et algemeen reglement hechten, dan zou, naar het ge voelen der kamer, het. voorschrijven van openbare zittin gen (echter alleen voor de kiesgerechtigden) aanbeve ling verdienen boven het uitgeven van uitvoerige verslagen, uithoofde zoowel vanMe moeite, als vooral van de kosten aan zoodanige uitgifte verbonden, en die uit de beperkte fondsen der kamer wellicht niet te bestrijden zouden zijn, (Y. Hott. cour.) Jl. Maandag is aan de Kruiskade te Rotterdam brand ontstaan in een huis waarin een manufactuurwinkel wordt uitgeoefend. Zoowel de winkel als de eerste ver dieping zijn geheel uitgebrand. Des namiddags is een der werklieden, nog aan het uitgebrande gebouw werk zaam, uit het raam van de tweede verdieping op de straat gevallen en belangrijk aan het hoofd verwond. De Berlijnsche Börsen Zeitung klaagt erg over do storing die het spoorwegverkeer in Duitschland onder vindt en die, volgens dat blad, zóo nadeelig werkt, dat indien het nog eenigen tijd zoo voortduurt, handel en nijverheid, die door het verminderde verbruik en den geringen afzet reeds hevig lijden, met een geheelen ondergang worden bedreigd. Zelfs goederen die een spoedige verzending vorderen blijven liggen. Het wordt zeer betreurd, dat, hoewel voor de belangen van het leger veel spooxwegmateriaal noodig is, zooveel daarvan noodeloos in Frankrijk wordt achtergehouden, zonder dat het wordt gebruikt. Tliermometerstand. 27 Dec. 'sav. 11 u. 27 gr. 28 'smorg.7u.28gr.'smidd.lu.30gr.'sav. 6u.26gr föuitmlcmïr. Algemeen OYerzicht. Keizer Alexander van Rusland zeide, na de inneming van Moscou door het „groote leger" onder Napoleon I: „Nu begint de oorlog eerst voor ons!" Men beweert dat dit thans ook het wachtwoord is voor de Fransche natie, en de proclamatie van het gouvernement der natio nale verdediging aan de Parijsche bevolking geheel en al aan de thans vrij algemeen heerschende stemming be antwoordt. In deze proclamatie wordt gezegd: „De te bestrijden vijand is machtig, doch welke zijne kracht zijn moge, zij is minder groot dan die van geheel de Fransche natie." En dat de geheele natie langzamerhand aan den krijg begint deel te nemen, welke daardoor het karakter van een allertreurigsten verdelgingsoorlog verkrijgt, valt moeilijk meer te betwisten. Uit Dresden wordt intusschen gemeld dat, volgens aldaar ontvangen telegrafisch bericht van den opperbe velhebber der Saksische troepen, het bombardement van Parijs aan de zijde van den mont Avron gisteren zou zijn aangevangen. Uit Versailles werd dit bericht ech ter tot dusverre nog niet bevestigd. De vraag of de Duitsche dan wel de Fransche leger- rapporten omtrent den veldslag bij Pont-Noyelles met de waarheid in strijd zijn geweest, zal moeten blijken uit den verderen loop der krijgsgebeurtenissen rondom de stad Albert. Indien het Duitsch 'egerbericht van den generaal von Manteuffel juist is, dan mag men onderstel len dat hij van de behaalde zegepraal op het Fransch noorder-leger gebruik zal maken om het op nieuw tot het leveren van een slag te dwingen. Is dit laatste niet het geval, dan mag men aannemen dat, zoo de bewering van den generaal Faidherbe onjuist is volgens welke hij als overwinnaar slechts met het oog op het jaarge tijde andere meer achterwaarts gelegen kantonneraenten heeft betrokken, daar de op het slagveld van Pont- Noyelles gelegen dorpen bijna allen in brand geschoten en vernield waren ook het overwinningsbericht van den generaal von Manteuffel overdreven is, volgens welke het verslagen leger in vollen aftocht zou wezen en hij, „dit vervolgende", reeds te Albert is aangekomen. Een bericht uit Rijssel meldt dat het hoofdkwartier van den generaal Faidherbe thans te Arras is gevestigd en dat Corbie en Albert door de Fransche troepen zijn ontruimd. Uit Londen wordt gemeld dat de conferentie aan staanden Dinsdag aldaar zal worden geopend. Tevens wordt bericht dat de heer Jules Favre het vrijgeleide nog niet heeft ontvangen, door tusschenkomst van het Engelsch gouvernement bij de Pruisische regeering voor hem aangevraagd. De Fransche zaakgelastigde te Lon den, de heer Tissot, zal dus waarschijnlijk Frankrijk op de conferentie vertegenwoordigen, tenzij de heer Favre per luchtballon de Fransehe hoofdstad mocht verlaten. Uit Kon8tantinopel wordt gemeld dat het Turksch gouvernement zeer verlangt naar het bijeenkomen der conferentie ter regeling van Rusland's eischen omtrent de Zwarte zee. Zoodra toch tusschen de regeeringen van St. Petersburg en Konstantinopel eenige spanning be staat, wordt onder de Christenbevolkingen van hetTurk- sche rijk de neiging tot verzet weder verlevendigd en zoekt men naar het eene of andere voorwendsel om tegen het Turksch gezag op te treden. In het belang der inwendige rust dringt alzoo de Tnrksche regeering op bespoediging der conferentie-werkzaamheden aan. Mus- surus-pacha, die Turkije aan de conferentie-tafel zal vertegenwoordigen, heeft overigens de meest vredelie vende instruction ontvangen. Hetgeen wij dezer dagen opmerkten omtrent de ser viliteit waartoe het Pruisisch gouvernement de Belgi sche regeering schijnt te willen dwingen, door hare ver- toogen omtrent artikelen van Belgische dagbladen, vinden wij ook heden uitgesproken in een artikel van het te Bergen in Henegouwen verschijnend dagblad l'Organe. „Indien het gouvernement zegt dit blad geen moed of waardigheid genoeg bezit, dan zal de natie deze in zijne plaats bezitten, en als de heer d'Anethan een onzer mede-journalisten mocht willen vervolgen om daardoor aan den heer von Bismarck te behagen, dan zou hij spoedig genoeg ten zijnen koste leeren dat zulk een servilisme niet meer in onzen tijd te huis behoort en dat de Belgen geen plan hebben om de vernedering te ondergaan, welke men hun zou willen opdringen. Indien wij als natie slechts meer konden bestaan door de onderdanige slaaf te wezen van den Duitschen bond, na reeds de zeer nederige dienaar te zijn geweest van den laatsten Bonaparte, dan zou het voor ons beter zijn om van de kaart van Europa te verdwijnen. Wij zouden dan ten minste aan de schande ontkomen." Uit Munchen bericht men, dat, gelijk wel te verwach ten was, de commissie van rapporteurs uit de kamer van afgevaardigden, belast met bet onderzoek van het ont- werp-tractaat omtrent de vereeniging van Beieren met den bond, in haar rapport tot verwerping van dat ont werp concludeert. De commissie stelt voor om nieuwe onderhandelingen omtrent dit punt te voeren, op den grondslag van de bestaande of- en defensieve overeen komsten. Eergisteren is de onzen lezers bekende Luxemburg- sche petitie, van 44,869 handteekeningen voorzien, aan 's groothertogs stedehouder, prins Hendrik der Neder landen, ter hand gesteld. Deze beeft daarop de verklaring afgelegd dat hij zich gelukkig achtte met dit blijk van vertrouwen der onderteekenaren in hun souverein, en overtuigd was dat deze manifestatie hem zon ondersteu nen in de verdediging der rechten van het getrouw hertogdom. De petitie zou overigens, naar de meening van den prins, aan het buitenland bewijzen dat de loyale Luxemburgers, evenals de groothertog, vertrouwen stellen in de rechtvaardigheid hunner zaak en in de loyauteit der onderteekenaren van het tractaat van 1867. Laatste berichten. Versailles. Officieel. Gisteren is het beschieten van den Mont Avron begonnen, hetwelk heden werd voortgezet. Londen. The Times meldt dat de Turksche regeering de hou ding van bet gouvernement van Romanië omtrent het tractaat van 1856 als onwettig beschouwt. The Times meldt dat de generaal Trochu het fort op den Mont Yalérien van levensmiddelen laat voorzien. Brussel. De Mont Avron wordt gisteren en heden door de Prui sen gebombardeerd. De generaal Trochu heeft op 3000 a 3500 meters voor het fort Rosny verdedigingswerken aangebracht, welke de belegeraars zeer hinderen in het opstellen hunner batterijen. De generaal Faidherbe meldt uit Arras dat hij weldra weer in staat zal zijn om aanvallenderwijze te werk te gaan. Het gevecht hij Pont-ïïoyelles. „Gisteren, zoo wordt door een Fransch correspondent van den 24e° December uit Rijssel geschreven, ontvingen wij het bericht van het gevecht dat door het leger van het noorden onder generaal Faidherbe bij Pont-Noyelles is geleverd. Pont-Noyelles is een klein plaatsje, onge veer 25 kilometers van Amiëns en twintig kilometers van Corbie, in de richting van Doullens. Na een gevecht van zes uren bleef Faidherbe overwinnaar over de ge heele linie en bivouakkeerde op het slagveld. De koel bloedigheid van dien generaal gedurende den strijd wordt zeer geprezen. „Men zegt, dat bij eene beweging der Pruisen, die zij aan het einde van een strijd altijd maken om het slag veld te verlaten, de Fransche generaal vooruitsnelde en de achterhoede van het vijandelijk leger van zijn hoofd troep afsneed en op de vlucht dreef. Na een lang artil leriegevecht, waarin onze stalen kanonnen uitmuntende diensten bewezen, beval generaal Faidherbe een charge met infanterie over de geheele linie van het gevecht. „Heden trekt de generaal, die meester van het slag veld is, zijn leger bij Albert samen, teneinde aldaar aan zienlijke versterkingen te wachten van mobiele garden, die hem uit alle steden worden toegezonden. Hoewel zijne strijdkrachten voldoende zijn om een eersten aan val der Duitschers te doorstaan, wil hij toch eerst zijn korps aanvullen, alvorens aan de groote macht van von Manteuffel het hoofd te bieden. Dit toont dat hij wijze voorzichtigheid met doortastende geestkracht vereenigt, en ik ben er van doordrongen dat deze beweging van groote strategische kennis getuigt. „Gedurende den slag heeft de generaal bewijzen van grooten moed geleverd, want men zag hem te midden van het grootste gevaar, en hij is eens genoodzaakt ge weest van paard te verwisselen, omdat het zijne door een kogel getroffen was. Het blijkt dus voldoende dat, zoo de soldaten zich bebben ontzien, de aanvoerder het niet heeft gedaan. „De beweging van Faidherbe, om zijn leger thans samen te trekken is vooral ook belangrijk omdat, naar men verzekert, de Fransche legerkorpsen van Havre en Cherbourg het leger van von Manteuffel vervolgen, dat daardoor tusschen de legers van het noorden en oos ten zou worden ingesloten. „Te Pont-Noyelles hadden de Duitschers 30000 man in het gevecht en eene reserve van 10000 man. Voor het oogenblik althans zal ik de sterkte van het Fransche leger van het noorden nog verzwijgen. Dit wil ik echter wel vertellen, dat de mobielen allen in reserve zijn ge bleven en dat de troepen die aan den strijd deelnamen de divisiën Lecointre en Paulze d'Ivoy waren. „Tusschen Calais en Cherbourg is een postdienst met pakketbooten geopend. Yan Cherbourg tot Bordeaux is de weg open en onbelemmerd zoodat de communicatie met die stad geregeld voortgaat." Een Duitsch ooideel over den oorlog. De oorlogs-correspondent der Kölnische Zeitung, de ritmeester Julius von Wickede, schrijft het volgende: „De hoop die men in het begin dezer maand reeds koesterde, dat, na het mislukken der uitvallen uit Parijs, de capitulatie der stad spoedig zou volgen en dat het einde van dezen gruwelijken oorlog dan spoedig bereikt zou zijn, is geheel verijdeld, en ik kan de vrees niet onderdrukken, dat het nog wel eenigen tijd zal duren alvorens de zwart-witte vlag van de wallen te Parijs waait. „Frankriik's hoofdstad verdedigt zich met de grootste vertwijfeling, en Gambetta en zijne collega's willen den strijd met de hevigste hardnekkigheid ten einde toe volhouden, hoewel zelfs de geringste schemering van hoop op een gelukkigen afloop voor hen niet meer kan bestaan. Intusschen gaat men voort Frankrijk in een ontzaglijke woestijn te veranderen, want de kleine oorlog tegen de ranc-lireurs smoort alle gevoelens van menschelijklieid, en christelijkheid in de gemoederen der soldaten. „Er komt geen einde aan het afschuwelijk branden en vernielen; tengevolge van enkele schoten die door ongeregelde troepen worden gelost, verbrandt men al de dorpen die in den omtrek liggen, en de oorlog dreigt een niet minder woest karakter aan te nemen dan den der tigjarigen oorlog heeft gekenmerkt. Zoo iets in staat was om een denkend en gevoelig mensch tot een volge ling van Elihu Burrit en zijne leerstellingen over den vrede te maken, dan is het deze strijd van 1870, en wanneer wij hem eenmaal voorspoedig hebben ten einde gebracht, en de deuren van den Janus-tempel weder zullen gesloten zijn, dan moeten alle vertegenwoordigers der beschaafde staten in Europa het als een heiligen plicht beschouwen, om een groot vredes congres bijeen te roepen, teneinde middelen te beramen en ook in toepas sing te brengen, om onze staande legers zoo veel moge lijk te verminderen en aan de afzonderlijke staten alle middelen te ontnemen, om in 't vervolg elkander weder in een zoo vreeselijken strijd te vernielen, het bloed van honderdduizenden te vergieten, en de ontwikkeling, welvaart en vrijheid der natiën te verwoesten. „Ik vrees zeer, dat de capitulatie van Parijs niet zaj volgen voordat onze zware kanonnen het laatste woord zullen hebben gesproken, hoe bedroevend de noodzake lijkheid ook moge zijn, om een zóo groote en volkrijke

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 2