Bordeaux.
De generaal Bourbaki heeft de positie te G-ninnebien
genomen, doch de stelling te Héricourt niet bezet kun
nen houden.
De generaal Faidherbe heeft St. Quentin door eene
afdeeling zijner troepen doen bezetten, om een einde te
maken aan de geldafpersingen der Duitschers aldaar.
Londen.
Volgens the Daily News heeft het Fransche defensie
comité; te Rijssel besloten om de vestingen Givet en
Longwy tot eiken prijs te verdedigen.
Het bombardement van Parijs.
L'Officiel van den 14" Januari meldt, dat in den nacht
van 8 op 9 Januari het bombardement zóo hevig was,
dat in de gedeelten der stad tusschen Saint Sulpice en
l'Odéon om de twee minuten een bom viel.
De hospitalen, ambulancen, scholen, bibliotheken en
gevangenissen, de kerken van Saint Sulpice, Sorbonne
en Val du Grace en nog een aantal particuliere woningen
zijn' met gewonden gevuld. Vrouwen werden op straat
of in bed 'gedood, kinderen op den schoot hunner moeder
getroffen. In eene school in de Hue de la Vaugirard
werden vijf kinderen door éen bom gedood en vijf
anderen gewond.
Het museum van het Luxemburg waarin de schoonste
voortbrengselen der nieuwere kunst zijn bewaard en de
tuin waarin eGne ambulance is geplaatst, zijn in een
tijdsverloop van enkele uren door vijf en twintig bom
men getroffen. De sterke stookkasten van het museum,
wier gelijke op de wereld niet bestonden, zijn geheel
verwoest.
InVal du Grace werden twee gewonden in bed gedood,
Dit hospitaal, dat door zijn toren op een afstand van ver
scheidene mijlen kenbaar is, draagt overal in de gangen,
de ziekenzalen en de kerk de sporen der bommen.
Geen enkele gebeurtenis heeft, volgens L'Officiel, ooit
dezen woedenden aanval op Parijs geëvenaard. De stad
is in een slagveld herschapen en de vrouwen toonen
zich even onverschrokken als de mannen. Ieder gloeit
van woede, maar niemand geeft zich over aan vrees.
In den nacht van 8 op 9 Januari werd het hospitaal
la Pitié met bommen overstelpt. De zalen van het be
stuur en verschillende ziekenzalen werden zwaar bescha
digd. In een zaal waar door vrouwen geneesmiddelen
worden gereed gemaakt, hebben de Duitsche bommen
eene vrouw gedood en twee gewond. Men had niet
gedacht dat dit hospitaal aan cenig gevaar zou bloot
staan, daar het in de eerste dagen van het bombardement
buiten het bereik der vijandelijke bommenscheen,te
liggen, doch thans ziet men zich genoodzaakt om het
te ontruimen.
„Het schijnt, zegt l'Officiel, dat de Duitsehers .opzet
telijk op de hospitalen schieten om daardoor de angst
en vrees bij de bevolking te vermeerderen. Dat zijn de.
daden van de Duitsche legers en van hun koning Wil
helm. De regeering die deze handelingen voor Frankrijk,
voor Europa en voor de-geschiedenis zal vereeuwigen,
heeft aan de vreemde diplomaten een protest tegen het
bombardement van Parijs doen toekomen, hetwelk onder
de oogen der Europeesche regeeringen zal worden
gebracht.'1
"Volgens Le Siècle bombardeeren de Duitschers
voornamelijk de aan de beide oevers der Seine gelegen
gedeelten der stad Grenelle en Point du jour, ook Bil-
lancourt en Boulogne. Zij schieten des nachts het hevigst,
waarschijnlijk omdat in de stilte van den nacht de uit
werking op de bevolking zooveel te heviger is. Op ver
schillende punten was reeds brand ontstaan, doch telkens
gelukkig gebluscht.
De Duitschers zijn, volgens hetzelfde blad, bezig met
de oprichting van een nieuwe batterij in de richting
van Na titer re, om den Mont Valerien te kunnen
beschieten.
Louis Blanc is voornemens eene geschiedenis van het
beleg van Parijs te schrijven, waarin ook de geringste
bijzonderheden niet zullen worden vergeten.
Le Peuple Frangais verzekerde op den 14™ Januari
dat generaal Chanzy slechts 10 kilometers van Parijs
verwijderd was, zoodat de legers uit de provinciën nader
den. Daarenboven trokken de Duitschers langzamerhand
af en waren thans maar 60,000 Duitschers meer voor
Parijs.
Hetzelfde blad wist door berichten van geloof waardige
zijde te verzekeren, dat prins Friedfich Carl gewond in
Versailles was, doch er bestond geen vrees voor het ver
lies van zijn leven.
Een bezoek aan den Mont Avron,
Een Duitsch burger, die voor de aflevering van zwaar
belegeringsgeschut naar Versailles is geweest, verhaalt
het volgende
„Reeds bij Epernay hoorden wy den donder van het
bombardement van Parijs. De reis per spoortrein was
op het laatst niet zonder gevaren, daar op sommige plaat
sen tunnels en bruggen gesprongen war.en en de trein
over lichte, door de pionniers gebouwde, hulpbruggen
ging. Op verschillende plaatsen zag men gederailleerde
wagons, locomotieven en tenders.
„Te Lagny hadden de pionniers drie bruggen over de
Marne gebouwd; de rivier dreef vol ijs, en daarom had
men nog een noodbrug samengesteld om als de andere
beschadigd werden terstond te kunnen gebruiken. Zoo
veel mogelijk stuwden de pionuiers de schotsen tusschen
de pijlers der bruggen door..
„In Lagny sloten zich nog eenige heeren bij ons aan
om te zamen een bezoek te brengen aan den Mont Avron.
Ra een kleine wandeling kwamen wij aan een fraai slot
hetwelk door een regiment Saksische infanterie was
bezet. Op ons verzoek gaf de kommandant ons zeer be
reidwillig een onderofficier mede die ons naar den
Mont Avron zou geleiden.
„Onze geleider bracht ons spoedig door de voorposten
naar een ander slot, het eigendom van generaal Trochu.
Daar bevond zich de veldwacht n°. 9 die het zich zoo
huiselijk mogelijk maakte. Overal zag men de uitwerking
der Saksische kanonkogels. De muren waren vol gaten
en bet geheel was een waar beeld van verwoesting.
„Van hier kwamen wij binnen vijf minuten door een
fraai park aan Maison Blanche. Nauwelijks waren wij de
laatste voorposten vooorbij of een granaat, de eerste
die wij ontmoetten, snorde over onze hoofden. Onwille
keurig bukten.wij. Onze geleider, voor wien dergelijke
luchtreizigers geene zeldzaamheid waren, lachte hartelijk
over onze nederigheid en verzekerde ons, dat dergelijke
bewijzen van beleefdheid volstrekt geen indruk op die
ijzeren gevaarten maakten.
„Wij stonden stil en sloegen de Saksische en Wurtem-
bergsche batterijen gade, die ongeveer 1500 passen ach
ter ons lagen en wier vuur op de forten achter den Mont
Avron was gericht. Wij telden vrij snel van 1 tot 6 en
dan vloog de kogel over onze hoofden, ging in'.een hooge
boog over den Mont Avron en viel gewoonlijk als wij
tot 52 of 53 hadden geteld met een vreesclyk gekraak
in de vijandelijke stellingen neder. Naar onze berekening
was de lengte der baan die zij doorging 9000 tot 10000
passen.
„Later vertelde ons een Saksisch artillerist, dat men,
om de draagkracht der stukken te beproeven, die meer
malen op Parijs zelve had gericht en verscheidene
granaten in de stad had geworpen. De forten beant
woordden het vuur der batterijen slechts zwak.
„Met veel moeite gelukte het ons, om door wijnbergen
en over een kleiachtigen grond het vlak van den Mont
Avron te bereiken. Hier vlogen de kogels van weers-
zyden in hooge bogen over onze hoofden. Daar sedert
twee dagen het vuur niet meer op den Mont Avron was
gericht, waren wij aan geen gevaar blootgesteld, maar
waren toch niet zeer op ons gemak.
„Eene afdeeling Saksers was bezig om de door de
Franschen opgeworpen batterijen weder te slechten. Op
den top van den berg stond een kerkje en eenige groote
gebouwen die allen de sporen der kogels uit het zware
Duitsche belegeringsgeschut droegen. De gelieele berg
vlakte was met tenten, tentstangen en ander overblijfsel
van het kamp bedekt; daartusschen lagen vernielde
meubels, kookkachels, haarden, tafels, stoelen, leuning
stoelen, met zijde bekleede sopha's, voetenbankjes,
gebroken porselein, wielen van kanonnen, geweren,
menschelijke lichaamsdeelen, watervaten, uitgestrooid
kruit, granaten, patroontasschen, ledige wijnflesschen,
oesterscbalen, flesschen van geconfijte vruchten, alles
in bonte verwarring.
„De menigte overblijfsels van meubels, levensmidde
len em lekkernijen bevestigde de uitspraak van onzen
geleider, dat de Franschen zich zóo hadden ingericht
„alsof het eeuwig duren zou." Wij zochten onder dat
mengsel van devreemdsoortigste zaken naar een geschikt
voorwerp, om ter herinnering mede te nemen en ik koos
een boek getiteld: La vie de Jésus, de onderofficier Freu-
denberg schreef op het titelblad de vermelding, dat ik
de eerste burger was geweest, die den Mont Avron na
zijne inneming door de Duitschers had bezocht.
„Op den uitersten rand van het plat hadden wij een
prachtig gezicht op Parijs, dat met zijn vele torens uit
den nevel opdoemde. Wij konden duidelijk de uitwer
king van ons geschut op de forten Nogent en Rosny
waarnemen. Terwijl wij zoo stonden te kijken zonden de
Franschen, ons een vriendelijken groet, doch' wij namen
dien als een wel willenden waarschuwing op, om zoo spoe
dig mogelijk te vertrekken, en, onder het voortdurend
gefluit der granaten die elkander boven onze hoofden
kruisten, verlieten wij den Mont Avron."
Uit het Buitsch hoofdkwartier.
Dat het bombardement van Parijs nog niet in alle
opzichten voor de Duitschers voorspoedig is en nog geene
aanleiding geeft om een spoedig einde te verwachten
blijkt uit de volgende correspondentie van Hans Wachen-
husen van den 14tn Januari:
„De gelukkige beschieting van den Mont Avron heeft
de meening doen ontstaan, dat men met het bombarde
ment der forten veel te lang heeft gewacht, want dat
men die slechts behoefde plat te schieten om ons de
hoofstad als een overrijpe appel in den schoot te zien
vallen. De belegering duurde ieder te lang, en nu het
begin van het bombardement zoo goed is geslaagd vindt
men honderdduizenden die zich in hun oordeel beves
tigd achten.
„Iutusschen geloof ik, dat het oordeel van hen die de
verantwoording hebben te di-ageu, geheel hetzelfde is
gebleven en dat de bezwaren van een bombardement
voor hen niet zijn opgeheven, trots den aanvankelijk
goeden uislagi Wat met het plat van den Mont Avron
is voorgevallen, heeft zich met de forten Issy en Yanvres
en in zekere mate ook met Montrouge herhaald. De beide
eersten zijn na een korte kanonnade tot zwygen gebracht;
het laatste schiet slechts weinig. Daarentegen is sedert
drie dagen het vuur der Fransche stellingen tusschen de
forten zooveel te heviger en wordt met bewonderens
waardige vaardigheid en jnistheid onderhouden, zoodat
het reeds in onze batterij n°. 1, te Saint Cloud, aan 13 man
het leven heeft gekost. Deze batterij wordt daarenboven
uit de bastions van den vestingmuur met stukken van het
zwaarst3 kaliber beschoten en bij duisternis door den
vijand met electriek licht verlicht.
„Daar ik dezen strijd nog niet voor den doodstrijd
houd, denk ik dat wij ons nog op een hevigen tegen
stand kunnen voorbereiden. Evenals de Franschen in
vroegere oorlogen zich meesters toonden, als het er op
aankomt zich te versterken, zoo zijn zij het ook hier. In
graven en bouwen zijn zij zoo onvermoeid als de bijen;
hunne stellingen verwisselen zij iederen dag en te-
nauwernood hebben onze artilleristen eenige hunner
stukken gedemonteerd, of er staan weder andere voor in
de plaats, tenzij de kanonnade rechts of links uit een
nieuwe stelling met dubbele kracht kan worden hervat.
„Zij leiden de aandacht der belegeraars voortdurend
van hunne aanvankelijk fel beschoten forten af, door
hem nu van deze, dan van gene zijde met granaten te
beschieten, telkens weder van stelling te verwisselen en
den vijand op zyn zwakste plaatsen aan te vallen. Zoo
handelen zij vooral ten opzichte van de batterij n°. 1, en
hoewel thans nog geen der officieren er aan denkt om
de stelling op te geven, kan-het toch wel gebeuren dat
zoowel deze als andere batterijen aan eene andere stel
ling zouden moeten denken.
„Parijs heeft overvloed van geschut en voortdurend
kunnen er nieuwe stukken worden vervaardigd; het
Fransche geschut is uitmuntend en de stellingen van de
vijandelijke artillerie zijn in menig opzicht gunstiger
dan die van de onze. Gedurende eenige dagen is dan
ook de artilleriestrijd in het zuidwesten allerhevigst.
Generaal von Kamecke is echter een zóo bekwaam
artillerie-generaal, dat hij wel al zijn troeven zal uitspe
len om tot een goed einde te geraken.
„Men moet zich echter in Duitschland de zaak niet
te licht voorstellen. Als Parijs levensmiddelen genoeg
heeft, kan de crisis nog lang uitblijven, hoewel het bom
bardement die zeer kan verhaasten door zijn invloed op
de bevolking. De indruk dien de enkele branden in de
stad op de bevolking zullen maken is ook de grootste
uitwerking daarvan, want daar de gedeelten der stad die
door ons kunnen worden beschoten geheel uit zandsteen
zijn gebouwd, kunnen zij niet, of althans zeer moeilijk, in
brand worden geschoten. Hetmoet daarom deschrik en de
angst zyn die,gepaard met honger, het einde verhaasten.
„Mocht het echter nog lang duren, dan kunnen wij
geduldig afwachten; de lente nadert en het belegerings
leger is tegen aanvallen van buiten door onze andere
legers voldoende verzekerd, wij liggen nu toch reeds
vier maanden voor Parijs, dus of het einde heden of mor.
gen komt is hetzelfde.
„De donder der kanonnen, die van vroeg in den mor
gen tot laat in den nacht onophoudelijk voortgaat, doet
de familie's te Versailles menigen traan storten, daar
zij hunne bloedverwanten of betrekkingen zoo hevig