öuitcnlanö.
Men schrijft van den Helder van jl. Woensdag:
„Het uitblijven van eenig bericht aangaande het op
26 December 11. van hier naar Suriname vertrokken
oorlogsstoomschip Soestdijk, baart hier nog al eenige
ongerustheid. De loods, een ingezetene dezer plaats,
heeft evenmin iets van zich doen hooren. Een der Engel-
sche havens in het kanaal, die gewoonlijk voor het aan
vullen van steenkolen worden binnengeloopen, schijnt
men niet te hebben aangedaan. Volgeös ingewonnen
berichten moet de lucht op den eersten dag na het ver
trek ontzettend dik van sneeuw zijn geweest, vergezeld
van een sterken bries uit het oosten. Zeelieden alhier
vermoeden, dat het stoomschip, tengevolge van een en
ander, het kanaal vliegend is uitgeloopen en alsnu Tene-
riffezal aandoen om den loods aldaar aan den wal te zetten.
Intussclien verkeert het huisgezin van den bewusten
loods, evenals vele hier wonende familiebetrekkingen
van de equipage van meerbedoeld stoomschip, in zeer
pijnlijke ongerustheid." Handelsblad
Onder de in Duitschland gevangen gehouden offi
cieren is een nieuw woord voor bedriegen in zwang,
namelijk ducrolternaar aanleiding van het gedrag van
generaal Ducrot.
Het volgende wordt geschreven uit Kaapstad 24
November.
„Er heerscht hier sedert eenige weken eenebuitenge-
meen felle hitte.
„Alhier is overleden dr. James Abercrombie, genees
heer, die omtrent vijftig jaren hier met het beste gevolg
en de meeste humaniteit onafgebroken in zijn vak bezig
was. Hij stelde veel belang in al wat de welvaart der
kolonie betrof, waar hij in 1819 aankwam. Hij vertegen
woordigde de Kaapstad in het eerste parlement in het
House of assembly en later in den wetgevenden raad-
Ook voor de belangen zijner kerk (de Schotsche) en in
't algemeen van die van andere kerkgenootschappen, was
hij ijverig werkzaamom zijn verdraagzamen geest en
hulpvaardig gemoed werd hij zeer geacht.
„Er zal ten behoeve der noodlijdenden in Duitschland
en Frankrijk vanwege den thans heerschenden oorlog,
volgens aanbeveling der synode, op een aanzoek aan haar
gericht, eene inzameling gehouden worden in alle ge
meenten waar zulks nog niet geschied is.
„Nopens de diamanten Yalt vooreerst te berichten,
dat er gevonden zijn op de plaats Taaiboschpoort, half-
verwege Colesberg en Hopetown. Men twijfelt er niet
aan, of in het district Colesberg zullen er weldra op meer
plaatsen gevonden worden. In de hoofdplaats worden er
vele voor andere districten aangebracht, en de handela
ren beginnen ze weer in te koop'en, daar zij meer bekend
zijn geworden met de waarde er van.
„Er schijnen ongeregeldheden of geschillen op de
diamantvelden te hebben plaats gegrepen. De delvers
van Klipfontein moeten in onmin geraakt zijn met de
uitvoerende commissie wegens het heffen van nieuwe
belastingen, in den vorm van 10 sh. per maand voor elke
cradle of zeef, en andere heffingen. De oude commissie
moet verdrongen zij a en eene nieuwe benoemd, met den
heer Stafford Parker, als president. Ot die heer nu 't hoofd
geworden is van een nieuwe „republiek' der delvers,
of louter aangesteld is om de orde te handhaven, blijkt
nog niet met genoegzame zekerheid.
„Inmiddels zal de heer John Campbell als speciale
magistraat van Port Elizabeth naar de diamantvelden
vertrekken.
„Uit den Oranje-Vrijstaat heeft men bericht, dat 16 de
zer eene buitengewone zittingvan den volksraad geopend
is, met eene aanspraak van den president Brandt, waarin
kennis werd gegeven van het protest, dat hij aan de
Britsche overheden ingezonden heeft over de .benoeming
van magistraten op het betwiste grondgebied (een deel
der diamantvelden) en waarin voorts gezegd wordt, „dat
de president den 28en October jl. kapitein Water boer heeft
laten waarschuwen tegen het ten uitvoer brengen van de
tegen den heer Nicholson gedane bedreiging, daar ons
gouvernement (van den Vrijstaat) anders verplicht zou
zijn te overwegen, welke maatregelen genomen moeten
worden tot handhaving van zijne rechten. En aangezien
desniettegenstaande opnieuw eene bedreiging van den
kant van Waterboer gedaan is, om den heer Nicholson
op 15 dezer met geweid van den door hemgeoceupeerden
grond weg te voeren, zal het onnoodig zijn te beslissen
wat in deze zaak gedaan moet worden.
„Het blijkt dus, dat de president de beslissing in dezen
aan den volksraad overlaten wil; en zeker is het eene
belangrijke zaak, daar licht eene hernieuwing van de
vijandelijkheden met Engeland van een besluit tot krach
tige optreding tegen Waterboer het gevolg zou kunnen
zijn. De Tijd, het voornaamste blad van Bloemfontein,
voert een nadrukkelijke taal tegen de Engelsche overheden
en meent, dat, indien de regeering van den Vrijstaat
op dit punt toegeeft, zij de moeilijkheden slechts ver
meerderen en den jeugdigen staat groote nadeelen be
rokkenen zou." Handelsblad
Thermometer stand.
5 Jan. 'sav. 11 u. 37 gr.
6 J an. 's rnorg. 7 u. 38 gr. 's midd. 1 u. 42 gr. 's av. 6 u. 40 gr.
Algemeen overzicht.
Omtrent de overwinning van het Fransch noorder-
leger onder bevel van den generaal Faidherbe, bij
Bapeaume, niet ver van Kamerijk, zullen onze lezers
eenige bijzonderheden in dit nommer aantreffen. De
beteekenis dezer overwinning zal echter vooral nader
moeten blijken uit de verdere krijgsoperatiën vau het
noorderleger.
De Duitsche berichten omtrent den veldslag bij
Bapaume beweren toch dat de overwinning door de Duit
sche troepen is behaald en de Franschen bij het invallen
van den nacht terugtrokken.
Omtrent de krijgsoperatiën iu het zuiden van Frank
rijk bevat the Times het bericht uit Berlijn dat het
beleg der vesting Langres door de Duitsche troepen
is opgebroken om zich bij het leger van den generaal
von Werder te voegen, die door de troepen van de
generaals Bourbaki en Garibaldi wordt bedreigd. Men
mag alzoo ook in die streek weldra een veldslag te
gemoet zien.
De laatste berichten uit Parijs, van 3 Januari, melden
dat het bombardement weinig schade had aangericht
en de bevolking luide aandringt bij den generaal Trochu
op de hervatting der krijgsoperatiën tegen de Duitsche
belegeringstroepen, zoodra de toen heerschende felle
koude zou verminderd zijn.
Met de meeste belangstelling wordt in Duitschland de
beslissing tegemoet gezien der Beiersche kamer van af
gevaardigden omtrent het ontwerp-tractaat tot vereeni-
ging van Beieren metdenDuitschen bond. De regeering
heeft de stemming daarover nog uitgesteld om intusschen
van haren invloed op verschillende leden der oppositie
gebruik te maken. Daar twee derde deel der uitgebrachte
stemmen voor de aanneming van dit ontwerp-tractaat
vereischt worden, schijnt hetoogenbliknogniet gekomen
om tot de stemming over te gaan. Hoewel reeds een
aantal leden hebben verklaard dat zij hunne gevoelens op
het altaar des vaderlands ten offer zullen brengen, ont
breken nog vier stemmen voor de vereischte meerder
heid. Het Beiersche gouvernement zal dus nog een
laatste poging in het werk moeten stellen om zijn doel
te bereiken zonder ontbinding der vertegenwoordiging.
Mevrouw George Sand heeft eenigen tijd geleden een
brief gerichtaaneeneEngelsche schrijfster, waarin zij haar
gevoelen omtrent den tegenwoordigen staat van zaken
mededeelt. Ondanks George Sand's sympathie voor
Duitschland lezen wij daarin het volgende: „Wat mij even
zeer als onze nationale rampen leed doet is de rol van
Pruisen, eene protestantsche, beschaafde, wijsgeerige
natie. Ik schaam mij en gevoel mij smartelijk aangedaan
waar ik zie hoe het publiek gevoel op zoo monsterachtige
wijze in Duitschland op den dwaalweg is gebracht. Ter
wijl toch ons land, na de in Augustus geleden nederlagen,
de betaling der oorlogskosten aanbiedt en den vrede
vraagt, meent Duitschland uit een politiek en godsdienstig
oogpunt dat] het noodig is om dien vredesmeekenden
vijand te verpletteren en hem zijn goed en bloed te ont
nemen. En men durft in de openbare vergadering van het
parlement betoogen dat men ons land voor een vijftigtal
jaren moet vernietigen! Men eischt den afstand van pro
vinciën wier bevolking dit niet wil en waarvan de inlij
ving onzeschande volledigzou makenEn onder dat talrijk
publiek van critici, historieschrijvers en wijsgeerige man
nen worden er slechts een tweetal gevonden om daartegen
te protesteeren! En onderdie talrijke geestelijkheid welke
de waarheid beweert te vertegenwoordigen, is er geen
rechtzinnige of liberaal dieaan de natie hare zonde durft
verwijten! Allen werpen zich op hun slachtoffer en
versterken hun teutonischen haat met dogmatische theo-
riën." George Sand ziet dan ook, gelijk zoo velen, na
het einde van dezen oorlog een tijdperk van haat en ver
bittering tusschen bet Fransch en Duitsch element
tegemoet, waarvan Europa de zeer nadeelige gevolgen
zal ondervinden.
Maar zegt de Kölniscbe Zeitung, ten aanzien van
eene dergelijke aansporing, in de Neue Freie Presse, om
nu toch eindelijk met al dat moorden op te houden
toont ons hoe wij met eere uit Frankrijk terug moeten
komen, zoolang de Fransche regeering den afstand van
grondgebied zelfs niet in beginsel wil toegeven! De
Külnische Zeitung, met hare Pruisisch-liberale aspira-
tiën, vergeet daarbij echter harerzijds aan te toonen wat
de „eer" van Duitschland te maken heeft met den afstand
van den Elzas en Lotharingen. De noodzakelijkheid
daarvan is uit een militair oogpunt nog verre van
bewezen en uit een politiek oogpunt zou die afstand,
noodzakelij k geacht ten behoeve van Duitschland's „eer",
een allerverderfelijksten invloed uitoefenen op de hand
having van den vrede in de toekomst, als blijvende getui
genis van den thans met zooveel verbittering gevoerden
oorlog. Bij de halstarrigheid van het Pruisisch gouver
nement te dien opzichte, moet de Fransche natie zich
dan ook eerst geheel en al zien ten onder gebracht en
overtuigd worden van de tijdelijke noodzakelijkheid om
zooveel grondgebied aan Duitschland af te staan, als het
verkiest te vragen.
Te Londen hebben eergisteren twee meetings plaats
gehad, waarbij de verzamelde menigte hare sympathie
voor Frankrijk betuigde, bij de Engelsche regeering op
de erkenning der Fransche republiek verklaarde aan te
dringen en van de conferentie pogingen tot herstel des
vredes verklaarde te verwachten. The Times bevatte in
zijn nommer van dienzelfden dag een artikel, waarin de
onmogelijkheid der erkenning van de Fransche republiek
werd betoogd, op grond dat de republiek nog niet wettig
bestaat.
Laatste berichten.
Versailles.
Het bombardement der aan de zuidzijde van Parijs
gelegen forten wordt voorgezet. Het fort Issy is tot
zwijgen gebracht en ook op de overige punten schijnt
het bombardement een voor ons gunstig resultaat te
hebben.
De generaal von Werder heeft ten zuiden van
Vesoul een voorpostengevecht gehad met den vijand.
Rocroy is door de Duitsche troepen bezet.
Londen.
Volgens hier ontvangen mededeelingen uit Parijs
heeft het bombardement der Duitsche troepen aan het
fort Rosny geen schade toegebracht. Het vuur der
belegeraars werd niet meer beantwoord omdat de
kommandeerende officier het beter achtte de bezetting in
de kazematten in veiligheid te brengen.
Bordeaux.
De heer Jules Favre wacht Engeland's uitnoodiging
om aan de conferentie deel te nemen. De beweringen
van the Times zijn onjuist.
Het leger van Havre is op St. llomain, 3 uur O.N.O.
van die stad, teruggetrokken.
Be gevechten in het loorden.
Na den slag bij Pont-Noyelles heeft generaal Faidherbe
zijne troepen zooveel mogelijk hersteld en vervolgens
een aanvallende houding aangenomen, zoodat reeds
gedurende verscheidene dagen belangrijke gebeurtenis
sen in het Noorden van Frankrijk werden voorzien.
„Toen ik heden morgen ontwaakte zoo wordt van
den 30cn December uit Douai aan the Standard geschre-
ven vroeg ik mijzelven af, of ik wel werkelijk in Douai
was? "Voor 8 dagen stond ik geheel alleen aan het station
en kon ik verscheidene straten doorgaan zonder iemand
te ontmoeten. Doch thans heeft er een groote verande
ring plaats gehad. Douai is ontwaakt en de meest ver-
getene stad van het Noorden is plotseling de belang
rijkste geworden, terwijl het zeer waarschijnlijk is, dat
na weinige dagen haar naam met een der gewichtigste
gebeurtenissen van den oorlog zal zijn verbonden.
„Het leger van het Noorden legert onder de muren
der stad en ieder oogenblik wordt een groote veldslag
te gemoet gezien. De stad is zóo vol, dat het onmogelijk
is, tegen welken prijs ook, om een bed te krijgen. In de
straten wemelt het van soldaten; het excercitieplein is
steeds bezet; de ordonances vliegen in alle richtingen
en telkens komen er nieuwe troepen aan, terwijl de
officieren niet weten waar ze hun hoofd zullen neder-
leggen. Overal staan schildwachten, om de orde en de
krijgstucht te handhaven en de ambulances zijn geheel
voor den dienst ingericht.
Voortdurend komen groote hoeveelheden levensmid
delen aan, waaruit men besluit, dat de meeste gewonden
hierheen zullen worden gebracht. De hospitalen zijn
wel bezet, maar meer door herstellenden die weldra voor
anderen kunnen plaats maken.
De beweging van generaal Faidherbe om Amiëns te
verlaten wordt zeer toegejuckt en men koestert een
groot vertrouwen in zijne handelingen, waardoor zijne
soldaten hem vol moed in den strijd zullen volgen. Giste
ren was hij hier en is van nachtnaar Vitfy vertrokken
alwaar hij zijn hoofdkwartier heeft. De bescheidenheid
belet mij om eene beschrijving te geven van het ontwor-