Uit Lyon meldt men van den 5" dezer: „Een gedeelte van de behoudende partij heeft de lijst van de candidaten door de republikeinen voorgesteld niet geheel willen aannemen. Op die lijst komen onder anderen voor Trocliu, Jules Favre, Berenger, le Royer en ook de Lapsade, lid der academie, en Mangini, oud- afgevaardigde. „Het dagblad van de behoudende partij verklaart, dat het zich niet met alle personen die op deze lijst voorko men kan vereenigen, doch dat het allen zal steunen ter wille van de eensgezindheid die in de tegenwoordigheid van den vijand moet worden bewaard. „Uit de naburige departementen hebben wij slechts lijsten ontvangen, grootendeels met namen van behou dende candidaten; slechts enkele gematigde liberalen kwamen er op voor. De republikeinsche partij schijnt zich slechts langzaam te bewegen." i Eene correspondentie uit Rijssel van den 7™ Fe bruari bevat het volgende: „De korte periode der verkiezing is met groote kalmte voorbijgegaan, in weerwil van de groote tegenstelling die de verschillende candidaten opleverden. Want tegen over de republikeinsche lijst stond niet alleen een zuiver monarchale, maar zelfs een streng legitimistische. Tegenover het republikeinsche: Liberieeg alilé, frater nilê stond het koningsgezinde: Dieu el le roi. Het was in het kamp der kiezers een strijd tusschen den ouden met leliën versierden koningsstandaard en de vaderlaudsche driekleur. „Door de burgers was een conciliante lijst gemaakt, waarop naast Jules Favre, Jules Simon, Ernest Picard en Testelin,ook Trocbu, Thiers, JulesBrame,Lambrecht en Boduin voorkwamen, en die door clericalen niet zeer gunstig is ontvangen. „Sedert een paar dagen is hier een aantal Parijzenaars aangekomen, die de hoofdstad hebben verlaten om zich candidaat te stellen voor de constituante. Zij zijn meestal te laat gekomen om hunne plannen te doen gelukken, maar zeer van pas om ons over den toestand van Parijs gerust te stellen, die niet zoo bezwarend is als wij ons voorstelden. „De generaal Farre is van hier naar Parijs en Bor deaux vertrokken, belast met eene zending van generaal Faidherbe, en die waarschijnlijk den militairen toestand van het noorden zal betreffen. Faidherbe heeft, niettegen staande de dringendste uitnoodigingen daartoe, bepaald geweigerd om eenecandidatuur voor de constituante aan te nemen. Een ander correspondent schrijft uit Rijssel: „De verschillende lijsten van candidaten; vertegen, woordigen een waar mengsel van allerlei richtingen. De uitersten hebben personen voorgesteld wier verkiezing eene onmogelijkheid is. Door de democraten worden algemeen de namen van Testelin, Legrand, en Dutliil- leul genoemd, terwijl Thiers, Jules Simon, E. Pinard, Lambrecht, Boduin, Corne, Telleez de Carnières, Roger en Catel Béghin door de meeste richtingen worden gesteund. „Op dit oogenblik, aan den vooravond der verkiezin gen, weten wij nog niet aan welk decreet wij ons moeten houden, aan dat van Bordeaux of aan dat van Parijs; het laatste is hier nog alleen bij gerucht bekend. De een meent dat het decreet van Bordeaux, een ander weder dat dat van Parijs moet worden nageleefd. De positie der overheidspersonen wordt daardoor zeer moeilijk en wij zullen de grootste voorzichtigheid inacht moeten nemeD. De vertegenwoordiger der republiek alhier meent, dat zoolang hij niet op oflicieele wijze kennis heeft gekregen van het decreet van Parijs, hij dat van Bor deaux moet nakomen en voor de uitvoering daarvan zorgen. TeBordeauxis doorhetbladLa Province, een orgaan van den vroegeren afgevaardigde Johnston, de volgende lijst van kiezers openbaar gemaakt. Thiers, Jules Du- faure, advocaat en oud minister, Adrien Bonnet, advocaat, Du Bosq, koopman, de Buvazac., bandelaar, Joseph de CarayonlaTour,Decazes, Ernest Tournieur, advocaat en redacteur van La Province, Daniel Guestier, koopman, Nath ;Johnston, Paul Journy, koopman, du Saluces, grondeigenaar, generaal Martin des Paillieres enPrince- teaux, advocaat. La Gironde maakt de volgende republikeinsche lijst bekend: Léon Gambetta, Jules Simon, F. Steenackers, directeur-generaal der posterijen, E. Fourcband, malre van Bordeaux, Paulet, lid van den gemeenteraad aldaar, Charles Montogut, koopman, Clément Thomas, kominan- dant der nationale garde van Parijs, Jules Steeg, doctor Guépin, lid van den gemeenteraad, A. Caduc, advocaat, E. Dupouy, Simiot en Larrieu. In het departement der Ardennen bestond de vol gende lijst: Angenoure, procureur der republiek te Char- leville, Gallyer, maire aldaar, Estivan, fabrikant te Gevet, Toupet de Yigne, generaal de Chanzy en Morti mer Ternaux. Door de vier republikeinsgezinde kiesverenigin gen te Parijs zijn de volgende candidaten gesteld: Louis Blanc, Brives, Jean Brunet, Cb. Beslay, Dupont (de Bussac), Gambon, Greppo, Victor Hugo, P. Joig- neaux, Ledru-Rollin, Félix Mathé,FélixPyat, Alexandre Rey, Henri Rochefort, allen oude volksvertegenwoordi gers; Garibaldi, Arthur Arnould, BonnetDuverdier,Emile Breley, Henri Brissac, Henri Brisson, L. Chalain, Clé- menceau, A. Combault, Frédéric Cournet, Cb. Delescluze. Dereure, A. Fillon, J. Johannard, Lefran§ais, Ed. Loc- kroy, B. Malon, Millière, André Murat, Pindy, Ch. Qucn- tin, A. Ranc, Eugène Razoua, Tony Réveillon, Songeon, Theisz, H. Tolain, P. Turpin, E. Vardin. Parijs na de capitulatie. Gisteren deelden wij een schrijven mede van een Parijzenaar die te Brussel was aangekomen. Een ander deelt het volgende mede van den 7cn Februari „Na een zeer moeilijke reis ben ik uit Parijs hier aan gekomen en zal u eene beschrijving geven van het voor komen van de hoofdstad gedurende den tijd die op de capitulatie volgde. Na den strijd op den 19ea koesterden de Parijzenaars de hoop, dat onze generaals, voordat onderhandelingen met den vijand werden aangeknoopt, nog een laatsten uitval zouden beproeven, waardoor ons lot zou worden beslist. Iedereen was dus bitter bedro gen toen hij de voorloopige onderhandelingen voor den vrede en het sluiten van een wapenstilstand vernam. „Het is waar, dat gedurende de laatste dagen van het beleg van Parijs gebrek aan levensmiddelen heerschte en dat zelfs het zwarte,brood begon te ontbreken. Ik heb vrouwen gezien, die, na vijf of zes uren voor eene bak kerij te hebben gestaaD, verplicht waren zonder eenig brood voor haar gezin naar huis te keeren. De ratten die voor Januari slechts twee franken kostten, werden in den laatsten tijd met vijf franken betaald. „In de straten werd geregeld jacht gemaakt op honden en men moet zeggen dat dit dierenras zijn schuld jegens het land rijkelijk heeft gekweten. Op den hoek van de Rue Blanche hing een groot bord met het opschrift Boucherie de chiensde rats et de chats. In de laatste dagen van het beleg werd dat gedierte echter zeer zeldzaam en duur. „De pokken heerschten gedurende de laatste weken zóo hevig dat daaraan dagelijks driehonderd tot vierhon derd menschen stierveD. Daarenboven kwamen dagelijks een menigte kinderen en zwakken door het slechte voedsel om. Op een dag zag ik verleden week elf lijkstaties naar Père la Chaise gaan. In de faubourgs had het bom bardement daarenboven een achthonderdtal slachtoffers aan dooden en gekwetsten geëischt, volgens een opgaaf in het Journal offieiel van den 2f» Februari. Vrouwen en kinderen hebben door het bombardement het hevigst geleden. „Niettegenstaande dezen samenloop van rampen, niet tegenstaande zooveel bitter lijden, klaagde Parijs niet en zou den strijd, hoe dan ook, tot het uiterste hebben wil len voortzetten. Toen de wapenstilstand bekend werd vreesde men, dat een hevige beweging zou ontstaan. Dit is gelukkig niet het geval geweest en zal nu ook niet meer plaats hebben. In het eerste oogenblik was men zeer verrast en wilde men de overgave der forten bemoeilijken, doch spoedig kwam de goede geest en de vaderlandsliefde weder boven en ieder begreep, dat het tijdstip voor een burgeroorlog niet gunstig was. „De soldaten van de mariue verlieten met weemoed hunne kanonnen en de admiraal Saisset was bijna niet te bewegen om fort Rosny te verlaten. Generaal Trochu moest in persoon hem gaan overhalen om te vertrekken. De nationale garde is wel treurig, maar met groote waar digheid Parijs binnengekomen. De vaandels en de trom mels waren met een rouwfloers overdekt. Men vernam geen kreten of bedreigingen. Slechts een vredelievende demonstratie tegen den wapenstilstand kon de nationale garde voor het stadhuis, waar zij door de leden van het gouvernement werden ontvangen, niet onder drukken. „De vergaderingen der kiesvereenigingen hebben in de grootste orde plaats. lederen avond worden veertig tot vijftig bijeenkomsten gehouden, doch allen loopenin volkomen kalmte en bedaardheid af. Donderdag avond woonde ik de vergadering der Folies Bergères bij, waar de beroemde predikant Coquerel als president fungeerde. De vergadering was zeer talrijk, doch bewaarde vol komen de rust en kalmte. „Allen waren het daarover eens dat naar Bordeaux practische, eerlijke en vaderlandslievende mannen moes ten worden gezonden. Op den voorgrond werden ge plaatst de namen van Dorian, Rothschild, Islacroup, directeur van de compagnie d'Orleans, Adam, voormalig secretaris-generaal van het comptoir d'escompte, do pre dikant Coquerel, de generaal de Valdan, dekommandant de Poulizac, de admiraals Saisset en Pothuande fre gatkapitein Brunet en voorts Henri Martin, Louis Blanc, Thiers, Peyrat, de hoofdredacteur van de Avenir national, en Jules Claretie. „Behalve den heer Dorian wilde men in deze vergade ring geen andere leden van het gouvernement voor de nationale verdediging candidaat stellen voor de consti tuante. De hevigste republikeinen noemden vooral Gari baldi, de kemmandant Poulizac, Dorian, Louis Jourdan, Richard, Wallace, Henri Rochefort, Victor Hugo, Flou- rens, Blanqui, Louis Noir, Arthur de Fonvielle, Ville- neuve, doctorTony Moilin, Bonvalet, generaal Faidherbe, Felix Pyat en de kommandant de Beaurepaire. In de meest onrustige gedeelten der stad heerscht echter vol maakte kalmte en worden de verkiezingen zeer bedaard besproken. „Eerstgenoemde personen hebben de meeste kans om te worden gekozen, want hunne namen ondervinden den grootsten bijval. In sommige wijken wil men dat alle leden van het gouvernement zullen worden verkozen, opdat zij gelegenheid zouden hebben om zich voor de nationale vergadering te verantwoorden. Dit kan ik wel met zekerheid verklaren dat de roode republiek eene onmogelijkheid is geworden en zelfs de hevigste repu blikeinen willen er thans niets meer van weten. „Toen ik Vrijdag Parijs verliet kwam aan het station te Saint Denis juist een trein met levensmiddelen aan die uit een vijftigtal wagens bestond en het opschrift voerdeDon de la ville de Londres d la ville de Paris. „Onderweg ontmoette ik een tiental treinen met levens middelen die van Dieppe kwamen, en dus zal men wel dra te Parijs weder wittebrood en lamscoteletten kunnen eten." Uit het Duitsch hoofdkwartier. „De voorbereidingen voor de verkiezingen zoo wordt door een Duitscher uit Versailles geschreven hebben een aanvang genomen. Het is vreemd, maar bij de Franschen is men nooit uitgeleerd. Het ligt voor de hand, dat men aan de candidaten zoowel als aan de kie zers slechts de eenvoudige vraag behoeft voor te leggen: „Wilt gij oorlog of vrede?" Men zou denker, dat deze enkele vraag voldoende zou zijn om het karakter der Dationale vergadering te kenmerken, doch dit is eene dwaling. Wat kan het aan do republikeinen van Frank rijk, zoowel aan de blauwen als aan de rooden, schelen of bet land oorlog of vrede zal hebben! Het komt er slechts op aan> om het republikeinsche beginsel te red den en het levensvatbaarheid te doen behouden, en van daar, dat men uit verschillende kampen de strijdleuzen hoort: „Leve de republiek! Leve de monarchie!" „Zelfs mannen die als kalme denkers bekend staan, een professor Scherer, van Le Temps, neemt aan den strijd deel. Het eerste nommer der hier weder uitgeko men Union liberale opent hij met een artikel waarin hij de vraag over den regeeringsvorm in Frankrijk verre boven die over oorlog en vrede stelt. „De heer von Bismarck heeft de rol van verdediger der kiesvrijheid tegenover Gambetta op zich moeten nemen. Inderdaad in dezen zeldzamen oorlog komen de vreemd ste toestanden voor. De democraat en republikein Gam betta, door de capitulatie van Parijs geheel verblind en buiten zich zelve van woede, vergeet zich zoover, dat hij de kiesvrijheid, die hij vroeger zoo hevig verdedigde, geweld aandoet en een menigte staatsburgers het kies recht ontneemt. „De arristocraat, graaf Bismarck, daarentegen, die zoo dikwijls van despotische gevoelens werd verdacht, ziet zich onverwacht genoodzaakt om de liberalen te verte genwoordigen en de kiesvrijheid tegenover den pseudo dictator in bescherming te nemen, terwijl Jules Favre voor het alternatief wordt geplaatst om te kiezen tusschen de kiesvrijheid van von Bismarck of het despotisme van Gambetta. Een dergelijke toestand is in deze eeuw nog niet voorgekomen. „Gisteren avond kregen de troepen bevel om zich voor den intocht in Parijs gereed te houden, die, zoo niet vroe ger, naar ik verneem uiterlijk op den 20en Februari zal plaats hebben. De directeurs der verschillende muziek korpsen zijn althans reeds druk bezig met marschen voorden intocht te componeeren en waarschijnlijk zullen deze spoedig aan het hoofd der troepen worden uitge voerd. „Tusschenbeide komen hier troepenafdeelingen van het Loire-leger aan. die door de straten strompelen, en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 3