Duitsohe tekst, welke echter nooit overeenkomt met
den Franschen. Men oordeele:
De laatste uitval der
Parijzenaars heeft de
blokkade der hoofdstad
slechts krachtiger doen
worden. De Parijzenaars
werden op allerhevigste
wijze door de onver
schrokken Wurtember-
gers verslagen. De gene
raal Ducrot is gedood.
Z. M. de koning van
Pruisen heeft dit aan de
koningin Augusta per
telegraaf gemeld.
29 en 30 "November zijn
twee glorierijke dagen
voor het jeugdigParijsck
leger. De Saksers en
Wurtembergers hebben
enorme verliezen geleden.
Het was hoog tijd dat de
Pruisen hun te hulp kwa
men. De generaal Ducrot
heeft zijn eed gestand
gedaan en ditmaal zal
koning Wilhelm wel niet
aan de koningin schrij
ven.
Dr. H. C. Dibbits, leeraar in de scheikunde aan de
hoogere burgerschool te Amsterdam, heeft een verschil
gehad met den heer P. Keer jr., secretaris van de plaat
selijke commissie van toezicht op het middelbaar onder
wijs, dat zich volgens den Amsterdamschen correspon
dent der Nieuwe Rotterdamsche courant aldus heeft
toegedragen. Nadat de heer Keer zich reeds meermalen
had veroorloofd in tegenwoordigheid der leerlingen aan
merkingen te maken op liet onderwijs van den heer
Dibbits, bezocht hij Zaterdag 3 December jl. de les der
practische scheikunde. De leeraar bevond zich op dat
oogenblik in het aangrenzend vertrek, waar de kasten
aanwezig zijn voor de prmparaten Toen hij terugkeerde
in het vertrek waar de leerlingen werkzaam waren,
vond hij den heer Keer met den hoed op het hoofd bezig
met aanmerkingen te maken op hetgeen de leerlingen
deden, waarbij, als de berichtgever goed is ingelicht,
ook nu weder een afkeuring werd gegeven aan iets, wat
de heer Dibbits bun had gezegd.
De heer Keer hield den hoed op het hoofd, groette
den leeraar niet en handelde alsof deze zich niet in het
vertrek bevond. Door deze handelwijze geprikkeld,
zeide de heer Dibbits tot de jongens: „het begint hier
koud te worden, gij kunt uw petten opzetten," en zette
zelf zijn hoed op. De heer Keer verwijderde zieh hierop
en werd bij het heengaan door een paar der jongens uit
gefloten. Eenige- oogenblikken daarna weder binnen
gekomen, vond hij de jongens met de petten af. Een
dezer riep onmiddellijk: „jongens het begint weer koud
te worden", en zette zijn pet weder op. De heer Keer
vloog nu op dien jongen toe en riep„zoo iets laat ik
me niet welgevallen van zoo'n verwaanden ploert; hoe
is je naam?" De heer Dibbits wilde den naam zeggen,
doch ontving ten antwoord: „ik vraag het u niet."
Waarop hij antwoordde: te meenen dat hetgeen den
jongen aanging, hem behoorde gevraagd te worden.
Hierop zou de heer Keer hebben geantwoord: „ik sta
hier niet ouder curateele, en ft allerminst van u."
De heer Keer diende hierop bij de commissie van toe
zicht een aanklacht in tegen den heer Dibbits, als zoude
deze zich hebben schuldig gemaakt aan opwekking der
leerlingen tot insubordinatie jegens hem. De heer Dib
bits erkende een fout in den vorm te hebben begaan door
de jongens in de zaak te mengen, en verzocht voor die
fout excuus, maar ontwikkelde tevens zijn grieven tegen
de handelwijze van den heer Keer. Desniettemin besloot
de commissie met meerderheid van stemmen, aan burge
meester en wethouders de schorsing van den heer Dib
bits voor den tijd van twee maanden voor te dragen.
Burgemeester en wethouders hebben op deze voordracht
nog niet beschikt.
Bij gelegenheid van het eeuwfeest ter eere van
Beethoven heeft een ingezetene te Keulen aan de redac
tie der Kölnisehe Zeitung ter inzage gegeven een der
oorspronkelijke biljetten tot aankondiging van Beet
hoven's eerste optreding in een concert. Dit concert
werd door zijn vader, hof-tenor, gegeven den 26cu Maart
1778, des avonds te 5 uren, in de Akademische muziek
zaal te Keulen, tegen een galden entree. Opmerkelijk is
het dat de vader op dit biljet vermeldde, dat zijn zoontje
zes jaren oud was. De redactie der Kölnisehe Zeitung
zegt dan ook, dat indien dit juist is, Beethoven niet in
1770, maar in 1772 geboren is. Maar gelijk zij er bij
voegt het is wel aan te nemen dat de hof-tenor, uit
een licht vergeeflijke vaderlijke ijdelheid, den kleinen
virtuoos een paar jaren jonger wilde doen schijnen dan
hij was.
De Britsche kanaalvloot, bestaande uit twee smal-
deelen gepantserde schepen, heeft verleden Zaterdag de
reede van Portland verlaten, en zich deels naar Ports
mouth, en deels naar Plymouth begeven, met een zeer
vreedzame bedoeling, namelijk de bemanningen in de
T gelegenheid te stellen om de aanstaande kerstdagen in
hare woonsteden te gaan vieren zonder een noodeloos
lange reis te doen. De vloot zou denkelijk in Januari
a. naar Portland terugkeeren, tenware dit wegens on
voorziene omstandigheden eerder zou dienen te ge-
I schieden.
Tliermometerstand.
21 Dec. 'sav. 11 u. 19 gr.
22 's morg. 7 u. 2 0 gr. 's midd 1 u. 21 gr. 's av. 6 u. 21 gr.
Staten-generaal.
EERSTE KAMER.
Zitting van Dinsdag 20 December.
Ingekomen de geloofsbrieven van den heer J. K. van
Goltsteiu, welke gesteld worden in handen eener com
missie.
De mededeeling van het overlijden van prinses Fre-
derik zal beantwoord worden met een adres van rouwbe
klag aan den koning.
Aan de weduwe van Nispen van Pannerden is door
den voorzitter reeds de deelneming betuigd bij het over
lijden van haar echtgenoot.
Na mededeeling der ingekomen wetsontwerpen wor
den de afdeelingen getrokken.
Volgens heteindverslag over de kredietwet van hoofd
stuk VIII der staatsbegrooting werd algemeen be
vreemding te kennen gegeven over de voorgedragen
verhoogingen. Op de verschillende aanmerkingen op
onderscheidene posten achten de rapporteurs schrifte
lijke beantwoording noodig.
Ditzelfde wordt in overweging gegeven omtrent de
wijzigingswet van hoofdstuk VIII voor 1870. Aanmer
kingen werden gemaakt op hooge uitgaven voor opma
king ter verdediging van al onze liniën en vestingen.
öuitcnianö.
Algemeen overzicht.
Van de krijgsoperatiën der Fransche en Duitsche
troepen, te midden van sneeuw en ijs, in noordelijk en
zuidelijk Frankrijk verneemtmen ook heden weder niets
belangrijks. Er bestaat zelfs verschil van meening om
trent de juiste plaats waar het leger van den generaal
Chanzy en dat van den generaal Faidherbe zich thans be
vinden. Wat de operatiën der Duitschers in de Loire-
streek betreft, wordt beweerd dat zij, met het oog op het
jaargetijde, niet verder zuidwaarts zullen rukken, noch
Tours zullen bemachtigen, maar ter plaatse waar zij
zich thans bevinden eenige behoorlijk versterkte posi-
tiën zullen bezetten, om zich alzoo niet al te zeer van
hun operatie-basis te verwijderen. De juistheid van dit
gerucht moet echter nog nader blijken.
Volgens Duitsche berichten heeft de bemachtiging
van Nuits aan de Badensche troepen zeer belangrijke
offers gekost. Zij vexloren daarbij twee en veertig officie
ren en zeven honderd man aan dooden en gekwetsten.
Ook zonder de lofspraak der Duitschers zeiven over de
krachtige verdediging der Fransche troepen kan men
uit deze cijfers opmaken dat de verdedigers van Nuits
moedig hebben gevochten, alvorens, ra een gevecht van
vijf uren, zuidelijk terug te trekken, zonder verder door
den vijand te worden verontrust. Volgens het Badensch
rapport was het te donker om te vervolgen.
De Luxemburgsche kamer van afgevaardigden heeft
gisteren eenemotie van orde aangenomen, waarbij zij zieh
overtuigd verklaart dat de feiten, waarop het Pruisisch
gouvernement zijne grieven tegen de Luxemburgsche
regeering gegrond heeft, óf niet bestaan óf het daaraan
toegeschreven gewicht niet bezitten. In de stad Luxem
burg was overigens gisteren avond het gerucht in omloop
dat koning Wilhelm van Pruisen aan den stedehouder
des groothertogs zou hebben getelegrapheerd dat hij ver
wacht dat het Luxemburgsch gouvernement zich zal
rechtvaardigen en hoopt dat de toekomst geene verwik
kelingen meer zal opleveren. Indien dit gerucht waar
is en koning Wilhelm op dergelijken landsvaderlijken
en pretentieusen toon zich in een telegram heeft geuit,
dan blijkt daaruit weder hoe weinig men zich in Pruisen
thans meer stoort aan gezonde logica. Indien toch de
Luxemburgsche regeering gelijk koning Wilhelm
verklaart te verwachten zich kan rechtvaardigen, dan
zou de Pruisische regeering hare ook door de als be
wezen aangenomen feiten niet te billijken vervallen
verklaring van hetLondensch tractaat moeten intrekken
met de noodige excuses; dan zou, niet koning Wilhelm
moeten hopen dat de toekomst geen verwikkelingen
meer zal opleveren, maar zou de groothertog van Luxem
burg moeten hopen dat de Pruisische regeering in de
toekomst eerst de feiten behoorlijk zal onderzoeken alvo
rens daaropdergelijkegeruckfcmakendenota's te gronden.
Te dien opzichte is het trouwens merkwaardig hoe
weinig Dniischland, niet slechts regecring maar ook
bevolking, zich na Sadowa en Sedan bekommert over de
rechtvaardiging zijner handelingen. Vroeger trachtte
de eene of andere Duitsche hoogleeraar in het staats- of
volkenrecht ten minste nog te betoogen en met citaten
uit allerlei schrijvers te bewijzen, dat deze of gene regee-
ringsdaad te rechtvaardigen was. Thans wordt dit niet
meer noodig.geacht, en worden inlijvingen gepredikt en
tractaten vervallen verklaard, onder steeds vrij ergerlijke
aanroeping der Voorzienigheid, zonder dat iemand zich
de moeite geeft om deze handelingen nog met een vernis
van billijkheid te bedekken. Duitschland's bon plaisir
schijnt voortaan de eenige richtsnoer zijner daden te
zijn, zonder zich om logica en consequentie te bekomme
ren. Het Pruisisch gouvernement is echter uiterst ver
bolgen indien men daarop wijst. Het verlangt van de
kleinere staten niet alleen onderwerping, maar ook eer
biedig stilzwijgenhet kan maar niet vergeven aan
eenige Belgische dagbladen dat zij in hunne kolommen
de houding van koning Wilhelm's gouvernement
analyseeren. En het clericaal ministerie te Brussel
wijst op de gevaren, welke voor 's lands belang
nit de artikelen dier dagbladen kannen ontstaan.
Welk eene allertreurigste houding van België!
Indien bedoelde dagbladen de wetten des lands
overtreden dan behooren zij vervolgd te worden. Is dit
niet het geval, dan moest het Belgisch gouvernement
eenvoudig aan den heer von Bismarck te kennen geven
dat deze met de binnenlandsche aangelegenheden van
België niets te maken heeft. Moet men het voortbe
staan der onafhankelijkheid van België in 't vervolg
koopen door zich aan willekeurige eischen van Duitsch-
land te onderwerpen, dan is die onafhankelijkheid haar
bestaan niet meer waard.
De thans door Dnitschland in Europa ingenomen
positie is overigens geheel en al overeenkomstig het
Duitsch volkskarakter, gelijk dit door een aantal schrij
vers wordt geteekend. De Duitscher, als individu, is,
zoolang hij in een nederigen maatschappelijken toestand
verkeert, hoogst onderdanig, schmeichebul en allerdienst-
vaardigst, doch zoodra hij zich een goede positie heeft
weten te verwerven wordt hij ruw, trotsch en onbe
schaamd. Als bewijs voor deze stelling heeft men wel
eens gewezen op de toestanden in onze groote Neder-
landsche koopsteden, alwaar zich zwermen van Duit
sche aspirant-kooplieden komen vestigen, die met eenige
gunstige uitzonderingen, typen opleveren, naar men be
weert, om het Duitsch volkskarakter iu dit opzicht uit
muntend te bestudeeren.
Nog voordat koning Amedaeus den Spaanschen grond
betreden heeft en men de regeeringsdaden van zijn gou
vernement in de Cortes kan afkeuren, is de Spaansche
vertegenwoordiging reeds het tooneel van zeer heftige
scènes. Maandag had weder eene zeer tumultueuse ver
gadering plaats, naar aanleiding van het door een der
leden van de regeeringspartij gedaan voorstel om het
gouvernement te machtigen tot ontbinding der Cortes
Bij de behandeling van dit voorstel, hetwelk ten slotte
toch verworpen werd, qualificeerde de rcpublikeinscho
partij dit als een coup (V étal en verliet de vergaderzaal.
Laatste berichten.
Versailles.
Gisteren (Woensdag) hebben drie legerdivisiën uit
Parijs een uitval gedaan. Na een gevecht van verschei
dene uren werd de aanval afgeslagen.
De Duitsche troepen zijn bij Langres door den
vijand overvallen. Deze werd echter teruggeslagën.
Havre.
Het Loire-leger is bijna geheel gereorganiseerd. Eene
afdeeling franc-lireurs heeft bij Brionne een kleine af-
deeling Duitschers verjaagd.
Florence.
De kamer van afgevaardigden heeft het wetsontwerp
tot bekrachtiging van het volksbesluit in de Romeinscho
provinciën ter vereeniging met het Italiaansche konink
rijk aangenomen met 239 tegen 20 stemmen.
Uit Parijs.
De correspondent van the Times te Versailles meldt
van daar onder dagteekening van den 12cn December
het volgende:
„De hoop op een spoedige capitulatie van Parijs is
door de Duitschers geheel opgegeven, ener bestaan inder?