OÜRANT.
N°- 226.
Vrijdag
1870-
23 September.
Middelburg 22 September.
De eerste kamer der staten-generaal heeft in liare zit
ting van heden het ontwerp-adres van antwoord op de
troonrede met algemeene stemmen aangenomen.
Gisteren avond te half zes uren heeft zich de commis
sie uit de tweede kamer naar den koning begeven om de
lijSfvan candidaten voor het voorzitterschap aan Z. M.
aan te bieden.
In de tweede kamer heeft de heer DuIIert, die door
den koning tot voorzitter is benoemd, die betrekking
heden aanvaard.
Alle wetsontwerpen, die in de vorige zitting door de
kamer niet zijn behandeld, zijn door de regeering opnieuw
ingediend.
De commissie voor het ontwerpen van hef adres van
antwoord op de troonrede is samengesteld uit de heeren
Viruly Verbrtigge, Cremers, van Goltstein, van Houten
en Jonckbloet.
Blijkens het bestek voor de op 6 October a. ten be
hoeve der staatsspoorwegen te honden aanbesteding
van het maken en leveren van ijzeren ponten op het
kanaal door Walcheren, moeten drie ponten geleverd
worden: éen bij Veere aan het einde van de in aanleg
zijnde binnenhaven, éen te Middelburg in het kanaal,
en éen in het kanaal tusschen Middelburgen Vlissingen.
De lengte der ponten is 12 meter; de breedte in het
midden op het dek 4, op 3.20 meter uit het midden op
het dek 3.80, aan de einden op tiet dek 3.20 meter, alles
gemeten tusschen de plaatijzeren bekleedingen; de
diepte in het midden 0 45, op 3.20 meter uit het midden
0.45 en aan de einden 0.16 meter, alles gemeten van den
bovenkant van het dek tot den binnenkant van den
plaatijzeren bodera.
Binnen den tijd van negen maanden na den datum
van goedkeuring der aanbesteding moeten de drie pon
ten op de bestemde plaatsen ter goedkeuring opgeleverd
worden.
Het bedrag der voor dit werk geraamde kosten is f 8,150.
De Staats-conrant van gisteren bevat het koninklijk
besluit van den 20ei> dezer, houdende verbod van in- en
doorvoor van buitenslands van versche huiden, versch
en gezouten vleesch.
Eergisteren avond is te 's Gravenhage eene vergade
ring gehouden van belangstellenden in de stichting van
een vredebond. Vóór de bijeenkomst hadden zich reeds
130 ingezetenen bereid verklaard tot toetreding en in de
bijeenkomst kebbeu daarenboven 160 personen de pre
sentielijst geteekend als blijk van gelijke gezindheid.
De heer mr. J. A. Jolles opende de vergadering met
eene rede ter toelichting van de strekking der pogingen
van het voorloopig comité: „den oorlog tusschen be
schaafde volkeren te beoorlogen." Ook moet de vereeni-
ging Het roode kruis in het beschaafd Europa overbodig
worden, daar het beter is de wonden te voorkomen dan
te genezen. Hoe zwaar die wonden zijn staafde hij met
eene verwijzing naar het werkLes guerres contempo-
raines, waaruit blijkt dat in de jaren 1833 tot 1866 door
Europa en Amerika 47,830 millioea voor den oorlog zijn
besteed, die bovendien 1,800,000 menschenlevens kostte.
Volgens het Journal statistique brengt Europa in vre
destijd voor oorlog op 3500 millioen of 32 pet. van het
totaal der uitgaven op de begrootingen. De vereeniging
moet vooral den afkeer van den oorlog in de publieke
opinie doen postvatten en de overtuiging verbreiden dat
de geschillen tusschen de volken op een andere wijze
moeten uitgemaakt worden.
Als belangrijke vragen noemde spreker: 1» wat is
in de wetgeving te verbeteren dat het verklaren van den
oorlog nu nog zou kunnen geacht worden te bevorderen
2«. of niet de oorlogsgezindheid voedsel vindt in de
staande legers; 3°. of voorts niet het militaire element
in sommige staten niet te zeer en boven noodzakelijk
heid wordt aangekweekt, meer dan volksverdediging of
oefening in den wapenhandel zou vereischen, en 4«. of
eindelijk niet met zorg zou moeten worden gewaakt dat
militaire lasten en verplichtingen de nijverheid en den
arbeidsman zoo min mogelijk belemmeren. liet bestuur
van den vredebond was van oordeel, dat aan die vragen
nog niets gedaan moest worden, maar dat eerst de publieke
opinie ze in voorbereidende behandeling moest hebben
gehad. Het groote doel was voorloopig mede te werken,
dat de volksovertuiging zich krachtig uitspreken zou
over de noodzakelijkheid om internationale geschillen
aan neutrale scheidsrechters op te dragen.
Uit het overgelegd voorloopig reglement bleek dat als
middelen ter bereiking van bet doel onder anderen wer
den genoemd: het uitgeven vau geschriften, het houden
van samenkomsten, enz. De leden zouden 50 cent con
tributie betalen, doch konden dat ook nalaten. In April
1871 zon een verslag over de werkzaamheid, een nieuw
bestuur en een nieuw reglement worden gemaakt.
De heer van Lijnden meende dat de leden van den
vredebond zich moesten verbinden om nimmer de wa
pens te dragen, evenals de leden der Vereeniging tot
afschaffing van sterken drank het besluit hadden geno
men om geen drank te gebruiken. De heer Jolles merkte
echter dadelijk op dat zoodauig besluit in lijnrechten
strijd met de grondwet en met de vaderlandsliefde zou
zijn. De heer de Ridder waarschuwde tegen verbrokke
ling van krachten, met het oog op de reeds elders opge
richte vredebonden, en gaf m bedenking of niet een
centraal blad der verschillende vredebonden of hunne
afdeelingen gewenscht zou zijn. De heer Ising wenschte
dat de vredebond zich in verbinding zou stellen met
dergelijke vereenigingen buitenslands. Een en ander
zal door het bestuur overwogen worden.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan dr. W. J. A.
Jonckbloet, lid van de tweede kamer der staten-generaal,
tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder
der hertogelijk SaksischeErnestische buisorde, hem door
Z. H. den hertog van Saksen Heiningen geschonken.
marine. Op verzoek op pensioen gesteld, ter zake van
langdurigen dienst, de.kapiteins ter zee J. E. W. F. baron
Raders en jonkheer J. B. E. von Schmidt auf Altenstadt
en de kapitein-luitenant ter zee H. D. Slegt, met vergun
ning aan de beide eersten om de activiteits-uniform van
hunnen rang te dragen, en onder toekenning, aan ieder
der beide eersten van een pensioen van f 1800, en aan
den laatstgenoemden van f 1500 'sjaars.
Bevorderd: tot kapitein ter zee, de kapitein luitenants
ter zee P. van der Velden Erdbrink en C. J. Damme; tot
kapitein-luitenant ter zee, de luitenants ter zee lc klasse
P. J. Buyskes, J. H. P. E. Kniphorst en A. Rietveld; tot
luitenant ter zee ie klasse, de luitenants ter zee 2« klasse
P. E. Winkelman, G. J. W. Hooghwinkel en J. P. Mer-
cier; en tot luitenant ter zee 2« klasse, de adelborsten 1*
klasse J. J. Kraakman, W. H. Tromp en C. J. II. van den
Broek.
telegraph ie. Op verzoek eervol ontslag uit's lands
dienst verleend aan den telegrafist 3ö klasse J. W. de
Wolf.
Kerknieuws.
Het bij de Nederduitsche hervormde gemeente te
Vlissingen opgemaakt viertal van predikanten is, door
de aanneming van het beroep naar Doornspijk door den
heer Ringnalda, on voltallig geworden, en daarom gisteren
aangevuld met den heer Jansens Schoonhoven, predi
kant te Moerdijk, die daaruit onmiddellijk beroepen is.
Thermometerstand.
21 Sept. 'sav. 11 u. 55 gr.
22 's morg. 7 u. 51 gr. 'sraidd. 1 u. 62 gr. 'saw 6 u, 60 gr.
Staten-generaal.
eerste kamer.
Zitting van Woensdag 21 September.
De voorzitter deelt mede dat door de afdeelingen zijn
benoemd tot voorzitters de heeren van der Lek, van
Bylandt, van Rhemen en van Eysinga, en tot onder-voor
zitters de heeren Messchert, Schimmelpenninck, Hein
eu Michiels, en tot leden der commissie voor het ontwer
pen van een adres van antwoord op de troonrede de
heeren van S winder en, de Vos van Steenwijk, Cremers
en Smit.
De commissie gereed zijnde met haar concept, wordt
besloten dat onmiddellijk in de afdeelingen te onder
zoeken.
Bij de hervatting der zitting in den namiddag gaat de
kamer over tot verkiezing van twee leden voor de huis
houdelijke commissie, waartoe benoemd worden de
heeren van Nispeu van Pannerden en van Rhemen van
Rhemenshuizen. Het verslag gereed zijnde over het
ontwerp-antwoord op de troonrede, wordt besloten de
beraadslaging daarover te bepalen op Donderdag 23
September, te 11 uren 's voormiddags.
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van Woensdag 21 September. Onderzoek geloofs
brieven; lezing notulen; overlegging Provinciaal blad;
dankbetuiging commissie tentoonstellingmissive raad van.
toezicht Comincrcie-compagnie; verpachting tollen Vlis-
singscben rijweg; aanbeveling lid commissie toezicht
middelbaar onderwijs; ontslag hulponderwijzer; idem
leeraar burger-avondschool; goedkeuring snppletoire be
grooting schutterij, rekening burgerlijk armbestuur en
rekening bestuur godshuizen; rapport uitloozing riolen;
idem onderstaudsdoinicilie; benoeming lid commissie toe
zicht middelbaar onderwijs.
Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke.
Waarnemend secretaris de heer de raad.
Afwezig de heer Luteijn. De heeren Fokker, van Dig
gelen en van Visvliet komen later.
In de eerste plaats is aan de orde het onderzoek dei-
ingekomen geloofsbrieven van de nieuw benoemde raads
leden, de heeren mr. A. J. van Eekelen en D. A. Dronkers.
Tot leden der commissie met dit onderzoek belast worden
dobr den voorzitter aangewezen de heeren Rekker, Lam-
brechtsen van Ritthem en Mathon. Ha afloop van het
onderzoek brengt de heer Rekker daaromtrent rapport
uit, waaruit blijkt dat de stukken in orde zijn bevonden,
zoodat de commissie tot toelating van de genoemde hee
ren adviseert. Dienovereenkomstig wordt besloten, van
welk besluit aan gedeputeerde staten bericht zal worden
gezonden, om binnen acht dagen tot installatie van ge
noemde heeren over te gaan.
De heeren Fokker en van Diggelen zijn inmiddels ter
vergadering verschenen.
De mededeeling des voorzitters, dat de heer Luteijn
verhinderd is deze zitting bij te wonen, wordt voor ken
nisgeving aangenomen.
De notulen van het verhandelde in de zitting van 26
Augustus voorgelezen zijnde, zegt de heer Snijders dat
hij daarin niet vindt opgenomen dat hij in bedoelde zit
ting gewezen heeft op het vei keerde van schoolgelden te
doen beffen door onderwijzers, welke vermelding bij te
meer noodig acht bij het bestaan van het koninklijk be
sluit van 2 Juli 1856 (Staatsblad no. 66), hetwelk de be
voegdheid van onderwijzers tot dergelijke heffing bepaald
ontkent.
De voorzitter vraagt of iemand der leden hierover het
woord wenscht te voeren.
De heer van Diggelen merkt op dat de heer Snijders
niets meer verlangt dan opnemingin de notulen van het
geen hij werkelijk gesproken heeft, en hij mitsdien in
zijn recht is.
Hierna wordt tot de gevraagde aanvulling besloten.