Uit Parijs.
„De ontruiming van den Mont-Avronzegt decorres
pondent van the Daily News te Parijs heeft een zeer
nadeeligen invloed op de stemming der bevolking uitge
oefend, waartoe de toon van het officieele bericht niet
weinig heeft bijgedragen. In éen adem wordt verzekerd,
„dat het zware Pruisische belegeringsgeschut ons nood
zaakt om ons verdedigingsstelsel te veranderen", en „dit
alles kon men vroeger voorzien."
„Als men alles heeft kunnen voorzien dan is het jam
mer, dat Trochu zooveel vergeefsche pogingdh aanwendt en
menschenlevens in gevaar stelt voor ondernemingen die
toch geen gevolgen kunnen opleveren. Zijne besluite
loosheid en zijn voortdurend uitstellen heeft veel misnoe
gen tegen hem doen ontstaan, en waarschijnlijk zal hij
wel geene pogingen meer in het werk stellen om aan-
vallenderwijs te handelen.
„lleeds van den beginne was het zijn voornemen
slechts verdedigenderwijs te werk te gaan, Parijs zeer
krachtig te versterken en den schijn te geven of
het onneembaar zou zijn, teneinde de bevolking tevre
den te stellen. Dit doel heeft hij volkomen bereikt. De
beide uitvallen, die eeniongunstigen uitslag hadden, heeft
hij niet uit eigen beweging ondernomen, maar op aan
drang der politieke partijen, en als hij niet door de
publieke opinie wordt gedrongen, zal hij wel geen uitval
meer ondernemen. Hij zal wel liever zich alleen tot
tegenstand bepalen en op eene ontzetting door Chanzy
hopen.
„In weerwil van de stemming tegen Trochu en hoewel
het bombardement een aanvang heeft genomen, heerscht
in de stad nog geene moedeloosheid. Parijs zal tot het
uiterste volhouden, hoewel men zeer goed kan opmerken
hoeveel de inwoners moeten lijden.
„Toen de koude met hevigheid inviel, verzekerde de
regeering, dat zij de boomen in het bosch van Boulogne
zou laten vellen, doch de bevolking die het meeste gebrek
aan brandstof had wist wel dat de regeering langen tijd
noodig heeft eer zij tot het uitvoeren van hare plannen
overgaat, en dat er minstens eene week zou verloopen
alvorens er voldoende brandhout zou zijn. Daarom ging
zij zelf uit, om hout te zoeken, velde boomen. haalde
houtschuren omver, en sleepte haar buit naar huis om
zich te warmen.
„De eigenaars ontstaken hierover in woede en deregee-
ring dreigde met de ernstigste maatregelen.
„Het moet worden erkend, dat de inwoners van Parijs
tegenwoordig veel lijden en dat het sterftecijfer zeer toe
neemt, doch tevens, dat dit niet het gevolg is van gebrek
aan levensmiddelen."
Van den 8en Januari wordt het volgende gemeld:
„Door het belegeringsleger worden dagelijks ongeveer
20,000 granaten geschoten, die tot aan de Hue Soufflot,
Rue Banneau en de Avenue de Breteuil valleD. De ver
liezen bedroegen van den 5en Januari 15 dooden en 60
gewonden, waaronder vrouwen en kinderen die in de
straten werden getroffen. De autoriteiten manen de
inwoners aan vooral in de plaatsen die aan de kogels
blootstaan zich niet te vereenigen. Op drie plaatsen was
reeds brand ontstaan.
„De granaten vallen onophoudelijk in den Fauboug
£>t. Germain. Heden morgen vielen vier bommen in de
Rue madame en drie in de gieterij van Réné. In de Rue
St. Jacques ontsprong een bom juist toen de kerk uit
ging; ook in den Jardiu du Luxembourg viel een bom3
terwijl bij het paleis du Luxembourg in de Rue St. Jac
ques en de Boulevard pont Royal verschillende verwoes
tingen werden aangericht.
„In de bedreigde gedeelten van de stad verlaten de
inwoners hunne huizen en betrekken de buiten het
bereik der bommen gelegen ledig staande woningen.
„De Duitsehers hebben voor de forten Nogent en
Rosny batterijen opgericht, en op een verkennings
tocht die gisteren plaats had werd ontdekt dat zij
in het park van St. Cloud een nieuwe batterij hadden
opgeworpen, wier vuur, dat voornamelijk op fort Mon-
trouge was gericht, echter weinig schade berokkende.
„Van oflicieele zijde is bekend gemaakt, dat in zekere
clubs weder openlijke beleedigingen en bedreigingen
tegen de regeering zijn uitgesproken, die niet ongestraft
konden blijven. De voornaamste onruststokers zijn reeds
gevat en zullen voor den krijgsraad worden gebracht."
Een feest op de voorposten.
„Het is een lange eenzame weg zoo verhaalt de
correspondent van the Daily News te Versailles van
Gonesse naar Aunay, dien ik gisteren aflegde. Geen
dorpen of huizen geven eenige afwisseling. Toen ik des
namiddags op het kasteel van Aunay aankwam, liet ik
aldaar mijn paard achter en haastte mij om voordat de
nacht inviel de voorposten te bereiken.
„Toen ik het bosch binnentrad trof een pijnlijk
schouwspel mijne aandacht tot zich. Vier soldaten droegen
op hunne schouders een draagbaar waarop een voorwerp
lag dat met een bebloed kleed bedekt was. „Is hij gewond?"
vroeg ik. „Todt!" antwoordde met holle stem de korpo
raal die naast de baar liep. Het lijk werd naar het dorp
vervoerd. Het was de fusilier Jeskow. Hij was in een
huis op de voorpost n». 8 bezig geweest met het gereed
maken van zijne koffie, toen een bom door het venster
vloog. De sergeant maakte hem op het gevaar opmerk
zaam, maar de koffie was op het punt om te gaan
koken!.... en terwijl hij in de kan staarde, kwam een
tweede bom naar binnen, sprong en doodde hem op de
plaats.
„Ik was in een open vak in het bosch gekomen. Overal
waren barrikades, verhakkingen, Spaansche ruiters en
andere werken aangelegd, om den vijand te bestrijden.
Vijf minuten later kwam ik in een dorp waar twee batal
jons achter de muren der huizeffstonden te wachten tot
dat zij zouden worden afgelost. De officieren wandelden
op den weg waar zij aan het vuur der forten waren bloot
gesteld. Kort daarop hoorde men den pas van een troep sol
daten, die de wachten voor dien nacht kwamen betrekken.
„Eindelijk bereikten wij de plaats onzer bestemming.
Het was een lange, lage houten barak evenals die van
de heidens buiten Londen. Zij was voornamelijk vervaar
digd uit de deuren en vensters der naburige villa's, ter
wijl het eenige venster dat er in was aangebracht nog
met een gordijn prijkte. De grond was met planken
belegd en langs de eene zijde lagen springveeren-matras-
sen die eveneens uit de naburige villa's waren aangevoerd.
„Aan de wanden hingen platen en spiegels, terwijl
middenin het vertrek kostbare tafels van mahoniehout
stonden, die stellig niet door de sapeurs waren ver
vaardigd. De stoelen waren even fraai en men vond ze
in alle soortenleuningstoelen, causeuses, Amerikaan-
sche schommelstoelen, enz. De kachel stond lekker te
branden, en het was inderdaad jammer dat men te mid
den van zooveel gemak moest trachten te vergeten, dat
men slechts op een afstand van 1000 meters van den
vijand was.
„Toch slaagden wij er in. Er werd een feest gevierd,
waarop wij waren genoodigd, en langzamerhand werd de
barak door officieren van naburige posten gevuld. Een
der uiterste boeken diende voor keuken. De kok van
bet bataljon, die met zijn witte muts en voorschoot een
gunstig figuur maakte, was aanwezig. Weldra was de
tafel gereed en namen wij onze plaatsen in.
„Ziehier bet menu van een feestmaal bij de voorposten
van het 103e regiment
Polage: Exlrail deviande de Liehig.
Poisson: Sardinescaviar.
Entrees: Saucisse d'oiesaucisse de jambon.
Pieces de résistance: Bouilli de boeuf au macaroniroti de
moutonsalade aux pommes de terre.
Jambon.
Entremets: Compote de poires et de pommes; cJioucroute
conseroée.
DessertFromagebeurre fr ais, fruits, biscuits.
„De dranken bestonden uit: bier, aangeboden door de
Fr au Majorin, rooden wijn, champagne met.ijs^en zelfs met
veel ijs, want de inhoud der flessehen was bevroren, daar
men ze, zeer onvoorzichtig, in de open lucht had gereed
gezet.
„Op het dessert werden slechts twee feestdronken
ingesteld, en wel een op den koning van Saksen en een
andere op de Frau Majorin von Schoenberg. De laatste
dronk verwekte algeraeenen bijval. Vervolgens begon
nen de feestliederen. Een jong officier, von Zehman,
opende het gezang. Tusschenbeide werd hij geaccom
pagneerd door een instrument, dat aan de nabijheid van
den vijand herinnerde. De meeste liederen hadden betrek
king op den tegen woordigen toestand. Men begon met het:
Stehe icli in finsterer Mittcrnacht,
hetwelk werd gevolgd door
Wer will untcr den Soldaten.
De slotzang was het droefgeestige lied:
Icli batte einen Kameraden.
Einen bessern fiudest du nicht!
„Tegen tien uren werd ons een deserteur gebracht.
Hij had een zeer haveloos voorkomen, en ik geioof niet,
dat hij aan eenig kleedingstuk een enkelen knoop had,
wat ik echter bij meer Fransche soldaten heb opgemerkt.
Hij verklaarde, dat hij honger en dorst had. De majoor
liet hem wat eten geven en reikte hem eenflesch jenever
toe. Het verslag van zijn wedervaren was eigenlijk een
aaneenschakeling van „canards", en wij bemerkten te laat
dat hij dronken was.
„Hij wilde met geweld de Marseillaise voor ons zingen
waarvan hij het laatste vers eindigde met den kreet
A bas les Prussiens! Wat zouden wij met zoo'n wezen
aanvangen? Als we hem de deur uitjoegen zou hij in
een gracht zijn gevallen, waar we'hem den volgenden
morgen bevroren zouden hebben teruggevonden. Men
besloot hem in den naburigen stal bij de paarden van het
bataljon op te sluiten. Vier man droegen hem op hunne
schouders weg, terwijl hij voortdurend riep: Vive la
republique\
„Daar kwam de sergeant Schulz, die op de posten de
dagorder ging aflezen, wat bij gewoonlijk op een eento
nige wijze doet, maar thans had hij, zeker ter wille van
de koude, ook een beetje meer gedronken dan anders,
zoodat hij veel vroolijker was.
„Schulz watlustje, champagne, rooden wij nof cognac?"
„Cognac, kapiteinantwoordde Schulz. Schulz dronk
een groot glas cognac uit en las daarna de orders. Ik
geloof dat de cognac veel bijdroeg tot den nadruk waar
mede Schulz dien avond de orders voorlas die koning
Wilhelm aan zijne troepen gaf. Na zijn militairen groet
te hebben gemaakt, verdween de waardige sergeant.
„De officieren liepen gedurig af en aan. Dienstzaken
beletten hun geregeld te blijven zitten. Alleen de majoor
en ik verlieten onze stoelen niet. Te middernacht stond
kapitein Z. op en gespte zijn degen om. Hij moest een
ronde doen en'; bood mij aan om hem te vergezellen,
wat ik aannam. Wij gingen op marsch, hij, ik en drie
soldaten, en kwamen weldra in een boschje. Wij konden
de vijandelijke vuren duidelijk zien.
„Wij stonden daarnaar te kijken, toen wij gerucht
hoorden; drie personen naderden. Venex messieurs l" klonk
het. Het was een vijandelijke ronde waarvan de officier
ons voor vrienden had gehouden. De Saksische officier
maakte van die dwaling gebruik en ging zonder iets te
zeggen voorbij, maar keerde een oogenblik later om en
nam de drie personen gevangen, een officier der mobiele
garde en twee soldaten.
„Toen wij aan de barak terugkwamen werden wij ver
rast met de tijding, dat de kok met de witte muts punch
aux oeufs gereed had gemaakt, waarvan de Fransche
officier, zonder zich lang te laten bidden, mede zijn deel
gébruikte. Hij werd natuurlijk bestormd met vragen en
gaf nieuwe stof om over te praten. Deze officier van de
mobiele garde is een alleraangenaamst menschen bespot
ons, die geloovon dat Parys moet capituleeren, op de
kiuchtigste wijze!"
ii'ctijïhnQctt.
Gisteren zijn nog twee zeeschepen in de haven
van Vlissingen gekomen.
tjartïielsbmc!)tm.
Door de Nederlandsc'he handelmaatschappij zijn be
vracht de navolgende 3 schepen
Yoor Amsterdam Louis August Constantin, gezagv.
A.C. Steur,399 lasten, vracht ƒ77.4:3; Zaanstroom, gezagv.
C. I. Yepkes, 324 lasten, vracht f 79.
Voor DordrechtNicolette, gezagv. A. C. Bouter, 640
lasten, vracht 74.50.
Graanmarkten enz.
Gent, 13 Januari. Roode en witte tarwe fr 25.50,
middelmatigeu aanvoer; rogge fr. 17.25, a fr. 18.50,
weinig handel, geene verandering; gerst fr. 15.00;
haver f r. 9.50boekweit fr. 21.00paardenboonen fr. 21.00
koolzaad fr. 50.00; lijnzaad fr. 38.40koolzaadkoeken
fr. 30.50; lijnkoeken fr. 20.50; boter per kilogram
fr. 3.25eieren fr. 3.30 per 26 stuks..
Vlissingen, 13 Januari. Boter ƒ1.35 a ƒ1.30 per kilo
gram.
Amsterdam, 13 Januari. Raapolie op 6 weken 51 j.
Lijnolie op 6 weken ƒ331.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 13 Januari 1871.
Nederland.*Certific. Werkelijke schuld. 21 pet. 52
*dito dito dito 3 61-^
*dito dito dito 4 821
*Aand. Handelmaatschappij 4j-
dito exploitatie Ned. staatssp. 89
België. *Certificafcen bij Rothschild 2.V
Rusland. *Oüligatiën 1798/1816 5 931
*Certific. adm. Hamburg 5 63-|
*dito Hope O. 1855, 6e serie 5 73|
*Cert. 1000 1864 5 90 f
*dito 1000 1866 5 r 901
*Loten 1866 5 «218
*ObIig. Hope Co. Leening 1860 41 83
*Certific. dito4
*Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4
*Obligatiën 1867 4 66
*Obl. 1869 4 65 i
*Certificaten 6 42
*Aand. spoorweg Gr. Maatsck. 5 „211