OURANT. N°- 223. Dinsdag 1870. 20 September. Middelburg 19 September. In de heden door Z. M.dcn koning uitgesproken troon rede, teropening van de vergadering der stat en-gen er aal, wordt gezegd dat hoogelijk wordt gewaardeerd de indruk wekkende vaderlandsliefde in de tegenwoordige ernstige omstandigheden gebleken, terwijl de oorlogvoerenden ook welwillend de hand hebben geboden aan de oplossing der moeilijkheden, verbonden aan onze neutraliteit. Bij die neutraliteit volhardende, is het intusschen mogelijk ge worden de buitengewoon opgeroepen lichtingen weder huiswaarts te zenden. De toestand der geldmiddelen is, de tijdsomstandig heden in aanmerking genomen, niet ongunstig. De tijdingen uit onze Indische bezittingen bevatten onmiskenbaar veel gunstigs. .De regeling der Indische aangelegenheden wordt onverpoosd voortgezet. De reeds aanhangige wetsontwerpen zullen opnieuw worden ingediend. Bij beschikking van 17 September heeft de minister van binnenlandsche zaken bepaald, dat de verkiezing van een lid van de tweede kamer der staten-geueraal in het hoofdkiesdistrict Middelburg, noodzakelijk geworden tengevolge van het door den heer m'1 G. A. Fokker ge nomen ontslag als lid dier kamer, zal geschieden op Dinsdag It October a., en dat, zoo eene herstemming noodig is, deze zal plaats hebben op Dinsdag 25 October daaraanvolgende. De gemeenteraad van Middelburg zal a. Woensdag, des namiddags te half 2 uur, euu opeubare. zitting hou den ter behandeling- van de volgende onderwerpen: onderzoek van de geloofsbrieven der nieuw benoemde ledenmissive van den raad van toezicht der Commercie- compagnie, betredende uitlegging van art. 5 van het contract van erfpacht; missive der commissie van be stuur over den MiddelburgVlissingschen rijweg met voorwaarden voor de verpachting der tollenmissive der commissie van toezicht over het middelbaar onderwijs, voordracht van een lid; missive van den heer C. L. van Sorge, verzoek om ontslag als leeraar aan de burger avondschool. De le en 2° compagniën van het hier in garnizoen zijnde depot-bataljon van het 3e regiment infanterie, met de daartoe behoorende miliciens van al de buitengewoon opgeroepen lichtingen, zijn heden avond per Middel burg- sche stoomboot alhier teruggekeerd. Zij werden door officieren en het muziekkorps der dienstdoende schut terij afgehaald. Over Vlissingeii zijn do 3e en 4ti compagniën heden avond mede hier aangekomen. Deze compagniën bedragen samen plus minus 600 man, doch zijn nog niet voltallig; morgen zullen nog circa 200 man per VÜssingsche boot hier tcrugkeeren. Volgens het bestek voor de uitvoering der op 13 Oc tober a. ten behoeve der staatsspoorwegen aan te be steden werken, bestaan die werken ina het maken van den spoorwegdam door het Sloe, zijnde het gedeelte van den spoorweg van Roosendaal naar Vlissingen, begrepen tusschen de dijkskruinen van den Jacobpolder op Zuid- Beveland en van den Suzannapolder op Walcheren, of de piketten 126c en 134J; b het voltooien van het ge deelte Bpoorweg tusschen den oostelijken berm van den westelijken dijk van den Nieuwenkraaiertpolder en liet Sloe, of de piketten 97 en 126c; c hetonderhoud van den spoorweg van Goes tot het Sloe. De dam door bet Sloe wordt gelegd in de richting van de op het terrein uitgeba kendo spoorwegas, onder het ■volgende nader te detailleeren profil Hoogtende kruin (hoogte spoorstaaf) 6 meter -{-A. P.; de noordelijke berm boven het water beloop, in do voor- lijn 3.70, aan den wortel 4.07 meter A. P.de noor delijke berm beneden het waterbeloop, in de voorlijn 1.20, aan den wortel 1 meter -r A. P.; de zuidelijke berm boven het waterbeloop, in de voorlijn 4, op 3.5 meter binnen de voorlijn 4.30, aan den wortel 4.50, bij aanslui ting, naar de dijken klimmende onder 30 op 1in de voorlijn Walchersche zijde tot 5, in de voorlijn Zuid- Bevelandsche zijde tot 5.50 en aan den wortel tot 6 meter -f- A. P.de zuidelijke berm beneden het water beloop, in de voorlijn 1.50, aan den wortel 1.30 meter 4- A. P. Breedtende kruin 10 meterde noordeiijke berm beneden het waie^beloop 2.5 en boven het waterbeloop 7.5 meter; de zuidelijke berm beneden het waterbeloop 2.5 en boven het waterbeloop 10 meter, naar de dijken vol gens opgaaf verbreedende. Glooiingen aan de noordzijde, van de kruin tot den berm boven het watertalud 3 op 1, van het watertalud 4 op 1, van den berm beneden het watertalnd tot degrond- bezinking 24 op 1aan de zuidzijde, van de kruin tot den term boV£n het watertalud 2-1 op 1, van het water talud ^N^l, vaneen berm beneden het watertalud tot den SloebocTem^op 1. Tot verdediging van den onderzeeschen oever en van den spoorwegdam^ bestrating van een gedeelte van den zuidelijken berm met op- en afreden, benevens de spoor baan op den dam, is onder anderen noodigzinkstuk van 43 centimeter vulling voor grondbezinkiug ter hoe veelheid van 26870 vierk. meter, en idem van 30 centi meter vulling ter hoeveelheid van 6000 vierk. meter voorts zinkstukken van 30 centimeter vulling voor oeverbekleeding 9500 vierk. nieter, voor verdediging- van den noordelijken voet 9120 vierk. meter, en voor steun en verdediging van den zuidelijken voet 140C0 vierk. meter. Tot beballastiug en bestormingen dezer bezinkingen worden onder anderen vereischt: 6275 scheepston ge wone Vilvoordscbe steen, 10,000 scheepston gewone Doorniksche, Lessinesclie of daarmede overeenkomende steen, alsmede 4520 scheepston afval van genoemde steensoorten 4500 kub. meter vletgrond en 3470 kub. meter zand; 2000 scheepston steen tot bekleeding van den noordelijken berm langs den voet van het watorbe- loop27,600 vierk. meter steenbezettiug op de water- beloopen van 1 meter breedte der bermen; 10,000 vierk. meter wintermat, 6500 vierk. meter klinkerbestrating met inbegrip der kantlagen, 2800 kub. meter ballast voor bedding, 100$ meter schelppad breed 1 meter, dik 10 centimeter, enz. Ter voltooiing van den spoorweg tusschen de piket ten 97 en 126e moet de aardenbaan gebracht worden tot de vólgende afmetingen: hoogte van de kruin bij piket 123 4.90 cn idem bij piket 126e 5.31 meter -f- A. P. breedte van de kruin 10, tonrondte 0.20 meter weder- zijdsche glooiingen, op de helft der hoogte met een ban ket breed 50 centimeter l.j- op 1. De glooiingen en 5 meter breedte der kruin moeten ter dikte van 6 a 7 centimeter met bouwgrond bekleed en bezaaid worden. De keibestrating voor overwegen bedraagt 150 vierk. meter. Omtrent de wijze van uitvoering voor den spoorweg- dam door het Sloe wordt voorgeschreven, dat de afdam ming van het vaarwater wordt begonnen met het leggen der oeververdediging en grondbezinking. Op de grond- beziuking wordt van de beide oeverlijnen van 1 meter 4- A. P. naar het midden, en van den bodem naar boven opgezonken een rijzendam; op de kruin daarvan wordt, naarmate het werk vordert, een rijspakking gemaakt, en op en nevens de rijspakking komt eene afsluitkado van klei, verdedigd met krammat en tijdelijk rijsbeslag. In aansluiting met en terzelfder hoogte van die in het vaarwater wordt op het strand en het schor van den Jacobapolder eene afsluitkade van voldoende afmetingen gelegd en verdedigd. De werken moeten worden aangevangen nadat het proces-verbaal van aanbesteding is goedgekeurd, op schriftelijk bevel van den eerstaanwezend ingenieur. Zonder vergunning van den minister van binnenlandsche zaken mogen vóór 1 Februari 1871 in het vaarwater geen afsluitingswerken gemaakt worden. De werken ter voltooiing van den spoorweg tusschen de piketten 97 en 126e bovengenoemd en de af sluitingswerken moeten gereed zijn vóór of op den l«n November 1871 en het geheele werk vóór of op 1 Augustus 1872. Voor iederen dag latere opleve ring van het geheele werk wordt den aannemer f 400 gekort. Daarentegen geniet deze boven zijne aanneming- som eene premie van f 10,000 voor elke maand dat het geheele werk vóór 1 Augustus 1872 zal voltooid zijn. liet bedrag der kosten van do uitvoering van het werk wordt bij het bestek op f 1,364,000 begroot. Benoemingen en besluiten. staten-generaal. Benoemd tot voorzitter van de eerste kamer der staten-generaal, gedurende de zitting die zal aanvangen op den derden Maandag van September 1870, dr. H. van Beeck Vollenhoven, lid dier kamer. ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. Opgeheven de koninklijke academie van beeldende kunsten gevestigd tc Amsterdam. Eervol ontslag verleend aan inr C. J. A. den Tex, J. de Vos Jz., L. Splitgerber, W. J. Hofdijk, C. Rochussen, J. W. Kaiser, A. N. Godefroy, dr J. G. Ilacke van Mynden, C. P. van Eeghen, M. G. F. Tetar van Elven, B. Wijn veld j'\, P. E. H. Praetorius, jonkheer. J. P. Six uit hunne be trekking van lid van den raad van bestuur van voor schreven academie, onder dankbetuigieg voor de door hen in die betrekking bewezen diensten. Onder gelijke dankbetuiging aan B. Wijnveld jr., J. W. Kaiser, M. G. F. Tetar van Elven eervol ontslag ver leend uit hunne betrekking van directeur-hoofdonder wijzer respectievelijk van de schilder- en teekenschool voor graveerkunst, en school voor bouwkunde aan voor schreven academie. Bepaald dat de rijks-academie van beeldende kunsten vermeld in art. 1. van de wet van 26 Mei 1870 (Staats blad no. 78), zal gevestigd zijn te Amsterdam. Benoemd tot leden dei' commissie van toezicht, ver meld in art. 8 van voorschreven wet, P. L. Dubourcq, dr. J. C. Ilacke van Mynden, Joh. C. Zimmerman, allen te Amsterdam, J. E. Knight te Rotterdam en dr W. J. A. Jonckbloet te 's Gravenhage, en tot hoogleeraar en direc teur van voorschreven academie B. de Poorter, kunst schilder te 'sGravenhage; tot hoogleeraren aan die instelling: J. W. Kaiser, graveur te Amsterdam; F. Strackó, beeldhouwer te Arnhem; B. Wijnveld jr., voor malig directeur en hoofdonderwijzer der opgeheven koninklijke academie van beeldende kunsten te Amster dam; Aug. Allebé, kunstschilder te Amsterdam. hypotheken. Benoemd tot bewaarder van de hypo theken, het kadaster cn de scheepsbewijzen te Roermond, C. D. Roëll, thans ontvanger der registratie voor de ge rechtelijke en administratieve akten en der domeinen te Middelburg. Marine en leger. Volgens ontvangen mededeeling zal op last van den minister van oorlog met de verdere voltooiing der onvoltooide defensie-werken te Delfzijl worden opge houden. Groncour.) Koloniën. Ter aanvulling van het contract, op den 8ca Februari jl. gesloten tusschen den minister van koloniën en de commissie ter bevordering van nationale stoomvaart op Nederlandsch Indië, en opgenomen in de Nederlandscho Staats-courant van 3 Maart 1870, is een additioneel contract tot stand gekomen, hetwelk wordt medegedeeld in de Staats-courant van Zondag en Maandag 18 en 19 dezer. Gemengde berichten. Door den heer J. C. Knoest, leeraar aan 't gymna sium te Brielle, is eene aanklacht wegens hoon ingediend bij den officier van justitie der arrondissements-recht- bank aldaar, tegen mr. Mounier, rechter in genoemde rechtbank, naar aanleiding van uitdrukkingen, door dien heer gebezigd in een door hem in het Weekblad van Yoome en Putten geplaatst stuk. t

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1