rend in den mantel gewikkeld op bunne postenoverigens
zag men niemand, en achter de gesloten vensters sliepen
nog al de mannen van groote historische beteekenis die
thans hier vereenigd zijn, oin over het naaste lot van
Duitschland en Frankrijk en misschien van het grootste
gedeelte van Europa te beslissen. Waarschijnlijk hadden
belangrijke staatkundige en militaire bezigheden
von Bismarck, Moltke, von Roon en vele uit hun naaste
omgeving tot laat in den nacht bezig gehouden, zooals
bijna iederen nacht het geval is.
„Van de werkzaamheid die in de verschillende bureaux
van generaal von Moltke heerscht kan een leek zich ter
nauwernood eenig denkbeeld vormen. Hier is de ziel die
aan alle Duitsche troepen welke zich op Franscb grond
gebied bevindeD leven instort; van hier worden de
belangrijkste bewegingen van clie 700,000 man geleid.
Honderde van rapporten hoogst belangrijke of ook
van mindere waarde komen dagelijks hier aan en
moeten althans gelezen en geregistreerd worden, en hon
derde bevelen, allen gewichtig, juist en met militaire
bondigheid gegeven, worden dag in dag uit van hier
verzonden.
„Bij den grooten staf van den generaal von Moltke
heerscht een voortdurende drukte en beweging, en de
keur van alle Pruisische stafofficieren is ér vereenigd5
om terstond iederen wenk, ieder, slechts met enkele
woorden aangegeven, bevel van hun heer en meester,
den onsterfelijken leider van alle Duitsche legers, verder
uit te werken en aan de verschillende legerafdeelingen
te doen toekomen.
„In het groote hoofdkwartier van den koning en
kroonprins van Pruisen, die thans beiden voor Parijs
zijn, bevinden zich veel, althans oogenscbijnlijk, zeer
belangrijke personen, die echter niet bet geringste nut
stichten en wier eenige zorg slechts daarin bestaat om
zooveel mogelijk goed te eten, te drinken en uit rijden
te gaan, en daarnevens vindt men weer verscheidene
mannen die bijna ieder uur in den meest ingespannen
en aan gevolgen rijken arbeid doorbrengen, en van wier
werken en zorgen het lot van duizende brave soldaten
afhangt.
r„Les extremes se touchentDe waarheid van deze
Frausche spreuk beb ik nooit dieper gevoeld dan in
dezen oorlog. Een overste van een Beiersch regiment
lichte cavalerie zeide onlangs tot mij: „„Gedurende
dezen oorlog heeft mijn regiment nog geen enkelen
onnutten marsch gemaakt, zóo uitstekend is alles door
dacht en zoo nauwkeurig geregeld, terwijl ik in 1866
nauwelijks een enkelen marsch heb gedaan die eenig nut
had." Ik geloof dat deze weinige woorden de beste en
treffendste waardeering bevatten van het werk van den
generaal von Moltke en zijn staf.
„Onder zulke gedachten draafde ik in het vroege, stille
morgenuur door Versailles. Spoedig heerschte rondom
mij een vroolijk ruiterleven. Ik hoorde het hricschen der
paarden en het opgewekte vroolijke gezang der cavaleris
ten. Kortom, alles was leven en vroolijkheid. In de dorpen
die wij doorreden was het des te stiller. Alle huizen wa
ren onbewoond; geen mensch, geen huisdier vertoonde
zich. De inwoners waren allen gevlucht en wat zij van
hun eigendom niet hadden kunnen raedenemen hadden
ze grootendeels verwoest, en vernielde deuren, ingesla
gen vensters en verbroken huisraad zag meu overal.
Hun vee hadden de inwoners uit deze streken meestal
naar het zuiden gezonden en wat achter was gebleven
werd onverbiddelijk door onze troepen in beslag geno
men, om spoedig te worden geslacht.
„Dikwijls ontmoetten wij cavalerie- en infanterie-afdee-
lingen die een dozijn koeien of schapen voor zich uitdre
ven. Het is nu eenmaal niet andersde humaniteit kan
hier slechts in de tweede plaats in aanmerking komen;
allereerst moet men zorgen voor de goede voeding onzer
troepen en de 230,000 man Duitsehers die tegenwoordig
rondom Parijs staan gebruiken iederen dag een duch
tige portie levensmiddelen. Het meeste wordtdoor einde-
looze proviantkolonnes van de stations Nogent en Nau-
teuil aangevoerdminstens 3000 wagens zijn dagelijks
daarmede bezig, en toch moet alles, wat men in de omge
ving van Parijs aan eetbare zaken kan vinden, mede
worden in beslag genomen.
„Daarbij ontstaan dan wel eens schermutselingen met
troepen vrijwillige scherpschutters, en ook onze voor
hoede die zich een kwartier ver van den weg landwaarts
in had begeven, om levensmiddelen te zoeken, werd wel
dra door een dozijn kogels ontvangen, waardoor een
huzaar licht verwond en een paard gedood werd, doch
een vijftig huzaren waren voldoende om de bende
uiteen te jagen en een dertigtal gevangen te nemen.
„Weldra kwamen wij in een dorp dat geheel verlaten
was, doch waar wij gelukkig nog een half uitgehongerd
.schaap en een vajt goeden wijn vonden, zoodat weldra de
veldketels hoven het vuur hingen, een krachtige wijn
soep werd gekookt, en later nog een stuk schapenvleesch
dat bijna te taai was om het te kunnen eten, uit de vuist
werd genuttigd, terwijl onze paarden zich aan den te veld
staanden haver te goed deden."
TJit Londen.
„De geest vaD verovering en overwinning zoo
schrijft een correspondent uit Londen die met het
succes der Duitsche wapenen in Duitschland toeneemt,
begint de Engelsche|liberalen te verontrusten. The Times
en hare bondgenooten gaan echter voor tornde vergrooting
van Duitschland als volstrekt niet gevaarlijk voor Enge
land te beschouwen, voor zooverre zij daardoor geen recht-
streeksch conflict vreezen me! de nieuwe mogendheid die
aan de oevers van de Oost- en Noordzee zal ontstaan.
Niettemin is de-eerste krachtige sympathie in Engeland
sterk verminderd, en de bladen die de voorstellen van
annexatie, welke van Frankrijk ten opzichte van Belgie
zijn uitgegaan, ten krachtigste afweerden, geven thans
hun vreeste kennen omtrent sommige 'gelijkluidende mee
ningen die Duitsche dagblad-schrijvers uiten.
„De Spectator critiseert eene brochure van den heer
Treitschke, waarin deze de noodzakelijkheid betoogt
om in het toekomstige Duitsche rijk alle volksstammen
te vereenigen, die de inwendige verdeeldheden der
laatste eeuwen daarvan hebben afgescheurd.
„In de bewering van dien lieer dat de Elzas en Lotha
ringen niet alleen door het recht van verovering maar
ook door een hooger recht, waardoor de volken van
Duitschen oorsprong belet worden vreemd te blijven aan
het Duitsche rijk, tot Duitschland zouden hehooren, ziet
de Spectator slechts de kiem van ,de leer eener poli
tiek die niet minder gevaarlijk en buitensporig is dan
de theorie van Frankrijkjomtrent de natuurlijke grens van
den linker-Rijnoever.
„„Hetis noodzakelijk zegt de Spectator, dat de Engel
seken begrijpen dat het hoofd der Duitsehers door hunne
groote overwinningen op hol is en dat zij meer en meer
tot een staat van opgewondenheid geraken die on ver
standig en gevaarlijk voor Europa wordt." In deoogen van
den Spectator is het volkomen hetzelfde of de Duitsehers
minder Jwaarde hechten aan de quaestie der waar
borgen van Duitschland, dan aan liet beginsel van de
roeping die Pruisen zou hebben, om de nationale een
heid te volmaken door de annexatie van alle stammen
van Duitschen oorsprong.
„De heer Treitschke beweert dat de Duitsehers beter
weten wat noodig is voor de Elzassers dan zij zei ven,
die onder den slechten invloed van Frankrijk zijn ge
bleven en tot zich zei ven moeten worden gebracht. „„De
onderwerping van een Duitsch volk, zegt hij,aan Frank
rijk is altijd een gevaarlijke zaak. Het zou eene
onderwerping zijn, van vrije menschen aan half
beschaafde wilden. Het is waar dat het een moeilijke
taak zal zijn om den Elzas Duitsch te maken; zoolang
de groote oosterspoorbaan bestaat heeft Frankrijk tal
looze middelen om zijn invloed te doen gelden, maar
Pruisen zal zich niet ontzien om de laatste overblijfselen
van de Franscbe administratie weg te vagen en den
staat van beleg te doen voortduren, totdat het ongeluk
kige land geheel van aard zal zijn veranderd."
„Het Engelsch blad zegt dat de heer Tieitschke van
een Duitsch en een Fransch land spreekt evenals de
Amerikanen oyer een huwelijk tnsschen een blanke en
eene kleurlinge. Wat echter de Spectator voor al veront
rust is de strikte weigering van den heer Treitschke en
zijn politieke aanhangers om ook aan andere rassen het
recht toe te kennen, dat zij voor het Duitsche eischen.
Als het de Gallisch-Romeinsche volkstammen betreft
noemen zij het leerstuk der nationaliteiten ongerijmd
en denken er geen oogenblik aan dat de inwoners van
Metz en Belfort zoowel door afstamming als gevoelens
bijna geheel Fransch zijn. De oppositie van deze bevol
king is voor patriotten uit de school van den heer
Treitsche een bewijs ten gunste der annexatie. Het ver
lies zou alzoo voor Frankrijk, zeggen zij, nog gevoeliger
worden uit een zedelijk dan uit een stoffelijk oogpunt,
en het gevoel van nationale vernedering zou zich aan
de militaire rampen paren.
„De Spectator is van oordeel dat dergelijke redenee
ringen de verzekering der Duitsche bladen niet recht
vaardigt, dat Duitschland vredelievend is en dat er geen
reden is om van zijn zijde veroveringen te vreezen, op
de wijze waarvan men Frankrijk zoo dikwijls heett
beschuldigd.
„Er heerscht in Duitschland een geest van vrome propa
ganda die echter in staat is om de naburige natiën te
verontrusten. De leer der onschendbaarheid van hetTeu-
toonsche ras en van den heiligen plicht om, zelfs tegen hun
zin, de leden van dit ras vrij te maken van een vreemde
overheersching, heeft zijn toepassing gevonden in de
Elbe hertogdommen. Wie waarborgt ons dat niet dezelfde
leer weldra ook op andere meer of minder Duitsche bevol
kingen, die buiten de grenzen van Duitschland wonen,
zal worden toegepast? Volgens den heer Treitschke en
zijne volgelingen isde toestemming dier bevolkingen niet
noodig omdat een hooger recht aan de ware Duitsehers
den plicht oplegt de zielen van hunne stamgenooten tot
iederen prijs te redden.
„Waarom wendt deze deze vaderlandslievende kruis
tocht zijne krachten ook niet naar een andere zijde, b. v«
tegen Duitsch Oostenrijk, wiens inwoners in de druk
kende noodzakelijkheid verkeeren om met medeburgers
van minder beschaafde rassen als de Tsechen, Polen en
Croaten, te leven? Dezelfde bewijsgronden die voor de
annexatie van den Elzas en Lotharingen worden aange
haald kunnen evenzeer worden toegepast op volken die
eertijds deel uitmaakten van Neder-Dnitschland. Neder
land en België hebben niet minder krachtige Germaan-
sche elementen dan de provinciën in oostelijk Frankrijk,
en het zou gemakkelijk zijn de noodzakelijkheid te
betoogen om deze elementen van den vreemden invloed
te bevrijden die hun ware nationaliteit onderdrukt.
„Ontegenzeggelijk bestaat er overeenkomst tnsschen
de Franscho beginselen van 1789 en de Duitsche van
1870. De Franschen waren er in dien tijd van doordron
gen dat hunne leerstellingen het geluk der wereld
bedoelden en dat, indien de wereld ze weigerde, zij ze
in het algemeen belang der menschlieid door geweld
moesten doordrijven. De hedendaagsche Duitsche
patriotten gaan niet zóóver; zij beperken zich binnen
de grenzen van het Germaansche ras, maar daar deze
grenzen zeer rekbaar zijn, zal het hun in vele opzichten
onmogelijk wezen om botsingen met de belangen en
geyoeiens der bevolkingen, die zij bij Duitschland willen
voegen, te vermijden."
Brctijïmiijm.
Gisteren is op de reede van Ylissingen gekomen de
te Holstein tehuis behoorende Noord-Duitsche schooner
Elise, gezagv. Steer. Dit vaartuig is nabij Helgoland
door een Frauscli oorlogschip aangehouden, de equipage
gevangen genomen, met uitzondering van den gezagvoer
der en kok, en voorts bemand met een Fransch officier en
Fransche matrozen, met voornemen om naar Cherbourg
te zeilen. Door noodweder is men echter genoodzaakt
geworden te Ylissingen binnen te loepen. Een Noordseh
jacht, van Antwerpen gekomen, heeft genoemd vaartuig
aangevaren, waardoor beiden beduidende schade hebben
bekomen. Wellicht zullen beide schepen in de haven
moeten komen.
Gisteren is te Ylissingen in het dok gekomen het
Nederlandsche driemastschip Maasnymph,gezagv. Vogel
sang, komende van Java en bestemd voor Middelburg,
geladen met koffie, suiker enz.
t)anDclsbcricl)tcn.
Graanmarkten enz.
Gent, 28 October. Roode en witte tarwe fr. 24.00 a
fr. 27.00 weinig aanvoer, opslag; rogge fr. 16.00, weinig
aanvoer; gerst fr. 14.50; kavertr,9.25; boekweit fr. 15.40;
paardenhoonen fr. 19.25; koolzaad fr. 46.25; lijnzaad fr.
36.00; koolzaadkoeken fr. 26.00; lijnkoeken fr.
eieren fr. 3.10 per 26 stuksboter per kilogram fr. 2.50.
Middelburg, 27 October. Raapolie 47j. Patentolie
ƒ49 j-Lijnolie 36.j-. Raapkoeken fper 1040 stuks.
Vlissingen, 28 October. Boter 1.25 a 1.30 ,per kilo
gram.
Amsterdam, 28 October. Raapolie op 6 weken 47}.
Lijnolie op 6 weken f 33}.
Prijzen Tan effecten.
Amsterdam 28 October 1870.
Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld 2} pet. 52}
*dito dito dito 3 „62
*dito dito dito 4 83}
*Aand. Handelmaatschappij 44
dito exploitatie Ned. staatssp.
België. ♦Certificaten bij Rothschild 2}
Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 91$
♦Certific. adm. Hamburg 5 65^
♦dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 76}
*Cert. ƒ1000 1864 5 90$
♦dito 1000 1866 5 90}
♦Loten 1866 5 „222
♦Oblig. Hope Co. Leening 1860 4} 80}
♦Certific. dito4 62}
♦Inscript.StiegIitz&Co.2ea4eL. 4
♦Obligatiën 1867 4 67}
♦Obl. 18694 67^
♦Certificaten 6