wapenen bezet zijn. Tot hoofd van dit nieuw bestuur is de groothertog van Mecklenburg benoemd. Uit St. Petersburg wordt gemeld dat de voor het dienstjaar 1871 door het gouvernement ingediende be- grooling geen deficit aanwijst, noch blijk geeft van het voornemen omgroote krijgstoerustingen temaken.Daar uit wordt nader afgeleid dat de aan Rusland toegedichte plannen tegen Turkije allen grond missen. Of dit aan do begrooting ontleend argument echter wel bijzonder klemmend is, betwijfelen wij. In het Russisch regeer ings- raderwerk valt uit de cijfers eeuer begrooting voor de toekomst al bijzonder weinig af te leiden. De heer Thiers verlaat heden St. Petersburg om zich naar Weenen te begeven. Eergisteren heelt hij ten hoye gedineerd. Laatste (berichten. Brussel. Uit Ferrières wordt heden niets gemeld. Uit Parijs is het bericht aangebracht dat er vóór Metz een belang rijk voorpostengevecht zou zijn geleverd, waarin de Pruisische troepen met verlies werden teruggedreven. Neufchateau. Volgens een hier verspreid gerucht zou een dezer da gen door Toul vervoerd lijk van een Pruisisch hoofdoffi cier, geëscorteerd door eene af deeling van drie duizend man, het lijk van den Pruisischen generaal von Moltke zijn geweest, die, naar men meent, onlangs in zijn rijtuig door de kogels van eenige in hinderlaag liggende Fran- sche scherpschutters zou zijn getroffen geworden. Bern. Men verwacht een aanval op Belfort. De bondsraad heeft aan de negende brigade van het Zwit sersche bonds leger bevel gegeven om eene stelling aan de grenzen te bezetten. Capitulatie van Straatsburg. Uit Sehiltigheim schrijft een Duitsch correspondent van den 29cn September. „„Straatsburg is ons! Mef fabelachtige snelheid ver spreidde zich dit gerucht in den namiddag van den 27"» door alle kantonnementen. Wij hadden een uitstapje naar Ruprichtrau gemaakt, toen de tijding ons bereikte. Luide hoerakreten verkondigden het van plaats tot plaats. In galop vlogen zij naar Sehiltigheim, waar reeds het alarm-slaan der tamboers door de straten klonk en de bataljons zich met pak en zak verzamelden. Voort naar de parallellen! Overal heerschte een onbeschrijfe lijke beweging en toch wist niemand iets bepaalds. „Zij heb ben witte vlaggen geheschen!" maar toch hadden onze batterijen bevel te laden en zich gereed te houden- De opgeroepen regimenten rukten voort tot in de paral lellen, doch kregen bevel terug te gaan. De meest uiteen- loopende vermoedens werden geuit en reeds sprak men van bedriegelijke onderhandelingen die maar tijd tot de noodzakelijkste herstellingen zouden geven. „Eindelijk kwam een bepaalde tijding. Toen de witte vlag werd geheschen bevond zich de luitenant-generaal von Werder toevallig in de loopgraven en ontbood ter stond, per telegram, den chef van zijn staf Leszinsky uit Mundolsheim om hem naar de vesting te zenden. Deze kwam en begaf zich naar de stad doch ontmoette slechts den kommandant der mobiele garde, vau wien hij ver nam dat een parlementair naar Mundolsheim was gezon den; men bemerkte echter dat de witte vlag,.zonder be vel van den kommandant, door de mobiele was uitgesto ken, en deze alzoo tot de overgave dwongen. Werder reed naar Mundolsheim om daar onderhandelingen aan te knoopen. In de parallellen heerschte de grootste ver warring en opgewondenheid. Des nachts te twee uren was de capitulatie afgeloo- pnn. Men had niet verwacht zooveel troepen in de stad te zullen vinden. Niemand, die hem hier beleefde zal den 28cn September vergeten. Straatsburg, die zoo belangrijke vesting, zou door Duitsclie troepen bezet worden en niet voor heden en morgen, neen! daardoor zal het voor altijd een Duit- sche stad worden. Voor het glacis tusschen de Saverne en de Nationale poort stelden zich te half elf uur de troe pen op, die de plechtige nederlegging der wapenen zou den bijwonen: eene afdeeling van ieder korps en van elk wapen. Precies om elf uur rukten onze troepen door drie poorten de stad binnen. „Hoe zal ik in dit eeuwig gedenkwaardig oogenblik de overgave zelve beschrijven? Even na elf uur zageu wij langzaam de bezetting de nationale poort uitkomen. De staf ging te voet voorop en de luitenant-generaal von Werder sproug van het paard om de officieren tegemoet te gaau. Woede en smart lag op aller gelaatmenig oud held had tranen in de oogeD, en gebukt onder de be wustheid van dit treurige oogenblik, konden zij den blik niet opslaande voet weigerde bij iedere schrede, om zich van de zoolang verdedigde stad te verwijderen. „De officieren van den staf bleven op het glacis staan en tusschen hen en onze staf trok de bezetting in een langen trein voorbij. Maar hoe geheel anders was de aan blik dan men had verwacht! Had men toch reeds voor zes weken van uithongeren, van ellende en verval der bezetting gesproken, zij die ons voorbijtrokken waren van het hoofd tot de voeten nieuw gekleed, met raadsel, tentstang en tent, met mantels en kookgereedscbap. Alles nieuw en volledig, en ieder man met zijn brood; de dronkenschap van verschillende manschappen toonde voldoende dat er geen gebrek aan sterke drank was ge weest. „Wellicht hadden zij weinig meer dan dit; maar met brood en wijn heeft een vesting nog geen nood om uit te hongeren. Wat echter bij alle regimenten ontbrak was krijgstucht en orde. Die ons voorbij trokken waren nog de beste troepen en toch liep bijna geen enkele com pagnie aaneengesloten en regelmatig; andere wapens mengden er zich onder, vooral turco's en zouaven, ver schrikkelijke kerels! De troepen wierpen alles weg, ver braken zooveel mogelijk hun wapens op de straat en riepen: „„wij zijn verkocht! Uhrich is een schurk!"" Blij kens mededeelingen in een te Frankfort verschij nend dagblad werd op de wallen van Straatsburg te 5 uren ongeveer de witte vlag geheschen; dadelijk werd het vuur der belegeringsbatterijen gestaakt, met uitzon dering van twee, waarop men tengevolge van eenige groote boomen de witte vlag niet kon zien. Toen echter ook weinige minuten later de witte vlag van den toren der cathedraal wapperde, hielden ook deze beide Duit- scbe batterijen op met vuren. Bij mijne aankomst in de stad zoo gaat de bericht gever van het Frankfortsch orgaan voort was de krijgsgevangen gemaakte Fransche bezetting reeds naar Rastatt afgemarcheerd. Een aantal officieren, vrijgela ten op hun eerewoord om niet meer tegen Duitschland te dienen in dezen oorlog, waren naar Zwitserland ver trokken. Onze Duitsche soldaten waien overal bezig om de stadspoorten te openen, voor zooverre zij niet door het geschut waren vernield en in puin gevallen, en overigens de verschillende toegangen der stad weder in behoorlijken staat te brengen. De rue des Bouchers was bezaaid met allerlei equipernentstukken ransels, geweren,kwartiermutsen, patroon tasschcn en bajonnetten. Een groot aantal manschappen der mobiele garde had den hunne wapenen vernield of in de Illee geworpen. Men zeide mij dat de soldaten woedend waren over de capitulatie en de officieren op allerlei wijze beleedigden. De generaal Uhrich is dadelijk naar Bazel vertrokken. De winkels der stad, welke onze kogels nog eenigszins hadden gespaard, waren openonze soldaten begaven zich in menigte daarheen, om inkoopeu te doen. Ik vond de stad niet zoo beschadigd als ik mij had voorgesteld. De rue de la Tour-Blanche, de rue de Broglie en de rue de la Cathedrale hebben het meest geleden en liggen grootendeels in puin. Het is vreeseiijk te zien hoe balken en omvergestorte muren overal den doortocht belettenalles biedt hier een waar beeld van verwoes ting aan. Rook en brandreuk vervullen de straten en bieren daar is het puin nog niet geheel en al uitgedoofd. De burgerij die thans weder uit de kelders en ouder- aardsche verblijfpfaatsen te voorschijn is gekomen, is bij bet gezicht der vernieling somber en droefgeestig gestemd. Men ziet overal de sporen van kogels, welke zich een weg baanden door daken, muren en ramen. De cathedraal is ongetwijfeld beschadigd, maar niet in hare belangrijkste gedeelten. Het gebouw is omgeven door af geschoten torentjes en ornamenten. De citadel heeft ontzaglijk geleden; daar is het werk der vernieling volledig. Zelfs de wallen zijn kier en daar ingestort en hebben slooten gedempt en kanon nen onder de aarde bedolven. Bij het intrekken der stad door onze troepen werden twee grenadiers door de menigte ernstig gekwetst. Men nam do schuldigen dadelijk gevangen, formeerde den kring en na eene zeer spoedig uitgesproken ter dood veroordeeling werden zij gefusilleerd, om een voorbeeld te stellen. Een telegram uit Tours meldt dat de generaal Uhrich aldaar eergisteren is aangekomen. Hij werd zegt het telegram door de gedelegeerden van het gouver nement met onderscheiding ontvangen. Des avonds werd eene ovatie gebracht aan den generaal Uhrich, waarbij de maire het woord tot hem richtte en ook de heer Oemieus, iniuister van justitie, in eene toespraak de heldhaftige verdediging van Straats burg herdacht. Frankrijk. j Een burger van Parijs schrijft van den 15™ September j het volgende: j „Parijs is een groot leger; er zijn geen burgers, geen werklieden; er zijn 390,000 nationale garden en 150,000 mobielen. De nationale garden gedragen zich beter dan de linietroepenom de drie nachten houden zij de wacht op de vestingwerken onder den blooten hemel. Tenten zijn er niet en toch beklaagt zich niemand. Op alle trot toirs en pleinen oefenen zij zich voortdurend. Hun wachtwoord is: „„overwinnen of sterven." Het is schoon iedereen is weder Franschman geworden. „Trochu is bewonderenswaardig. Ieder woord van hem geldt dan ook voor een bevel, en niemand is weder - spannig. Er zijn geen ledigloopers, allen hebben geweren en zijn gehoorzaam. Er zijn altijd nog eenige impérialis- ten, hoewel weinig, en dezen ontbreekt het aan toewij ding voor bet vaderland. „Het is onmogelijk alles te vertellen wat hier plaats heeft. Iedereen is vroolijk en opgewekt. Doch in de om streken van Parijs heerscht overal droefheid en in alles leegte. Welk een woestijn, wat eene stilte! Wij zijn buiten de voorposten geweest tot op drie honderd passen afstand van de Pruisen. Nergens was een levend wezen; alles is verlaten. „Wij worden meer en meer ingesloten en van de bui tenwereld afgezonderd. Gij zult wel gehoord hebben van de kleine mitrailleuses van Cail, die 3000 menschen in de minuut dooden op een afstand van 2000 meters? Het is een lief klein speelwerk. Wij zullen hunne kogels op de Pruisen werpen als zij de forten naderen. „Wees maar gerust. Wij zullen een schoon werk ver richten. Leve de republiek!" De correspondent van the Morning post meldt nog de volgende bijzonderheden „Indien ik aan mijn hevigsten vijand een groot ongeluk toewenschte zou ik hem op dit oogenblik in Parijs willen zien. Gij kunt u niet verbeelden hoe verschrikkelijk het tegenwoordig hier is, omringd door alle mogelijke militaire maatregelen en werkzaamheden, in oogenblikken van stilte uit de yerte het kauon te hooren dreunen, overal aan den horison de vlammen van den oorlog te zien, telkens gewonden te ontmoeten, vluchtelingen en helden die de eeu zoowel als de auder de indrukwekkendste verhalen doeD, en steeds vervuld te zijn met de ver wachting van op eenig punt den strijd te zullen zien uitbarsten. „Er is bevel gegeven dat niemand de stad mag binnen komen of verlaten. Eeu menigte mobiele garden bewaken de poorten, doch men ziet voortdurend boeren en bur gers met volkomen vrijheid tusschen de schildwachten kruisen. Daar wij gaarne eensnaar buiten wilden gaan begaven wij ons Daar de poort naar Saint Denis, spraken druk, rookten onze sigaren en namen de meest zorge- looze houding aan. Juist toen wij de poort wilden uit gaan, werd eene afleiding gemaakt door een lief jong boerinnetje dat aan de soldaten wilde ontsnappen, waar mede zij had zitten praten. Daardoor letten de mobielen niet op ons en wij kwamen ongehinderd buiten. „Uit vrees van de plannen ter verdediging bekend te maken, zal ik niet beproeven u eene beschrijving te geven van de hinderpalen die den Duitschers aan deze zijde van Parijs worden in den weg gelegd. De Duitsche troepen zijn echter zeer talrijk en het zijn allen versche manschappen. De voorstad levert een treurig tooneel van verwoesting; alle boomen zijn gerooid, alle huizen in de nabijheid der wallen afgebroken, en allen die bui ten de linie van verdediging staan zijn gesloten en ver laten, behalve hier en daar een herberg die, evenals zij de eerste zijn die geopend worden, ook het laatst worden gesloten. „Het eenige teeken van leven dat men nu en dan ont moet is een boer die met zijn.kar op weg is om levens middelen voor ziju gezin te zoeken. Op het vlakke veld gekomen, ziet men niets dan eenige ongelukkigen in kielen, die de laatste overblijfselen van den oogst nog op de velden zoeken. De weg was stil en verlaten, maar plotseling zagen wij in de verte een belangrijk korps van de mobiele garde aankomen en vroegen elkander af of zij zulke verdachte wezens als wij waren zouden arres teeren, fusilleeren of laten voorbijgaan. Zij lieten ons voorbijgaan. De arme duivels, zij schenen te vermoeid om zich met iemaud te bemoeien. Zij waren over de bin nenwegen verspreid geweest en verzamelden zich om den nacht door te brengen op de plaats waar zij waren; velen van hen sliepen achter een gespaarde haag, met de beenen in een sloot en het hoofd op den knapzak. Te Saint Dénis ontmoetten wij de mobielen in groofcen getale en nadat de brug was neergelaten noodigden zij ons uit om het fort de l'Est te bezichtigen, dat tusschen de stad eu Parijs ligt. Op de brug die voor het fort ligt

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 3