tSuitmlanir. Onder het opschrift: Eene vergelijkingbehelst de Fransche "Monitenr het volgende: Geen dag gaat voorbij, zonder dat wij de tijding ontvangen, dat opnieuw een onzer gevangenen in Duitschland geëxecuteerd is. Indien een officier poogt te ontvluchten, dan moeten tien zijner ongelukkige kameraden (soldaten) daarvoor boeten en worden zij in de gevangenis geworpen. Vat men den officier, dan wordt hij gefusilleerd. Indien een ongelukkig soldaat aan de kwellingen van allerlei aard, die hij in zijn gevangenschap moet verdu ren, tracht te ontkomen, dan wordt hij gefusilleerd. Maakt hij, verbitterd door al het lijden dat hij onder vindt, eenige inbreuk op de discipline (en de hemel weet, wat de Pruisische discipline voor de krijgsgevan genen is), hij wordt gefusilleerd. Tegenover die gruwelen nu, die wij eiken dag zien plaats grijpen, is het wel der moeite waard eenige arti kelen van het Fransche decreet van 6 Mei 1859, betref fende de behandeling en de politie der krijgsgevangenen dat thans nog van toepassing is op de Pruisen die in onze banden komen, in herinnering te brengen. Art. 22. Elke krijgsgevangene, die op het appèl ont- breekt, zonder verlof voor zijne afwezigheid ontvangen I te hebben, zal eene gevangenisstraf endergaan van niet minder dan 24 uren en niet meer dan vijf dagen. Art. 25. De vergrijpen tegen de discipline zullen ge straft worden met eene gevangenzetting, die slechts krachtens een besluit van den minister langer dan eene maand kan duren. De krijgsgevangenen, die gepoogd hebben te ontvluchten en gevat worden, zullen eene maand gevangenisstraf ondergaan. Additioneele bepalingen:... De krijgsgevangenen zullen twee- of driemalen per week, onder geleide hun ner opzichters, in de omstreken waar ze verblijf houden, naar buiten gebracht worden om te wandelen. Het staat Pruisen vrij, aldus vervolgt de Moniteur, zijne wapenen en eer te bezoedelen met het bloed van ontwapende soldaten. Wat ons aangaat, wy stellen er prys op, in de wereld den rang te behouden, dien ons vaderland door eeuwenlange toepassing van de begin selen der menschlievendheid verworven heeft, en wij zullen voortgaan de Pruisische krijgsgevangenen onder opzicht te laten wandelen. Tliermometerstand. 23 Jan.'8 av. 11 u. 84 gr. 24 'smorg.7u.34gr.'smidd. lu.33gr.'sav. 6u.32gr. Algemeen overzicht. Tot dusverre werd het gisteren avond ontvangen telegram uit Rijssel, nopens een nieuwen uitval van den generaal Trochu met aanvankelijk hoogst gunstig resul- taat, niet bevestigd. Waarschijnlijk zal het dus weder beschouwd kunnen worden als een der vele onware Rijsselsche berichten, welke in den laatsten tijd in om loop werden gebracht. Volgens nadere berichten omtrent den uitval van drie Parijsche legerkorpsen op 19 Januari, is daarbij van beide zijden met de meeste hardnekkigheid gestreden. I Des avonds had de generaal Vinoy Montretout bezet, doch kon in die stelling bij het invallen van den nacht niet blijven, daar van alle zijden versterking voor de Duitsche troepen aanrukte en het terrein niet toeliet om spoedig batterijen op te stellen. In een dagorder van den generaal Thomas wordt de meeste lof toegezwaaid aan de nationale garde, waarover hij bij den uitval het bevel voerde. De generaal Garibaldi is eindelijk door de Duitsche troepen bij Dijon aangetast geworden, meteen voldoende macht om eene overwinning van eenige beteekenis te kunnen behalen of een beslissende nederlaag te lijden. Aanvankelijk heeft hij, te midden der nederlagen, in de laatste dagen door de Franschen overal geleden, zich in zijne stellingen kunnen handhaven. Het bericht daar omtrent uit Bordeaux ontvangen meldt echter tevens dat het gevecht opnieuw was hervat, zoodat het eind resultaat nog niet verkregen was. Te dien opzichte zal veel afhankelijk zijn van de vraag of de teruggetrokken generaal Bourbaki versterking zal hebben kunnen zen den, nadat Garibaldi's legerafdeeling twaalf uren lang den vijand weerstand had geboden. In elk geval blijkt uit dit laatste dat deze legerafdeeling van Garibaldi zich dapper gedragen en beantwoord heeft aan de vei* wachting, welke men daarvan koesterde. Een te Rijssel ontvangen telegram meldt reeds dat het eindresultaat van den slag bij Dijon gunstig is geweest voor de troepen van Garibaldi ea de Duitschers in vol len aftocht zijn, doch het is een telegram uit Rijssel en heeft bovendien waarschijnlijk slechts betrekking op het gevecht van den eersten dag. Na het terugtrekken van den generaal Bourbaki, ten gevolge van het mislukken zijner aanvallen op de Duit sche positiën ten zuiden van Belfort, wordt het beleg dezer vesting met kracht voortgezet. Tevens zijn reeds door de Duitsche bclegeringstroepen, hoewel ten koste van ontzaglijke verliezen gelijk door hen zei ven erkend wordt eenige buitenwerken bemachtigd, waardoor de Duitsche batterijen met meer kracht Belfort kunnen beschieten. Het leger van den generaal von Göben bevindt zich reeds in denabijheid van Kauierijk, welke stad een som matie heeft ontvangen om zich binnen vier en twintig uren over te geven. Hoewel onmiddellijk na Faidherbe's nederlaag de landstreek rondom de stad onder water is gezet, zal dit toch het bombardement weinig bemoeilij ken, daar het ver-dragend Duitsch geschut toch op voldoenden afstand kan worden opgesteld. Men verwacht echter een nog vollediger inundatie, waardoor een groot deel van Belgisch-Vlaanderen mede zou onderloopen. Uit Arlou wordt gemeld dat het vuur der Fransche bezetting te Longwy twee batterijen der Duitsche bele geringstroepen tot zwijgen heeft gebracht. Een aanval der belegeraars werd bovendien gisteren zegevierend afgeslagen, waarbij de Duitschers aanzienlijke verliezen leden. Op de interpellatie, door den heer Arrivabene in do Italiaansche kamer van afgevaardigden tot de regeering gericht omtrent hare politiek ten opzichte van Frank rijk, heeft de minister van buitenlandsche zaken geant woord dat Italië steeds al zijne pogingen in het werk heeft gesteld om den oorlog te beletten, doch vruchteloos. Overigens meende de minister Visconti Yenosta goede resultaten te mogen verwachten van de te Londen te houden conferentie. Dit antwoord der Italiaansche regeering is alzoo geheel en al in strijd met het bericht, in de ministerieele organen van Berlijn, dat Pruisen zeer bepaaldelijk zou hebben te kennen gegeven van geen vredesonderhandelingen te willen hooren, zoodat de Duitsche ambassadeur de conferentie in dergelijk geval onmiddellijk zou moeten verlaten. Laatste berichten. Versailles. De Duitsche troepen hebben op 21 Januari, na een kortstondig gevecht, Dole bezet. In het noorden van Frankrijk is de geheele streek tot aan de vijandelijke vestingen geheel en al van vijanden gezuiverd. Londen. Op een talrijke meeling is een protest aangenomen tegen het bombardement van Parijs, alsmede een votum uitgebracht tot afkeuring der door de Engelsche regee ring gevolgde politiek. TVecnen. Bijna alle hier verschijnende dagbladen keuren zeer af dat de heer von Bismarck aan den Franschen minister Favre bet gevraagd vrijgeleide heeft geweigerd. Bordeaux. De minister Jules Favre zal met eene nota-circulaire antwoorden op de door den heer von Bismarck aan de mogendheden van Europa gerichte depêche nopens zijne weigering om een vrijgeleide te geven. De gemeenschap met het noorden van Frankrijk i9 bijna geheel verbroken. Zondag is het bombardement van Kamerijk aan gevangen. Rijssel. De Duitsche troepen breken het beleg van Kamerijk op. Zij vertoonen zich in de nabijheid van Atrecht. De generaal Faidherbe houdt zich bezig met zijn leger te reorganiseeren. Uit Parijs. Eene correspondentie uit Parijs van den 15" Jauuari bevat het volgende „Van de forten in het zuiden wordt het bombardement met hevigheid voortgezet. Het Pantheon en de toren van het Hotel des invalides schijnen tweegeliefdomikpunten van de belegeraars te zijn. Den ganschen nacht hoort men de bommen in de straten springen ol in de huizen drin gen en het gedonder der Fransche kanonnen, die de Duitsche beantwoorden. „De namen der straten die bet meest worden getroffen zal ik niet noemen, omdat de openbaarmaking daarvan de Duitschers in staat stelt te beoordeelen of de richting hunner stukken goed is. Tot nogtoe hebben de Duitsche bommen bijna geen andere uitwerking dan dat zij de zucht van de Parijzenaars naar iets nieuws bevredigen. „Toen de eerste bommen in de redouten van Point du jour vielen, liep iedereen er been om ze te zien. De gamins wierpen zich totdat de bommen gesprongen waren op den grond en verzamelden daarna do stukken die zij voor een en twee franken verkochten. Zóo zijn de Par$- zenaars; een beleg van drie en een halve maand met duizende gemoedsaandoeningen van hoop en teleurstel ling; eene voeding waartoe achtereenvolgens alle dieren hunne bijdragen hebben moeten leveren, paarden, ezels, muilezels, musschen, ratten, honden, katten, wolven, kasuarissen, olifanten, kangarou's; het gebruik van veel wijn en strerke dranken bij het vreemde vleescb; de dreigende nabijheid van den dood die door de daken in hunne buizen dringt of hen op de straten treft, dat alles heeft de Parijzenaars zoo voor alle gevaar verblind, dat als zij hens zullenyernemen, dat de Tuileriën of de beurs in brand staan, zij volstrekt niet zullen schrikken maar terstond naar hoed en stok zullen grijpen pour aller voir. „Loopt men des middags in het Cafó du cardinal of het Café de la régence om een demi-tasse te nemen, dan kan men tusschen een paar schakers die rustig zitten te spelen een gesprek als het volgende hooren: „Ze val len al kort in uwe buurt, gaat gij nog niet verhuizen?" „Volstrekt niet; ik woon vlak naast het Pantheon.'' „Maar van de hoogten van Chatillon kon men u wel eens eenige onaangename verrassingen toezenden." „Ze doen niet veel kwaad aan de huizen." „En de gewonden dan?" „O slechts een twintigtal, de vrouwen en kinderen meê- geteld. Maar gij, zijt gij geen eigenaar van een huis te Saint Dénis?" „Eigenaar, ja zoolang als de Duitsche bommen het niet onteigenen." „Zou het niet spoedig ge daan zijn?" „Men zegt dat het slechts een begin is." „En men schreeuwt bier nog steeds a Berlin\ „Heb maar geduld, wij zullen er misschien wel komen." „Ongetwij feld, maar gij zult moeten erkennen, dat wy niet den kortsten weg hebben gekozen." Intusschen wordt de partij schaak bedaard voortgespeeld. „Wij vernemen niets van de legers waarvan wij hulp verwachten. Het bestuur heeft, naar men zegt, gunstige berichten ontvangen, maar daar dit gerucht nog niet is bevestigd,heeft men reden om aan de waarheid te twijfe len. De strategen van de koffiehuizen en de krijgskundi gen van de straat hebben vrij spel. Het is somtijds goed eens naar die redenaars te gaan luisteren, hetwelk zelfs, naar men verzekert, by gewichtige gelegenheid sommige leden van het bestuur niet verzuimen, om de publieke, opinie te leeren kennen. „Gisteren wilde ik eens weten hoe de club van Chateau d'eau, die grootendeels uit inwoners van Belleville bestaat, gestemd was. Een vent schreeuwde als een bezetene: „Wij moeten mannen hebben! Wij moeten generaals hebben! Tot iqderen prijs moeten wij over winnen! O! indien wij slechts een Hoche. hadden!" „Hoche, riep een ander, heeft goed gehandeld, maar indien wij een Rochebrune hadden„Voorzeker, Rochebrune was eenheid, maar hij kan niet met. Hoche worden vergeleken. Ik heb te Versailles gewoond, in de Rue de la Paroisse, en heb een standbeeld -van Hoche gezien." „Dat is wel mogelijk, maar Rochebrune was een ferme kerelenz. „Tengevolge van de roode biljetten die voor eenige dagen zijn aangeplakt hebben eenige arrestatie'» plaats gehad, wat algemeen wordt goedgekeurd. Op driekonin gen bevat Le Charivari eene plaat waarop koning Wilhelm, Lodewijk van Beieren en vier andere vorsten waren voorgesteld terwijl zij aan tafel zitten om de feest- podding waarin een boon is gebakken, te eten. Koning Wilhelm staat op en zegt: „De eerste die zal trachten mij den boon te betwisten zal met mij te doen krijgen." Een andere plaat die veel opgang beeft gemaakt stelt koning Wilhelm en von Bismarck voor, eene serenade brengende aan de grosse Josephinezooals ons grootste mariuekanon heet, hetwelk wordt voorgesteld door eene vrouw die op een zeer groot kanon zit. De koning bespeelt een guitaar en von Bismarck een schuiftrompet- „Op de voorposten is door de nationale garden een concert gegeven ten voordeele van de gewonden, het welk door de kanonnen van prins George van Saksen werd geaccompagneerd; men heeft aan zijne kanonnen den naam saxophones gegeven. „Het korps van de nationale garde te paard, hetwelk uit de gegoede klassen van Parijs was aangeworven, is tot op de helft verminderd. Toen generaal Clement Thomas hen berichtte dat hunne paarden voor het ge bruik moesten worden opgeëischt, dankte hij hen voor den ijver waarmede zij hem dag en nacht hadden gediend en hoopte dat zij zouden yoortgaan zich in de gelederen vau de garde te voet aan den dienst van het vaderland te wijden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2