Uit Metz. Hans Wachenhuzen deelt nog van den 30en October de volgende bijzonderheden mede omtrent de capitulatie van Metz Wederom is een groot en belangrijk tafereel in het bloe dige drama afgespeeld! Toen bij Sedan het bericlitdoor onze rijen liep, dat niet alleen de vesting met bijna 100,000 man, maar ook de keizer zelf zich had overgegeven, zag iedereen daarin een historische gebeurtenis, zooals in de wereldgeschiedenis nog nooit was voorgekomen, en toch wachtte ons nog een andere, die de eerste zou overtref fen. De bezetting van Metz van 173,000 man gaf zich over, zonder een laatste wanhopige poging om zich door te slaan; ten tweede male gaf zich in dezen veld tocht een geheel leger aan den vijand op genade of ongenade over en het overgebleven gedeelte van het roemrijke Fransclie leger dat Sebastopol, Magenta en Solferino op .zijn vanen schreef, ging heden in gevangen schap naar Duitschland. „Reeds op den 26cn heette het hier dat de capitulatie gesloten was, en men beschouwde de overgave als een uitgemaakte zaak. In Ars sur Mozelle ontwaakte de be volking die gedurende maanden van de liefdadigheid onzer soldaten had geleefd, als tot een nieuw leven, daar er nu uitzicht kwam op werk en brood, en de vrou wen hunne mannen zouden terugkrijgen die te Metz waren ingesloten. De angst, de ellende zouden eindigen. „De capitulatie werd inderdaad aan den avond van den 27f|> October gesloten en officieel bekend gemaakt. De uittocht onzer troepen zou gisteren den 29'" plaats liebben, maar werd tot heden uitgesteld; slechts de overgave der forten en krijgskassen had plaats en sedert gisteren morgen waait de zwart-witte vlag van den Mont Sl. Quentin. Heden morgen te negeD uren zullen oDze troepen de vesting binnentrekken, terwijl reeds een gedeelte op weg naar Parijs en men druk bezig is, om de verzending van het belegerings-materieel voor te bereiden. „Ongeveer des namiddags te een uren begon gisteren de uittocht van het gevangen leger uit alle poorten. Prins Friedrich Carl had zich met zijn staf en vele offi cieren in groot uniform achter Jony op den weg naar Erescaty geplaatst. Onze korpsen bleven in hunne stellingen. De Hessische afdeeling was aangewezen, om de gevangenen over te nemen. Bazaine verscheen het eerst, voor allen uit reed hij op den prins toe en sprak hem aan met de woorden „„Monseigneur, j'ai 1' houneur de me présenter!" De prins wenkte hem om aan zijne zijde te komen en vervolgens trokken de gevangene offi cieren en het leger zelf voorbij, gedeeltelijk naar de ver schillende wapenen gerangschikt, gedeeltelijk door elkander. De officieren die een kommando hadden zaten te paard, de overigen hadden hunne wapens om, daar hun was toegestaan deze eerst later in de stad neder te leggen. „Manschappen en paarden hadden volstrekt niet bet aanzien alsof in de vesting de uiterste nood zou hebben gebeerscht. De uniform der manschappen, vooral van de garde, scheen bijna nieuw te zijn, en in 't bijzonder het schoeisel; de paarden waren grootendeels in goeden staat, doch hadden wederkeerig elkanders staarten af- gevreten. „Een menigte gevangenen kwam langs den straatweg van Metz naar Jouy en werd door kommandementen van verschillende wapenen in ontvangst genomen en be waakt. Over het geheel namen zij een goede houding aan, hoewel sommige gevangene Elzassers zich menige boos aardige uitdrukking vergunden als zij onze troepen voorbij trokken zooals: „„vijf en twintig tegen een!"" enz. De overname der gevangenen duurde van 1 uur des namiddags tot 9 uren des avonds. „Het behoeft geen verder betoog, dat met de vesting een groote menigte oorlogsmaterieel in ODze handeD is gevallen. Het fort St. Quentin wordt door de divisie Klimmer, het fort St. Privat door de Hessische brigade, en St. Julien door het tweede legerkorps bezet. Onze pionnier» zullen heden den toestand der forten onder zoeken om onze manschappen voor mogelijke onaange name verrassingen, ontploffingen, enz. te behoeden. „Dat binnen de vesting ernstige oneenigheden hebben plaats gehacl tusschen het garnizoen en de andere troe pen, bleek uit een tooneel dat men gisteren avond waar nam. Een oud officier namelijk ging gebukt en met do veldmuts over het voorhoofd getroKken, begeleid door twee jonge officieren door de straten. Hij werd gevolgd door mannen en vrouwen, die hem beleedigden en uit scholden. Naar ik vermoed, was het de kommandant Cof- finiêves, die tegen den wil der bevolking aan de overgave heeft deelgenomen. „Bazaine werd door prins Friedrich Carl met groote onderscheiding bejegend. Een menigte gevangenen weid niet met spoortreinen vervoerd, maar marcheerde naar de grenzen op Saarbruck, Saarlouis en Trier aan. De garde alleen is door 800C0 of 90000 man vertegenwoordigd, in geheel nieuwe uniformen, en die'er zóo welvarend uit zien, dat men bij de meesten tevergeefs naar sporen vau ontbering zoekt. Toch vielen zij allen gretig aan op het brood en spek dat hun werd aangeboden. „Het belegeringsleger breekt geheel opde di visie Klim mer zal Metz bezetten. Volgens een uitgevaardigde dag order moet het le, 7* en 8* korps, vormende het eerste leger, op Rijssel aanrukken en de provinciën Picardië, Nor- mandië en Bretagne bezetten, terwijl de linkervleugel steunt tegen de Belgische grenzen moet de rechtervleu gel zich met den kroonprins van Saksen in verbinding stellen. De bevelhebber van dit leger is nog onbekend. Het tweede leger, onder bevel van prins Friedrich Carl, zal bestaan uit de helft van het 2e korps, Hessische af deeling, liet 3C, 9e en I0e korps, en zal zijn hoofdkwartier in Troyes hebben. Dagelijks gaan vier treinen tot vervoer der vierde divisie naar Parijs. De algemeene inspectie over de stapelplaatsen zal voortaan in Nancy gevestigd zijn. „Prins Friedrich Carl zal alzoo met het tweede leger in het cenirnm staan; links van hem generaal von Wer- der met het 14e korps, rechts von der Tann. Deze drie legers opereeren tegen bet Loire-leger en de vrijkorpsen van Garibaldi, waartegen men een regelmatige hazen jacht zal openen. Geheel het zuidelijk gedeelte van Frankrijk zal door Duitsche troepen worden overstelpt. „Morgen ochtend te negen uren begint de intocht onzer troepen, waarschijnlijk onder gelijke stortregens als ons reeds verscheidene dagen overstroomen en die nog niet schijnen te zullen eindigen." Uit Petersburg. „Wat ook het einde van den tegenwoordigen strijd moge zijn schrijft men uit Petersburg zelfs indien bet Frankrijk moge gelukken zich door een wanhopige poging van zijne vijanden te ontslaan, is het niettemin eene waarheid dat de oorlog van 1870 ons een geducht bewijs zal hebben geleverd van de onbetwistbare meer derheid eener gewapende natie boven eene natie met een staand leger, dat, hoewel uit het volk aangeworven, echter geen ondeelbaar geheel met het volk uitmaakt. De pogingen der Fransche regeering zelfs, om, boe snel dan ook, eenig nationaal.leger te vormen, hebben slechts een nieuwe proef kunnen leveren der volstrekte ondoelmatigheid van het oude militaire stelsel en van de noodzakelijkheid voor iedeie natie die ziju bestaan in de toekomst wil waarborgen om dit stelsel spoedig en ge heel te wijzigen. „De wreede ervariugen waarin Pruisen de eerste jaren onzer eeuw heeft doorgebracht zijn het uitgangspunt en de eerste oorzaak van zijD tegenwoordige militaire macht geweest, en de nog wreeder ervaringen die thans het tot vóór dezen oorlog steeds roemrijke en zegevierende Frank rijk treffen, bewijzen, dat tegenspoed een degelijker en bekwamer leermeester is dan voorspoed. „Gelukkig de staten die zonder gelijke beproevingen te ondergaan, zich deze les ten nutte zullen maken. Rus land kan en moet meer dan eenig ander laud voordeel trekken uit deze groote geschiedkundige les, want meer dan eenig ander land bezit Rusland in zich zeiven alle bronnen om, de best geoefende en machtigst gewapende natie der wereld te worden. „Terwijl nu in Pruisen ieder meerderjarig burger soldaat is of geweest is, wordt ons leger, evenals het Fransche, uitsluitend aangeworven uit de mindere klasse der bur gers, want de Fransche „conscriptie" met haar tallooze vrij* stellingen eu n jg talrijker plaatsvervangingen, is weinig beter dan ons stelsel van werving dat slechts de laagste klassen der natie treft. De gevolgen van dit stelsel zijn duidelijk: in 1-66 zeide men dat de Pruisische school meester den Oostenrijkscben had verslagen; heden ver slaat hij den Franschen, en wie kan voorzien wat morgen zal geschieden „Maar indien het al van belang is om het Pruisisch militaire stelsel grootendeels aan te nemen, is dit echter nog geen reden om het in zijn geheel bij ons in te voeren. Ik ben reeds meer dan eens in de gelegenheid geweest om op te merken dat van alle groote hei vormingen dooi de tegenwoordige regeering, op maatschappelijk, admi nistratief en rechterlijk gebied ondernomen, slechts zij, die een wezenlijk nationaal karakter bezaten, het snelst en het diepst wortels hebben geschoten. „Dat ieder burger, tot welken rang of stand hij ook moge behooren, soldaat moet zijn, dat wil zeggen volko men in staat om zijn vaderland te verdedigen, is tegen woordig, minder dan ooit, aan twijfel onderhevig; maar het is duidelijk dat de duur van de oefeningen iii de behandeling der wapenen geëvenredigd moet zijn aan de bekwaamheid van den soldaat, pn op dit punt kunnen wij ons nog niet met de Pruisen vergelijken, omdat by hen niemand wordt gevonden die althans niet kan lezen en schrijven, terwijl het getal van hen die niets kennen bij ons legio is. „Het zou daarom nuttig zijn om den werkelijken dienst tijd evenredig te stellen aan de ontwikkeling van den soldaat Dit zou een prikkel,eene aanmoediging tot leeren en een uitmuntend middel zijn om de volksscholen te vermeerderen op kosten van de belanghebbenden, en alzoo de vruchten van het onderwijs tot geheel het volk te doen doordringen, den goeden geest in het leger op te wekken en daardoor zijn zedelijke kracht en bij gevolg ook zijn stoffelijke kracht te vermeerdei en. Het voorrecht dat men aan meerdere kennis zou toekennen, zou daaren boven geheel in overeenstemming zijn met onze wet ten, die den titel van candidaat in eenige wetenschap gelijkstellen met den adeldom en die de opklimming in maatschappelijke betrekkingen volgens den maatstaf der individueele bekwaamheid regelen. „Een ander gevolg zou ook nog zijn,dat de duur van den werkelijken diensttijd van den soldaat aanmerkelijk werd verkort, waardoor een groot aantal mannen voor den veldarbeid behouden bleven, die beter geoefend in hunne dorpen zouden terugkeeren dan zij er uit waren vertrok ken, want dank zij de voortdurende oefeningen waartoe zij gedurende hun diensttijd verplicht waren, zou hun den tijd hebben ontbroken om de zedelooze gewoonten aan te nemen van het luie leven in de kazernen. „Deze belangrijke voordeelen heeft Pruisen reeds langen tijd genoten, welk land zich voor meer dan een halve eeuw met wijze bedachtzaamheid aan den arbeid heeft gezet waaraan het met eene volharding heeft voort- gewerkt die het zijn tegenwoordig overwicht niet alleen in Duitschland, maar ook in geheel Europa heeft ge schonken. Rusland van 1870 is machtiger en rijker daa Pruisen in 1807 was. „Sedert dien tijd is dat land ons verre voorbij gestreefd en zal ons nog verder vooruit komen, indien wij niet door zijn voorbeeld hebben geleerd en ons haasten een krachtig beroep te doen op de vaderlandsliefde der klassen die in onze maatschappij van den mililitairen dienst zijn vrijgesteld, om het beginsel van algemeene dienstplichtigheid in Rusland in te voeren. „Om deze hervorming op de miast kostbare en voor de bevolking meest gemakkelijke wijze tot stand te brengen zou het voldoende zijn om, iu de door de regee ring tot dat doel te vormen provinciën, militaire hoofd plaatsen te vestigen, en vandaar uit overal officieren en onderofficieren over de verschillende plaatsen te verdee- len, teneinde onderricht te geven inden wapenhandel,en den dienst in te richten op de wijze die de mannen vau het vak de beste zullen oordeelen om zoo spoedig mogelijk het doel te bereiken, n. 1. een machtige gewapende natie van 80 millioeD zielen te scheppen." 8rctiiDm(jcn. Heden is ter reede van Veere gekomen de schooner Nerva, gezagv. B. Andreassen, van Zweden met hout bestemd naar Middelburg. ijcmöclsbericljtcn. Graanmarkten enz. St.Nicolaas 3 November. Tarwe fr. 25.70; rogge fr. 15.90; boekweit fr. 17.30: haver fr. 9.00; gerst fr. 14 50; boonen fr. 23.20 lijnzaad fr. 24.50. Middelburg 3 November. Puike jarige Walcbersche tarwe 11.75 a 12 genomen. Puike nieuwe Walcber sche tarwe van 11 50 tot 11.75 gekocht. Zeeuwscke dito op 11.25 gehouden. Jarige en nieuwe rogge 8 betaald. Wintergerst f 7. Walcbersche zomergerst 6.50 gekocht Walchersche witte boonen hield men meestal in 't begin der beurs op 14 vast en niet dan op 't einde der markt kon men tot 13.50 koopen, waarvoor de meeste houders niet wilden afgeven, dito bruine boonen 13.25. Dito paardenboonen ƒ8.50 a 8.75. Dito groene kookerwten met 9.75 a ƒ9.90 betaald. Puik winterkool- zaad 15. Raapolie 47.50. Patentolie f 49.50. Lijnolie ƒ38 per vat op 6 weken, a contant 1 lager. Harde lijn koeken 13 per 104 stuks. Zachte dito 15per 104 stuks. Harde raapkoeken 108 per 1040 stuks. gemiddelde marktprijzen - Midöelprijzen vau bakbare tarwe ƒ11.85 en rogge 7.90. Aardappelen 2.25 a 2.50 per hektoliter. Ver- sche boter 1.20 a 1.30 per kilogram.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 3