OÜRANT.
r 206,
Woensdag
1870.
31 Augustus.
Middelburg 30 Augustus.
Aan de stemming voor de verkiezing van twee leden
voor den Middelburgsohen gemeenteraad hebben heden
395 kiezers deelgenomen.
De leden van de eerste kamer der staten-generaal zijn
ter vergadering bijeengeroepen tegen Maandag 12 Sep
tember a., des avonds te balf acht uur.
De minister van binnenlandsche zaken heeft bij be
schikking van 29 Augustus, overwegende dat ten
gevolge van bet aannemen der benoeming van kanton
rechter te Helmond door den beer w. J. B. Bots, lid van
de tweede kamer der staten-generaal, de verkiezing van
een lid dier kamer in het hoofdkiesdistrict Eindhoven
moet plaats hebben, bepaald dat die verkiezing in
gemeld hoofdkiesdistrict zal geschieden op Dinsdag
20 September eerstkomende, en dat, zoo eene herstem
ming noodzakelijk is, die zal plaats hebben op Dinsdag
4 October daaraanvolgende. (Staats-cour.)
Volgens Het Noorden zal de heer Haffinans zich, uit
hoofde van zijn zwakken gezondheidstoestand, in 1871
niet weder verkiesbaar stellen als lid van de tweede
kamer der staten-generaal voor het kiesdistrict Roer
mond.
Door het hoofdcomité tot het verleenen van hulp aan
zieke en gewonde krijgslieden is goedkeuring verleend
aan een reglement, ingezonden door de heeren J. W.
Callenfels en M. J. Carlier, en 52 andere leden, van een
comité fe Vlissingen, welk comité mitsdien is erkend
als afdeeling der Nederlandsche veieeniging, ingesteld
bij koninklijk besluit van 19 Juli 1867, n°. 60, en 29
December 1869, n°. 210. (Staals-cour.)
Blijkens den uitslag van bet dezer dagen aan het
departement van financiën gehouden examen voor de
betrekking van landmeter 3C klassse bij het kadaster
hebben de navolgende adspirant-landraeters aan de ver-
eischten van dat examen voldaan F. A. Claessen te
'sGravenhage^ H. ten Oever, te Assen, G. F. van der
Noordaa, te'Rolde, J. A. W.van Bergen, te 's-Gravenhage,
W. van der Rest, te GoesA. C. Oosterman en C. Hors-
ting, te 's Gravenhage.
De minister van financiën beeft tot landmeter 3C klasse
bij bet kadaster bevorderd den heer F. A. Claessen,
thans adspirant landmeter.
In de Staats-con rant van heden is opgenomen het slot
van het verslag omtrent de aanwinsten van het konink
lijk penning-kabinet te 's-Gravenhage, van 1 Januari tot
31 December 1869.
Benoemingen en besluiten.
schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan M. B. G. Hogerwaard als kapitein bij het le bataljon
der rustende schutterij in Zeeland.
Onderwijs.
Gisteren herdacht de heer P. Visser zijn 40jarigen
arbeid als onderwijzer te Serooskerke (Walcheren). De
schoolkinderen, ten getale van 136 aanwezig, werden
feestelijk onthaald en boden hunnerzijds, uit hunne ge
zamenlijke kleine bijdragen, hun meester een geschenk
aan. Het armhuis en de behoeftige weduwen worden
door den onderwijzer niet vergeten. Burgemeester, wet
houders en leden van den raad, benevens de predikant,
kerkeraden en notabelen en eenige gemeenteleden, had
den zich in de raadkamer vereenigd, om den jubilaris in
zijne school en te midden van zijn onthaalde leerlingen,
hunne belangstelling en deelneming te gaan betuigen.
Eene toespraak van het hoofd der gemeente werd door
toepasselijk psalmgezang, liederen van de feestvierende
kinderen en gebed en dankzegging van den predikant
gevolgd. Inmiddels werd door bovengenoemden een
feestgeschenk aan de woning des onderwijzers ge
zonden.
Kerknieuws.
*Te Bruinisse is tot predikant bij de Nederduitsche
hervot'mde gemeente beroepen de heer Noomen, predi
kant te Dubbeldam.
Marine en leger.
Bij koninklijk besluit van den 26e" dezer, opgenomen
in de S taats-courant van Zondag 28 en Maandag 29 dezer,
is bepaald dat in de eerste militaire afdeeling tijdelijk
gevestigd wordt een afzonderlijke militaire auditie voor
de provincie -Utrecht, ter standplaats Utrecht, en in de
derde railita're afdeeling een afzonderlijke militaire
auditie voor de provincie Overijsel, ter standplaats
Zwolle.
Gemengde berichten.
Bij het ophalen van bet anker van de gepantserde
stoomkanonneerboot n°. 1, liggende ter reede van Zie-
rikzee, bad eergisteren een ongeluk plaats. Door het
breken van een tand van het kamrad van de spil bekwa
men drie matrozen min of meer ernstige verwondingen.
De een brak den arm, van een ander werden het borst
been en de kin gekwetst, van den derde de pols ge
kneusd. Daar zich geen officier van gezondheid aan
boord bevond, werden zij nog denzelfden avond naar het
hervormd diaconie armgesticht te Zierikzee overgebracht
en in heelkundige behandeling opgenomen.
Wegens den aanhoudenden regen werd eergisteren
het kamp achter de Bilt weinig bezocht tot groote teleur
stelling voor de houders der daar aanwezige tenten.
Daar de grond om de tenten de* manschappen uitgegra
ven is en het in die uitgraving verzamelde water weder
in groote putten uitloopt, hebben de kampeerenden nog
al geen last van het wateralleen was het tengevolge
van den regen niet mogelijk het eten op den bepaalden
tijd fe doen gebruiken, hetwelk ook gisteren morgen
met de soep het geval was. De tenten zeiven laten over
'talgemeen geen regen door. Zoo de regen echter mocht
aanhouden zullen er vele zieken komen; nu reeds zijd er
in verhouding tot het aantal troepen nog al veel. Zoo
evenwel het kamp op de Houtensche vlakte gebleven
ware, zou de toestand veel erger zijn geweest.
(Ulr. dagblad.)
Uit Scheveningen meldt men dat den ganschen
nacht tusschen Zondag en Maandag een hevige storm
uit het West-Noordwesten heeft gewoed. De zee was
zóo hoog dat de duinen op verschillende punten zijn af
gevloeid. De wind heeft aan de daken van het gemeen
tebadhuis en het hotel-garni ,aan de villa's van den heer
Plcyzier, alsmede aan de visschersvloot op het strand
nog al schade toegebracht. In het badhuis waren som
mige gasten, tengevolge van het inwaaien van de ruiten
der ramen, verplicht hunne kamers te verlaten. Ook
werden verscheidene lantarens stuk geslagen.
Tusschen Rotterdam en Dordrecht zijn Zondag
nacht verschillende buitenpolders tengevolge van den
storm geïnundeerd, alsmede de groote polder Het kwist-
geld nabij den Moerdijk. De Hollandsche post is aan
het Hollandsch diep niet overgezet kunnen worden.
Uit Sloten (Noord-Holland) wordt van 26 Augustus
gemeld: Heden morgen tusschen drie en vier uren, en
later ongeveer te zeven uren, woedde boven deze
gemeente een hevig onweder, dat op verschillende plaat
sen, hier en in de omstreken, groote schade heeft aange
richt. Aan den Osdorper-weg werd de boerderij van den
veehouder Pijnakker aangetast, en weldra, in weerwil
van spoedig aangebrachte hulp, geheel een prooi der
vlammen. De bewoner is niet dan onvoldoende tegen
brandschade verzekerd. Bij een anderen veehouder
werd een koe, en te Sloterdijk, in de onmiddellijke nabij
heid van het dorp, een kalf in de weide getroffen en
gedood. Te Houtrijk en Polanen is de bliksem geslagen
in den schoorsteen van de Beetwortel suiker-fabriek, en
beeft dien gedeeltelijk beschadigd. Ook in een buurt
schap onder Nieuwer-Amstel, „De band van Leiden'"
genaamd, is een boerenwoning afgebrand, terwijl nog op
grooten afstand, m enmeent in de richting van Velzen
of Beverwijk, brand werd gezien. Verlies van men-
scbenlevens is in den omtrek gelukkig niet te betreuren.
Uit Leipzig schrijft menIk heb in de winkelkas
van een onzer boekverkoopers de nieuwe kaart van het
Dnitsche rijk gezien.Dat rijk omvat, in Frankrijk, Lotha
ringen, den Elzas en Franchc-comtéde lijn gaat dan
vau Doubs naar Zwitserland tusschen Bern en Freiburg,
loopt om den St. Gothard, ten zuiden, en richt zich door
de Alpen, tot Triest, vanwaar zij opklimt door Gratz en
Weenen tot aan Pruisisch-Silezië, omvattende, iu den
loop door Oostenrijk, al het terrein ten westen van die
linie. Ten noorden is niets veranderd.
Omtrent de proef met de brug bij Crevecoeur, die
de vorige week naar wensch is afgeloopen, meldt de
Stoorapost onder anderen het volgende„Zooals men
weet heeft de brug elf openingen, éene overspannende
100 meter en tien van 57 meter, is zij voor enkel spoor
ingericht, en totaal lang tusschen de landhoofden 714
meter. De bovenbouw weegt ruim 2,260,000 kilogram.
De proeftrein bestond uit vijf zware locomotieven, we
gende te zamen 212,250 kilogram, iu het midden, en zes
geladen wagens, drie aan drie ter weerseinde, te zamen
90,C00 kilogram, en besloeg eene lengte die eenigszins
overtrof de lengte der groote overspanning van 100 me
ter. Met. inbegrip van het gewicht der spoorstaven, die
op de brug waren geplaatst, ter tegemoetkoming aan
hetgeen de zware locomotieven naar het voorschrift
nog tekort kwamen in gewicht, kan men rekenen dat
de opgebrachte belasting bij üe groote overspanning
ruim 3200 kilogram per strekkende meter bedroeg. De
doorbuiging die op de meermalen toegepaste wijze met
scbuifsleden werd waargenomen, bereikte onder de ge
noemde belasting bij de overspanning van 100 meter de
berekende 30 millimeter niet geiieel; ook niet toen de
proeftrein over de brug reed, met eene snelheid grooter
dan in den spoorwegdienst op groote bruggen wordt toe
gelaten. De doorbuiging, vroeger bij het wegnemen van
den steiger door het eigen gewicht van 5 000 kilogram
dezer brug veroorzaakt, had ongeveer 31 millimeter be
dragen en was eveneens beneden de berekende gebleven.
Na het wegrijden van den proeftrein herstelde zich de
brug geheel in haar vroegeren staat, zoodat er van
de waargenomen doorbuiging niets zichtbaar bleef. De
bruggen van 57 meter doorstonden de proef met gelijken
goeden uitslag en vertoonden geen grootere doorbui
ging dan de berekende en ook geen blijvende doorbui
ging na het verwijderen der belasting. Mag men zich
verheugen in de ras naderende .voltooiing der belang
rijke lijn van Utrecht naar Boxtel, waartoe dit werk
weder een groote schrede nader heeft gebracht, niet
minder voldoening mag men smaken bij het bedenken,
dat deze brug een werk is van Nederlandsche nijverheid.
Nadat de bovenbouw van drie groote bruggen, namelijk
die van Zutfen, Kuilenburg en Bommel door een Duit-
schen fabrikant werd geleverd, is de brug te Crevecoeur,
die in afmetingen met de genoemde bruggen mag wed-
y veren, door Nederlandsche fabrikanten bewerkt en op
gesteld."
rf. Schmidt, te Potsdam, herinnert in de Vossische
Zeitung dat de Franschen in 1806 uit het slot te Pots
dam een degen van Frederik den Groote hebben wegge
voerd en dat die in 1814 en 1815 wel door Pruisen opge-
eischt, maar nooit teruggezonden is. Evenwel zoo
verhaalt Schmidt de eigenlijke degen van Frederik
den Groote is nooit in handen der Franschen gekomen.
„Wat zij hebben medegenomen schrijft hij was
slechts een „t'nlerm°en", die de koning zelf nooit
heeft aangeraakt." Schmidt's groot vader, Knopf genaamd
in 1806 als geëraploieerde met het toezicht op de in het
slot aanwezige goederen belast, had gezorgd dat aldaar
niets achterbleef van hetgeen Frederik de Groote ooit
in handen had gehad. Daartoe behoorde de bedoelde de
gen niet, en dus had hij dien maar in een hoek laten
staan. Alvorens nu Napoleon I in genoemd jaar te Pots
dam kwam, verscheen Murat met eenige generaals in het