Hoe dikwijls ben ik vroeger, op reis zijnde, eenige oogen-
blikken te Reims geweest, waarbij men geen tijd heeft
eenige opmerkzaamheid aan de schoonste gedenkstukken
te wijden. Heden stond ik voor het prachtige, indruk,
■wekkende portaal der kathedraal, maar heb thans weinig
aandacht voor en lust in bouwkundige studiën. Prins
Carl zat met zijne adjudanten bij bet hoogaltaar en do
orgeltonen ruischten door de trotsche zuilengangen en
de spitsbogen van het schip der kathedraal. Het flauwe
licht deed de felle kleuren der glasschilderingen in de
"vensters en rozetten nog beter uitkomen.
Tegenover het portaal der kerk ligt de Gouden
leeuw, waarvoor zich voortdurend een gezelschap offi
cieren verzamelt, en bezijden de kerk het aartsbisschop
pelijk paleis, waarin de koning woont, en waar ik juist
de bondskanselier zie uitgaan, omgeven door een aantal
officieren van den generalen stat. Ik zou gaarne de
vredesvoorwaarden van zijn gelaat lezen, maar uit dat
cijferschrift kan niemand wijs worden. Het garnizoen
van Metz heeft, naar ik verneem, vrijen uittocht met be
houd van wapens verlangd, nadat het sedert 1 Septem
ber tevergeefs beproefd heeft zich door de Duitsche
troepen heen te slaan. Naar ik voorts hoor, zal men
aan onze zijde den Elzas eisohen. Van Lotharingen
is minder sprake. In Parijs staan de partijen der dy
nastie en der republiek tegenover elkander en de
eerste zond reeds gezanten naar koning Wilhelm,
maar natuurlijk zonder gevolg, omdat ze lasthebbers
zonder volmachten moesten zijn. De republiek daar
entegen neemt den strijd op en zal heden met schrik
vernemen, dat onze voorposten reeds tot Chateau Thierry,
dus ongeveer 10 tot 12 mijlen, van Parijs zijn, dat wij
heden reeds in drie kolonnes naar de Seine-stad opruk
ken en waarschijnlijk reeds sedert eergisteren daarheen
op marsch zouden zijn geweest, indien onze troepen door
het eeuwige heeu en weer trekken geen behoefte aan
een dag rust hadden gehad. Het stroovuur der krijga-
woede zal te Parijs wel spoedig verteeren. Intusschen
bereiden wij ons op alles voor. De kaarten voor het zui
delijk gedeelte van Frankrijk worden reeds veel nage
zien om zich voor alles gereed te houden. Morgen ga ik
naar onze voorposten te Chateau Thierry en van daar
verder."
Uit Rome.
Men schrijft van den 8en dezer het volgende uit Rome
„Eergisteren avond laat kwamen hier gelijktijdig van
al de pauselijke voorposten berichten aan dat de Itali-
aansche troepen den volgenden morgen den Kerkelijken
staat zouden binnenrukken. Men was het er echter niet
over eens of zij in de provinciën zouden blijven, dan wel
rechtstreeks naar Rome zouden marcheeren, of zij van het
grondgebied bezit zouden nemen, dan wel het alleen
zouden bezetten.
„Zooalsmen begrijpen zal, maakten deze tijdingen groo-
ten indruk. De stad en de provinciën bleven echter kalm
geen samenscholingen, geen geschreeuw. Oaze patriotten,
die zich reeds zoo dikwijls bedrogen zagen, wilden zich
niet doelloos blootgeven. Men liep hier en ginds om
nieuwstijdingen. De verschrikte priesters en monniken
liepen in allerijl naar huis en de klokken riepen de
menigte bij elkander.
„Tusschen deze bedrijven verscheen de paus te voet op
het corso. Men had hem op zijn gewone wandeling de
tijdingen van de grenzen medegedeeld, en, om over de ge
steldheid der bevolking te kunnenoordeelen, had hij zich
in een rijtuig naar de Piazza di popoio begeven.
„Pins IX, tusschen twee prelaten en naar gewoonte
gevolgd door eene afdeeling van de garde en de dragon
ders, waarachter de hofrijtuigen kwamen, had een zeer
rustig voorkomen. Hij vestigde zijne blikken op de
menigte eu groette links en rechts. Ik heb hem nooit
zoo bewegelijk gezien. Maar een sombere stilte heerschte
als hij voorbijging.
„Tegen het einde van den nacht liet de generaal Zappij
die het bevel voert over de bezetting naar Rome, kauon-
nen plaatsen op den berg Pincio, die den Tiber in de
richting van de stad en van den weg naar Viterbo be-
heerscht. Anderen werden bij het station gesteld, vóór
de opening die in den ringmuur is aangebracht om
den spoorweg door te laten. Intusschen liepen voort
durend zwaar gewapende patrouilles door de stad. De
straten waren geheel verlaten en men hoorde niets dan
het rollen der kanonnen, den marsch der troepen-afdeelin-
gen en het galoppeeren der estafettes.
„Het schijnt dat de pauselijke troepen bevel hebben be
komen om zich in ieder geval tegen een volksopstand of
tegen ongeregelde benden te verdedigen, maar zich voor
de koninklijke troepen „met waardigheid" terug te
trekken.
„Gisteren tegen den middag heeft men de kanonnen
van den Pincio weder weggenomen. Men had vernomen
dat het Italiaansche leger de grenzen niet was overge
trokken en beweerde dat, dank zij eene tusschenkomst
van alle mogendheden ook van de Fransehe republiek,
ieder gevaar voor een inval der koninklijke troepen was
afgewend.
„Heden heeft de stad haar gewoon voorkomen weder
geheel herkregen. Het is heden Maria's geboorte. Men
wandelt in de straten, en ook de vrijzinnige jeugd be
geeft zich naar de missen, die gewoonlijk door de schoon
ste vrouwen bezocht worden.
„Men verzekert mij, dat het centraal comité, dat
opnieuw is samengesteld om de beweging ten gunste
der Italiaansche eenheid te regelen, een proclamatie tot
de Romeinen zal richten, waarin het ieder tot deelneming
zal oproepen.
„De heer de Banneville verkoopt zijn paarden en rij
tuigen. Hij heeft zijn ontslag ingediend en zal weldra
vertrekken".
Brieven uit België.
Brussel 14 September.
Ik heb een bezoek gebracht aan de slagvelden van la
Chapelle, Sedan, Givonne en Bazeilles. Waarlijk het
zou te wensehen zijn dat geheel Europa in de gelegen
heid was om mijn voorbeeld te volgen. Bij al die hart
verscheurende tooneelen, bij al die vreeselijke verwoes
ting en ellende, zou men misschien een begrip krijgen
van de groote verantwoordelijkheid dergenen die sedert
negentien jaren middellijk of onmiddellijk het tweede
keizerrijk hebben ondersteund. Misschien zou men dan
tot het bewustzijn komen dat uit het kwade nooit het
goede kan voortkomen en dat de misdaad van 2 Decem
ber noodzakelijk moest uitloopen op de schandelijke
nederlaag bij Sedan.
Waarlijk, allen die dat noodlottig keizerrijk hebben
verdedigd, allen die het hebben ondersteund uit vrees
voor de hersenschimmige gevaren eener revolutie, welke
zeker minder vernield zou hebben dan de thans gevoerde
oorlog, moesten met geweld naar die slagvelden worden
heengeleid, opdat zij wel de overtuiging zouden erlangen
van het misdadige hunner ondersteuning des keizerrijks,
en openlijk zouden verklaren dat het régime der vrijheid
alleen in staat is om Europa voortaan voor dergelijke
afschuwelijkheden te bewaren.
Nadat ik mij 's morgens met een mijner vrienden uit
Brussel naar Poix had begeven, namen wij aldaar een
rijtuig met twee paarden. Te Ia Chapelle aangekomen
zagen wij weldra de eerste sporen van het slagveld. Het
vernietigingswerk was aldaar echter minder vreeselijk
geweest dan te Bazeilles. Van dit dorp zijn slechts eenige
puinhoopen overgebleven. Geen enkel levend wezen
vonden wij daar dan een kleine hond, welke voor een nog
gedeeltelijk gespaard gebleven, maar geheel en al ledige
woning ter neder lag. Wat al huiselijke haardsteden
waren daar niet vernield!
Toen wij Sedan binnenkwamen, vonden wij de stad
reeds ee.iigszins opgeruimd. Den vorigen dag had men
groote vuren gebrand in de straten en daarin tevens
alles veibrand wat men van het slagveld onder zijn
bereik vond, ook barnachementen, caissons enz. Er
heerschte nog al drukte in de stad, welke trouwens door
de Pruisen wordt veroorzaakt. Een aantal Pruisische
officieren zagen wij in de koffiehuizen champagne zitten
drinken. Wij merkten daarbij echter niet dat zij zich op
hinderlijke wijze op de behaalde overwinningen lieten
voorstaan. Allen waren beleefd en voorkomend.
De weinige inwoners, die ik zag, schenen in zeer som
bere stemming. Smart- en verbijstering waren op hun
gelaat te lezen. Dit trof ons vooral toen ons rijtuig4bij
het verlaten van Sedan verschillende sterke kolonnes
Fransehe ongewapende krijgsgevangenen voorbijreed,
die zich met moeite langs den weg voortsleepten onder
eskorte van eenige ruiters die hunne revolvers in de
hand hielden. Bij een dezer colonnes lieten wij ons rij
tuig ophouden, stapten uit en naderden de gevangenen
om hun wat sigaren en eenig geld aan te bieden. De
colonne maakte halt, maar vijf minuten lal er riep de kom.
mandeerende onderofficier van het Pruisisch geleide
weder vorioarts! eu gingen of liever sleepten zij zich
weder verder. Zoo spraken wij onderweg meermalen met
Fransehe krijgsgevangenen, zonder dat ons dit werd be
let, terwijl men telkens zelfs eenige oogenblikken halt
maakte.
Het slagveld van Sedan is met schildwachten afgezet.
Daar ik echter in gezelschap van een lid van den Belgi
schen senaat was, kregen wij zonder bezwaar het vereischt
verlof om het te bezoeken. Dit belette echter niet dat
wij, op zeker punt, plotseling de loop van een geweer op
ons gericht zagen. Een der Pruisische schildwachten
had zijn geweer op ons aangelegd en zette niet eer af
voordat wij hem hadden toegeroepen: wij zijn Belgen
wij zijn Belgen
Het slagveld is bezaaid met duizende en duizende van
de meest verschillende overblijfselen der legersmen
ziet hier en daar zelfs brieven liggen, bedekt roet bloed.
Die brieven zijn door de stroopers, zoojuist de hyena's
van het slagveld genoemd, bij het plunderen van gewon
den en gesneuvelden in 't rond gestrooid. Ik raapte een
paar van de brieven op en een daarvan deed mij een
traan in 't oog komen. Het was dezen met potlood ge
schreven brief: „Lieve moeder, tot nogtoe ben ik gezond
en wel. Ik zend u hierbij eenig geldDaar begint
het kanongebulder weer. Morgen zal ik dezen brief ver
volgen
Helaas, er kwam voor hem geen morgen meerDie
deze regels schreef is dood evenals duizenden zijner
kamaraden.
In de nabijheid van Sedan was het geen gevecht ineerj
maar een menschenslachting. Duizende Fransehe solda
ten waren daar gemitrailleerd zonder zelfs den vijand
gezien te hebben.
De lijken der gesneuvelde militairen vond ik allen
begraven. Ik zag alleen nog de verkoolde overblijfselen1
van paarden en overigens een groot aantal paarden
welke zonder meester daar rondliepen. De eerste de
beste die wil kan zich deze toeëigenen. Zoo zag ik in
mijn onmiddellijke nabijheid een prachtig arabiseh
paard, dat een kogel in de knie had gekregen. Het
naderde mij en ik gaf het een stuk brood, hetwelk het
met graagte opat. Vergun mij met de mededeeling
van deze kleine bijzonderheid hier te eindigen, want
in de gemoedsstemming waarin ik nog ben maakt mij
zelfs de gedachte hieraan nog zenuwachtig.
'tls toch iets afschuwelijks, dat oorlogvoeren En
dan te moeten denken dat sommigen een vrede willen
maken, waardoor de oorlog binnen tien jaar opnieuw
zou beginnen.
t)ftnürlsbcricl)tcn.
Graanmarkten enz.
Gostburg, 14 September. De aanvoer ter markt van
heden was tamelijk groot, vooral van nieuwe erwten,
rogge, gerst en haver. Voor de puike monsters bestond
goede vraag, doch in 't algemeen werden erwten, rogge
en haver te hoog gehouden, zijnde deze artikelen even
als de tarwe van 1869 en 1870 niet dan lager te verkoo-
pen. In gerst ging tot omtrent vorige prijzen veel oai.
Men heeft besteed voor
Jarige tarwe, ƒ9.50 a 10.50. Nieuwe ƒ9 a ƒ10.25
Rogge /"6.80 a 7.10. Jarige wintergerst; 6 a 6.50.
Nieuwe ƒ6 a ƒ6.30. Nieuwe zomergerst 5.75 ƒ6.
Haver ƒ2.75, ƒ3 ƒ3.50, enkele ƒ4. Paardenboonen
niet aan. Groene erwten ƒ8, 9 a 9.25. Zomerzaad 12.
Aan gebracht 138 varkens, die tot lager prijzen zijn
gekocht.
Sx. Nicolaas, 15 September. Tarwe fr. 26.rogge
fr. 15.20; boekweit fr. 16.80; haver fr. 9.20; gerst
fr. 14.20; boonen fr. 23.50 lijnzaad fr. 24.
Middelburg, 15 September. Puike jarige Walch. tarwe
ƒ10.75 a ƒ11 gekocht. Nieuwe Walchersche zaai-tarwe
van ƒ10.80, 10.90a 11 betaald; gewone goede soor
ten ƒ10.75 a ƒ10.50. Nieuwe Zeeuwsche tarwe 10 a
10.25. Jarige rogge 8. Nieuwe puike zaai-dito 7.90
ingewilligd. Wintergerst ƒ6.75 gekocht. Walchersche
zomergerst f 6.25 betaald. Zeeuwsche dito 5.75 a ƒ6.
Nieuwe Walchersche witteboonen tot 14 a 14.25. Dito
Walchersche bruineboonen 13.75. Dito Walchersche
paardenboonen 8 a ƒ8.50 Walchersche groene erwten
op de kook van 9 tot ƒ9.10 betaald. Mesting-erwten
8.25. Puik winterlcoolzaad 13.75 a 14. Wakke soort
ƒ12 a 13. Dito Walchersch zomerzaad 12.30 a 12.75.
Raapolie f 45.50. Patentolie 47.50. Lijnolie/37.50 per
vat op zes weken, a contant 1 lager. Raapkoeken f 98
per 1040 stuks. Harde lijnkoeken ƒ14 per 104 stuks.
Zachte dito ƒ12 per 104 stuks.
GEMIDDELDE marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe 10.50 en rogge
7.85. Aardappelen ƒ1.60 a ƒ2.00 per hektoliter. Ver-
sche boter 1.20 a 1.30 per kilogram.
Prijzen yau effecten.
Amsterdam 15 September 1870.
Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2\ pet. 52$
*dito dito dito 3 „63
*dito dito dito 4 „84
*Aand. Handelmaatschappy 41
dito exploitatie Ned. staatssp.
België. *Certificaten bij Rothschild 2£