De heer van Bylandt bestrijdt drie argumenten tegen de afschaffing aangevoerd, in de eerste plaats op gods dienstig terrein. Ieder overtreder van de menschelijke wetten is in de eerste plaats zondaar voor God, en waar deze gelegenheid laat tot gen - de door bekeering, mag de mensch niet tussehenbeide treden. Voor hem is deze quaestie geen politieke of rechtsgeleerde quaestie, maar eene gewetenszaak. Alle menschelijke wetten zijn feil baar, en wat heden voor misdaad wordt gehouden, kan nader blijken niet als zoodanig gequalificeerd te mogen worden. Hij wijst er op dat vroeger, volgens bestaande wetten, menschen wegens toovenarij beschuldigd ten brandstapel werden verwezen. De heer van Nispen van Pannerden bestrijdt den vori- gen spreker; juist de toepassing van de doodstraf opent de gelegenheid tot bekeeriug hetzij op 't schavot, hetzij hiernamaals. Wat de feiten aangaat, volgens hem is het niet te ontkennen, dat na de afschaffing der doodstraf voor kindermoord, het aantal ongehuwde kindermoorde naressen zeer is toegenomen. De heer Fransen van de Putte zet breedvoerig uiteen de verschillende gronden in de andere kamer en ook in deze gebezigd, waarmede hij instemt tot bestrijding van een in zijn oog niette rechtvaardigen onherstelbare straf. De heer Cremers acht het eene inconsequentie, dat men iemand die het leven van zijn medemensch in ge vaar brengt niet onschadelijk zou mogen maken, waar wij ons volk verplichten als milicien op te komen om het leven aan anderen te benemen. De heeren Hengst en Sassen bestrijden mede het voorstel. Wanneer een individu, zeide de heer Sassen, het rechtheeft in geval van noodweer, een ander te doo den, waarom zal men aan de maatschappij het recht ont nemen, om de aanvallers van een der leden van die maatschappij onschadelijk te maken. Spreker wijst er op dat geen enkel staatsman van naam ooit de afschaffing van de doodstraf heeft voorgesteld. De statistiek bewijst volgens hem niets, want in de laatste 10 jaren is hier, bij het feitelijk afschaffen der doodstraf, het aantal misdaden niet toegenomen, maar de vrees bestond toch voor eene mogelijke toepassing. Hij verlangt instandhouding dier straf, maar veelvuldig gebruik van het recht van gratie, die schoonste parel aan 's konings kroon. Öuitmlcinö. Algemeen overzicht. Men beweert dat de ex-keizerin-regentes van Fran k- rijk, na de nederlaag der Fransche troepen bij Worth een officieus aanbod uit Florence ontving om met een Italiaansch leger van honderd duizend man het tweede keizerrijk te hulp te komen, onder voorwaarde dat Frankrijk geenerlei bezwaar zou maken tegen de bezet ting van het pauselijk territoir do ^r Italië. De toenma lige keizerin-regentes zou echter op dit officieus aanbod hebben geantwoord„de Pruisische troepen liever te Parijs dan de Italiaansche troepen te Rome Thans zijn echter de Pruisische legers onder de muren van Parijs aangekomen en bevinden tevens de Italianen zich in de onmiddellijke nabijheid der pauselijke resi dentiestad. Het gouvernement der Fransche republiek heeft dan ook in de laatste dagen zijn ijver verdubbeld om de hoofdstad in staat van verdediging te brengen. Ook de Oostzee-vloot is teruggeroepen en een aantal daartoe behoorende mariniers en matrozen zullen te land dienst moeten doen, ter verdediging van verschillende vestin gen. Een deel daarvan zal wellicht ook naar Parijs wor den gezonden, voor zoover bij de terugkomst der vloot de communicatie met de hoofdstad nog niet geheel en al zal zijn verbroken. Sedert gisteren is de spoorweg-communicatie tusschen Parijs en Lyon opgeheven, nadat te Montereau 4.V uur ten oosten van Fontainebleau uhlanen waren versche nen, die echter, na een gevecht met eene afdeelingFransche scherpschutters, terugtrokken met verlies van een twin tigtal hunner manschappen aan dooden en gewonden. De spoorweg-gemeenschap over Pontoise en Chantilly is reeds sedert een paar dagen verbroken. Het door de Pruisen aan verraad toegeschreven sprin gen van de citadel te Laon, geeft aan den Pruisischen Staats-Anzeiger aanleiding om een allerheftigsten uitval te doen tegen „den zedelijken achteruitgang, waarvan de Fransehen in hooge mate blijk geven." Verraad en moord hebben volgens dit officieel regeeringsorgaan daaraan te Laon de kroon opgezet. De vraag rijst nu zegt de Staats Anzeiger „hoe Duitschland's wijze van oorlogvoeren, welke op de hoogte staat der Duitsche beschaving, kan worden gehandhaafd, indien in Frank rijk zelf en door alle beschaafde natiën niet wordt ge waarschuwd tegen de barbaarschheden, welke in dat land bedreven worden." Omtrent de tusschen verschillende mogendheden ge- voerde gedachtenwisseling over eene interventie tot herstel des vredes, blijven de meest verschillende ge ruchten in omloop. Sommigen die zich uit dergelijke interventie niets goeds voorspellen in dit opzicht, vin den hun gevoelen in zekere mate gedeeld door artikelen in the Times en the Daily News, welke dagbladen vrees schijnen te koesteren voor dergelijke tus8chen- komst, die, naar hunne meening, spoedig in een feite- t el ijk gewapende interventie zou kunnen veranderen. Ook een artikel in het officieus orgaan van den heer von Bismarck schijnt naar de gevaren eener interventie heen te wijzen. Sprekende over de diplomatieke zending van den heer Thiers zegt bedoeld blad dat het tegenwoordig bestuur te Parijs, „hetwelk zijne bevoegdheid slechts aan de Parijsche straat-democratie ontleent, niet geau toriseerd kan geacht worden om namens Frankrijk on derhandelingen te voeren." -- „Daar de oorlog geloca- liseerd isaldus is de conclusie van het orgaan moet de vrede dit eveneens wezen en wel in zooverre dat hij gesloten moet worden tusschen ons en Frankrijk alleen." Men tracht overigens in dit betoog een nieuw argu ment te vinden voor de waarschijnlijkheid van het ge- ru'eht: dat koning Wilhelm een restauratie van de Napo- leonti che dynastie in ernstige overweging zou nemen. Laatste berichten. Florence. Koning Victor Emmanuel heeft een brief gezonden aan paus Pius IX tot rechtvaardiging der bezetting van den Kerkdijken staat door Italiaansche troepen. Indien de koning daartoe niet was overgegaan, zou zoo luidt de brief de republiek geproclameerd zijn, terwijl toch zoowel in verschillende steden van Italië als te Rome zelf reeds nu republikeinsche bewegingen plaats hebben. Londen. De meeste dagbladen meenen dat de zending van den heer Thiers tot niets leiden zal. Parijs. Bij dagorder heeft de genei aal Trochu bepaald dat op de wallen door zeventig duizend man dienst zal worden gedaan. In dit stuk wordt voorts gezegd dat Parijs on neembaar is, bij den geest van volharding welke de bevolking bezielt, en terwijl de stad door drie honderd duizend gewapende manschappen wordt verdedigd. Gisteren is een detachement Pruisische dragonders te Nogentsur-Seine teruggetrokken, tengevolge der krachtige houding van de'bevolking. Men verwacht ech ter spoedig talrijker afdeelingen Pruisische troepen al daar. De Pruisische troepen bevinden zich vrij talrijk in den omtrek van Melun. Parijs. Bij decreet van den minister van binnenlandsche zaken, Gambetta, is de organisatie der rustende natio nale garde in alle gemeenten van Frankrijk bevolen. De Pruisische troepen hebben Colmar bezet. De voorhoede van een Pruisisch legerkorps be vindt zich te Nauteuil. Londen. Het is nog onzeker of de heer Thiers, bij de ongun stige kansen van welslagen zijner zending, wel naar St.-Petersburg zal vertrekken. Uit Parijs. In ieder kwartier van Parijs heeft zich nog een comité van verdediging gevormd, dat zich met het alge- meene comité, vooral voor de verdediging der barrikaaen in 7t leven geroepen en waarvan Rochefort voorzitter is, in betrekking heeft gesteld. Het wetenschappelijk oorlogscomité te Parijs heeft weder nieuwe vernielingsmiddelen uitgevonden, die vooral bij eventueele gevechten in de straten zullen moe ten dienen. Men is voornemens eene lijst temaken van alle per sonen, die volgens de wet verplicht waren tot den dienst bij de nationale garde en die zich daaraan door vertrek heb ben onttrokken. Een uittreksel daarvan zal op de deur hunner huizen worden aangeplakt met verbod om die af te scheuren. Het fort van Vincennes is ontruimd omdat het niet verdedigd kan worden en slechts met geschut van oud kaliber bezet was, dat niet geschikt is om eenige goede diensten te doen. De stukken zijn naar de Tuileriën ge bracht en daar geborgen. Er loopt een gerucht dat de maarschalk Bazaine zijn leger zou hebben verlaten en te Parijs zou zijn aan gekomen om zich met het comité van defensie te verstaan. Men meldt uit Parijs dat de stad thansj geheel in staat van verdediging is en dat zoowel door de nieuw- aangebrachte als door de herstelde werken men de plaats uitmuntend verdedigbaar kan beschouwen. Behalve de mobiele garde, die bij duizenden geteld wordt, en de natio nale garde, bedraagt het leger met douanen, pompiers en marine-troepen 120,000 man, volgens een officieele opgaaf. De heer Thiers heeft bij zijn vertrek zijn gezin mede genomen, daar het wel mogelijk is dat de stad zal zijn ingesloten voordat hij zijn reis heeft volbracht. Hij heeft, alvorens te vertrekken, een lange bijeenkomst met den heer von Metternich gehad, die hem, evenals lord Lyons, heeft gezegd, dat, met betrekking tot eene tusschen- komst der mogendheden, het ontstaan der republiek een groot bezwaar opleverde, omdat de hoven voor dien regeeringsvorm natuurlijkerwijs geen sympathie koes teren. Men leest in de Avenir National. „De regeering heeft het doel en den omvang van de zending van Thiers niet bekend gemaakt, maar als men let op de circulaire van Jules Favre kan men gemakke lijk nagaan welke deze zending zal zijn. De heer Thiers zal aan de kabinetten waarheen hij zich begeeft voor houden, dat de bestaande toestand zich ontwikkeld heeft uit de militaire en politieke gebeurtenissen der laatste maand. Deze toestand laat zich in twee punten samen vatten vooreerst, de krachtige wil van Parijs en geheel Frankrijk om geen enkele vredesvoorwaarde aan te ne men die strijden zou met het ongeschonden behoud van het grondgebied; en ten tweede, het gevaar dat voor Europa uit een vermeerdering van de macht van Pruisen zou ontstaan. „De tegenstand van Parys en van Frankrijk kan Europa overschillig laten; de regeeringen letten gewoon lijk eerst in de tweede plaats op de quaesties van huma niteit, maar het is onmogelijk dat Engeland, Oostenrijk en Rusland dezelfde onverschilligheid voor hun eigen belangen aan den dag zouden leggen. Als Frankrijk overwonnen en verdeeld wordt ontstaat spoedig een Euivpeesche oorlog. Met Frankrijk valt vooreerst Oostenrijk. Ieder verlies dat wij lijden treft dat land in het hart; de heer von Beust kan het niet ontkennen. Vervolgens komt Engeland aan de beurt, dat niet alleen zijn invloed op het vasteland zal verliezen, maar dat ook een mededinger ter zee in Duitschland kan voorzien Rusland kan door zijn nabuurschap met het vergrootte en trotsche Pruisen een stellig conflict verwachten en zich vroeg of laat tot een stiijd gedwongen zien. „Dit alles zal uit een vergrooting van Pruisen volgen, enEuropa kan dit door een onmiddellijke tusschenkomst voorkomen. Ziedaar de overwegingen die de heer Thiers aan de kabinetten zal voorhouden." Het gerucht is te Parijs in omloop dat de belege ring der stad door de Duitsche troepen is uitgesteld en niet zal plaats hebben voor den 2<-'D of 8" October. De reden hiervan zou zijn dat het belegeringsgeschut uit Duitschland moec worden aangevoerd en de troepen eerst nog meer moeten worden samengetrokken. Ophetoogen- blik zouden zich slechts 200,000 man op een afstand van ongeveer tien kilometer van de stad bevinden, waar zy voorloopig zouden blijven. Men meent ook dat de Pruisen uit gebrek aan munitie hun tocht naar Parij s slechts langzaam voortzetten. Zij zouden voornemenszijn om de stad in te sluiten en haar onafgebroken door 500 stukken van groot kaliber te beschieten. Zij voeren dui zend gekoperde pontons mede, om de Seine te over bruggen. Uit Beims. Uit Reims wordt van den 7e° door een Duitsch officier het volgende geschreven „In den Gouden leeuw eet men uitmuntend. Ik drink uit beginsel nooit champagne, doch hier drink ik hem omdat ik te Rome ben en dus den paus wil zien. Voor het eerst sedert langen tijd dwaal ik door de straten van een groote stad rond. Ik heb mijn hoofd vol met allerlei belangrijke dingen wat heb ik een menigte noodzake lijke zaken in te koopen, maar ik zie niets dan „bonbons" en „biscuits." Voor deramen der winkels is alles opge ruimd; slechts hier en daar heeft men voor de leus een oude handschoen, een paar draagbanden of een oud kor set laten ba igen, omdat er bevolen was, dat de winkels niet gesloten mochten worden. Het grootste gedeelte der handeldrijvende bevolking hier heeft de Pruisen zeker voor militaire Hottentotten of Patagonicrs gehou den, daar zij alles geborgen hebben wat blinkend is of eenige waarde heeft. Dat zij zich alles wat ze aan ons verkoopen verschrikkelijk duur laten betalen, neem ik hun niet kwalijk. „Ala guerre comrne a la guerre." Zij moeten de oorlogskosten toch betalen en misschien halen zij die, als wij lang hier blijven, er in het klein uit

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 2