M1DDELBURGSCHE COURANT. \T0 261. 1870. Donderdag 3 November. Middelburg 2 November. Gisteren avond is de najaarsvergadering der provin ciale staten van Zeeland door den commissaris des ko- nings geopend: 33 leden waren tegenwoordig. Na goedkeuring der ingekomen geloofsbrieven van de in de kiesdistricten Sluis en Zierikzee gekozen leden, de heeren mr. F. J. Brevet en B. G. van der Iiave, heb ben deze de vereischte eeden afgelegd en zitting ge nomen. De werkzaamheden bepaalden zich overigens tot de mededeeling van ingekomen stukken, welke óf voor kennisgeving aangenomen, ót voor de leden ter inzage gelegd, óf naar de aldeelingen verzonden, óf in handen «ener speciale commissie voor de verzoekschriften ge steld werden. Tot leden der laatstbedoelde commissie zijn aangewezen de heeren Mathon, Fransen van de Putte en van der Bilt. Na splitsing der vergadering in afdeelingen, werden de leden verzocht zich daarheen te begeven, tot het be noemen van voorzitters en ondervoorzitters, en is de eerstvolgende openbare zitting bepaald op a.Vrijdag, des morgens te 10 uren. Ook van de tegenwoordige bijeenkomst zal een uitvoe rig verslag worden uitgegeven hetwelk door de leden, ieder voor zooveel het door hem gesprokene betreft, is goedgekeurd, gelijk dit van de najaarszitting van het vorig jaar en de beide in dit jaar gehouden zittingen is geschied. Daar al de geabonneerden op de Middelburgsche cou- raut daarvan een exemplaar ontvangen en dit verslag binnen kort het licht zal zien, meenen wij, in overeen stemming met het in de zitting der provinciale staten van 8 Juli II. uitgesproken denkbeeld, ons gewoon uitge breid verslag achterwege te kunnen lateu. In de zitting der provinciale staten van Utrecht is van den heer J. baron 'i'acts van Ainerongen van Natewisch het bericht ingekomen, dat hij wegens redenen van ge zondheid zijn ontslag heeft genomen als lid der eerste kamer van de suteu-generaal. De verkiezing tot ver vulling dezer vacature is op aanstaanden Dinsdag be paald. In deStaats-courant van heden is opgenomen het konink lijk besluit van den 29pn October jl. houdende intrekking der koninklijke besluiten van 29 Juli 1863 (Staatsblad n°*. 115 en 116) en nadere regeling van.de wijze van be handeling der zaken betreffende de onderscheidene eere diensten. Bij beschikking van den minister van financiën is be paald dat de navolgende ambtenaren bij de administratie der posterijen hunne functiën zullen uitoefenen als volgt, te wetende commies 3* klasse J A. J. van der Schaaff, ten postkantore te Gouda; de commies 3e klasse J. Hoef- hamer, ten postkantore te Dordrecht; de surnumerair G. IJssel de Schepper, ten postkantore te Zwolle; de surnumerair M. G. Cambier, in de bureaux van de afdee- jing posterijen bij het departement van financiën. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan H. J. C. Hoogeveen, resident van Batavia, tot het aannemen der versierselen van ridder der orde van het legioen van eer, hem door Z. M. den keizer der Franschen geschonken. eereteekenen. Toegekend aan C. Werkhoven, licht matroos, dienende op Zr. Ms. monitor Ileiligerlee, de bronzen medaille, ingesteld bij besluit van 22 September 1855, n°. 64, alsmede een loffelijk getuigschrift, als blijk van Zr. M». goedkeuring en tevredenheid wegens de door hem op 19 September jl. met levensgevaar aangewende pogingen tot redding van een kind, van de kade te Hel- levoetsluis in het water gevallen. schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan E. G. J. Stuart, als kapitein bij de dienstdoende schut terij te Vüssingen. Marine en leger. Zr Ms. korvet Prins Maurits der Nederlanden, sedert vele jaren als wachtschip te VJissingen gestationneerd geweest, is heden morgen van daar naar Hellevoetsluis gesleept. Gemengde berichten. Door het gemeentebestuur van Utrecht zijn aan de verschillende politie-bureaux manometers geplaatst, die de drukking in de gasbi]izenleiding aanwijzen. Nabij Guildhall is de eerste steen gelegd voor een Londensche openbare stads-bibliotheek. Voor dat doel zijn 28,000 pond sterling (f 336,000) beschikbaar gesteld, waarvan 21,000 p. st. voor het gebouw en 7000 p. st. voor boeken. Uit Maastricht wordt gemeld, dat 11. Vrijdag nacht een stoute diefstal met inbraak heeft plaats gehad bij den pastoor te Beek. Er moeten verscheidene kostbare zaken ontvreemd zijn. Den daarop volgenden nacht is in de woning van mevrouw de wed. Toraei, te Ambij, door middel van het breken eener glasruit, ingebroken, en een aanzienlijk bedrag aan zilverwerk gestolen. Van beide diefstallen zijn de daders onbekend. Woensdag jl. was bet aan de francs-tireurs bijna gelukt, een Duitschen spoortrein met militairen en goe deren te vernielen. „Des morgens te 7 uren," zoo schrijft men daaromtrent „waren wij met de veldcom- pagnie van bet Slecswijk-Holsteinsch bataljon pioniers n°. 9, met daartoe behoorende pontons, paarden, eenige waggons vol liefdegiften enz., uit Reims naar Boulzicourt vertrokken, van waar wij naarMézières zouden marchee- ren, om aan de belegering dier plaats deel te nemen. Tot nabij Launois was alles goed gegaan. Alleen hadden wij bij het binnenrijden van e«m tunnel bemerkt, dat er eene mijn was aangelegd, om oms in de lucht te doen springen, zoodat wij die ook eerst weg ruimden. Voorbij bet dorp loopt de spoorweg langs een diepen afgrond. Niets kwaads vermoedende, vernamen wij eensklaps het noodsignaal, en bemerkten wij tegelijk, dat onze waggon uit het spoor was geraakt en omkantelde, terwijl zich tevens een verschrikkelijk gekraak deed hooren. Nauwe lijks een voet breedte van den rand der diepte bleet onze waggon stilstaan. Wij sprongen er uit; en bevon den dat veertien wagens deels omver, deels over elkan der lagen. Gelukkig waren dit juist de middelste, waarin geen militairen zaten. Het achterste gedeelde van den trein, vol soldaten en paarden, was bij den schok losgeraakt en ongehinderd blijven staan. Eer wij nog konden zien boe bet er mede gesteld was, klonk het kommando „in 't geweer." en op hetzelfde oogenbiik volgde een hevig geweervuur uit een hinderlaag van francs-tireurs. Dit werd dadelijk beantwoord. Of nu de aanvallers verbluft stonden over het groot aantal onzer soldaten, die uit de wagons sprongen, en waarop zij misschien niet gerekend hadden, dan wel of zij om andere redenen hunne voordeeligepositie verlieten, weet ik niet,maar zooveel iszeker datzij dadelijkrecbtsomkeert maakten. Twee of drie hunner werden gedood, eenigen gekwetst en 7 gevangen genomen. Uit de mededeelingen dezer gevangenen bleek, dat zij kort te voren een trein met proviand hadden bemachtigd en daarna dc rails hadden losgemaakt, om ook een volgenden trein meester te worden, ot in den afgrond te doen storten. Nadat alles weer zoogoed mogelijk in orde was gebracht, werden op de locomotief en voorste wagens een aantal manschappen geplaatst, om bij de eerste verschijning van francs-tireurs vuur te geven, en zóo kwam men, na nog anderhalf nur met een beschadigde locomotief en gebroken wagens te hebben voortgesukkeld, eindelijk ter bestemde plaatse aan. Jl. Zaterdag morgen is in Herfte (Zwoller-kerspel) een huis met schuren, voorraad hooi, stroo, graan, olie zaad, benevens elf kalveren verbrand. De vermoedelijke oorzaak is eene «cheur in den schoorsteen, door welke opening zich het vuur van den haard aan licht ontvlam bare voorwerpen heeft medegedeeld. Bij het ontstaan van den brand des morgens te 6 uren, waren alleen een oud man en diens zieke zoon in huis, terwijl de andere huisgenooten naar het land waren om de koeien te mel ken. Des namiddags te 5 uren smeulde het vuur nog. onder de puinhoopen en sloeg nu en dan de vlam uit een op eenigen afstand staauden, halt verbranden hooiberg. Het gebouwde gedeelte was tegen brandschade verze kerd, doch het overige niet. Onder het opschrift „een mitrailleuse uit de oude doos" meldt Het vaderland het volgende„Bij het beleg van Münster in 'tjaar 1535 werd door de Wederdoopers een soort van mitrailleuses gebezigd. Mp. Heinrich Gres- beck, zelf een Wederdooper, schrijft als ooggetuige daar van in zijn uitvoerig relaas het volgende Und hedden ouck up karen geschuit gemarket, recht wie orgelpipen, die bei einauder standen, von heilen haken (haakbussen, geweren). Dieselben weren bei ein ander gclachtup die karen, dat der haken bei einander lag, seesz oder acht. Wenn sie dairmede schutten, so giengeu sie tho glick af." Tiiermometerstand. 1 Nov. 's av. 11 u. 46 gr. 2 'smorg. 7 u.43 gr.'smidd 1 u.48gr.'s av.6 u. 4:5 gr. St alen-gene raai. tweede kamer. Bij de memorie van antwoord op het verslag der af deelingen over hoofdstuk III der staatsbegrooting ver klaart de minister van buitenlandsche zaken, dat het verslag op hein een onaangename»! indruk heeft ge maakt, niet omdat sommigen zijn beleid afkeurden, maar ooi den aard van het hem verwetene, om den indruk dien zulke verwijten noodwendig mouten maken op zijne eventueele opvolgers, en vooral om de terugwerking dier verwijten op de betrekkingen met het buitenland. De verschillende grieven tegen hem aangevoerd meent de minister als oppervlakkig te mogen beschouwen. "Wat betreft het zalmtractaat: Het technische gedeelte moest aan de beoordceling van binnenlandsche zaken en financiën worden overgelaten. De groote quaestie was de goede verhouding met Duitschland te bewaren. Eene onttrekking aan het tractaat met andere mogendheden gesloten zou de vroegere impopulariteit van het „jiuxgidn la mer etc. aangewakkerd hebben. Desnoods moest die, al ware het ten koste van eenige zalmen, vermeden wor den. De minister betreurde de afstemming van het zalm tractaat, vooral om de miskenning der welwillendheid waarmede Duitschland ons in de laatste tijden aanhou dend tegemoet kwam. Ten aanzien der zaak wegens de verhooging van de belasting op het gedistilleerd in België, verklaart de minister dat België evenals Nederland meende in deze quaestie het recht voor zich te hebben. Van onze zijde zijn ophelderingen gevraagd en vertoogen gedaan. Er viel dus niets anders aan de zaak te doen, dan een oorlog van tarieven, ot nog erger. Het eerste achtte de minis ter onstaatkundig, het laatste onzinnig. Men heeft zich dus bepaald om in België den indruk achter te laten, dat eene terugkoming op het gebeurde in het belang der innige vriendschap tusschen beide landen zal zijn. Tegen overlegging der hieromtrent gewisselde stuk ken ziet de minister, voor zich, geen bezwaar. De zaaK omtrent de steenkolen met Pruisen, is door de regeering naar aller zin geëindigd. Aanmerkingen op den vorm der onderhandelingen behoeven dus geene wederlegging. Op het verwijt dat de minister geen voldoende kennis van den aard onzer buitenlandsche betrekkingen getoond zou hebben, door het voorstel te toen tot verbod van uitvoer van steenkolen, wordt geantwoord, dat door de geheele regeering dat verbod wenschelijk was ge keurd, en dat, zoo al eene bepaling van een tractaat met Frankrijk was voorbiigezien, dit verwijt tegen ieder lid der kamer zou kunnen gericht worden, dat deze wet tot stand hielp brongen. Wanneer de leden, die dat traclaat in der tijd behandelden, deze zaak vergeten waren, den minister kan men het te minder verwijten, daar hij toen zich in een ander werelddeel bevond. Dat de Nederlandsche gezar.t in Parijs is gebleven, was niet het gevolg van een bevel der regeering in Ne-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1