„Onder het getal officieren die naar de ambulance van
het Grand hotel werden vervoerd behoorde ook een officier
van het 109e regiment linietroepen. Toen hij aankwam
zeide hij„Het is waar ik ben gewond, maar ik ben ook
getroost, want heden kende ik mijne soldaten weer." En
volgens alle uitgebrachte rapporten blijkt inderdaad, dat
tusschen linietroepen, nationalen en mobielen een wed
strijd van geestdrift en moed beeft plaats gehad.
„Hoewel wij groote verliezen hebben geleden, is toch
het cijfer door de meeste dagbladen te hoog gesteld,
want uit goede bronnen heb ik vernomen dat het aantal
dooden en gewonden ongeveer 3000 bedraagt. Sedert
heden morgen zijn de Halle aux blés en de naburige straten
vol met wagens van landbouwers, die rogge, gerst of haver
aanvoerden, dat zij voor zaaikoren hadden bewaard.
Deze toevoer zal de regeering van Parijs in staat stellen,
om nog eenigen tijd in de voeding der inwoners te
voorzien.
„Voor het stadhuis staan talrijke groepen die voort
durend over de quaestie der voeding, de gebeurtenissen
bij den uitval en de ontmoeting van het leger van
generaal Chanzy met datvan prins Friedrich Carl spreken.
„Sedert twee dagen is het vuur van den vijand aan
merkelijk zwakker, hoewel officieel is verzekerd dat
de toegebrachte schade belangrijker is, wat echter mis-
Bchien louter toeval is,
„Sedert een paar dagen wordt het vijfde arrondisse
ment minder getroffen. Eene bom viel in den tuin van
het college de France en een andere in de Rue de la
Parcheminerie n°. 7. Deze bom sloeg in een huis door
een venster op de tweede verdieping, trof daar doodelijk
twee kinderen en wonde ernstig hunne moeder die naar
het Hotel Dieu werd vervoerd. De vader was slechts
licht aan den arm gekwetst.
„Het Quartier du jardin des plantes wordt dagelijks
door bommen getroffen waarvan een in de woning van
professor Eduards vreeselijke verwoestingen heeft aan
gericht. Eergisteren gaf professor Levasseur zijn college
in de staatshuishoudkunde en de grootste stilte heerschte»
terwijl de studenten de woorden van hun leermeester
volgden, toen eene bom door een der vensters drong en
op de treden der trap van de tribune nederviel waarop
de professor stond. Deze hield een oogenblik stil, wierp
een blik op het moordwerktuig, en, na zich te hebben
verzekerd, dat niemand der aanwezigen was getroffen,
zeide de heer Levasseur even kalm als te vorenSi cela
ne vous géne pas, Messieursnous continuerons nolre cours. Een
storm van toejuichingen brak los en niemand verliet
zijne plaats.
„In de Rue de la Parcheminerie had eergisteren op
korten afstand van de kerk Saint Severin een vreeselijke
gebeurtenis plaats. Van een arm huisgezin dat op de
vierde verdiepingwoonde werden bijna alle leden gedood.
Een jongen van 14 jaren was terstond dood, terwijl een
meisje van 6 jaren letterlijk in stukken werd gescheurd.
De vader werd bijna stervende naar de ambulance van
de Rue Tournefort getransporteerd, terwijl de moe
der, die niet getroffen werd, van schrik en smart krank
zinnig is geworden.
„Er heerscht heden volstrekt geene opgewondenheid
in de stad. Men verlangt slechts met den waren toestand
te worden bekend gemaakt en ieder is vol moed, om den
Btrijd te hervatten. Men verzekert, dat Jules Favre
gisteren de maires van Parijs met de leden van het
bestuur voor de nationale verdediging bijeen had geroe
pen en aan de stedelijke overheid had aangeboden om
het gezag geheel aan hen over te dragen. De maires
zouden echter hebben geweigerd en men had geen
besluit genomen.
„Een der leden van het bestuur had 150,000 man
gevraagd om Parijs te ontzetten en een lijst van gene
raals aangeboden die zich daartoe met hem zouden
vereenigen."
ïïit Frankrijk.
„Wij zien hier bijna niets dan soldaten en altijd weder
soldaten, zoo wordt van den 20<® dezer uit Bordeaux
geschreven. Des morgens zie ik hen ongewapend in
bataljons van 300 tot 500 man voorbijtrekken en twee
uren later keeren zij geheel gewapend terug; zij komen
dan van do magazijnen waar zij geweren, ransels, veld
ketels en andere oorlogsbehoeften hebben ontvangen.
Het zijn de mobielen uit de departementen Landes, Lot
en Basses Pyrenées, die van hier naar de legers ver
trekken.
„Des namiddags heb ik weder hetzelfde schouwspel.
De kazernes, diehier zeer groot zijn, de talrijke openbare
gebouwen, het simenarie, de kerken zelfs, alles is vol
troepen en telkens komen nog nieuwe afdeelingeu aau.
„De laatst aangekomene, de Baskiers, uit dePyreneën,
zijn ruwe zwaar gebouwde mannen, die, aan vermoeienis
sen gewoon, het voorkomen van oude soldaten hebben.
Zij lachen en zingen, terwijl zij in een hevigen regen
marcheeren, alsof zij naar een feest gaan. Hun grootste
vermaak is om, als zij onder de wapenen komen, een
schrille kreet te uiten, zooals zij in hunne bergen gewoon
zijn, maar die hier onbekend is,, zoodat de inwoners
tegen elkander zeggen: „Daar gaan de Baskiers heen!"
„Als men die duizende mannen ziet en daarbij allen
die reeds vertrokken zijn optelt, dan vraagt men zich af,
of Frankrijk zijn edelmoedige opofferingen niet eenmaal
door eene wending van de fortuin bekroond zal zien.
Maar het is than3 helaas! geen tijd om eenige hoop te
kunnen koesteren. In het westen zijn onze troepen in
vollen aftocht en in het oosten doen zij niets. Men moet
de smart verduren en op betere tijden hopen.
De aftocht van generaal Chanzy maakt dat een groot
gedeelte van het westelijk Frankrijk docr den vijand kan
worden bezet, en reeds staan de Duitschers voor de
poorten van Tours. De beide ijzeren bruggen voor die
stad zijn afgebroken en in de steenen brug zijn mijnen
aangelegd, die men bij aankomst van den vijand zal laten
springen.
„Te Angers, de hoofdplaats van het departement
Marne et Loire, verkeeren de inwoners in grooten angst
en nemen grootendeela de vlucht naarRennes. De eerste
berichten die heden, na den aftocht van generaal Chanzy,
alhier uit Le Mans aankwamen, melden dat die stad
gedurende drie dagen aan een vreesslijken angst had
blootgestaan; verschrikkelijk was het lot der inwoners
gedurende den tijd dat do slag voor de poorten der
stad werd geleverd.
„Het was evenals of de kanonschoten en de geweer
salvo's in de straten der stad werden afgevuurd. Daar
aanvankelijk goede berichten omtrent den moed en de
volharding der troepen werden verspreid en de generaal
Chanzy zijne stellingen wist te behouden koesterde men
goede verwachtingen omtrent den uitslag van den strijd,
en in den nacht van den 12werd het vertrouwen steeds
grooter.
„Algemeen was de verwondering en de angst toen
men in den morgen van den 13" vernam, dat Chanzy
sedert het aanbreken van den dag terugtrok. Weldra
had men het vreeselijke schouwspel van een overhaasten
aftocht van een leger. Bagagewagens, kruitwagens en
kanonnen verdrongen elkander in de straten, terwijl de
verwarring allerhevigst was op punten waar straten
elkander kruisen en de treinen van menschen, paarden
en voertuigen op elkander stooten, zoodat geen van
beiden zich voor of achteruit kon bewegen. Het grootste
gedeelte der kanonnen bleef in handen van den vijand.
„De inwoners vjaren intusschen ten prooi aan de
grootste wanhoop. De vrouwen weenden en beschul
digden hunne verdedigers, dat zij haar aan den vijand
overlieten, terwijl zij zei ven weggingende mannen liepen
woedend en wanhopig af en aan naar de mairie of naar
de prefectuur, sommigen gingen naar bet slagveld,
doch het grootste gedeelte bleef te huis.
„Dit alles beteekende echter nog niets bij hetgeen te
drie uren plaats had, toen de vijandelijke bommen in de
straten vielen en de Duitsche regimenten van drie zijden
de stad binnenrukten. De nationale en mobiele garden,
die zonder bevelen waren, wisten niet wat te doen; som
migen namen de vlucht, anderen schoten op den vijand,
doch in weinige oogenblikken was de stad zonder eeni
gen tegenstand bezet.
„De Duitschers handelden als naar gewoonte. Alle
wapenen moesten worden uitgeleverd en terstond biljet
ten van inkwartiering voor officieren en manschappen
worden uitgereikt, en deze waren, vermoeid van den strijd
en opgewonden door het voordeel, dure en lastige gasten.
Een aantal inwoners, waaronder al de redacteurs en
directeurs der bladen, werden terstond geïnterneerd,
want de Duitschers hebben de gewoonte, om terstond
allen die voor de pers werken gevangen te nemen, omdat
dezen, naar hunne meening, de bewerkers van den oor
log zijn. De Duitsche generaal eischte'eene schatting
van 15 millioen franken, in evenredigheid van den
geboden tegenstand. Een zoodanige som kon echter
nooit worden betaald, al wilde men al het geld en de
geldswaarde die in de stad aanwezig zijn, geven.
„Groote droefheid hebben de berichten uit Le Mans in
Bordeaux doen ontstaan, want het korps mobielen"van
de Gironde, dat vóór twee maanden was vertrokken, heeft
groote verliezen geleden.
„Allen die eenige kennis van staatszaken hebben,
betreuren het, dat Jules Favre niet naar de conferentie te
Londen is vertrokken en kunnen zich geen rekenschap
geven van de redenen die hij daarvoor heeft, nadat Gam-
betta hem zoo dringend heeft verzocht, om te vertrekken."
Saint Denis.
Ongeveer IJ- uur ten noorden van Parijs ligt binnen
de vestingwerken, omgeven door de forten La Briche
1' Est en Double couronne du nord, Saint Denis, de stad
der graven, een naam die haar meermalen gegeven is,
omdat in de prachtige abdijkerk dier plaats de graven
der Fransche vorsten zich bevinden.
Als een waarschuwend voorbeeld voor Parijs willen,
naar men verzekert, de Duitschers Saint Denis platschie
ten, en indien zij dat voornemen mochten ten uitvoer
leggen, hoeveel schoons en gedenkwaardigs zou alleen
met de schoone kerk worden verwoest, die zich op
dezelfde plaats verheft waar reeds in 250 eene kapel
werd gebouwd over het graf van den op den Montmartre
gedoodden bisschop Sint Dionysius Areopagita, aan
wien de stad haar naam ontleent.
Degeschiedenis der plaats moge alzoomet de geestelijk
heid een aanvang nemen, weldra zijn het de vorsten van
Frankrijk en de geestelijkheid beiden die luister aan
Saint Denis bijzetten en den naam beroemd maken in
de geheele wereld. Geen wonder dan ook, dat de bewo
nersder Benedictijasclie abdij nooit verzuimden om op den
19" Januari den sterfdag van Dagobert I te herdenken,
die in 630 de abdij stichtte.
Evenmin als van die eerste stichting, is thans iets
meer over van die welke Pepin in 754 begon en die door
Karei de Groote in 775 werd voltooid. In 1144 was het
Suger, de beroemde abt, nogmaals gelukt een nieuwe
stichting voltooid te zien, doch het was eerst onder
Lodewijk de Heilige dat van 1234 tot 1284 een nieuw
gebouw werd opgericht, dat de grondslagen voor de
tegenwoordige kerk leverde, welke ten tijde van de
eerste revolutie zeer beschadigd werd, toen zij beurte
lings tot tempel van het vernuft, artilleriedepot, goo-
cheltent en zoutraagazijn werd gebruikt. Toen verloor,
daar men voor eenigen tijd de heiligen afschafte, zelfs
de stad haar naam en Saint Denis werd in Franciade
verdoopt.
Reeds was men voornemens de kerk in eene markt
en de kapellen in winkels te veranderen, doch Napoleon I,
beval bij decreet van 19 Februari 1806 de herstelling
der abdij en van het kapittel. Sedert 1859, toen bij een
decreet de kerk der graven ook als de rustplaats van
den keizer werd aangewezen, is men met een regelmatige
restauratie der kerk in den stijl der dertiende eeuw
begonnen. Prachtig zijn de menigvuldige gedenkteekenen
der graven, het beeldbouwwerk, de geschilderde glazen
altaarstukken en zoo menig sieraad van dat verheven
gebouw.
Nog een ander merkwaardige stichting in Saint Denis
is het opvoedingsgesticht voor dochters of zusters van
leden van Het legioen van eer, die vroeger in het slot
Ecouen gevestigd was, doch op bevel van Napoleon I
naar Saint Denis werd overgebracht. Meer dan 500
meisjes die tot hun 18c jaar aldaar blijven, ontvangen
in die inrichting een zorgvuldige opvoeding.
Indien aan de stad niet zulke belangrijke en oude
herinneringen verbonden waren, zou de onmiddellijke
nabijheid der groote hoofdstad haar geheel overscha
duwen en zou men als afzonderlijke stad misschien
nimmer haar naam hooren noemen, hoewel zij niet min
der dan 16000 inwoners telt. die zich veel op handel
en nijverheid toeleggen.
In den morgen van den 21" dezer openden de Duit
sche batterijen het vuur tegen de forten van St. Denis,
j Deze batterijen zijn gewapend met het geschut, dat bij
I de belegering van Mezières is gebruikt en van daar per
spoortrein naar Villers le Bel werd getransporteerd, ter
wijl het vervolgens met de meest mogelijke stilte in den
nacht in de gereedgemaakte stellingen werd geplaatst.
Tien batterijen werpen uit zestig kanonnen van 24 pond
hunne alles vernielende kogels. Achter de batterijen van
j Stains zijn nog twee mortieren opgesteld.
I Wanneer men een bezoek aan de batterijen op den
rechtervleugel begint, dan bemerkt men, dat in de nabij
heid van Epinay geen batterij is geplaats. De kanon-
neerbooten zouden batterijen die daar stonden in de
flank kunnen treffen. De batterij van 24 ponders die voor
St. Gratiën, rechts van de spoorbaan naar Rouaan ligt
en haar vuur tegen La Briche richt en die in La Barbe
zijn eenïgszins aan het vuur der kanonneerbooten bloot
gesteld, doch deze zullen door de batterijen van Mont
d'Orgemont worden verhinderd die batterijen te ver
ontrusten.
Een derde batterij ligt in La Ckevrettc, bijna vlak
voor Montmorency, Op de hoogte tusschen Pierrefitte
en Montmagny vanwaar men met artillerie geheel Saint
Denis zou kunnen beschieten, zijn geen batterijen opge
richt, omdat zij te veel aan bet vijandelijke vuur zouden
zijn blootgesteld. Evenwel heeft men de voordeelen die
deze hoogte aanbiedt niet geheel ongebruikt gelaten