omwenteling gunstige resultaten zal opleveren „voor
het Fransche volk en de geheele menschheid", eenigen
twijfel aan de toekomst der Fransche republiek. Er is
dan ook voor dien regeer inga vorm een hooge mate van
politieke volksontwikkeling noodig, welke sommigen
vooral in de „nieuwe wereld" geneigd zijn ook voor
de toekomst aan de meeste Europeesche natiën te
ontzeggen, als niet meer ontvankelijk voor gezonde vrij
heidsbegrippen, waarvan de kiem in onze „oude wereld"
door bet verleden reeds geheel en al zou zijn verstikt.
De juistheid dier bewering daarlatende, zien wij
intusschen, wat Frankrijk betreft, reeds verschijnselen,
welke den zelfs in bedoeld diplomatiek stuk doorstra-
lenden twijfel reeds dadelijk eenigszins schijnen te recht
vaardigen. Terwijl de voorhoede van het Duitsche leger
heden in de nabijheid van Parijs wordt verwacht, begint
het provisioneel republikeinsch bestuur in Frankrijk's
tweede stad, Lyon, reeds blijken van wantrouwen te
geven ten aanzien van het voorloopig gouvernement te
Parijs. Een paar dagbladen der hoofdstad hebben zich
reeds tot organen dier oppositie gemaakt, welkê nu wel
nog weinig invloed zal uitoefenen, maar toch eene voor
spelling bevat van hetgeen de toekomst kan opleveren
indien een deel der republikeinsche school hare idealen
zou willen trachten te verwezenlijken. j
De houding van het republikeinsch comité te Lyon j
heeft intusschen wellicht bijgedragen tot het nemen van
bet reeds gisteren medegedeeld besluit van het gouver
nement te Parijs om eene Assemblée constituante
bijeen te roepen. De verkiezingen zullen daarbij plaats
hebben op 16 October en niet op 16 September, gelijk
in ons telegram van gisteren voorkwam volgens de
bepalingen der kieswet van 1849.
De val van keizer Napoleon moest natuurlijk den val
van het wereldlijk gezag van paus Pius IX ten gevolge
hebben. De regeering te Rome heeft, volgens de te Augs.
burg verschijnende Allgemeine Zeitung, tevergeefs de
materieele ondersteuning van verschillende mogendhe
den ingeroepen. De mogendheden wier hu'p paus PiusIX
heeft gevraagd zouden hebben geantwoord altijd vol-
gens genoemd blad dat zij zich voor het oogenblik
met belangrijker quaest'ën hadden bezig te houden, maar
dat zij te gelegener tijd zouden trachten om de vrije
uitoefening van zijn geestelijk gezag te waarborgen. De
vraag rijst trouwens of voor het prestige van het volgens
concilie-uitspraak onfeilbaar hoofd van het catholiek
kerkgenootschap niet wenschelijker zou wezen om, vrij
yan vreemde soldaten-bescherming, zijn geestelijk gezag
uit te oefenen met de waarborgen, welke het gouverne
ment te Florence hem wil geven, dan voort te gaan met
een wereldlijk bestuur te voeren zonder zelfstandigheid,
zonder kracht en zonder luister.
TELE&RAMMEÏ.
na het afdrukken van het vorig noramer ontvangen.
Parijs.
Eergisteren is eene afdeeling van vier duizend Pruisen
Yitry doorgetrokken.
Madrid.
Alhier heeft een groote manifestatie ten gunste der Fran
sche republiek plaats gehad, waaraan twintig duizend
personen deelnamen. De leden van de cortes, Emilio
Castelar en Figueras, hielden redevoeringen. De laatste
zeide daarbij: wij zullen de Fransche republiek door
onze sympathie ondersteunen, in afwachting van
het oogenblik dat wij haar zullen gaan ondersteunen
met onzen armen. De geestdrift der menigte was zeer
groot.
Laatste berichten.
Kar Isruhe.
De opperbevelhebber der Fransche bezetting te Metz
heeft, na kennisneming van de nederlaag der Fran-
ache troepen te Sedan, aan de Duitsche belegeraars
aangeboden om de vesting over te geven op voorwaarde
dat de bezetting zou mogen uittrekken met vliegende
vaandels en slaande trom. De opperbevelhebber der
Duitsche troepen eischte echter overgave op genade of
ongenade. Na hierop ontvangen weigering werd het
bombardement opnieuw aangevangen.
Berlijn.
Het voorloopig gouvernement der Fransche republiek
heeft koning Wilhelm gesommeerd om het Fransch
grondgebied onmiddellijk te verlaten.
Parijs.
De voorhoede van het naar de hoofdstad opruk
kende Duitsche leger, was gisteren te Ferté sous Jouarre,
(3 uren O. Meaux.)
Parijs.
Het telegrafisch verkeer is in het Seine-departement
opgeheven behalve voor dagblad-telegrammen.
Een officieele depêche meldt dat zich Pruisische
troepen te Villiers (2 u. N.O. Meaux) bevinden.
Het officieel orgaan bevat een brief van den Zwit-
serschen ambassadeur te Parijs, waar ij hij officieel de
Fransche republiek erkent en de hoop uitspreekt dat de
vrede spoedig zal hersteld zijn en het bestuur der
vrijheid en der democratie voor altijd zal vestigen.
De Italiaansche ambassadeur te Parijs, dé heer
Nigra, heeft een brief gericht aan den minister van bui-
tenlandsche zaken Jules Favre, waarin hij meldtinstruc-
tiën te hebben ontvangen van zijn gouvernement, om met
het voorloopig bestuur der Fransche republiek betrek
kingen aan te knoopen, overeenkomstig de tusschen
beide rijken bestaande sympatbiën.
Parijs.
Men gelooft hier aan de mogelijkheid van het tot
stand komen eener wapenschorsing, en in allen gevalle
verwacht men de Pruisische troepen nog niet zóo spoe
dig voor Parijs als sommigen in de laatste dagen meenden.
Londen.
Een Engelsch gepantserd fregat met vijfhonderd man
aan boord is nabij kaap Finistère vergaan.
Brief van koning Wilhelm.
Uit een brief van den koning van Pruisen aan de
koningin Augusta deelen wij de volgende bijzonder
heden mede, omtrent de laatste gebeurtenissen te Sedan:
„Het leger was in den avond van den 31en Augustus
en in den vroegen morgen van den lcn September in de
aangewezen stellingen rondom Sedan aangekomen. De
Beiersche troepen vormden den linkervleugel bij Bazeilles
aan de Maas, daarnaast stonden de Saksers bij Moncelle
en Daigny, de garde bij Givonne en het 5e en het lle
korps bij St. Menges en Fleigneux daar de Maas hier
een scherpe bocht maakt was voor St. Menges tot Don-
chery geen korps opgesteld, doch plaatste men er Wur-
temburgsche troepen, om tegen een uitval naar Mezières
te waken. De divisie cavalerie van graaf Stolberg vormde
den rechtervleugel in de vlakte van Douchery. Het front
tegenover Sedan bestond uit de overige Beiersche
troepen.
„Niettegenstaande de dichte nevel begon het* gevecht
reeds vroeg in den morgen bij Bazeilles, waar de strijd
zich hevig ontwikkelde en bijna huis voor huis moest
worden genomen, wat ongeveer den ganschen dag duurde.
Toen ik te 8 uren bij het front voor Sedan kwam, opende
juist de groote batterij haar vuur tegen de vestingwer
ken. Overal ontwikkelde zich nu een hevig artillerie
vuur, dat uren lang duurde, terwijl wij voortdurend
terrein wonnen en dorpen innamen.
„De toestand van het terrein belette het voortdringen
der infanterie zeer, en begunstigde de verdediging. De
dorpen Illy en Floing werden genomen en de vuurcirkel
sloot zich steeds enger om Sedan. Yan de hoogte waarop
wij stonden, achter de genoemde batterij, was het een
treffend gezicht op het slagveld. De hevige tegenstand
van den vijand begon reeds te verminderen, hetgeen wij
konden opmaken uit de uiteengedreven bataljons die
uit de bosschen en dorpen de vlucht namen. De vijande
lijke cavalerie trachtte eenige bataljons van on3 vijfde
legerkorps aan te grijpen, die zich daarbij echter uitmun
tend hielden; de cavalerie chargeerde telkens de batal
jons, doch kon niet doorbreken, hoewel de poging tot
driemaal werd herhaald, zoodat het veld geheel met
lijken en paarden bezaaid was.
„Toen de aftocht van den vijand op vele punten in een
ylucht was overgegaan en alles, infauterie, cavalerie en
artillerie in de stad en baar vestingwerken zich opeen-
drong, maar de vijand nog geen teeken gaf dat hij zich
door eene capitulatie uit zijn gevaarlijke positie wilde
redden, bleef ons niets over dan de stad te laten bom
bardeeren toen deze echter na twintig minuten reeds
op vier plaatsen in brand was geschoten, hetgeen met
de vele in den omtrek brandende dorpen een vreeselij-
ken indruk maakte, liet ik het vuur staken en zond de
overste von Bronsart van den grooten staf als parlementair
met een witte vlag om het leger in de vesting eene capi
tulatie voor te slaan. Hem ontmoette onderweg reed3 een
Beiersch officier, die mij kwam melden dat zich een
Fransch parlementair met een witte vlag buiten de poort
had vertoond. De overste von Bronsart werd binnenge
laten, en op zijne vraag naar den opperbevelhebber,
werd hij geheel onverwachts naar den keizer gebracht,
die hem een brief voor mij wilde overhandigen. Toen de
keizer hem vroeg welke opdracht hij had, antwoordde
hij: „deovergave van het leger en de vesting te eischen",
waarop de keizer hem naar den generaal von Wimpffen
verwees, die van den gewonde Mac-Mahon het opper
bevel had overgenomen. De keizer zond daarop zijn adju
dant-generaal Reille met den brief naar mij toe. Het was
7uren toen Reille en Bronsart bij mij kwamen; de laatste
reed vooruit en van hem vernamen wij het eerst, dat de
keizer aanwezig was. Gij kunt denken welk een indruk
deze tijding op mij en op allen maakte. Reille sprong van
het paard en overhandigde mij den brief van den keizer,
er bijvoegende, dat hij anders geene opdracht had. Nog
vóórdat ik den brief opende, zei ik: „maar als eerste
voorwaarde verlang ik, dat het leger de wapenen zal
neêrleggen." De brief begint met deze woorden: „„N'ayant
pas pu mourir a la tête de mes troupes je dépose mon
epée votre majesté!
„Mijn antwoord was, dat ik de wijze waarop wij elkan
der ontmoetten betreurde en om de zending van een
gevolmachtigde verzocht, om de capitulatie te sluiten.
Ik wisselde vervolgens nog eenige woorden met den
generaal Reille als oud bekende, en zoo eindigde dit
onderhond. Ik gaf von Moltke volmacht om te onder
handelen en verzocht von Bismarck er bij te blijven,
voor het geval er politieke quaesties ter sprake moch
ten komen ik vertrok vervolgens met mijn rijtuig hier
heen onder het gejuich der troepen, die volksliederen
zongen en overal lichten hadden aangestoken, zoodat het
een geïllimuneerd kamp geleek.
„Daar ik in den morgen van den 2™ nog geen bericht
over de onderhandelingen had, reed ik te 8 uren naar
het slagveld en ontmoette von Moltke, die mij tegemoet
kwam, om mijne goedkeuring voor de ontworpen capitu
latie te vragen, en die mij tegelijk mededeelde, dat de
keizer te 5 uren Sedan verlaten had en naar Donchery
was gekomen. Daar hij mij wenschte te spreken en zich
-in de nabijheid van een klein kasteel bevond, werd dat
aangewezen als de plaats onzer ontmoeting. Te 10
uren kwam ik op de hoogten voor Sedan aan; te twaalf
uren verschenen von Moltke en Bismarck met de getee-
kende akte van capitulatie en te l uur ging ik met Frits,
begeleid door een detachement cavalerie, op weg. Ik
steeg voor het kasteel af, waaruit de keizer mij te ge-
moet kwam. Het bezoek duurde een kwartier; wij waren
beiden zeer bewogen bij een wederzien onder zulke om
standigheden. Wat ik op dit oogenblik wel ondervond,
terwijl ik vóór drie jaren Napoleon nog op het toppunt
van zijn macht had gezien, kan it niet beschrijven.
„Na deze ontmoeting bezocht ik van 2.j tot 7.^ uur
het geheele leger voor Sedan."
Uit Londen.
Een correspondentie uit Londen bevat het volgende
„De circulaire van den heer Jules Favre, den minister
van buitenlaudsche zaken in Frankrijk, heeft the Times
aanleiding gegeven om eenige opmerkingen te maken
omtrent de wederkeerige verplichtingen van de elkan
der in Frankrijk opvolgende regeeringen.
„„De Fransche republiek, zegt dat blad, moet de nala
tenschap van het keizerrijk aan vaarden, niet alleen omdat
het keizerrijk, wat de tegenstanders er van ook mogen
zeggen, van het algemeen stemrecht was uitgegaan, maar
ook omdat de oorlog, waarvan de verschrikkelijke gevol
gen het land thans hevig drukken, inderdaad een natio
nale oorlog is.
„„Om een einde aan den oorlog te maken is het niet
genoeg tegen Duitschland te zeggenWij laten de kei
zerlijke politiek varen, wij erkennen uw recht om uw
binnenlandsche aangelegenheden zelf te regelen. Frank
rijk is aan Duitschland eene vergoeding verschuldigd
voor de rampen aan de geheele Duitsche natie in dezen
oorlog toegebracht, en het kan niet anders of Frankrijk
moet er toe besluiten om deze schuld te kwijten.""
„The Times ziet geen overeenkomst in den toestand
van Frankrijk in 1792 en in 1870. Op het einde der
vorige eeuw had de coalitie ten doel om Frankrijk te
verhinderen, zich overeenkomstig den nationalen wil te
constitueeren, en de Parijsche republiekeinen hadden
volkomen het recht om aan de vreemde mogendheden te
antwoorden, dat Frankrijk niet kon onderhandelen, zoo
lang er vijanden op het Fransche grondgebied waren.
De omstandigheden zijn thans anders; het is nu Frank
rijk zelf, dat zonder eenige uitdaging tegenover Duitsch
land de rol van de monarchale coalitie van 1792 heeft
op zich genomen en de vermindering van grondgebied,
die Pruisen aan Frankrijk zou kunnen opleggen, zou
niets anders zijn dan een rechtvaardige vergoeding.
„De afstand van den Elzasen vanDuitsch Lotharingen
zou, volgens the Times, een betrekkelijk gunstige oplos
sing zijn. Aau de officieern verzekeringen van het
Fransch gouvernement omtrent de nationale verdediging
hecht het blad volstrekt gceu waarde, en het. meent dat
de kracht van Frankrijk om weerstand te bieden geheel
vernietigd is, en dat er tusschen den Rijn en dePyreneën
geen enkel leger meer bestaat dat in staat is om met de
minst mogelijke kans op een goeden uitslag ecu strijd
te aanvaarden. In de bestaande omstandigheden zou,