personen in de vlammen omkwamen. Anderen werden
in den val hevig gekneusd en sommigen letterlijk ver
pletterd. Het aantal slachtoffers is niet te berekenen
Een zeventiental personen waren zóózeer gekwetst, dat
men aan hun behoud wanhoopte.
Nabij Sandy-Hill in Kentucky is een nieuw lid
van de Christian-geraeente zoodanig gedoopt, dat er de
dood op volgde. De bijzonderheden zijn in het kort
als volgt. Eenige weinige weken geleden huwde dr.
Pownall, met miss Mary J. Wilson. Kort na zijn huwe
lijk vereenigde dr. Pownall zich met de Christian-ge-
meente en de eerstvolgende Zondag was bepaald als
de dag zijner dooping. Hij had zijn leeraar J. B.
Hough verzocht om die plechtigheid te verrichten.
Op het bepaalde uur was er een groot aantal personen
samengekomen op den oever van Crooked Creek, waar
de indompeling zou plaats hebben. Na het gezang en
gebed, toen alles gereed was, stapte Hough in het
water, met den doctor aan de hand. Daar het water
zeer laag stond, moesten zij zich op een aanmerkelijken
afstand van den oever begeven om de genoegzame
diepte te bereiken. Plotseling zag men beiden zinken.
Zij waren over een zandbank onverwacht in diep water
geraakt. Beiden kwamen weder naar boven en Hough
bereikte den oever, doch de doctor, die niet kon
zwemmen, werd door den stroom medegesleept. Men
deed alle mogelijke pogingen om hem te redden,
doch tevergeefs. Het lijk werd spoedig daarna ge
vonden en naar den oever gebracht onder het jammeren
zijner jonge vrouw en vrienden.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijks-afkondiging van den
22cn dezer: C. de Klerk, wedr. 47 j., met T. Gillisse de
Nooijer, jd. 38 j. J. Switink, jra. 24 j. met C. van Keulen,
jd.2lj.
(Van 14—21 Januari.)
Vlissingen. Gehuwd: W. de Neef, jra. 24j. met J/Mom-
maas, jd. 21 j.
Bevallen: C. J. van Luysse, geb. de Buf, d. J. A. de
Groote, geb. Gubbi, d. A. M. Botting, geb. Hubrechtse, z.
C. M. Kemeling, geb. de Kok, z. C. van Domburg, geb.
van Loon, d.
Overleden: M. J. Guldenberg, vrouw van J. van Uxem,
45 j. F. Haane, wedc. van E. M. Sondag, 70 j. E. C. Brand,
wed*, van P. Smith, 75 j. A. Schout, jm., 19 j. H. Burgers,
z. 10 m. C. de Ruijter, d., 2 d.
Goes. Gehuwd: M. Daane, jm. 29 j. metD. Slabbekoorn
jd. 29 j.
Bevallen: L. van den Berge, geb. van der Bliek, d.
M. C. Liplijn, geb. Cardon, z. J. Duvekot, geb. Schipper,
z. S. Boshoff, geb. Dekker, z. A.P. de Groot,geb. Sloover,
z. J. Dodmond, geb. van lïanst, z. M. Brand, geb. Kor-
stanje, z.
Overleden: A. Loggers, d., 18j. A. Boone, vrouw van
M. Reijnhout, 34 j.
Zierikzee. Bevallen; S. A. Brune, geb. Keyzer. z.
P. van der Ree, geb. van Zalen, z.
Overleden: J. van Popering, z., 16 m. K.van Bloppoel,
d., 2 j.
Tliermometerstand.
21 Jan.'sav. 11 u. 33 gr.
22 'smorg.7u.34gr. 'srnidd. 1 u.35gr.'sav. 11 u.36 gr.
23 'smorg.7 u.35gr.'smidd. 1 u. 37gr.'sav. 6u. 37gr.
Gemeenteraad Tan Middelburg.
Zitting van Zaterdag 21 Januari. Toespraak voorzitter;
resumtie notulen; missives gedeputeerde staten; adres
Th. Machielse; missives en besluiten betreffende helling
verbruiksbelasting na 1871af- en overschrijving wissel
bank en leenbank; adres A. Jobse; idem J. Pellegra-
tilicatie keurders zeevischidem kommiezen en bode
plaatselijke belastingen; besluit roeien boomen; mede-
deeling regeling onderwijs burger-avondschool; toelage
kweekelingen school voor meer uitgebreid lager onder
wijs voor meisjes; benoeming lid commissie examineeren
varenslieden.
Voorzitter de heer de Jonge.
Afwezig de heeren Bijleveld van Serooskerke, uitlan-
dig, en van Diggelen, wegens ambtsbezigheden.
De voorzitter opent de vergadering met ongeveer de
volgende toespraak: „In deze eerste zitting van het
jaar 1871 wensch ik u hartelijk geluk, mijne heeren! zoo
wel in uwen huiselijken kring als in uwe openbare be
trekkingen. Moogt gij allen in gezondheid gespaard
worden, en mogen de besluiten van den raad, in dit jaar
te nemen, strekken tot bevordering van het wezenlijke
heil dezer gemeente."
Vervolgens worden de notulen van het verhandelde
in de zitting van 28 December jl. gelezen en goedgekeurd,
en daarna voor kennisgeving aangenomen:
a de mededeeling des voorzitters van de redenen der
afwezigheid van bovengenoemde niet tegenwoordige
leden;
b eenemissive van gedeputeerde staten dezer provincie,
houdende machtiging ter beschikking over de helft der
posten van de gemeentebegrooting voor 1871, zijnde de
beslissing ten aanzien der geheele begrooting verdaagd
tot 1 April a.;
c twee missives van dezelfden, houdende goedkeuring
der raadsbesluiten tot onderhandsche verhuring van ge
meentegrond buiten de Havenbarrière en tot verkoop
van boomen.
Wordt gelezen een adres van den heer Th. Machielse,
korenmolenaar alhier, die in hoofdzaak te kennen geeft
dat hij met genoegen heeft ontwaard dat de rij boomen
op den singel buiten de Seisbarrière (tegenover de Grif
fioen) zullen verkocht en geroeid worden. Reeds vroeger
weid daarop door hem aangedrongen, en hij vleit zich
dan ook dat tot de wegneming dier boomen grootendeels
als een gevolg van zijn verzoek is besloten. Daar hij
evenwel vreest dat sommige 'der bedoelde boomen wel
licht nog zullen behouden blijven, waardoor niemand
voordeel kan hebben, maar hij in zijn bedrijf als mole^
naar schade zou lijden, verzoekt hij dat van de bepaling
tot het doen roeien der boomen niet moge worden afge
weken.
De voorzitter deelt mede dat de verkoop der bedoelde
boomen reeds heeft plaats gehad terwille der veiligheid,
hoofdzakelijk voor de buitenplaats van den heer Tak;
laatstgenoemde heeft ze gekocht, doch tot burgemeester
en wethouders het verzoek gericht om ze voorloopig
voor zijn risico te mogen laten staan, hetwelk is toege
staan, behoudens de voorwaarde dat de boomen op de
eerste aanmaning van burgemeester en wethouders zul
len moeten worden weggeruimd, of bij gebreke van dien
die wegruiming op kosten van den heer Tak zal geschie
den. Tevens merkt de voorzitter op dat adressant hierbij
geen belang kan hebben, daar de boomen op zulk een
grooten afstand van den molen staan dat zij daaraan
geen last kunnen veroorzaken, en bovendien als zij
worden weggenomen, toch het geheele bosch en het
huis van den heer Tak behouden blijft, zoodat de
wegneming dier weinige boomen, indien zij al last ver
oorzaakten, weinig baten zou. Moesten deze boomen,
die op 60 meter afstand van den molen staan, terwille
van dien molen geroeid worden, dan zou wel alle beplan
ting onmogelijk zijn. Namens burgemeester en wethou
ders stelt hij alzoo voor, afwijzend op het verzoek te
beslissen. Dienovereenkomstig wordt zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming besloten.
Zie verder het bijvoegsel.)
öuittnlaitïi.
Algemeen overzicht.
De kamer van afgevaardigden te Muuchen heeft,
dank zij de door het Beiersch gouvernement uitge
oefende pressie, de ontwerp-tractaten tot vereeniging
met den Duitschen boud eergisteren aangenomen, met
102 tegen 48 stemmen, zijnde dus twee stemmen meer
dan de vereischte meerderheid. Daarmede is alzoo het
minimum der Duitsche eenheid voltooid. Of die eenheid
nu echter bij vast geweven linnen of slechts bij pluksel
kan vergeleken wordengelijk dr. Jacoby dezer dagen
in een ondeugend rijmpje vroeg zal de toekomst
moeten leeren. Men weet overigens dat eene groote
partij die Duitsche eenheid eerst door de inlijving van
andere landen voltooid zal achten.
Het groothertogdom Luxemburg heeft, waarschijnlijk
om op die wijze alle Duitsche bezetting te ontgaan, een
Pruisisch en gouverneur aangenomen, die voor de'ver
vulling der aan dat rijk volgens Pruisen opgelegde
verplichtingen behoorlijk zal hebben zorg te dragen.
Deze gouverneur draagt deu titel van buitengewoon
gevolmachtigd agent van Duitschland bij het gouverne
ment van Luxemburg.
Te midden der algemeene verslagenheid over het
voor Frankrijk zoo ongunstig resultaat van den veld
slag bij St. Quentin waarin het noorderleger, volgens
Duitsche berichten, vijftien duizend man verloor
is de minister Gambetta te Rijssel aangekomen. Zelfs
eene onder deze omstandigheden door hem tot de ver
zamelde menigte gerichte toespraak om op voortzetting
des oorlogs aan te dringen, werd toegejuicht. De heer
Gambetta ontwikkelde daarbij hetzelfde gevoelen als
dezer dagen door the Daily News werd verdedigd en
wel, dat, als de Fransche natie slechts volhield, Duitsch
land ten slotte toch het onderspit zou delven.
Tot dusverre meende men dat in het hoofdkwartier
te Versailles ongaarne werd gezien dat Frankrijk op de
conferentie te Londen niet vertegenwoordigd zou zijn en
dat niet het minste bezwaar zou worden gemaakt om het
door tusschenkomst van Engeland gevraagd vrijgeleide
voor den minister Jules Favre te verleenen. De bonds
kanselier blijkt thans wel degelijk bezwaren te hebben
tegen de inwilliging van Engeland's verzoek, en wel op
grond dat het verleenen van vrijgeleide eene eerste
schrede zou zijn tot erkenning van het bestaand
Franseh gouvernement. De Engelsche regeering, welke
door het vrijgeleide voor den minister Favre te vragen,
blijk gaf van dit bezwaar niet te deelen, zal dus in deze
nieuwe vernederende weigering van Pruisen wel weder
moeten berustqn. Hoogst waarschijnlijk zal de eigenlijke
oorzaak van het bezwaar der Pruisische regeering tegen
het verleenen van het door Engeland aangevraagd vrij
geleide, wel gelegen zijn in het besluit van den heer von
Bismarck om op de Londensche conferentie geen vredes
voorstellen te zien behandelen. Duitschland aldus
uitte zich nog dezer dagen een Pruisisch officieus re-
geeringsorgaan heeft alleen oorlog gevoerd en wil
ook alleen vrede sluiten.
Volgens berichten uit Versailles, hebbende Fransche
troepen, welke zich na den laatsten uitval nog steeds
buiten Parijs bevonden, zoodat men een nieuwen aanval
op de Duitsche belegeraars meende temogen verwachten,
zich weder binnen de vesting teruggetrokken. Het
bombardement van Parijs wordt overigens met kracht
voortgezet.
Gelijk wel te verwachten was, heeft de rechtbank te
Brussel, ondanks de conclusie van het openbaar
ministerie bij dat rechtscollege, zich bevoegd verklaard
in de zaak der Fransche geïnterneerden, welke eene
actie tot invrijheidstelling tegen den staat hebben inge
steld. De zaak zal aanstaanden Zaterdag ten principale
worden behandeld en bepleit, terwijl de uitspraak
natuurlijk met de meeste belangstelling wordt tegemoet
gezien, als zijnde van zeer ingrijpende gevolgen.
Laatste berichten.
Bordeaux.
Een Pruisische 1 egerafdeeling heeft eenaanval gedaan
op Dijon, hetwelk door een deel der troepen onder bevel
van Garibaldi werd verdedigd. Na een gevecht van on
geveer twaalf uren' werd de aanval der Duitschers afge
slagen. Onze Fransche troepen leden zware verliezen,
doch de vijand verloor nog meer manschappen. Het
gevecht is thans opnieuw hervat.
Havre.
De Duitsche troepen hebben Orbec bezet en bedrei
gen Lisieux, aan den weg naar Honfleur.
Parijs.
De laatste mislukte uitval heeft een groote neerslach
tigheid onder de bevolking teweeg gebracht, te meer
bij het reeds in omloop zijude gerucht dat Trochunaar
Versailles was opgerukt.
Versailles.
Officieel. Het op St. Denis gericht bombardement
heeft een gunstig resultaat gehad. Het vijandelijk vuur
is bijna geheel tot zwijgen gebracht. Parijs en St. Denis
zijn op een aantal punten in brand geschoten.
Rijsselheden
Een hier algemeen verspreid gerucht wil dat de gene
raai Trochu met twee honderd vijftig duizend man een
nieuwen uitval heeft gedaan en reeds tot op een myl
afstands^van Versailles zou zijn voortgerukt.
De minister Gambetta heeft gisteren hier een krijgs
raad gepresideerd, bestaande uit de generaals Faid-
herbe, Farre, Paulze d'Ivoy en kolonel Isnard, die den
generaal Robin vervangt, welke verslagen is.
De slag te Saint Quentin.
Een correspondent schrijft van den 21tfn dezer uit
Rijssel:
„Rijssel biedt thans een even treurig als schilderachtig
schouwspel aan. Evenals na iederen veldslag, maar
vooral na een nederlaag het geval is, komen voortdurend
gewondenen vluchtelingen aan, die met hun deerniswaar
dig uiterlijk en gescheurde kleederen door de straten
loopen, terwijl de een bescheiden om eene gift vraagt en
een ander te midden van een troepje volk eene redevoe
ring houdt in zeer overdreven bewoordingen.
„Vooral aan het station van den noorderspoorweg kan
men een helder denkbeeld krijgen van de ellende van
den oorlog in al hare uitgestrektheid. De wachtkamer
is vol vrouwen, kinderen en oude lieden, die allen wee-
nen en begeerig naar berichten uitzien, terwijl van
alles wat zij vernemen hen nog niets belang inboezemt
dan het lot van de geliefde afwezigen. Het is treurig
hiervan getuige te zijn, en men moet een steenen hart
hebben, om er niet door te worden getroffen.
„Een niet minder onverwachte gebeurtenis als de af
tocht van Bazaine overviel ons heden avond te midden
der verwarring. Gambetta was met den nieuwen prefect
van het departement du Nord, Paul Bert en verschei
dene hoofdofficieren aangekomen. Aan zijue aan Rijssel
bewezene diensten en de talrijke en warme vrienden die