan om Amiëns te bereiken, in de hoop dat
zij haar zieken echtgenoot te Parijs zou kunnen weder
zien, hadden de Fransche en Duitsche autoriteiten bewo
gen om haar toestemming voor het vertrek naar Parijs te
verleenen.
„Deze nog jeugdige en zeer lieve dame, wier echtge
noot een goede betrekking bekleedt, was uit Pontoise ge
vlucht. Teneinde haar reis te bekorten had zij zich niet
ontzien om over een lengte van 500 meters op bloote voe
ten deSomme over te gaan, niettegenstaande het slechte
weer, en vervolgens had zij 30 kilometers bovenop een
slechte postkoets zittende afgelegd. Wat was zij vroolijk
en gelukkig toen zij eindelijk de toestemming had om
met den trein te vertrekken. Zij huilde, lachte, danste
omhelsde den FraDsehen ingenieur en drukte hare dank
baarheid in de steikste bewoordingen uit.
„De trein vertrok te zeven uren. Zeventien uren waren
noodig om den afstand naar Parijs af te leggen dat is
zesmaal meer dan gewoonlijk; en dit was nog wel een
train special(Turgcnce extreme! Er was ook geen einde
aan het oponthoud, de instructie's, de verkeerd gege
ven en verkeerd begrepen orders! Te Creil hielden
wij meer dan drie uren stil. De Pruisische stationschef
had dien morgen uit Reims bevel gekregen om geen
enkelen trein te laten passeeren, zonder vooraf de over
heid van die stad te hebben geraadpleegd. De toestem
ming tot vertrek kwam eindelijk en wij konden onze
reis vervolgen, doch slechts eenige minuten, toen er
gevaar ontstond dat wij volstrekt niet verder zouden
kunnen gaan.
„De Fransche genie had de brug bij Chantilly sur
l'Oise doen springen. Deze brug, een der merkwaardigste
werken van de noordelijke spoorweglijn, is geheel ver
woest. Slechts een enkel landhoofd is blijven staan. De
verwoesting heeft ten doel gehad om de Duitschers de
gemeenschap met de departementcnl Nord, Somme en
Meuse te beletten, maar de Duitschers storen zich niet
aan dergelijke hinderpalen.
„Terzijde van de brug-, waar de rivier het nauwst is,
wierpen zij aardenwerken op, bouwden een houten brug,
en binnen twee maanden was de gemeeschap volkomen
hersteld. Al deze| werken zijn geleid door een Duitsch
ingenieur die vroeger bij de Compagnie du Nord werk'
zaain was. Deze nieuwe lijn heeft een sterke helling en
is door de scherpe bocht gevaarlijk en moeilijk. Voordat
onze trein dit gedeelte van den weg kon afleggen werd
hij in drie deeleu verdeeld die de locomotief achtereen
volgens vervoerde.
„Te Chantilly moesten wij weder drie uren stilstaan.
De hertog vau Mecklenburg moest te Versailles aanko
men en geen trein mocht doorgaan, voordat die van den
hertog voorbij was. De Fransche ambtenaren waren wel
zeer welsprekend en betoogden, dat onze trein te Parijs
zou zijn voordat de hertog te Cbantilly aankwam, doch
niets baatte, wij moesten wachten.
„Bij deze gelegenheid moet ik nogmaals doen opmer
ken, dat al de Duitsche ambtenaren Fransch spraken,
maar dat geen enkele der Fransche ambtenaren een
woord Duitsch sprak. De „Pruisische" vlag wapperde
op het station van Chantilly. Al de opschriften die in
een station noodig zijn, waren in het Duitsch en met
Duitsche letters geschreven. De stationschef, de telegra
fist, commissaris van politie, agenten, allen waren
Duitschers.
„Eindelijk ging te negen uren de hertog van Mecklen
burg voorbij, en de trein die Parijs levensmiddelen moest
brengen mocht voortgaan. Te Goncsse had een nieuw
oponthoud plaats. De papieren werden onderzocht, eene
aanmaning gegeven om langzaam te rijden en te Saint
Denis op te houdcD, waar wij misschien zouden moeten
blijven. Gelukkig echter geschiedde dit niet en wij
konden onze reis naar Parijs voortzetten, alwaar wij des
avonds te II uren aankwamen.
„Het was donker, geen enkele ster Btond aan den
hemel. In het station, waar anders zooveel leven heerscht,
waar het zoo vroolijk kan zijn en dat zoo helder verlicht
kan wezen, heerschtedoodelijkestilteendicpeduisternis.
Het duurde een half uur alvorens wij iemand konden
krijgen die voor ons goed wilde zorgen. Het waren tweo
nationale garden.
„Iq de stad heerschte dezelfde stilte en duisternis.
Eenige enkele hanglantarens verspreidden uitpetroleum-
larapen een flauw, droevig licht. Op den Boulevard
Montmartre heerschte eenig levenenkele koffiehuizen
waren nog open, doch men maakte reeds toebereidselen
om ze te sluiten.
„Parijs scheen in diepen slaap gedompeld."
Saint-Gfermain en Versailles.
Friedrich Gerstacker schrijft uit Versailles:
„Het is aardig om op te merken hoe snel het karakter
van het oorlogstooneel is veranderd. Vroeger zag men
een groot aantal lieden in burgerkleeding met witte ban
den om den arm, die als vrijwillige ziekeaverplegen
weinig anders deden dan hun eigen gezond lichaam in
goedeD staat houden. Deze zijn echter eensklaps allen
verdwenen en men ziet haast geen witte armbanden
meer. Daarentegen zijn het thans handelaars en leveran
ciers, mannen met groote baarden en oosterschegelaats-
trekken die het rijk in beslag hebben genomen; zij vul
len de hotels en laten in de straten hun geschreeuw weer
galmen. Of zij veel voordeel van den wapenstilstand
ondervinden weet ik niet, maar zij zijn druk in de weer
en het is hun grootste verdriet, dat ze hunne uitzichten
en verwachtingen met zoo velen moeten deelen.
„Ieder die thans hier aankomt en een hotel vindt,
waar hij een vrije kamer en bed kan krijgen, mag wel
tevreden zijn, want sedert het sluiten van den wapenstil
stand stroomen, behalve de kooplieden, ook de Parijze
naars in menigte hierheen en hebben natuurlijk bij de
logementhouders de voorkeur. De wereld heeft ze be
wonderd, en zij, die in het belang der natie honger hebben
geleden, moeten nu toch goed voedsel en een goed bed
hebben.
„Reeds bij Saint Germain ontmoette ik allerlei koop
lieden. De prijzen van alles zijn zeer gerezen en zullen
wel niet dalen zoolang niet ongehinderd grooter aanvoer
kau plaats hebben. Zelfs sigarenhandelaars moeten hier
een groot vermogen hebben verworven en de hemel
weet welke soorten of zij voor 30, 40 en 60 thalers ver-
koopen; doch waar wij in Duitschland het hoofd voor
zouden omdraaien, wordt hier gekocht.
„Saint Germain is een allerliefst klein plaatsje, en ziju
terras, waarvan men een heerlijk uitzicht geniet over da