Öuitmlanö.
plitsing van het werk in perceelen. Dit doende verge
makkelijkt men de concurrentie tegenover den heer
Fills, en blijtt het toch een publieke aanbesteding.
De heer van Uije Pieterse is tegen het denkbeeld van
den heer Hector. Door daaraan gevolg te geven zou men,
zijn inziens, een slechten weg betreaer». De bij aanbeste
ding te volgen leiddraad behoort alleen te bestaan uit
eene begrooting van den gemeentebouwmeester en het
advies der commissie van fabricage, maar niet in het
raadplegen van papiertjes van derden.
De voorzitter brengt alsnu in omvraag zijn voorstel,
om niet te treden in bet voorstel van den heer van der
Hijden en het artikel dus onveranderd te laten. Hiertoe
wordt besloten met 11 stemmen tegen 1, die van den
heer van der Hijden.
De heer Ver kuyl Quakkelaar vestigt de aandacht er
op dat op bladz. 35 der memorie van toelichting is ver
zuimd op te nemen het onderhoud van baggeraken, het
geen door den voorzitter wordt beaamd.
Afdeeling 1 art. leonderhoud wegen, straten enz.,
4603.
Van den tegenwoordigen aannemer van het straatwerk
is een adres ingekomen, om dat werk voor 1871 buiten
aanbesteding te laten en hem dit tegen den voor het
loopende jaar aangenomen prijs te doen uitvoeren. Op
voorstel der commissie, op dezelfde gronden als bij het
vorige artikel, is dit adres buiten behandeling gelaten.
Door den heer van der Hij den wordt voorgesteld, om
de voorgedragen aankoop van 40.000 straatkeien en
30,000 Waalklinkers met 10,000 te verminderen. Bij de
toelichting van dit voorstel doet hij hoofdzakelijk uitko
men, dat de noodzakelijkheid van verhooging of verleg
ging der straat in sommige gedeelten der gemeente hem
niet gebleken is, zoodat op dit artikel naar zijne meening
bezuinigd kan worden.
De heer Verkuyl Quakkelaar vraagt, of al de plaatsen
reeds zijn vastgesteld waar de straat verlegd zal worden,
en vestigt overigens de aandacht op de straat loopende
van de woning van den slager Kemeling naar de Ton-
nenbrug, die zijns inziens bepaald voorziening behoeft
en een der meest begane plaatsen is.
De voorzitter geeft eenige inlichtingen betreffende de
redenen tot het verleggen der straten en de afwijking
der vroegere gewoonte, om nieuwe keien tusschen de
oude te leggen, hetgeen door de ondervinding bewezen
is niet wenschelijk te zijn. Voorts verklaart hij, in tegen
stelling van den heer van der Hijden, herhaaldelijk
klachten over den slechten toestand der bestrating van
sommige kaaien en straten vernomen te hebben.
Het voorstel van den heer van der Hijden wordt daarop
in stemming gebracht en verworpen met 11 stemmen
tegen 1, die van den voorsteller. Het artikel blijft mits
dien onveranderd.
Atdeeling 2, art. 2: voor het ontgraven van grond
achter de keibank, verplaatsen beschoeiing en het maken
eener steenglooiing, f 1100.
De heer van der Hijden stelt daarentegen voor, om een
nieuwe beschoeiing te maken, waarvan de kosten worden
berekend op f 3050. De commissie van fabricage wil de
bestaande beschoeiing wegnemen en daar ter plaatse een
open vak laten, waardoor'de reeds aanwezige ruimte van
12 meter tot 42 meter zou worden vergroot, waarmede
men niets doen kan en die, bij het maken eener steen
glooiing, niets meer dan een slijkpoel zal worden. De
daarvoor te maken kosten ad f 1100 zullen tot niets
leiden; die gelden zijn nooit terug te vinden, en als het
gat er eenmaal is, zal men zich daarover beklagen en
zeggen dat men dit alleen te wijten heeft aan de vrees
om kosten te maken voor iets wat goed is.
Nadat de voorsteller hetgeen hij beoogt nader heeft
aangedrongen, verklaart de heer Kleijnhens dat hij zich
met dat denkbeeld wel kan vereenigen, vooreerst wegens
het min sierlijke als de beschoeiing wegvalt, en ten
anderen omdat men, bij aanneming van het gedane voor
stel, meer kaai verkrijgt, hetgeen te meer wenschelijk
kan worden geacht met het oog op de aanhangige bespre
king om bij verplaatsing van het arsenaal het tonnen-
magazijn derwaarts over te brengen, welk laatste dan
wellicht zou kunnen dienen ter uitvoering van even-
tueele plannen tot uitbreiding der gasfabriek.
De heer Schraver merkt op dat door aanneming van
het voorstel der commissie van fabricage de lengte der
kade niet verminderd wordt. Voorts geeft hij eenige
inlichtingen betrelfende de te maken steenglooiing,
waarbij hij verklaart niette verwachten dat een slijkpoel
zal ontstaan zooals wordt gevreesd, terwijl hij ten slotte
doet uitkomen, dat het banken van kleine schepen door
de uitvoering van het plan der commissie zal vergemak
kelijkt worden.
De heer van der Hijden beaamt het gezegde van den
vorigen spreker, dat de lengte der kade niet verminderd
zal worden, doch merkt op dat het gevolg van de aan
neming van zijn voorstel zal zijn dat die lengte wordt
vergroot.
De heer Kleynhens doet uitkomen, dat hij alleen ge
sproken heeft in het vooruitzicht dat later meer ruimte
zal noodig zijn; het bezwaar van een onaanzienlijk uit
zicht te zullen krijgen heeft hij nog niet hooren refu-
teeren.
De heer van Uije Pieterse is het eens met de heeren
van der Hijden en Kleijnhens. Men heeft de helling niet
noodig en de voorgedragen uitgaaf van lloC is dus
niet wat men noemt een rechtmatige uitgaaf. Ook hij wil
liever iets meer voor iets doelmatigs uitgeven.
De heer de Kruyff verklaart zich mede voor het door
den heer van der Hijden aangegeven denkbeeld.
De heer de Groof geeft nog een ander denkbeeld aan.
Hij wil het bestaande hellingtalud wegnemen en de te
genwoordige kade doortrekken, en ter breedte van de
tegenwoordige keibank eene helling maken.
De heer Kleijnhens merkt op dat dit afwijkt van het
voorstel van den heer van der Hijden. Spreker's grootste
motief is sierlijkheid, daar zijns inziens geen behoefte
aan verbreeding der keibank bestaat.
Nadat de heer de Groof nader heeft te kennen gege
ven dat de strekking van zijn voorstel is, den toegang
tot de keibank te vergemakkelijken, waarbij tegelijk
aan de eischen van sierlijkheid zou worden voldaan, re
pliceert de heer Kleijnhens dat zijns inziens voor dien
toegang zoo geen groote ruimte noodig is en een trap
daartoe voldoende kan worden geacht.
De voorzitter stelt voor, den voorgedragen post van
f 1100 voorloopig onveranderd op de begiootingte laten,
en den gemeentebouwmeester op te dragen een ontwerp
op te maken in den geest van de gedane voorstellen,
teneinde daaromtrent later eene beslissing te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Het totaal van hoofdstuk III blijft onveranderd,
f 15,530.70. IVordt vervolgd.)
Algemeen overzicht.
De Belgische regeering heeft het noodig geacht om
van de naar huis gezonden lichtingen weder zooveel
manschappen onder de wapenen te roepen dat elk regi
ment infanterie op 2200 en elk regiment karabinie^s op
3000 man kan worden gebracht. Deze getalsterkte be
draagt vier honderd man meer per regiment dan in ge
wone vredestijden. Overigens meldt l'Agriculteur du
Luxembourg dat weder eenige Belgische legerkorpsen
naar de Fransche grenzen zijn gezonden.
De Pruisisehe Staats-Anzeiger meldt dat het gouver
nement van koning Wilhelm aan verschillende regee
ringen eene nota heeft gezonden, waarin gewezen wordt
op de gevolgen van de verwerping der voorwaarden
eener wapenschorsing door den heer J ules Favre en diens
ambtgenooten. Frankrijk zegt de steller dier nota,
waarschijnlijk de heer von Bismarck moet nu de ge
volgen dragen van een thans tot het uiterste te voeren
strijd, waardoor de maatschappelijke toestand in meer en
meer gevaarlijke mate zal worden uiteengerukt. De
opperbevelhebbers der Duitsche legers zijn niet bij
machte om dit te verhoeden, maar zij uieenen de aan
dacht te moeten vestigen op den toestand van Parijs in 't
bijzonder, hetwelk vroeg of laat in hunne handen moet
vallen. Daar de middelen van gemeenschap, door de
Franschen vernield, slechts in zooverre hersteld zijn als
het strategisch belang der Duitsche troepen vereisckte,
zou eene overgave van Parijs, door gebrek aan levensbe
hoeften noodzakelijk gemaakt, de vreeselijkste gevolgen
kunnen hebben, daar het-voor de opperbevelhebbers der
Duitsche legers totaal onmogelijk zou wezen om, ook
maar gedurende een enkelen dag, te voorzien in de voe
ding eener bevolking van bijna twee millioen zielen. De
omstreken van Parijs, welke noodwendig moeten voorzien
in de behoeften der Duitsche troepen, zouden evenmin,
binnen den omtrek van verscheidene dagmarschen, levens
middelen kunnen opbrengen. Het on verin ij del ij lege volg
van dit alles zou wezen dat honderd duizende men -
schen van honger zouden moeten sterven. Indien het
Fransch gouvernement den oorlog tot het uiterste wil
doorzetten, zal het daarvoor verantwoordelijk wezen.
Sommige dagbladen zien in deze nota van den heer
von Bismarck een indirecte uitnoodiging aan de groote
mogendheden om, krachtiger dan tot dusverre, tot her
stel des vredes op te treden.
Bij de beraadslagingen over de begrooting van oorlog
in de Deensche vertegenwoordiging werd door een der
leden aangedrongen op vermindering der uitgaven voor
dit departement. De minister van oorlog antwoordde
hierop echter, namens de regeering, dat eerst de uitslag
van den thans ge voerden krijg moest worden afgewacht,
alvorens men tot eene reorganisatie van het leger kon
overgaan.
Koning Victor Emmanuel heeft gisteren de commissie
ontvangen, welke heraden uitslag der volksstemming op
bet Romeinsch grondgebied kwam mededeelen. Bij die
gelegenheid richtte de koning eene toespraak tot deze
commissie, waarbij hij zeide dat het vaderland thans op
duurzame wijze is geconstitueerd. „De eenstemmigheid,
waarmede het volksbesluit genomen werd, vervult ge
heel het koninkrijk met vreugde. Hebben wij niet wei
nig aan de ons gunstige omstandigheden te danken, wij
hebben tevens veel te aankeii aan de klaarblijkelijke
rechtvaardigheid onzer zaak. De vrije toestemming en
de getrouwheid aan gewisselde beloften, ziedaar de
krachtige elementen welke Italië tot stand hebben doen
komen." Terwijl thans de Italianen meester zijn van
hun toekomstig lot, zullen zij ook den zetel van het gees
telijk gezag moeten weten te eerbiedigen. Als koning
en als catholiek verklaarde Victor Emmanuel ten slotte,
bij het proclameeren der Italiaansche eenheid, de vrij
heid der kerk en de onafhankelijkheid van den paus te
zullen handhaven.
Gisteren is de nieuw benoemde militaire opperbevel
hebber in het Romeinsch grondgebied te Rome aange
komen, alwaar de menigte hem met de meeste geestdrift
begroette.
JLaatste berichten.
Londen.
The Times meldt dat door de Pruisen in de laatste
dagen twintig Fransche dorpen in brand gestoken en
honderd vijftig Fransche boeren zijn gefusilleerd wegens
het voeren van een onwettigen oorlog.
De telegraaf meldt dat de Amerikaansche generaal
Burnside aan den Franschen minister Favre heeft mede
gedeeld dat de heer von Bismarck bereid is om de ver
kiezingen voor de Assemblée constituante toe te laten
in het Seine-departement.
Hamburg.
Er. bevindt zich eene Fransche vloot op achttien mij
len afstands van Helgoland.
Versailles.
Eene divisie Duitsche cavalerie beeft eene afdeeling
Fransche mobiele garde van vier duizend man met zwaar
verlies tot over de Eure teruggedreven.
Voor Parijs is niets belangrijks voorgevallen. Men
verwacht spoedig het bericht dat Orleans door de Prui
sen is bezet.
Bern.
Volgens het dagblad Der Bund is in Algerië een op
stand uitgebarsten in de provincie Constantine, zoodat
Frankrijk in die kolonie met een verlies van grondge
bied wordt bedreigd.
Brussel.
De Fransche generaal Bourbaki is eerst heden naar
Tours vertrokken.
Rijssel.
Men verwacht de Pruisische troepen binnen een paar
dagen voor deze stad.
Tours.
Het gouvernement heeft het voornemen om alle weer
bare mannen in Frankrijk, van twintig tot vijf on veer
tig jaren, onder de wapenen te roepen en te concentree-
ren, om naar Parijs op te rukken.
Frankrijk.
Aan the Times wordt uit Saarbruck gemeld dat
het ongunstig weder der laatste dagen de ziekten in he t
Pruisisch leger zeer doet toenemen. De runderpest
woedt bovendien allerwege met de meeste hevigheid
De Fransche vesting Mezières verwacht spoedig een
bombardement. De inwoners hebben met het oog hierop
reeds bevel ontvangen om groote vaten met water op
hunne zolders te bergen.
De heer de Charette houdt zich te Tours bezig met
het vormen van ^een korps vrijwilligers uit de vroegere
pauselijke zonaven, die thans, bij de veranderde omstani
digheden te Rome, naar Frankrijk zijn teruggekeerd.
Volgens een brief uit Parijs aan the Tiines blijft
de Parijsche bevolking vol moed de toekomst te geraoet
zien. Onder de manschappen der nationale garde, die
beurtelings den dienst op de wallen waarneinen,.behooren
ook eenige leden der familie Rothschild.
Volgens een bericht uit Valenciennes zouden de
Pruisische troepen, na reeds eenmaal gelijk men weet
voor St.-Qnentin te zijn teruggeslagen, hunne aanvallen
hebben herhaald en werd, bij de afzending van dit
bericht uit Valenciennes, een hevig gevecht geleverd.
Het bericht der nederlaag, Zaterdag door een korps
van het Loire leger geleden, wordt van Fransche zijde
bevestigd.