Albrecht te Orleans, dan zal het geheele leger van
200,000 man tegen bet zuidelijke gedeelte van Frankrijk
oprukken. De berichtgever vraagt: „wat kau de vijand
daartegenover stellen? De benden vrijwilligers van
Garibaldi en eenige duizende mobielen. Binnen tien
dagen zijn wij in Lyon, als voor dien tijd geen wapen
stilstand is gesloten."
Omtrent de belegering van Belfort worden thans
eenige bijzonderheden bekend. De Duitsche troepen die
op 60,000 of 100,000 inan worden geschat, rukten op den
3le° October Iu drie richtingen tegen Belfort op; over
Lure, over de Vogeezen en Ballon, langs de route Ter-
nay-Thann, en over de bruggen te Aspacli en laChapelle.
Nadat zij de vrijwilligers en mobiele garden bij Keiler
op Ternay aan, in wilde vlucht hadden teruggedreven
en hunne verkenuingen tot in de nabijheid der vesting
hadden uitgestrekt, werd door de drie kolonnes de bele-
geringskring gevormd die yan dag tot dag enger werd.
Het hoofdkwartier werd gevestigd op het kasteel van
den heer Saglio te Bouvenans, en vervolgens begon men
terstond aan bet graven der loopgraven, waaraan alle
gezonde en krachtige lieden die men kon vinden moes
ten werken. De bewoners uit de rondom Belfort liggen
de dorpen vluchtten meestal, met alles w it zij konden
medevoeren, naar Zwitserland of in de nabijgelegen
bosschen. Sommige Zwitsersche dorpen op de grenzen
zijn met zulke vluchtelingen gevuld.
Toen de Duitsche troepen den berg Salbert hadden
bezet, zonden zij van daar, als eerste begroeting, eenige
kogels tegen het glacis der vesting. Op den 4«» November
werd een parlementair gezonden, om de plaats op te
eischen, en toen de overgave werd geweigerd, kondigde
men bet bombardement tegen den volgenden dag aan.
De geruchten omtrent een wapenstilstand deden in het
Duitsche leger het vermoeden ontstaan, dat de bedrei
ging niet zou worden opgevolgd, doch men vergiste zich,
want de kanonnade begon den 5en en werd zonder tus-
schenpoozen voortgezet. Het dorp Berelois ging al kort
na den aanvang van het bombardement in vlammen op.
Volgens geruchten wil de bezetting van Belfort zich
tot het uiterste verdedigen, doch zou de burgerij daar
mede volstrekt niet zijn ingenomen omdat de verdediging
toch geene verandering in den algemeenen toestand van
Frankrijk kan brengen.
De Weser Zeitnng laat zich aldus uit
„Zooals bekend is bedt de Parijsche regeering hare
vrije uren gebruikt om het publiek bekend te maken
met de vuile wascb van Napoleon. Voor zooveel men uit
bet tot nu toe bekend gemaakte kan oordeelen is de
buit vrij armzalig; de scliandaaijagers voelen reeds dat
hunne berekening faalt en behielpen zich met het ver
moeden, dat Napoleon voor zijn vertrek naar het Rijn-
leger (Ie gevaarlijkste papieren ten vure zal hebben
ged.oemd.
„Er zijn voorzeker bij deze gelegenheid allerlei erger
lijke en oneerlijke zaken aan den dag gekomen, maar
niets wat men vroeger niet reeds voor zeer waarschijn
lijk heeft gehouden. Alleen, dat de keizer zich nog op
rijperen leeftijd door dames uit den demi-monde liet
bedotten kan voor een nieuwtje gelden, hoewel de deugd
zame verstoordheid, die de Parijsche pers over de keizer
lijke liefdesgeschiedenissen aan den dag legt, hoogst
kluchtig is.
„Maar dat het Bonapartisme voor stemmingen, voor
dagbladartikels, voor spiouneering groote sommen ver
bruikte, dat het niet het geheim der brieven eerbiedigde
en complotten smeedde, dat behoefde toch waarlijk niet
door arckivarische studiën te worden onderzocht en be
waarheid. Ook heeft niemand getwijfeld aan het feit, dat
de hongerige neven en de afgedankte maitressen van
Bonaparte e«n hardnekkig bombardement met bedel
brieven op de civie'e lijst onderhielden.
„Tot nogtoe is het niet gelukt het spoor te vinden van
die groote sommen die volgens de overtuiging van som
mige lieden de es-keizer, tijdsDS zijne regeering, in het
buitenland zou hebben belegd. Lodewijlt Napoleon
moest van regeeren leven. De raeening van die heeren,
dat de man iets moest overleggen, was echter zeer lo-
.gisch, daar hij eenmaal kon worden weggejaagd. Van
Louis Philippe vertelde men in zijn tijd juist hetzelfde»
en toen, na de Februari-revolutie, de geheime papieren
der Juli-monarchie in het licht kwamen, bleek, dat de
burgerkoning den troon nog armer verliet dan hij dien
bad bestegen.
„In beide gevallen heeft men voorbij gezien dat vor
sten nooit aan de mogelijkheid eener onttroning geloo- j
ven, vóórdat zij in het gevaar verkeeren. Bij Napoleon III j
bad het geloof aan de hechtheid zijner dynastie, geheel
het kenmerk van eene idéé fixe gekregen, en als men
erkent dat dit zoover ging, dat hij zelf eene onttroniug
als eene onmogelijkheid beschouwde, dan zal het ook niets
bevreemdends hebben, noch ook een bewijs van groote
deugd zijn, indien het mocht blijken, dat hij geen noe
menswaard vermogen in veiligheid heeft gebracht.
„Hierbij komt nog, dat op de Tuileriën een ongekende
weelde heerschte en hij zijn 27 millioen jaarlijks wel zal
hebben verbruikt. Louis Philippe was om zijn zuinig
heid veracht, en zijn opvolger is daaraan gedachtig
geweest zonder te bedenken, dat er ook andere middelen
zijn om in minachting te geraken.
„Wij merken op, dat Eugênie belangrijke bezittingen
in Spanje en kostbare lijfsieraden beeft, zoodat het de
familie van Napoleon niet aan middelen om te leven zal
ontbreken. In ieder geval hopen wij, dat liet Pruisische
budget niet zal worden bezwaard met de kosten der hof
houding op Wilhelmshöhe."
Uit Versailles.
„Het denkbeeld om den Noord-Duitschen rijksdag te
Versailles zoo scbryft men van daar bijeen te doen
komen, treedt meer en meer op den voorgrond. Over de
practische strekking om een dergelijke parlementaire
vergadering in een vijandelijk land, dat volgens krijgs-
recht beheerscht wordt, en in een stad die iu staat van
beleg verkeert, te doen plaats hebben, kan men in meening
verschillen, toch zal niemand de groote wereldhistorische
beteckenis ontkennen van een zoodanig feit, indien het
werKelijk plaats heeft.
„Te Versailles zou alzoo de nieuwe Duitsche staten
bond tot stand komen, en het Duitsche volk zou zich
kunnen verheugen dat aldaar de eenheid is voltooid die
het gedurende eeuwen zoo vnrig begeert. De nieuwe
bondswet, als zij slechts eenmaal in 'tlicht is verschenen,
zal blijken voor volmaking vatbaar te zijn, dat wil zeggen,
zij zal geschikt zijn om verbetering te ondergaan en ook
verbetering noodig hebben. Maar men moet ook ruimte
laten voor den nationalen arbeid in latere jaren, opdat
wij de handen niet te spoedig in ledigheid in den schoot
leggen.
„liet denkbeeld om den bondsraad, die tegenwoordig
een soort staatsraad ter voorbereiding van wetten, en
een soort koogerhuis vormt, in een zuiver heerenhuis te
hervormen, is nog niet tot verwezenlijking gekomen.
„Men lacht hier veel over de telegraaf, die geen hove
ling is en zoowel de souvereinen als den eenvoudigsten
sterveling vaak een poets speelt. Zoo heeft men in het
telegram dat de overgave van Metz berichtte, in plaats
van het woord: „„moment,"" in de uitdrukking: „„dit
is de belangrijkste gebeurtenis in dit moment" eene op
vatting die de telt graaf niet kon eerbiedigen geseind
bet woord „„maand,'"' zoodat men las: „dit is de ge
wichtigste gebeurtenis iu deze maand."
„Men is inde bondskanselarij voornemens, om den heer
Ramberg, vroeger consul te Parijs, uit Potsdam hier te
lande te laten komen, teneinde de redactie van den tegen-
woordigen Moniteur officiel du departement de Seine et
Oise over te nemen, daar men dat blad een groote uit
breiding wil doen ondergaan. Deze Moniteur was oor
spronkelijk slechts de kleine Nouvelliste de Versailles
die men aanvankelijk uitgaf. De oplaag vau den Moni
teur is echter tot 1500 exemplaren gestegen, en het
publiek alhier verzoent zich met de Duitsche berichten
over de Fransche aangelegen beden."
De particuliere correspondent van the Standard deelt
een onderhond mede, dat hij met een officieel persoon
dien hij niet noemt, doch die men meent dat de heer von
Bismarck was, heeft gehad. Hij verhaalt ;0. a. het
volgende:
„Het onderhoud was niet bemoedigend. Ik gaf de
meening te kennen die in Engeland algemeen is dat
Frankrijk den oorlog heeft uitgelokt, doch dat het voor
deze handelwijze reeds ernstig is getraft, en dat men
uit een gevoel van ridderlijke welwillendheid zeer hoopte
dat de voorwaarden die gesteld zouden worden zoo zacht
mogelijk zouden zijn. Men antwoordde mij, dat dit wel
mogelijk was, maar dat Dnitschland ook verplicht is
voor zich zei ven en zijn toekomst te zorgen. De zachtste
voorwaarden zijn reeds aangeboden, werd mij verzekerd.
Er zal niets meer worden toegestaan. De koning zou
niet in Duitschland kunnen terugkeeren zonder dat het
grondgebied hetwelk wij geëischt hebben is afgestaan.
Er zou eene revolutie plaats hebben, indien wij het aan
Frankrijk lieten. In ons land is even goed een publieke
opinie als in het uwe, en zij eisckt, na al de bloedige
offers die reeds gebracht zijn, voor bet vervolg waarbor*
gen in grondgebied.
„Ik vroeg of, indien een der vredesvoorwaarden sine
qua non nog altijd zou zijn het binnenrukken der Duit
sche troepen in Parijs, dit niet slechts voor een dag of
voor den schijn was. Het antwoord was wel niet bepaald
ontkennend, maar de gronden die werden aangevoerd
waren in strijd met deconclusie.Zij kwamen voo mamelijk
hierop neer: „„de Parijzenaars hebben vooral den oorlog
gewenscht. Indien zij ons niet in bun stad zien, zullen
zij overtuigd zijn, dat wij er nooit in hadden kunnen ko
men, en binnen drie maanden zullen zij vergeten zijn
dat wij haar hebben belegerd. Wij hebben onze man
schappen van verre aangevoerd en hebben ze hier lan
gen tijd laten wachten. Kan men meenen dat wij hen de
voldoening van eën duidelijke en volkomene overwin
ning moeten onthouden
„Het heeft mij bedroefd, zoo spreekt de correspondent
verder, bij de overwinnaars een gevoel van verbittering
tegen de overwonnenen waar te nemen. Men zou meeDen
dat de grootheid en de menigte hunner overwinningen
de ruwe gevoelens, die een oorlog altijd opwekt,zou heb
ben verzacht. Maar neen niets hoort men lichter zeggen
dan: „Ik haat de Franschen!" Men ziet dat zij zonder
medelijden zijn. Zij haten de Franschen, omdat deze
den oorlog nog volhouden nu zij overwonnen zijn. Het
Duitsch karakter komt gunstiger uit in tegeusproed dan
in voorspoed. De Duitschers zijn geduldig,geoefend, vast
besloten en voorzichtig in het ongeluk. Maar als over
winnaars zijn zij aanmatigend en niet edelmoedig."
3crtijömg,cn.
Heden is van Brouwershaven, met bestemming naar
Fredrikstadt (Noorwegen), naar zee gezeild het bark
schip Noordster, gezagv. C. Tobiassen.
i)flnï>clsbrricl)trn.
Graanmarkten enz.
Oostburg 9 November 1870. De aanvoer van tarwe en
gerst was heden ruim, en voor beide artikelen bestond
goede vraag tot vorige prijzen. Rogge, erwten en p.-iar-
denboonen waren weinig ter veil en zijn tot hooger prijzen
genomen. De rogge 20, de erwten en boouen 25 cent
boven vorige noteering betaald. Van zaden was weder
niets aan, evenals van boekweit. Tarwe f 11. 11.25 a
11.50, blauwe, jarige en geringe van ƒ9 tot 10 50.
Rogge f 7.25, f 7.50 a f 7.75 waardig, doch meest daar
boven gehouden. Wintergerst 6 60, 6 70 a f 6.80. Zo
mer dito f 6 20 a 6.40. Haver f 3, 8.50 f 4 a ƒ4 25 naar
qualiteit. Erwten f 8.75 a f 9. Groote 10, 10.50 a
f 11. Paardenboouen fS 25 fS 50 a/ 8.75. Laatstge
noemd artikel werd meest op f9 gehouden.
Ter veemarkt, op 31 October gehouden, waren aange
bracht 3 paarden, 57 stuks rundvee en 185 varkens, en
ter varkenmarkt op heden, 117 stuks, In hoornvee ad
weinig omzet p'aats, door de hooge vraagprijzen, doch
varkens ruimden vrij goed op, hoewel de prijzen lager
loopen.
fet. Nicolaas 10 November. Tarwe fr. 26.40; rogge
fr. 16.40; boekweit fr. 17.20: haver fr. 8 80; gerst
fr. 14 20; boonen fr. 23.10lijnzaad tr. 24.40.
Middelburg, 10 November. Puike jarige Walchersche
tarwe tot ƒ12 gekocht; puike nieuwe Walchersche
tarwe van f 11 50 tot f 11.65 genomen. Zeeuwsche dito
f 11.25 nominaal. Jarige rogge f 8 25. Nieuwe dito 8.
Wintergerst op f 7.15 gehouden; Walchersche zoraer-
gerst f 6.50 betaald. Walchersche witteboonen werden
in 't begin der beurs op f 13.75 gehouden, doch later zijn
die met graagte tot f 13 50 gekocht. Dito bruitieboo-
nen f 13-25. Dito paardenboonen 8 75 Dito groene
kook-erwten met i0 betaald. Puik winterkoolzaad
f 15.50. Raapolie 51; patentolie ƒ53; lijnolie 37 per
vat op zes weken, a contant f 1 lager. Harde lijnkoeken
13 per 104 stuks; zachte dito f 15 per 104stuks; harde
raapkoeken f 110 per 1040 stuks.
gemiddelde marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe ƒ11.80 en rogge
ƒ7.90. Aardappelen 2.25 a 2.70 per hektoliter. Ver-
sche boter 1.25 a 1.35 per kilogram.
Prijzen yan effecten.
Amsterdam 10 November 1870.
Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld pet. Ö2\
*dito dito dito 3 62^
♦dito dito dito 4 83
♦Aand. Handelmaatschappij 4^
dito exploitatie Ned. staatssp. 88.^
België. ♦Certificaten bij Rotbschild 2j
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 92
♦Certific. adin. Hamburg 5 65
♦dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 75£
♦Cert. f 1000 1864 5 90 J
♦dito ƒ1000 1866 5 90 ,V
♦Loten 1866 5 2131
♦Oblig. Hope Co. Leening 1860 41 80£
♦Certific. dito4 62
*Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4 63£
♦Obligatiën 1867 4 67
♦Obl. 1869 4 66*
♦Certificaten 6 41£
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 215*
♦Oblig. dito 4 „162
♦dito dito 4jr
dito spoorweg Poti-Tiflis 5 84
dito dito Jelez Orel 5 83 g-
dito dito Charkow Azow. 5 «821