OU RA NT. N°' 305. Zaterdag 1870. 24 December. Uithoofde van den Kerstdag, zal in de volgende week liet Dinsdagsche nominer der Middelburgsehe courant niet worden uitge geven. Middelburg 23 December. In den Haag loopen lieden geruchten omtrent een ministeriëele combinatie welke door den heer Thorbecke zou zijn tot stand gebracht. De heer Thorbecke zou, volgens die geruchten, optreden als minister van binnen- landsche zaken, de heer van Bosse als minister van kolo niën, de heer Broóx als minister van marine, de generaal-, majoor M. D. graaf van Limburg Stirum als minister van oorlog, de heer mr. J. J. van Meerbeke, raadsheer in het provinciaal gerechtshof van Noord-Holland, als minister van justitie en de heer Gericke van Herwijnen als minister van buitenlandsche zaken. Wie de porte feuille van financiën zou aanvaarden melden de geruch ten nog niet. Afgescheiden van de meerdere of mindere gegrond heid dezer geruchten, zijn er onderscheidene omstan digheden welke een spoedig optreden van den heer Thorbecke zeer waarschijnlijk maken. De kredietwet voor de begrooting van binnenlandsche zaken werd lieden door de tweede kamer met 71 tegen 2 stemmen aangenomen, nadat deze, op voorstel van den heer Blussé, met de uitgetrokken post voor subsidie aan meisjesscholen toe te kennen, was verminderd. Voorts zijn de kredietwetten voorde begrootingen van marine en de nationale schuld zonder discussiën met algemeene en die voor het departement van financiën met 52 tegen 21 stemmen aangenomen. Wij vernemen dat de heer mr. Bijleveld van Seroos- kerke zijn verzoek om ontslag als burgemeester dezer gemeente bij den koning heeft ingediend. Jl. Maandag heeft de commissie, benoemd door de ingelanden van den polder van Schouwen, om advies uit te brengen betrekkelijk het wenschelyke van de al of niet vrijverklaring van dien polder, na uitvoerige be raadslaging besloten te adviseeren om dien polder te doen vrijverklaren. Door de provinciale staten van Gelderland is tot lid van de eerste kamer der staten-generaal gekozen jonk heer H. A. D. Coenen, burgemeester van Zutfen. De onlangs te Nijmegen opgerichte Vrede-vereeniging heeft in hare eerste vergadering besloten adressen te richten aan Z. M. den koning en aan de tweede kamer der staten-generaal, om, naar aanleiding der volgende vijf stellingen, te verzoeken: opheffing der vestingsteden en vervanging daarvan door zuiver militaire vestingen. Die vijf stellingen zijn: 1°. In overeenstemming met het streven van het nieu were volkenrecht, om de niet-militaire bevolking en de particuliere bezittingen aan de rampen des oorlogs te onttrekken, zou de afschaffing van het stelsel der ves tingsteden een belangrijke bijdrage leveren tot verzach ting van den oorlog. 2°. Het volkenrecht kan, zoo dit stelsel behouden wordt, aan de niet-militaire bevolking der vestingsteden geen voldoende hulp brengen. 3°. Uit een militair oogpunt is het stelsel der vesting steden niet aan te bevelen. 4°. Uit een staatsrechtelijk oogpunt bestaat tegen het behoud van vestingsteden ernstig bezwaar. 5°. Nederland behoort terstond aan het werk te gaan tot afschaffing van het stelsel der vestingsteden. Kerknieuws. Het kiescollege der hervormde gemeente te Nieuwer- kerk in Duiveland heeft het volgende drietal ter beroe ping van een predikant samengesteld: de heeren Gun ning, te Nunspeet, Hopster, te Hem, en van Herwerden, candid at. Gemengde berichten. Gisteren heeft groot gala-diner ter hove plaats gehad, waarop door H.H. M.M. den koning en de koningin de gezanten, die de verschillende hoven bij de plechtigheid van eergisteren hebben vertegenwoordigd, genoodigd waren. De heer van der Ven, directeur aan de hoogere burgerschool te Haarlem, geeft omtrent het voorgevallene ep die school in Het vaderland de volgende mededeeling tot rectificatie van het vroeger bericht omtrent die zaak: „Gedurende weken werden door vele leerlingen der tweede klasse van de hoogere burgerschool boeken ver mist, en hoewel de directeur der hoogere burgerschool de leerlingen dier klasse, die zich van schuld bewust waren, dringend en zonder bijvoeging van eenige bedrei ging vermaande hun schuld aan hem te bekennen, kwam niemand opdagen. Zoo verliepen veertien dagen. Toen kwamen twee leerlingen hem mededeelen, dat hun boe ken te koop lagen op een stalletje. Tot het terngverkrij- gen van de boeken riep de directeur de hulp der politie in, en zoo nam deze zaak den bekenden treurigen loop." Omtrent de zaak van dr. H. C. Dibbits aan de hoo gere burgerschool te Amsterdam wordt aan de Nieuwe Rotterdamsebe courant nog geschreven, dat werkelijk burgemeester en wethouders het verzoek van den heer P. Keer tot schorsing van dien leeraar in scheikunde, technologie en waren kennii hebben ingewilligd voor den tijd van éen maand. Negen raadsleden moeten nu den raad bijeengeroepen hebben, om burgemeester eu wethouders gelegenheid te geven overeenkomstig de wet zoo spoedig moge. lijk rekenschap te geven van de schorsing. Dan zal de geheele zaak in bijzonderheden geconstateerd worden; welke woorden letterlijk door den heer Dibbits gespro ken zijn, of de heer Keer door een jongen geworpen is met een stukie steenkool, enz. De gemeenteraad van Zwolle heeft jl. Maandag eene verordening vastgesteld, regelende het pensioneeren en op wachtgeld stellen van gemeenteambtenaren en bedienden. Als hoofdbeginsel is bepaald dat den raad in ieder voorkomend geval het al of niet verleenen van pen sioen of wachtgeld blijft voorbehouden. "Volgens deze verordening is het wachtgeld of pensioen voorgesteld op Vao der laatstgenoten jaarwedde voor ieder jaar dienst, tot een maximum van de helft dier jaarwedde bij 40jaren dienst en 65 jarigen leeftijd, zullende door die ambtena ren daartoe geene bijdragen behoeven gedaan te worden. Eergisteren zijn te Zutfen drie Franschen aan het station geweest, welke van Bremen waren gekomen, en na te Oldenzaal door de politie te zijn aangehouden, als vreemdelingen, zonder middelen van bestaan of vol doende papieren, in de richting van België over de grenzen zijn gebracht. Het publiek gerucht houdt hen voor uit Duitschland ontsnapte krijgsgevangenen. Zutphensche cour.) Tliermometerstand. 22 Dec. 'sav. 11 u. 21 gr. 23 's morg. 7 u. 18 gr. 's midd 1 u. 22 gr. 's av. 6 u. 22 gr. Sta ten-ge ii er a al. EERSTE KAMER. Zitting van Donderdag 22 December. Na mededeeling der benoeming van voorzitters en ondervoorzitters der afdeelingen en van leden voor de redactie van het ontwerp van rouwbeklag, wordt dat ontwerp ter tafel gebracht en naar de afdeeliugen ver zonden. De betrokken commissie brengt verslag uit omtrent de geloofsbrieven van den heer J. K. van Goltstein, waarna dat nieuwe lid zitting neemt. Tegen den volgenden dag worden aan de orde gesteld eenige wetsontwerpen, laatstelijk door de tweede kamer aangenomen, en de discussie over het adres van rouw beklag. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 22 December. Behandeling der krediet-begrootingswetten. De nieuwbenoemde commies-griffier, de heer m1". 0. W. Star Numan, aanvaardt na eedsaflegging zijne betrek king. De algemeene beraadslagingen over de voorloopige staatsbegrooting worden geopend door den beer Heyden- rijk, die wijst op het zonderlinge verschijnsel dat dit ministerie in zijn stervensuurweigertom terbevordering van den loop der zaken de kapitale quaestiën uit de kredietwetten te schrappen. Over de krasse wijze van beantwoording van het ver slag der kamer verbaast zich spreker; maar vooral vindt hij het vreemd, dat een kabinet, dat zijn ontslag geno men heeft, den maatregel tot opheffing van de afzonder lijke administratiën voor de verschillende eeredien sten wil doordrijven bij deze kredietwetten. Hij levert daarop eene critiek op de verschillende handelingen van het tegenwoordig ministerie, waaruit hij weinig zucht tot gemeen overleg met de vertegenwoordiging meent te kunnen opmaken. De heer 's Jacob is van oordeel dat de regeering een groote verantwoordelijkheid op zich heeft geladen door haar ontslag te nemen in een toestand, dat binnenslands vele hervormingen wachten en buitenslands de omstan digheden hoogst bedenkelijk zijn. De heer Gratama meent, in strijd met het gevoelen van den heer Heydenrijk, dat de kamer zeer goed over een reeds lang gewenschte opheffing der afzonderlijke administratiën van eeredienst kon beslissen. De heer van Beijmaacht, na de vroegere votums der kamer over volledige scheiding van kerk en staat, in de gegeven omstandigheden eene discussie over dit punt thans geheel overbodig. Waar men de opheffing der departementen voor de eerediensten heeft goedge keurd kan men onmogelijk een serieus debat voeren over de veel minder belangrijke opheffing der afzonderlijke administratiën. De heer Saaymans Vader betuigt de verontwaardiging van hem en zijne geestverwanten over de besluiten, waarbij door opheffiing van de afzonderlijke admini stratiën voor eeredienst alle banden tusschen staat en godsdienst worden verbroken. De heer van Eek bestrijdt den laatsten spreker en den heer Heydenrijk. Denkt men dat men door den genomen maatregel bedoeld heeft aan iemand, wie ook, zijn geloof te ontnemen? De heer Heemskerk stelt vier vragen op den voor grond. 1°. Hoe is het land tot de tegenwoordige crisis gekomen? 2<>. Wat hebben wij te denken van de ophef fing der afdeelingen voor eerediensten? 3°. Wat hebben wij te denken van koninklijke praerogatieven4«. Wat heeft de kamer te doen, om de voorloopige begrootin gen te behandelen Over den oorsprong der ministe- rieele crisis zal bij niet veel spreken. Zij is een ziekte verschijnsel; de schuld ligt aan de meerderheid der kamer, die een kabinet gesteund heeft dat groote zaken wist af te breken en de grondslagen miste om weder op te bouwen. De schuld ligt ook aan ons kiesstelsel, en het zou de vraag zijn of het niet de plicht van de kamer was, daarin de noodige verbetering te brengen. Hij geeft een tweeledig denkbeeld in overweging, dat do eigenaardige positie van het oogenblik hem ingeeft: namelijk óf alleen na hoofstuk I de wet op de middelen te behandelen, om geen stoornis in den loop van den dienst te brengen, en later de kredietwetten a fond te behandelen, óf om door amendementen de voornaamste quaestieuse posten te schrappen. De heer Bichon vereenigt zich met laatstgemeld gevoelen. De minister van financiën meent nu de politieke De gisteren avond laat ingekomen antwoorden der regeering houden mcerendeels pertinente weigeringen in om aan het ver» ngen der kamer tot wijziging te voldoen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1