MDDELBURGSCHE
COURANT.
8* 255.
Donderdag
1870.
27 October.
Middelburg 26 October.
In de gisteren avond gehouden zitting der tweede
kamer zijn de Indische begrootingswetten aangenomen.
Eene motie van den heer Mirandolle, strekkende om aan
de regeering schriftelijke inlichtingen te vragen over het
verleenen van ontslag zonder pensioen aan den raads
heer Angelbeek, is eveneens aangenomen.
De kamer is op recesgescheiden tot den 8cn November.
In de heden namiddag gehouden zitting van den ge
meenteraad van Middelburg is een adres ingekomen van
den heer mr. W. C.Borsius en ecnige andere ingezetenen,
die, naar aanleiding van bet door een lid der fiuancieele
commissie geopperde denkbeeld tot het invoeren eener
belasting op de bonden, verzoeken dat de raad tot de
heffiug van zoodanige belasting besluite, als zijnde dit
in het belang der reinheid van straten en stoepen.
Bij de behandeling der gemeentebegrooting deed de
heer Luteyn zich kennen als het lid der financieele com
missie die deze zaak in de commissie had ter sprake ge
bracht, en stelde hij thans voor tot de heffing eener be
lasting op de honden met 1871 te besluiten.
Dit voorstel is, na beraadslaging, met 13 tegen 3 stem
men verworpen, waardoor tevens afwijzend is beschikt
op liet bovengenoemde adres. Alleen de heeren Fokker,
Sifflé en Luteijn stemden vóór.
De begrooting der gemeente voor 1871 is met 12 tegen
4 stemmen goedgekeurd tot een bedrag van f 259,163.58
in ontvang, f 215,634.94 in uitgaaf, en het hoofdstuk
voor onvoorziene uitgaven (waarop voorloopig het voor
gedragen bedrag der subsidie aan het burgerlijk armbe
stuur is gebracht) op 43,528.64. Tegen de begrooting
stemden de heereri Sifflé, Fokker, Mathon en Snijders.
Naar aanleiding van het rapport der financieele com
missie betreffende het leening- en conversieplan (zie het
bijvoegsel der courant van 5 October jl.), is thans be
sloten om, zonder dat de raad zich overigens tot iets
verbindt, burgemeester en wethouders met de financieele
commissie te machtigen, om met de Maatschappij van
gemeente-crediet te Amsterdam onderhandelingen aan
te knoopen over het sluiten eener leening van circa
f 500,000.
Door de plaatselijke schoolcommissie is, ter aanvulling
der vacature ontstaan door het verleend eervol ontslag
aan den heer C. D. Röell, het volgende alphabetisch
gestelde dubbeltal aanbevolenjonkheer mr. C. de
Jonge en mr. P. Romeijn. De benoeming is aangehouden.
Heden is te Arnemuiden tot lid van den gemeenteraad
benoemd de heer S. Yan Eenennaam Lz.
Bij herstemming voor een lid van den gemeenteraad
te Nieuw- en St. Joosland is benoemd de heer A. Tim-
Aan het voorstel van gedeputeerde staten van Zeeland,
betreffende de Aanvragen om rentelooze voorschotten
tot verbetering van wegen en havenwerken gedrukt
aan de leden der provinciale staten toegezonden ont-
leenen wij het volgende:
Bij besluit der staten van 4 November 1869 werd op
nieuw f 150,000 bekrijgbaar gesteld voor rentelooze
voorschotten tot verbetering of aanleg van wegen. Tevens
werd bepaald dat jaarlijks, in de najaars-zitting, op aan
vragen om voorschotten uit die som zou worden beschikt;
in dier voege echter dat de voorschotten niet bepaalde
lijk zouden worden toegezegd, maar naar gelaug de
gelden, door leening op aannemelijke voorwaarden, zou
den te verkrijgen zijn, en dat voor de aanvragen en de
voorschotten de bepalingen van het besluit der staten
van 8 November 1862, no. 4, zouden gelden. Twee voor
schotten, éen aan het gemeentebestuur van St. Jansteen
en éen aan de gemeentebesturen van Oostburg en Water
landkerkje, werden tegelijkertijd door de staten ver
leend, en verder werden gedeputeerde staten gemachtigd,
aan het gemeentebestuur van Cliuge het gevraagde
voorschot toe te zeggen, zoodra aan hët voorschreven
besluit van 1862 zou zijn voldaan.
Aan die machtiging is door gedeputeerde staten geen
gevolg kunnen worden gegeven, omdat het gemeente
bestuur de betrokkene'wegsverbetering voorloopig heelt
uitgesteld, in afwachting der verzochte bijdrage van het
rijk, waarop vooralsnog geen uitzicht kan worden ver
kregen.
Het voorschot aan de gemeente St. Jansteen is, na de
aanbesteding van het werk en in overeenstemming met
de aannemingssom, bepaald op f 10430. Ter bestrijding
daarvan en van het voorschot aan de gemeenten Oost
burg eu Waterlandkerkje ad 5000, is, nevens de door
leening te verkrijgen gelden, gebruik te maken van de
door de gemeente 's Gravenpolder en vier andere, na
ontvangst eener rijks-bijdrage, gedane teruggaaf .van
f 5125, en van het overschot der voor 1869 tot renteloos
voorschot aangewezen gelden ad f 119.
Thans zijn weder verschillende aanvragen ingeko
men, t. w.
1°. van commissarissen van den zandweg van Seroos-
kerke naar Yrouwepolder, die, in een adres dat niet bin
nen den bepaalden termijn is ingezonden, een voorschot
verzoeken van 16,400, om dien weg met klinkers te
bestratende vereischte stukken zijn.echter nog niet
overgelegd;
2". van het dijksbestuur der polders Eiland en Brand-
kreelc, om een voorschot van 45,000, ter bestrating van
den weg tusschen Oostburg en St. Margriete (België)
met keien; volgens nader bericht zal, daar nog geen
uitzicht op de gevraagde rijks-bijdragen kan worden
verkregen, aan deze zaak denkelijk vooralsnog geen
uitvoering worden gegeven
3°. van het gemeentebestuur van Ovezande, dat f 5000
voorschot verzoekt, ter begrinding van den weg tus
schen de kom der gemeente en den Doorn boo md ijk ge
deputeerde staten zien nog het antwoord tegemoet op
de door hen aan genoemd gemeentebestuur gedane aan
beveling om, in overleg met dat van 's-Iieerenhoek, het
plan zóo te regelen, dat eene verbetering der gemeen
schap tusschen de beide gemeenten tot stand kome en
alzoo het algemeen belang voldoende bevorderd worde
4°. van het dijksbestuur van den polder Stoppeldijk,1
dat een voorschot vraagt van 2100, ter begrinding van
den weg tusschen de kom der gemeente Boschkapelle
en den polder Willem III;
5°. van het gemeentebestuur van Brouwershaven, dat
een voorschot verzoekt van f 1700, tot bestrating met
klinkers van den weg tusschen de kom dier gemeente
en den grindweg op den Oude-Schouwsche-dijk;
6°. van het dijksbestuur van den polder Dreischor, dat
een voorschot vraagt vau f 2940, tot bestrating met
klinkers van den noordelijken Stoofweg en van een ge
deelte van den Lange-weg, tot de meestoot' De hond.
Die bestrating is echter slechts van plaatselijk belang;
oai hulp van de provincie te verkrijgen zou het plan
behooren uitgebreid te worden tot geheele verbetering
der gemeenschap tusschen Dreischor en Noordgouwe,
doch daarop bestaat vooralsnog geen uitzicht.
De zes genoemde aanvragen bedragen samen alzoo
f 73,140.
Het voorschot van gedeputeerde staten strekt om
a. in te willigen de aanvragen onder 4 en 5 vermeld,
voor zooveel de gelden, door leeuing op aannemelijke
voorwaarden, zullen te verkrijgen zijn, gelijk bij besluit
der staten van 4 November 1809 is bepaald, en voor wat
betreft de eerstgemelde aauvraag, behotideus de ver
eischte aanvulling der overgelegde schrifturen;
b. hen te machtigen om de aanvraag onder 1 vermeld,
onder de voorschreven bepaling, in te willigen, indien
zij, na inzending der vereischte stukken, daarvoor vat
baar blijkt;
c. gelijke machtiging aan hen te verleenen ten aanzien
der aauvraag onder 3 vermeld, indien, met de noodige
verbetering in de overgelegde stukken, het plan zooda
nig wordt geregeld, dat het algemeen belang iu genoeg
zame mate door de uitvoering zou worden bevorderd;
d. omtrent de aanvraag onder 2 vermeld, te kennen
te geven dat het wordt vrijgelaten die nader met de
vereischte stukken in te leveren, wanneer de uitvoering
van het plan alleen van het verlangde voorschot zal
afhangen;
e. omtrent de aanvraag onder 6 vermeld, te kennen
te geven dat zij niet kan worden ingewilligd, omdat
het algemeen belang niet genoegzaam bij het plan is
betrokken.
Den 7cn Juli jl. werd door de provinciale staten in
handen van gedeputeerde staten dezer provincie tot
advies gesteld een adres van den gemeenteraad van
Haamstede, houdende verzoek om een renteloos voor
schot uit de provinciale fondsen voor den aanleg eener
nieuwe haven.
Daar de zeewering van den calamiteuzen polder Schou
wen rechtstreeks bij het ontwerp is betrokkeu, zijn de
hoofdingenieurs van den waterstaat en de centrale direc
tie van genoemden polder door gedeputeerde staten
geboord, die, behoudens enkele opmerkingen, geen be
denkingen hadden. Daarenboven is door een aantal
schippers by adres de medewerking van gedeputeerde
staten ingeroepen. Laatstgenoemden hebben daarop aan
burgemeester en wethouders vau Haamstede te kennen
gegeven, dat zij bereid waren aan de provinciale staten
voor te stellen, een renteloos voorschot van f 12000 te
verleenen, mit3 het werk worde uitgevoerd overeenkom
stig het ontworpen plan en met inachtneming van de
mededeelingen van den hoofdingenieur en de centrale
directie, zoodat in de meerdere uitgavea die boven de
gemelde som van f 12000 zouden vereischt worden, door
de gemeente op andere wijze zou dienen te worden
voorzien.
De raad heeft zich daartoe bereid verklaard, zich voor
nemende om door geldleening te voorzien in de meer
dere kosten der uitvoering.
Gedeputeerde staten stellen mitsdien aan de provinci
ale staten voor, om uit de bij besluit van 4 November
1869 verbrijgbaar gestelde som van f 150,000 aan de
gemeente Haamstede een renteloos voorschot van f 12000
toe te zeggen voor den aanleg eener nieuwe haven, voor
zooveel die som door leening, op aannemelijke voorwaar
den, zal te verkrijgen zija, en onder de bepalingen van
het besluit der staten van 8 November 1862, n°. 4, en
alzoo ook onder voorwaarde dat de gemeenteraad zeker
heid geve voor de geregelde teruggaaf en het voort
durende behoorlijke onderhoud der te maken haven.
Wordt dit voorschot toegestaan dan zal het plan even
wel nog aan de beoordeeling van den minister van bin-
nenlaudscbe zaken moeten onderworpen worden.
In de jongste zomervergadering der provinciale staten
van Zeeland werd dè beslissing op het verzoek van den
gemeenteraad van Yerseke om een renteloos voorschot
voor een nieuwe haven aangehouden tot de najaarsver
gadering. Het voorstel daartoe was uitgegaan van gede'-
puteerde staten, nadat gebleken was dat bezwaren bë-
stonden tegen de uitvoering van het plan, daar dë
ambachtsgerechtigde van Yerseke daaraan voorwaar-'/
den scheen te willen verbinden, welke de gemeenteraad
als te drukkend moest beschouwen. In het belang dèf
zaak wenschten gedeputeerde staten te onderzoeken of
die bezwaren niet waren weg te ruimen.
De uitslag van het gemeenschappelijk overleg van eé'ü
gecommitteerde uit het gedeputeerde college met den ahi»
baehtsgereclitigde bestoud hierin: dat hij zich bereid
verklaarde de vereischte gronden, op aannemelijke voör-i
waarden, aan de gemeente in erfpacht te geven.
De gemeenteraad van Yerseke, door eene briefwièse-
ling met het departement van fiuanciën vernomen li eb-
bende dat de slikken, waarvan mede een deel moet wor
den ingenomen, niet aan den ambachtsgerechtigde, niaaf
aan den staat toebehooren, is nu ongezind om die'vafaJ 11
den ambachtsgerechtigde in erfpacht te nemen, en beeft"
aan laatstgenoemden den 6«-'R October jl. de voorwaar&bn1'
medegedeeld waarop de raad bereid is eene erfpacht tel'
sluiten. Burgemeester en wethouders zouden het daltrofe'
te ontvangen antwoord aan gedeputeerde staten méde-'