öuitmlanö.
hebben den 6en Januari en gedurende haar geheel ver
loop zichtbaar zijn in Europa, Afrika en westelijk-Azië
Voor ons zullen de hoofdpunten van het verschijnsel
plaats hebben op de volgende tijden: begin der verduis
tering ten 8 u. 5 min. 'sav.; midden 9 u. 35 m. 'sav. en
«inde ten 11 u. 5 m. 'sav.
Van het kosthuis, door de Maatschappij voor den
werkenden stand te Amsterdam ingericht, is in Novem
ber aanzienlijk gebruik gemaakt, en wel voor ontbijt door
"73, middagmaal 3750, avondeten 598 en logement 532
personen.
Jl. Maandag is te Amsterdam, onder voorzitter
schap van m'. C. J. A. den Tex, de uitgeschreven ver
gadering gehouden van obligatiehouders, wisselhouders,
geadministreerden, depositarissen en lijfrentetrekkers
van de Oost-Indische maatschappij van administratie en
lijfrente. Door de directie werd voorgesteld eenecommis
sie van vijf of meer personen te benoemen, waarin
alle verschillende belangen zouden vertegenwoordigd
zijn, teneinde met de directie te overwegen, „welke
de doelmatigste afvvikkelingsregeling zoude zijn." In
deze commissie werden gekozenvoor de vertegenwoordi
ging der belangen van de wisselhouders de Nederlandsch-
Indische handelsbank, voor die der obligatiehouders prof.
T. M. G. Asser, voor die der geadministreerden de heer
Eens, voor die der depositarissen de heer Castens,
voor die der lijfrenteheffers het college Zeemans-
hoop. Op de vergadering waren gerepresenteerd de vol
gende kapitalenaan wissels 60,000aan obligatiën
ƒ992,000; aan geadministreerden ƒ141.000; aan deposi
tarissen 71,000 en aan lijfrenteheffers 6,258.281.
In het voorlaatste nommer van Punch wordt En
geland voorgesteld als een fiere leeuw, die verrijst, zoo
dra hij bemerkt dat de Russische beer eeno poging doet
om zich los te maken van den ketting, waarmede hij aan
den wand is geklonken. „Not loose yeV (nog niet los)
luidt het onderschrift.
Deze voorstelling is in gedachte en uitvoering geluk
kig; doch is zij waar Wij vinden eene meer prozai-
sche, meer HoUandsche voorstelling in het laatste nom
mer van Uilenspiegel. Een Engelsch matroos krijgt een
brutalen en pijnlijken vuistslag van een Russischen col
lega. „Is dat ernst of gekheid vraagt de Engelschman.
„Volle ernst" is bet antwoord. „Dat is je geluk
besluit de Engelschman want zulke gekheid verdraag
ik niet." {Arnh. cour.)
Volgens La Science zou een jong ingenieur het mid
del gevonden hebben om het gesproken woord, onver
schillig op welken afstand, door de ruimte, hetzij in de
lucht, hetzij in bet water over te brengen. Tot beginsel
dezer uitvinding, die de electrieke telegraaf zou onttro
nen, strekt wat men in sommige grotten waarneemt
tengevolge van de weerkaatsing des klanks worden de
woorden, door een persoon zelfs zeer zacht aan bet eene
uiteinde uitgesproken, duidelijk tot het andere uiteinde
overgebracht. De grot van Dionysius te Syracuse levert
een dergelijk voorbeeld op. Het schijnt dat er middel
bestaat om dit beginsel zoo toe te passen, dat men een
klank, onverschillig tot op welken afstand, kan over
brengen. De kosten van dit nieuwe stelsel van telephra-
sie zouden niet hoog loopen en de aanleg zeer een
voudig zijn.
Een oud Fransch soldaat geeft in le Siècle den
volgenden raad aan zijne landgenooten:
„Als oud soldaat, ontsnapt uit de Duitsche krijgsge
vangenschap na de ramp van Sédan, wil ik aan mijne
jeugdige landgenooten het lot doen kennen, dat hun te
wachten staat, wanneer zij zich als krijgsgevangen over
geven. Zich over te geven is het vreeselijkste ongeluk,
-dat iemand kan overkomen, en men moet al het moge
lijke aanwenden om dit te ontgaan. Men kieze stoutweg
tot leus: „de dood boven de gevangenschap." Laat de
dappere soldaat, die in gevaar' verkeert om gevangen te
worden gemaakt, innig overtuigd zijn van deze waarheid,
dat er grooter levensgevaar bestaat in zich over te
geven, dan in eene verdediging tot het uiterste. Als
men de verhouding van de gestorvenen onder onze
krijgsgevangenen nagaat, zal men zien, dat deze.80 pet.
bereiktdat is, van de 300,000, welk cijfer door onze
vijanden genoemd wordt, zullen 240,000 uit dat ver
vloekte land niet terugkeeren. Zij zullen op weg om
komen van vermoeienis, koude, honger. Wie stilstaat
krijgt slagen; wie zich verzet wordt gedood, öp de
plaats hunner bestemming zullen zij omkomen door har
den arbeid, wreede bejegening, onvoldoende en slechte
voeding, soms door vergif, want het brood, dat uitge
reikt wordt, is ongezond, en de rogge, waarvan het
gemaakt wordt, is steeds de oorzaak van die gevreesde
epidemie onder onz e soldaten te Koningsbergen, Stettin
en elders. Eindelijk zullen zij sterven aan heimwee,
onze arme, levenslustige, brave Fransche jongens, wan
neer zij zich gedwongen zien in dat sombere land te
leven, hunne tranen te bedwingen en hunne gedachte
aan haat en wraak in het hart te smoren. Dat zij zich
nimmer overgeven
Door den eigenaar eener Noord-Amerikaansche
menagerie, Abraham Ellis Patrick, die op dit dogen blik
met zijne diergaarde te Lyon vertoeft, is reeds veertien
dagen geleden aan bet gouvernement te Tours de voorslag
gedaan om zich op zijne risico van de personen van koning
Wilhelm, van graaf Bismarck en keizer Napoleon III
meester te maken. Zijne maatregelen zijn zoo goed
genomen, beweert hij, dat de Pruisen onmogelijk de
uitvoering van zijn plan zouden kuonen verijdelen. „Ellis
Patrick (zegt hij in een dagblad van Lyon, waarin hij
zich beklaagt nog steeds geen antwoord uit Tours beko
men te hebben) is geenonbekend persoonen bovendien
kunnen te zijnen aanzien alle vereischte informatiën
ingewonnen worden bij den consul der Vereenigde sta
ten te Marseille." Naar men meent is dit aanbod niet
anders dan een staaltje van de Amerikaausche wijze van
adverteeren, met andere woorden, een middel om de
aandacht van het publiek op de menagerie van Patrick
te vestigen.
In De vriend van armen en rijken wordt het volgende
voorbehoedmiddel tegen de varkensziekte medegedeeld:
„Een landbouwer in Zuid-Holland verklaart, dat dit
middel sedert het jaar 1851 door hem is aangewend en
hem tot dusverre (1870) voor alle verlies van zijn var
kens heeft behoed. Hij had in 1851 tien varkens (en wel
5 stuks van dat jaar en 5 stuks van Febr. 1S50) waarvan
in de maand Juli 1851 vijf stuks, welke in een weiland
verblijf hielden, door gemelde ziekte werden aangetast?
waaronder een in hevige mate. Dadelijk werd aan elk
dezer 10 varkens gezuiverde salpeter toegediend, de aan
getaste driemaal daags B eierlepeltjes vol. de nog ge
zonde de halve dosis, met dat gevolg dat de 4 der aange
taste varkens reeds den tweeden dag blijken van
beterschap gaven, en de hoeveelheid salpeter trapsgewijze
verminderd werd. Deze goede uitkomst gaf gezegden
landbouwer aanleiding om het volgend jaar 1852 de
salpeter als voorbehoedmiddel te beproeven. Hij gaf dus
in het laatst der maand Mei, bij toenemende warmte,
aan ieder zijner varkens tweemaal daags een eierlepeltje
salpeter, vermengd in de zeuning met de gewone hoe
veelheid wei en karnemelk; de varkens bleven allen ge
zond en werden zeer vet. In 1853 werd hetzelfde voor
behoedmiddel met even gunstigen uitslag aangewend.
„In 1854 was dezelfde landbouwer in het bezit van 12
stuks varkens, waarbij een zeug, en hoezeer de salpeter
omstreeks de maand Juni als gewoonlijk aan allen werd
toegediend, vertoonden zich echter bij 5 in het land loo.
pende varkens eenige sporen van ziekte, met de gewone
verschijnselen van vlekken, voornamelijk aan den buik,
waarop aan dezen de hoeveelheid salpeter 3 maal verdub
beld werd; deze varkens herstelden binnen weinige
dagen geheel; de overige 7 bleven zeer gezond. Dit op
gegeven middel tweemaal daags toegediend (telkens een
eierlepeltje vol gezuiverde salpeter in poeder aan ieder
varken) van Mei tot omstreeks de maand October heeft
niet alleen bij meergenoemden landbouwer, maar ook bij
vele anderen de meest gewenschte uitwerking gehad."
Thermometerstand.
7 Dec. 's av. 11 u. 36 gr.
8 '8 morg. 7 u. 34 gr. 's midd 1 u. 36 gr. 's av. 6 u. 36 gr.
Algemeen overzicht.
Wij hebben heden in de eerste plaats een allerbelang
rijkst gerucht mede te deelen, namelijk dat de Pruisi
sche regeering het voornemen zou hebben om Luxem
burg's neutraliteit niet langer te eerbiedigen. Als voor
wendsel zou daartoe strekken dat de Fransche troepen
in den laatsten tijd het Luxemburgsch grondgebied zou
den hebben geschonden. Men weet dat Nederland, dank
zij het politiek beleid van het toenmalig ministerie
Heemskerkvan Zuylen, tot de mogendheden behoort,
welke zich hebben verbonden om Luxemburg's neutra
liteit te handhaven.
Een heden ontvangen telegram uit Berlijn meldt dat
de Duitsche troepen, na de bezetting van Orleans, verder
zuidwaarts rukken naar Tours. Indien dus de mededee-
lingen van den minister Gambettaaan de prefecten juist
zijn en het Loire-leger nog sterk genoeg is om het veld te
houden, dan mag men onderstellen dat eerst nog een
nieuwe veldslag omtrent het lot van Tours zal beslissen.
Wat de krijgsoperatiën der Duitsche troepen in het
noorden aangaat verwachtte men dezer dag en dat zij,
na het behalen der voordeelen bij Les Andelys en Rou-
aan, een zeehaven zouden trachten te bezetten om zich
een nieuwen weg te openen tot het aanvoeren van leef
tocht per scheepsgelegenheid, daar die aanvoer over de
oostelijke grenzen van Frankrijk gedurende den winter
al meer en meer zal bemoeilijkt worden. Deze verwach
ting wordt thans bevestigd door een telegram uit Rijssel,
volgens hetwelk de Duitsche troepen met versnelde
marschen op de zeeplaats Havre aanrukken.
Na de officieele rapporten der opperbevelhebbers van de
Wurtembergsche en Saksische troepen omtrent de gele
den aanzienlijke verliezen dier korpsen in de laatste ge
vechten, wordt thans uit Munchen gemeld dat die der
Beiersche legerkorpsen, onder bevel van den generaal von
der Tann, in de laatste gevechten nog veel aanzienlijker
zijn geweest. Blijkens officieel rapport van dien generaal
bedraagt het verlies der Beiersche troepen honderd
drie en dertig officieren en ongeveer drie duizend on
derofficieren en manschappen.
Aan de Fransche krijgsgevangenen in Duitschland
wordt thans geregeld een nieuw dagblad toegezonden,
waarvan de beruchte heer Granier de Cassagnac hoofd
redacteur is en hetwelk zijne inspiratiën ontvangt van
Wilhelmshöhe. Dit dagblad, le Drapeau, verschijnt te
Brussel welke stad thans de foyer is van alle Bonapar-
tistische intriges en tracht eene Napoleontische res
tauratie te bewerken door zijne aanvallen te richten tegen
het thans opgetreden republikeinsch gouvernement, als
mede tegen den generaal Trochu. Deze laatste wordt
beschuldigd van „Frankrijk te hebben verraden." Dat
men door dergelijke dwaze beweringen slechts de afkeer
en minachting tegen de Bonapartistische club op Wil
helmshöhe vermeerdert, schijnt de ex-afgevaardigde en
uit de keizerlijke cassette gesubsidieerde Granier de Cas
sagnac niet in te zien. Een kapitein van den generalen
staf schrijft uit Mainz, alwaar hij als krijgsgevangen is
geïnterneerd, aan 1'Indépendance beige, dat de Fransche
officieren aldaar medelijdend de schouders ophalen over
de beweringen van le Drapeau. Zijn brief eindigt met
deze woorden„Lodewijk Bonaparte, uw tijd is voorbij!"
Het is dan ook wel waarschijnlijk dat al de Bonapartis
tische machinatiën zonder eenig resultaat zullen blijven,
tenzij de heer von Bismarck Napoleon mocht willen
bezigen om tot eiken prijs een einde aan den oorlog te
maken.
In het Noord-Duitsch hondsparlement zijn door eenige
leden amendementen voorgesteld op deontwerp-tractaten
ter vereeniging der Zuid-Duitsche staten. Zij werden
echter alle in de gisteren gehouden vergadering verwor
pen, daar het officieus orgaan van den heer von Bismarck
beweerd had dat het sluiten van den vrede daardoor
vertraagd zou kunnen worden en door den heer von
Bismarck van de ongeamendeerde aanneming dier trac-
taten eene kabinets-quaestie was gemaakt. Wat het
sluiten des vredes te maken heeft met de amendementen
op de ontwerp-traetaten met de Zuid-Duitscbe staten
werd door het officieus orgaan van den bondskanselier
niet gezegd. Dit was trouwens niet noodig om de Duit
sche parlementsleden en vooral de „nationaal-liberalen'
geloovig te.doen aannemen hetgeen de heer von Bismarck
door zijn orgaan geliefde te beweren.
De vijandschap der Fransche natie tegen Engeland
over zijne neutraliteit in den thans gevoerden oorlog
schijnt nieuw voedsel te zullen ontvangen door een be
paalde tegen Frankrijk gerichte handeling, waartoe thans
aan gene zijde van het kanaal het voornemen bestaat.
De Engelsche regeering moet nog altijd kiezen tusschen
een oorlogsverklaring aan Rusland en de handhaving der
waarborgen van Engeland's belangen in het Oosten,
hetzij dan door het tractaat van 1856 of wel op een an
dere wijze. Nu bestaat het plan in Engeland, naar men
beweert, om zich ten koste van Frankrijk die vereischte
waarborgen in het Oosten te doen geven en aan Rns-
land's eischen omtrent het tractaat van Parijs te voldoen.
Het tractaat van 1856 zou namelijk worden „herzien," d. i.
Rusland zou verkrijgen wat het op zoo krenkende wijze
vooralle internationale rechtsbeginselen eischt, doch aan
Engeland zou het protectoraat over het kanaal van Suez
worden opgedragen. Daardoor zon het Engelsch gouver
nement zich willen redden uit de thans gerezen verwik
kelingen. Het zou daarmede zich een nieuw recht ver
werven op den naam van het „perfide Albion," maar
Frankrijk is thans machteloos tegenover dergelijke kren
king zijner rechten. Indien deze mededeelingen juist
zijn, zal de houding van Engeland in Frankrijk een
storm van verontwaardiging opwekken en geenerlei
sporen doen overblijven van de vroeger bestaan hebbende
entente cordiale. Overigens zou Engeland tegenoverEuropa
door dergelijke politiek een nieuw bewijs van zwakheid
leveren en de juistheid doen zien der vrees dat
Europa in de eerstvolgende jaren aan de willekeur van
Pruisen en Rusland ten prooi zal wezen.