öuitentanö. van belanghebbenden zal worden gedaan tot opgave hunner bezwaren, hetgeen binnen acht dagen zal moe ten plaats hebben, terwijl die grond niet meer ter open baren dienst bestemd wordt verklaard. h. Eenige staatsbladen, welke ter griffie worden neder- gelegd. Daarna wordt in behandeling gebracht de rekening van het fonds van werklieden over 1869, welke wordt goed gekeurd, in ontvang op f 3915.74, in uitgaaf op f 3902.52, alzoo met een batig saldo van f 13.22. Voorts worden vastgesteld: a de verordening op de brug en binnenhavenkom; b de instructie voorden brug wachter en binnenhavenmeester, en c de instructie voor den sas- en buiteuhavenmeester en diens knecht. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot vol doening der kosten voor het plaatsen van een licht op het sas, ten bedrage van f 87.73 j, wordt aangenomen, behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten. Een voorstel van burgemeester en wethouders, om aan den marktmeester voor de veemarkten over 1870 een gratificatie te verleenen van 25, wordt mede goed gekeurd behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten. Ter vervulling van de vacature voor een lid der com missie van toezicht over de gemeente-apotheek, ontstaan door het eervol verleend ontslag van den heer dr. C. Walig Hz., worden door burgemeester en wethouders aanbevolen de heeren P. J. F. Vermeulen en J. J. Ocht- man, en daaruit met algemeene stemmen de heer P. J. F. Vermeulen gekozen. Algemeen oyerziclit. De berichten omtrent Ruslands's houding ten opzichte van het tractaat van Parijs blijven overal vrees en onrust verspreiden. Onze in het vorig nommer opgeno men „laatste berichten" leverden daarvan in velerlei opzicht het blijk. Sommige Engelsche en Oostenrijksche dagbladen spre ken reeds van een gewapend verzet hunner gouverne menten tegen Rusland's eischen, en als onbetwistbaar wordt reeds gemeld dat er sedert de laatste dagen een aantal depêches tusschen Londen en Weenen zijn gewis seld. De politieke stelling dat Turkije's onafhankelijk heid voor Oostenrijk en Engeland tot op zekere hoogte als eene levensquaestie moet beschouwd worden, schynt dan ook nog niet geheel-opgegeven te zijn. Uit Weenen wordt in een heden door ons ontvangen telegram het reeds in sommige dagbladen voorkomend gerucht bevestigd dat niet alleen Oostenrijk en Engeland tot een gezamenlijke optreding tegen Rusland hebben besloten, maar tevens dat Italië en Turkije zich daarbij aansluiten. Door deze vier mogendheden zal eene collec tieve nota naar St. Petersburg worden gezonden. Een Engelsch eskader wordt intusschen uitgerust om naar de Turksche wateren te kunnen worden gezonden. Het Belgische dagblad le Nord, een Russisch orgaan, beschouwt van zijn standpunt de houding van de regee- ïing te St. Petersburg als een middel ooi Europa in de toekomst voor nieuwe verwikkelingen te bewaren. De toestand was toch, altijd volgens le Nord, geheel en al onhoudbaar, en zeer juist heeft Rusland het tegenwoor dig oogenblik gekozen om zich los te maken uit de ban den, waarmede het, evenals Gulliver door de Lilliputters, gebonden was. Le Nord noemt bet tegenwoordig oogen blik zoojuist gekozen omdat thans „het amendement op het tractaat van Parijs onopgemerkt zal voorbijgaan en zelfs geen aanleiding voor eenig verwijt zal opleve- veren." Le Nord weet bet toch waarlijk wel beter Het bericht dat gisteren het bombardement van Parijs zou aanvangen, is gebleken onjuist te zijn. Er is gisteren voor de Fransche hoofdstad niets belangrijks voorge vallen. Ook meldt een telegram uit Versailles dat er tusschen het Loire-leger en de Duitsche troepen onder de generaals von der Tann en von Werder nog geen nadere gevechten hebben plaats gehad. Men verwacht echter spoedig een veldslag. De heer Thiers heeft in eene nota aan de ambassadeurs der groote mogendheden, alsmede aan die van Spanje en Turkije, verslag gegeven van zijne onderhandelingen om trent den wapenstilstand. Daarin wordt gezegd dat de heer von Bismarck daarbij zinspeelde op het keizerlijk gouvernement, hetwelk zich te Kassei weder tracht te organiseeren, hetgeen door den heer Thiers werd beant woord met de verklaring dat dit gouvernement voor al tijd geëindigd was. Wat de onzen lezers bekende voorwa r- den tot een wapenstilstand betrof, meende de heer Thiers aanvankelijk dat men omtrent al die voorwaarden tot over eenstemming zou kunnen komen. In de voorwaarde omtrent de pvoviandeering van Parijs had de Duitsche bondskanselier geen overwegend bezwaar en het zitting- nemen in de Assemb'.ée constituante door afgevaardigden uit den Elzas en Lotharingen verwierp hij evenmin. Slechts verlangde hij dat er geen bepaalde verkiezingen in diedepartementen zouden plaats hebben, maar als afge vaardigden eenige notabele ingezetenen werden aange wezen. Omtrent de voorwaarde der proviandeering van Parijs verlangde de heer von Bismarck echter nog het gevoelen der militaire autoriteiten te weten, en in een volgende bijeenkomst met den heer Thiers verklaarde hij namens de Pruisische generaals dat die voorwaarde niet kon worden aangenomen zonder een militair equivalent, bij voorbeeld de overgave der militaire positiën bij Parijs, of althans van een of meer forten. Daarop had de heer Thiers nog een bijeenkomst met den minister Favre aan de voorposten en werden de onderhandelingen, gelijk men weet, afgebroken. De circulaire eindigt met de bewering dat de neutrale mogendheden thans kunnen oordeolen over de hou ding der beide oorlogvoerende partijen. „Ik heb zegt de heer Thiers ten slotte alle pogingen in het werk gesteld om aan mijn vaderland de weldaden des vrede» terug te geven, welke verloren waren gegaan door de schuld van een gouvernement van wiens bestaan alleen reeds Frankrijk de schuldige verantwoordelijkheid draagt; het was dan ook wel een groote, onherstelbare fout om zich over te geven aan zulk een gouvernement en zonder contiöle daaraan de beslissing over de toe komst te laten." Een bericht uit New-York maakt melding van een zeegevecht tusschen een Duitsche en een Fransche oorlogsstoomboot in de wateren van Havanna, waarin laatstgenoemde den verderen strijd moest opgeven zon der dat echter het vijandelijk stoomschip nog bij machtte 'was om baar te vervolgen. Laatste berichten. Rijssel. De Duitsche troepen rukken voorwaarts in de richting van Karaerijk. Bourbaki zal inorsren met 20,000 man op raarsch gaan naar Araiens, om zich zoo spoedig mogelijk bij het Loire- leger aan te sluiten. Londen. Men verzekert dat lora Granville openlijk zou hebben verklaard dat Engeland liever de wapenen zou opvatten dau dulden dat de onzijdigheid der Zwarte zee werde opgeheven. Augsburg. De heer von Bismarck wordt binnen kort bier ver wacht. Uit Petersburg. Aan een briefin le Nord onHeenen wij de volgende van een Russische ultra-monarchaal standpunt geschre ven beschouwing omtrent den toestand van Frankrijk, waa.bij de schrijver echter schijnt te vergeten dat de Fransche natie van 1870 toch in ontwikkeling vooral, politieke ontwikkeling de op autocratische wijze bestuurde Russische bevolking van 1812 ver vooruit is. „De waarheid is als een vreesachtige bedelares die ter nauwernood durft aanschellen, uit vrees van den heer des huizes te beleedigen of zijn buren op hem vertoornd te maken omdat zij zulk een ellendig wezen bij hem zien ingaan; daarentegen dragen leugen en bedrog het hobfd trotsch omhoog; zij vragen niet, zij komen binnen, zij dringen zich op: on beschaamdheid en onwaarheid verzekeren hun zegepraal. „Het is veel gein ikkeljjker een gebouw door mokersla gen of door een mijn te verwoesten, dan het te bouwen, en men zal altijd straatslijpers vinden om vreugdekreten te uiten over een val, betzij van een muur, van een mensch of van eene natie. De menschheid is zoo, dat zij bet kwaad zonder het te bestrijden toelaat, maar dat zij met onoverwinnelijk ongeloof de woorden der koele rede bejegent. „Wij hebben dezer dagen den brief gelezen die Bazaine te zijner verontschuldiging heeft openbaargemaakt. Zou hij het beoogde doel hebben bereikt Men lean het tegen deel aannemen. Het woord „verraad" is door de geheele wereld vernomen, en de waarheid sluipt onopgemerkt en veracht door de menigte, die gaarne van tijd tot tijd van hoogen rang getuigende kleederen door den modder ziet slepen. „De partijdige schakeering der kleuren heeft nog nooit een zoo belangrijke rol op het wereldtooneel gespeeld en de tegenstrijdigheden van dezen menschelijken geest zijn nooit sterker uitgekomen dan door hetgeen thans in Frankrijk voorvalt. De opstand in Parijs, de gevangen neming der leden van het bestuur voor de nationale ver dediging en hunne invrijheidstelling, dat alles is slechts een quaestie van kleuren: het was een strijd tusschen hoogrood en lichtrood. De laatste schakeering heeft dit maal overwonnen, misschien zal de toekomst eene wraak neming aan de beminnaars van een sterker kleur verschaf fen. Het is verschrikkelijk een groot volk onder de handen van kunstenaars te zien die er proefnemingen in anima vili op nemen. „Eenige der leden van het bestuur voor de verdediging hebben de macht hernomen en zich tot de bevolking van Parijs gewend, met de vraag of het hen aan het bestuur wilde houden dan wel of het andere leiders begeerde. Een verpletterende meerderheid van stemmen heeft hunne macht bevestigd, en men kan hen thans als de werkelijk door de Parijsche bevolking gekozene regeering beschouwen; doch naar het schijnt moet in alle bedrijven van dit drama de tegenstrijdigheid een rol vervullen, want dezelfde leden van het bestuur voor de nationale verdediging die een beroep op het Parijsche volk deden, hebben den wapenstilstand verworpen die hun gelegen heid zou hebbeu gegeven, om een beroep op het Fran sche volk te doen en het te vragen of het een, zij het dan ook bezwarenden, vrede wenschte, of wel een oorlog die de stelselmatige en geheele verwoesting van het land tengevolge zal hebben. „Deze vraag is nog niet aan Frankrijk gesteld, dat zich maar aan de uitspraak van Parijs moet onderwerpen en dat de beschikking over zijn lot aan Gambetta moet overlaten. De heer Gambetta is advocaat, evenals de meerderheid van zijn collega's: hij moet weten wat het zegt om een zaak te verliezen. Is niet in sommige om standigheden de plicht van een advocaat, om aan zijn cliënt te raden dat hij de vervolging der zaak opgeve en met zyn tegenpartij in schikking trede, om het overige van zijn vermogen te bewaren, dat anders aan proces kosten zou heengaan? Komt dergelijke eervolle herinne ring uit zijn vorigen werkkring niet bij hem op, nu hij geroepen is om de zaak van zijn vaderland te verdedi gen? „Frankrijk lijdt verschrikkelijk onder de bescherming van zijn verdedigers; de wapenen ontvallen aan zijn roemrijke handen; verwoesting en rouw bedekken een groot gedeelte van zijn gebied. Ontmoediging en wantrouwen verlammen zijn soldaten, en het onzijdige Europa wil onzijdig blijven. Een enkele dag van zelfver loochening, eenige regelen die waarheid bevatten, zou den den armen gewonde tot bewustheid van zijn toestand kunnen brengen; daardoor zou Frankrijk gered kunnen worden, maar de waarheid is door de dialektiek van de Fransche regeering van zijn grondgebied gebannen; zij is vervangen door de bloemen der rhetorica. Men be weegt zich zoo lichtzinnig mogelijk steeds in eeu cirkel. Wil Frankrijk den vrede of wel de voortzetting van een rampzaligen oorlog die slechts zal eindigen als het ge heel is uitgeput? Indien men het deze vraag had ge daan, is het wel waarschijnlijk, dat het den vrede zou hebben verkozen, en het is juist daarom, zegt men, dat men het niet wil raadplegen. Het is althans zeer moeilijk om anders eene verklaring te vinden voor de wijze waarop sedert 4 September het Fransch gouvernement aan de pogingen om het volk te raadplegen weerstand heeft geboden. „Sedert eenigen Jtijd herinnert men zich in Frankrijk dikwijls de gebeurtenissen van 1812. Men had vroeger erkend dat alleen de winter de overweldigers niet zeer beleefd over de grenzen van Rusland en nog verder had teruggedrongen; thans erkent men dat het Rus sische volk daaraan ook wat heeft toegebracht; althans men ontleent aan die herinnering de voorspelling dat de Duitschers een nieuwe Beresina zullen vinden. De herinnering aan dien roemrijken tijd moge eene hulde zijn die laat genoeg aan ons land wordt gebracht, toch schijnt de toestand van die dagen niet met den tegen- wourdigen oorlog te kunnen worden vergeleken. „In 1812 wist het geheele Russische volk, adel en boeren, burgers en soldaten, dat het streed voor hun godsdienst, voor hun land en voor hun czaar Men kon gerust onderstellen dat, indien onze regeering in den storm was vergaan en de macht in handen was gekomen van eenige, zij het ook acbtenswaaidige, personen, die, óf bij de menigte onbekend waren of voornamelijk be kend door de pogingen die zij zouden hebben aangewend om de vorige regeering omver te werpen, de eenparige en geweldige geestdrift die onze vaders van Borodino tot Parijs vergezelde, vruchteloos zou zijn geweest. Men kan de natiën wel tot republieken maken, doch roeit daarmede de overtuiging niet uit, dat slechts de per soonlijke regeering bet recht heeft hen in het vuur te zenden. „De magnetische invloed die de tegenwoordigheid van Napoleon I op het slagveld uitoefende, is bekend; in

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 2