MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 16,
Donderdag
19 Januari,
1871.
Middelburg 18 Januari.
Z. E. baron Gericke van Herwijnen, minister van bui-
tenlandsche zaken, is Zaterdag avond an Londen over
Brussel te 's-Gravenhage aangekomen, en beett Maandag
den eed als minister afgelegd.
De kiesverecniging „Koning, bijbel en vaderland" te
Assen beveelt als candidaat voor het lidmaatschap der
tweede kamer aan m"-. B. J. Gratema, hoogleeraar te
Groningen.
Jl. Zaterdag heeft zich alhier geconstitueerd de Ver-
eenig'ing voor het houden van toezicht op het redden
van goederen in geval van brand. Deze vereéhiging,
door het departement Middelburg der Maatschappij tot
nut van 'talgemeen tot stand gebracht, telt 33 leden,
"benoemd door burgemeester en wethouders uit een door
het departement aangeboden alphabetisch dubbeltal. De
leden zijn in twee afdeelingcn verdeeld, waarvan de
eerste dienst doet in het en 3C de tweede in het 2C en
4e kwartaal. Tot hun voorzitter hebben zij gekozen den
heer m'\ O. J. Pické en tot zijn mede-commissaris den
heer F. Ermerins. Ieder dezer beide commissarissen
staat aan het hoofd eener atdeeling.
Het doel der vereeniging is, blijkens het reglemeut,
om bij het ontstaan van brand het toezicht te houden op
het in veiligheid brengen van goederen uit de bedreigd
wordende gebouwen.
De leden bepalen hunne werkzaamheden uitsluitend
tot het bergen van goederen. Zij bemoeien zich in geenen
deelemethet blusschen van den brand, wanneer zij daar
toe niet door de bevoegde autoriteit worden geroepen,
en onthouden zich van het geven van eenige orders of
bevelen. Wanneer in de lokalen, waarin dc hulp wordt
verleend ongeroepen personen mochten indringen of
zich bevinden, moeten de leden daarvan onmiddellijk
kennis geven aan den burgemeester of den commissaris
van politie. Het lid dat het eerst bij den brand aanwezig
is biedt aan de bewoners der ;bedreigde perceelen de
hulp der vereeniging aan, en geeft bij aanneming daar
van kennis aan den commissaris van politie. De in dienst
geweest zijnde leden moeten na afloop van den brand
de geredde goederen aan de belanghebbenden aan
wijzen. De vereeniging noch de leden zijn echter ver
antwoordelijk voor het verlies der goederen of daaraan
toegebrachte schade-
Zij die tot de dienstdoende schutterij of de brandweer
behooren zijn van het lidmaatschap der vereeniging
uitgesloten.
De leden dragen, in dienst zijnde, een door burgemees
ter en wethouders vast te stellen onderscheidingsteeken,
waarmede zij op het terrein van den brand worden toe
gelaten. Als zoodanig is aan burgemeester en wethou
ders voorgesteld: een armband met de kleuren van de
gemeente.
Jaarlijks wordt in de maand December een jaarverslag
opgemaakt, hetwelk aan het Nuts-departement en aan
burgemeester eu wethouder wordt toegezonden.
Met 1 Februari a. zal de vereeniging casu quo beginnen
te werken.
Evenals Walcheren verkeert Schouwen thans meer
dan ooit in een staat van isolement. Tijdens de vorst
was men daar vijf en na den ingevallen dooi nog twee
posten ten achter. Opnieuw spreekt men daar deu wensch
uit dat de communicatie met den vasten wal over
Philipsland mocht kunnen geschieden. De afstand van
de overzijde van den Anna-Jacoba-polder tot Philipsland
is li uur gaans, en ware dan de dam over het Slaak ia
orde, dan zou men in 2i uur naar Steenbergen, in 3 a 4
uren naar Roosendaal kunnen gaan. Tusschen Zijpe en
den Anna-Jacoba-polder is de overtocht bij den zwaar-
sten ijsgang, en terwijl de stoomvaart door Zeeland
geheel was gestremd, tweemaal daags heen en terug
mogelijk geweest, hetzij met roeibooten, hetzij met schiet-
schouwen. Ter voldoening aan bovengenoemd verlangen,
zou noodig zijn een weg door den Anna-Jacoba-polder,
een berijdbare dam van Philipsland naar den Brabantschen
wal en een rijweg van daar tot Steenbergen, Heesteren
of Bergen op Zoom. Men meent dat men met een grind
weg van 3 a 4 uren geholpen zou zijn.
In de Staats-courant van gisteren zijn opgenomen het
koninklijk besluit van den 20e« December 1870, waarbij,
met wijziging in zooverre van het koninklijk besluit van
22 Januari 1868 (Staatsblad n°. 13), de dienstdoende
schutterij te Ylissingen in haar geheel voor den dienst
der infanterie wordt bestemd; en van den 31en December
1870, houdende vaststelling van hoofdstuk Vila der
staatsbegrooting voor het dienstjaar 1871, alsmede tot
voorloopige vaststelling van hoofdstuk III derzeltde
begrooting.
Bij beschikking van den minister van financiën zijn
bij het kadaster benoemdtot landmeters 2e klasse, de
heeren A. C. van Ruyven, W. J. A. Urnmels, C. E. Last,
H. Vriend, W. F. Busing, B. J. H.'ddink en A. J.Uiterwijk,
thans landmeters 3l' klasse; en tot landmeters 3e klasse,
de heeren G. F. van der Noordaa, J. A. W. van Bergen,
W. van der Rest, A. C. Oosterman en C. Horsting, thans
adspirant-landmeters.
Benoemingen en besluiten.
eereteekenen. Verleend de zilveren medaille, inge
steld bij koninklijk besluit van 22 September 1855, n». 64,
aan J. Worthington, wegens menschüevende hulp ver
leend aan 14 inlanders, wier prauw op 12 Januari 1870
was omgeslagen en die ter hoogte van Oedjong-Pangka,
noordwestelijk van Soerabaija, iu zee drijvende waren.
ministeriöele departemente:-1. Benoemd tot adjunct
commies bij het departement varninauciën mr. W. N. van
Hamel, te Leiden.
weeskamer. Benoemd, ter vervanging van a. m. van de
Laar, overleden, tot secretaris van de algemeene com
missie van liquidatie der zaken van de voormalige wees-
en moinboirkamers mr. F. S. K. J. graaf van Randwijck,
referendaris aan het departement van financiën, welke
betrekking hij nevens die van secretaris der voornoemde
commissie zal blijven vervullen.
rechterlijke macut. Benoemd tot raadsheer in het
provinciaal gerechtshof in Groningen mr. E. Koning,
thans griffier bij dat hof.
notarissen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan
mr. H. van Marle als notaris te Middelstum, en aan
G. Boldingh als notaris te Hoorn.
Benoemd tot notaris te Hoorn C. Boldingh Gz., candi-
daat-notaris aldaar, en tot notaris te Utrecht J. van Hen
gelaar, candidaat-notaris aldaar,
Onderwijs.
Door den minister van binnenlandsche zaken is be.
paald, dat het maximum der te heffen gelden voor het
bijwonen van enkele lessen op de rijks hoogere burger
scholen niet meer mag bedragen dan het schoolgeld,
dat betaald wordt door hen die het volledig onderwijs
volgen. Tevens heeft de minister verklaard, dat de
admissie-examens voor de 1« klasse dier inrichtingen
niet kunnen worden geëischt, maar geheel en al facul
tatief moeten gesteld zijn.
Zaterdag middag is door een commissie, bestaande
uit studenten en oud-studenten aan het Athenaeum
illustre te Amsterdam, uit naam van een groot aantal
zijner leerlingen en oud leerlingen, aan d>\ J. C. G. Boot
op zijn verzoek eervol als hoogleeraar in de letterkun
de ontslagen, een geschenk tot aandenken aangeboden
Het bestaat uit een antiek bronzen beeld, geplaatst op een
marmeren voetstuk, waarop de inscriptie: „Viro cl aris-
simo J. C. G. B oo t, gr a t i di sci puli."
-Bij het gisteren door ons medegedeelde voorstel
van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan
den gemeenteraad aldaar tot oprichting eener hoogere
burgerschool voor meisjes met driejarigen cursus is eene
memorie van toelichting gevoegd.
Daaruit blijkt o. a. dat burgemeester en wethouders
de oprichting eener school met het daaraan verbonden
organisme bedoelen, bestemd voor meisjes tusschen de
14 en 18 jaren, .die sinds haar zesde jaar een lagere
school hebben bezocht, althans in den regel; en die als
vervolg daarop ter barer verdere ontwikkeling en bescha
ving nog drie of meerjaren onder gelijke leiding werk
zaam blijven. Opleiding tot eenige vrouwelijke industrie
of tot het geven van onderwijs valt buiten het kader
dezer school, waarhij het letterkundig en aethetisch
element op den voorgrond behoort te staan, zonder dat
daarom de beoefening der bepaalde en natuurkundige
wetenschappen uitgesloten is. Burgemeester en wet
houders meenen, dat de zorg voor het industrieele onder
wijs ten behoeve van meisjes veilig aan de Maatschappij
tot nut van 'talgemeen kan worden overgelaten. Zij
erkennen dat zij vroeger met den inspecteur van het
onderwijs het denkbeeld van een vijfjarigen cursus
toegedaan waren, terwijl de commissie van toezicht
een driejarigen cursus voorstond. Thans gelooven zij
dat het vraagstuk van een vijf- of wel driejarigen cur
sus als uitgemaakt is te aanschouwen; zij gelooven dat
.het onnoodig is den schooltijd voor middelbaar onderwijs
ten behoeve van meisjes op vijfjaren, of bij wijze van
vergelijk tot vier jaren te bepalen. De meisjes kunnen
gerust tot haar 14e jaar Je school voor meer uitgebreid
lager onderwijs bezoeken en daar voldoende kennis
opdoen, om haar in staat te stellen de hoogere burger
school als vervolgscliool op de lagere school te bezoe
ken. De bepaling van een schooltijd van 5 jaren achten
burgemeester en wethouders in strijd met de gewoonten
der opvoeding, die in Hollandsche gezinnen de huishou
delijke opleiding gedurende éen of meerjaren onder
het oog der moeder vordert, vóórdat het meisje als ge
huwde vrouw de wereld intreedt.
Zij wenschen aan du sphool den naam van Tessel-
school toe te kennen, als een hulde aan Tesselschade
Visscher, de vrouw die het ideaal van de echte Hol
landsche vrouw is.
Wat de lokaliteit voor de op te richten school betreft
wenschen zij de oprichting van een geheel nieuw gebouw
op een vrij terrein, en geven zij in overweging daartoe
een deel der gronden te bestemmen, die aan de nieuwe
Singelgracht zullen ontstaan. Die ligging komt hun
zeer gelukkig voor. Zij wordt begrensd door het oude
Amsterdam en kan een sieraad worden van het nieuw
Amsterdam, in welks middel het is gelegen. Het school
geld wenschen zij op ƒ90 te stellen en dus gelijk aan
dat van de hoogere burgerschool voor jongens. Zij mee
nen verder dat eene jaarlijksche rijks-subsidie voor deze
school wel niet zal worden geweigerd, maar dat men op
het toestaan daarvan niet wachten of daarom nu reeds
vragen moet en daardoor de vrijheid belemmerd zien
door de wet aan de stichters verzekerd.
Zij zijn voorts van oordeel dat alleen een vrouw aan
het hoofd van zulk eene school kan staan, die de alge
meene ontwikkeling en beschaving bij meisjes tusschen
de 14 en 18 jaren ten doel heeft. Het daarbij gevoegd
mannelijk toezicht, zooals dat te Arnhem is vastgesteld,
keuren zij niet goed.
Do raming der kosten bedraagt ƒ25,000, die der in
komsten 13,500, terwijl de eventueele rijks-subsidie
voor memorie wordt uitgetrokken.
Rinerbericliten.
De Staats-courant bevat de volgende berichten:
Pannerden 13 Januari, voormiddag 6 uur. IJs onver
anderd vast; overtocht te voet. Waterstand 12.46 meter
-f- AP. of 3.43 meter onder noodpeil. Gevallen 0.09
meter.
Deventer, 13 Januari. Geen bericht. Te Wij lie ijs
onveranderd. Passage over het veer te voet en met hand
karren over het ijs. Waterstand 3.94 meter -f- AP.,
of 2.76 meter onder noodpeil. Gewassen 0.04 meter.
Wijk bij Duurstede, 13 Januari. IJs in den Roodvoet
steeds vast, vóór de stad blank water. Waterstand 5.82
meter -f AP., of 3.01 meter onder'noodpeil. Gewassen
0.05 meter.
Sfiedrecht, 14 Januari. IJs onveranderd vast. Geene