MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N° 211.
Dinsdag
1870.
6 September.
Uuitmlanï».
liij ilcze courant belioorl een bijvoegsel.
Middelburg 5 September.
Jl. Vrijdag is te Amsterdam een eerste vergadering ge
houden door de vrienden en genoodigden der commissie
tot oprichting van een „Internationalen en voortdnren-
den vredebond." De heer J. Rijnders leidde de talrijke
meeling. Onder de medegedeelde ingekomen missives
bevond zich eon van den heer Frederik Passy, secretaris
der Ligue permanente et internationale de la paix ter be
geleiding der door die vereeniging uitgegeven verslagen
en geschriften. Ook werden brieven voorgelezen van de
beeren Verwey uit Deventer en J. de Bosch Kemper, die
hunne sympathie voor deze zaak betuigen.
De commissie is door de vergadering uitgenoodigd om
een voorloopig bestuur te vormen, statuten te ontwerpen
en een nieuwe meeling te beleggen, waai in tot de defini
tieve vestiging van den bond en tot de benoeming van
een vast bestuur zal worden overgegaan.
Kerknieuws.
De heer J. J. Richard, predikant bij de Nederduit-
sche hervormde gemeente te Breda, heelt voor het
op hem uitgebracht beroep naar Vlissingen bedankt.
Gemengde berichten.
Op Noord-Beveland heeft het bestuur van het aldaar
gevestigde departement der Maatschappij tot nat van
't algemeen zieb,onder goedkeuring van het departement,
als commissie geconstitueerd tot het inzenden van
giften voor het roode Kruis. Reeds is uit de gemeenten
Colijnsplaat en Cortgene de som van 230 aan het lioofd-
comitè te 's-Gravenhage overgemaakt.
Voor de tc Aardenburg geopende inschrijving ten
behoeve der vereeniging Het roode kruis, was Zaterdag-
voor f 390.40 ingeschreven.
Zij die de theorie toegedaan zijn, dat er een dade
lijk verband bestaat tusschen de veldslagen en gevech
ten en het slechte weder van de laatste maand, zullen
zich zeer gesticht gevoelen doer de volgende woorden,
door den in Duitschlauil algemeen bekenden weerprofeet
Seycek in een dagblad van Praag geschreven„Gedu
rende den tegen woordigen oorlog worden de zekerste
euontwijlelbaarstetelegraafberichten overgebracht dooi
de regenbuien, die in geheel Europa vallen. Met de meeste
getrouwheid berichteu deze laatsten wat er op de Fransche
slagvelden voorvalt. Een hevige stortregen bericht hevige,
lang aanhoudende kanonuades, een matige bui een zwak
ker artillerie-gevecht; in het algemeen sta t de vallende
regen in dadelijke verhouding tot liet aantal der kanon
schoten. Een nauwkeurig waarnemer van den gevallen
regen behoeft dus de telegrammen niet af te wachten
om te weten, of er een gevechteneeu beduidend gevecht
op het slagveld geleverd is." Zonder voor of tegen deze
theorie partij te trekken, herinneren we dat èn tijdens
den Italiaanschen oorlog in 1859, èn tijdens den Bo-
heemschen in 1866 dezelfde veranderingen iii de weers
gesteldheid waargenomen zijn als in dit jaar. De waarde
der regenbuien als telegrammen is echter maar betrekke
lijk, zoolang ze ook de uitkomst der gevechten niet mel
den, waar men toch nog meer benieuwd naar is dan naar
de wetenschap of er is gevochten. Zóóver zal toch de
meteorologie 't waarschijnlijk wel nooit brengen.
Het 1^aderland
De directeur van het Koninklijk Saksisch statmu-
ziekkorps, dat bier te lande in dezen zomer zooveel suc
ces had, is in den slag van Grevelotte gesneuveld. Hij is
niet de eenige militaire kapelmeester, die in den slag ge
vallen is. Die van het lc regiment dragonders en van het
luselierregiment der Pruisische garde zijn mede gesneu
veld, terwijl die van het Keizer-Frans-grenadiersregi-
ment en van de garde-kurassiers zijn gekwetst. Ook de
beroemde pianist Carl Tausig heelt, naar gemeld wordt,
op het veld van eer bij Gravelotte den dood gevonden.
Men is in Duitschland er op bedacht de uitdrijving
der Dnitschers uit Parijs ten ruitte der industrie te doen
strekken. Bij de regeering van den Noord-Duitschen bond
is het verzoek gedaan, dat de consuls-generaal in België
en Zwitserland, benevens de stationschefs in de verschil
lende grensplaatsen, registers mochten aanleggen van de
aldus repatriëerende Duitschers, waarin naam, bestem
ming en handwerk zouden worden opgegeven, en waarvan
de industrieelen op hun verzoek inzage zouden kunnen
verkrijgen. Wanneer men in het oog houdt dat tegen
woordig in Parijs zeer veel Duitsche werklieden gebruikt
worden in verschillende takken van industrie, als bijv.
in de kleedermakerij,schoenmakerij, rijtuigbouw, schrijn
werkerij enz.dan zou een anuexatie van die werk
krachten door de Duitsche industrie voor Frankrijk's
nijverheid dezelfde nadeelige gevolgen kunnen
hebben, die voor een paar eeuwen de herroeping
van het edict van Nantes veroorzaakte. De particuliere
liefdadigheid heeft zich de onvermoge^den onder de uit
gedrevenen reeds aangetrokken. Onder patronaat dei-
koningin van Pruisen is men een ondersteuningsfond s
gaan vormen om in hunne eerste behoeften te voorzien,
waarvoorde bijdragen ruim toevloeien. I-let vaderl.)
Algemeen overzicht.
Arm Frankrijk! schreef eenige jaren geleden de uit
het tweede keizerrijk, uit België en zelfs uit het groot
hertogdom Luxemburg gebannen schrijver van Les pro
pos de Labienus, Rogeard. Pauvre France
De Paris au Mexique et dif 'itorii a ia Sambre
Plane comme uu vautour l'esprit du deux-Décembre
Arm Frankrijk, zuchtte Rogeard, dat, zonder schaamte
over den knellenden halsband, uw meester als een hond
de hielen lekkende volgt, zonder te weten waar hij u
heenvoert
O Prance autrefois libre, autrefois citoyenne
Tu suis ton raaitre, helaspartout comine une chienne
Sans bonte du collier qui te serre le cou,
Et léoliaut ses talons, tu vas, saus savoir oil.
Sans savoir ou\ Het is thans gebleken. Frankrijk
weet het nu maar al te zeer, wanneer het den blik slaat
op de rookende puinhoopen zijner verbrande dorpen, op
de duizende lijken zijner op het slagveld gesneuvelde
zonen en op al de ellende welke van dit alles ook nog
iu de toekomst het gevolg zal wezen. Het tweede keizer- -
rijk heeft ten slotte, evenals het eerste Frankrijk in een
poel van jammeren gestort.
Zal het aldus ten tweeden male op het bloedig slag
veld gevallen rijk van den alleenheerscher voor de Fran
sche natie eene iudrukwekkender les zijn om haar lot
niet meer toe te vertrouwen aan een oppermachtig vorst,
hij noeme zich Napoleon of wel anders? Zal zij zich
misschien, met blinde reactie-geest bezield, thans in de
armen van eene onmogelijke roode republiek werpen?
Of zal men te Parijs na wellicht riog een nutteloos
bloedbad bij de verschijning'der Pruisische troepen voor
de hoofdstad blijven begrijpen evenals thans de
zeer aanvankelijke oplossing van den toestand is ge
weest dat het eindelijk tijd wordt ooi eens een behoor
lijk vrijheidlievend bestuur te vormen het zij dan
republiek of monarchie een bestuur met waarborgen
van duurzaamheid, samengesteld uit waarachtig eerlijke
lieden en niet uit eenige eerzuchtigen en overloopers
als OUivier en consorten? Er zullen er anders weer
genoeg gevonden worden, leden der Napoleontische
partij, die nu bet hevigst op den door een paar uhlanen
naar het Pruisisch hoofdkwartier geleiden ex-keizer
zullen schelden.
Mocht Frankrijk eindelijk eens verstandig worden
de thans gevoerde vreeselijke oorlog zou nog zegenrijke
gevolgen voor Frankrijk in bet bijzonder en voor Europa
in het algemeen kunnen hebben. Met zekere dankbaar
heid zou Europa dan later op 5 September 1870 kunnen
terugzien als den eerste» cfeg van jaar I der Fransche
republiek. .7,
Sommige natiën hébben gevoelige lessen noodig om
in te zien dat zij op" een verkeerden weg zijn en te be
sluiten om een anderen weg in te slaan. Oostenrijk
leverde daarvan eenige jaren geleden tot op zekere
hoogte het bewijs; wellicht dat ook de thans door Frank
rijk ontvangen les gevoelig genoeg zal wezen om het tot
inkeer te doen komen en eeu bestuur in het leven te
doen roepen, waarvan eerlijkheid en vrijheidsliefde het
grondbeginsel uitmaakt en kerk noch leger als middelen
tot regeering worden gebezigd.
Voor dergelijke gunstige verandering in Frankrijk's
toestand bestaat echter naar onze meeuing geenerlei
zekerheid. De Pruisische invloed zal natuurlijk aanvan
kelijk zich krachtig doen gelden bij denverderen loop
van zaken aldaar. Mag men nu wel aannemen dat uit
dien in'Woed de combinatie der mystieke richting van
koning Wilhelm met de liberaliteit van zoo wonderlijke
gehalte des heeren von Bismarckveel goede resul
taten voor de Fransche natie te verwachten zijn En
zou tevens de zoo geringe mate van ontwikkeling der
Fransche plattelandsbevolking ook al een gevolg van
het regeeren door middel der kerk niet een gunstige
duurzame ommekeer in Frankrijk's toestand in den weg
staan
Niet veel krachtige argumenten zijn er dan ook aan
te voeren tegen de uitspraak van enkelenhet thans
door de Fransche natie doorleefd historisch moment is
eene bladzijde uit hare oude geschiedenis, welke toch
altijd nieuw blijft en vooreerst wel blijven zal.
En Duitschland
Over de vruchten van dezen oorlog wat zijn binnen-
landscben toestand aangaat, spraken wij reeds dezer
dagen.
Zal overigens Europa in 't algemeen zich te verblijden
hebben in de toekomst over cie omstandigheid dat de
Pruisische legers, na weinige jaren geleden zegevierend
voor de poorten van Weenen te hebben gestaan, thans
zegevierend voor de poorten van Parijs staan?
De kleinere staten van ons werelddeel zeker niet. Ieder
die wat meer weet omtrent de verhouding der kleine
Europeesche staten tot de groote mogendheden dan hij
in troonreden en in „voor openbaarheid bestemde" diplo
matieke stukken kan lezen, of oppervlakkig uit de ge
heimzinnige diplomatieke terminologie kan opmaken,
zal wel moeten erkennen dat het keizerlijk gouvernement
te Parijs altijd in zijne gewone betrekking tot de kleine
staten de meest beleefde vormen in acht nam en bereid
was om argumenten aan te hooren en te waardeeren.
Het bleef daarbij altijd meer een strijd van beginselen,
zonder dat telkens bleek hoe ontzaglijk veel meer regi
menten en eskadrons, de regeering te Parijs in het
veld zou kunnen brengen.
Waar voortaan Pruisen de schier alleen heerschende
mogendheid op het westelijk vasteland van Europa zal
wezen, mogen de kleine staten zich op een geheel andere
verhouding voorbereiden.
Welke goede eigenschappen de zoogenaamde ontwik
kelde Pruis moge bezitten en zij zijn vele hij mist
het savoir vivre, gelijk de Franschman dit opvat, op de
meest totale wijze, en stelt daarop veelminder prijs dan...
de Duitsche dames, blijkens hare ingenomenheid met de
Fransche krijgsgevangen officiereu doen. Het gemis dier
eigenschap trad ook in het politiek systeem van den
heer von Bismarck steeds zeer op den voorgrond. Het is
dezen minister de moeite niet waard om beleefd te zijn
en het denkbeeld van „de ijzeren hand in den flnweelen
handschoen" moet men bij hem niet zoeken. Zijne onbe
leefde uitvallen in bet huis van afgevaardigden kunnen
daarvan getuigen. Zijn allerliefst beginsel: „Macht gaat
boven recht", in verband met die weinige waarde welke
hij aan vormen hecht, bepaalt zijn politieke gedrags
lijn. Aan die kleine staten, wier voortbestaan op
eenig gegeven oogenblik van zijn wil afhangt, zal hij
dan ook niet nalaten dit nu en dan te doen gevoe
len, door de wijze waarop hel gouvernement te Berlijn