MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 202. Vrijdag 1870. 20 Augustus. Middelburg 25 Augustus. Thans verneemt Het vaderland met zekerheid, dat al de geh u wjie miliciens,%die 20 Juli jl. in dienst zijn ge treden, met den eersten September aanstaande met onbe paald verlof huiswaarts zullen keeren. De heer S. Stapert is erkend en toegelaten als consu lair agent van Frankrijk te Groningen, en zulks onder de gewone bepalingen van onderhooriglieid. Slaalscour In de Staats-courant van heden is gedeeltelijk opgeno men het verslag omtrent de aanwinsten van het konink lijk penningkabinet te 's-Gravenhage, van 1 Januari tot 31 December 1869. Benoemingen en besluiten. leger. Op nonactiviteit gesteld, in afwachting van nadere beschikking, de 1« luitenant-adjudant H. Potho ven, van het 2e regiment infanterie. consulaten. Erkend en toegelaten als consul van den Noord-Duitsehen boud te Paramaribo E. Koelie. Marino en leger. Op den 3cn September a. moeten de nieuwbenoemde cadetten zich in het gebouw der Koninklijke militaire academie bevinden, teneinde met hun studiën voor den cursus 18701871 een aanvang te maken. Door den minister van marine zijn met den Pd October a. benoemd tot studenten voor den militairen ge neeskundigen dienst bij de zeemacht, de jongelingen D. H. Zeeman, N. J. Haremaker, M. Polak, G. Poolman, J. C. Mohr, A. Koller en G. C. van Balen Blanken. De etat-major van Zs. Ms. stoomschip Zilveren kruis, gisteren te Helder in dienst gesteld, is samenge steld als volgt: kommandant kapitein ter zee W. C. Klis 1« officier luitenant ter zee le klasse J. M. L. A. P. "Wirix; luitenants ter zee 2e klasse R. H. Jar man, P. G- Pabst, Z. J. Cambier; adelborst 1« klasse J. G. Snethlage, J. H. L. J. baron Sweerts de Landas Wijborgh, jonkheer II. M. Speelman, J. G. Roodenburg; officier van gezond, heid 2v klasse D. Matak Fontein; officier van administra tie le klasse C. C. M. Bervoets, adjunct A. Vermeulen. Gemengde berichten. Morgen avond, te 7 uren, zal, bij gunstig weder, op het Molenwater alhier weder eene muziekuitvoering door het muziekkorps der schutterij plaats hebben- Dc groothertog van Luxemburg heeft den Amstev- damschen lithograaf' P. G. Tresling benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon. Uit Kampen meldt men dat jl. Maandag, toen men bezig was met de doorgraving vau den Kattenwaard aan de werken tot verbetering van den waterweg naar zee, zeven door paarden getrokken en op losse rails loopende zandwagens, bij den IJsel, tengevolge van instorting van den grond, naar beneden zijn gezakt. Onmiddelijk heeft men met groote moeite de paarden opgehaald. De per- souen op de wagens hebben geen letsel bekomen. Volgens een Belgisch orgaan, zouden de over winningen van Pruisen en de val van het Fransche keizerrijk, dien men voorziet, een zonderlingen invloed uitoefenen op de verstandsvermogens der weduwe vaD ien ongelukkigen keizer Maximiliaan. Prinses Char lotte leest met levendige belangstelling de dagbladen en spreekt met veel helderheid van geest over de open bare zaken. Zij zegt dat zij in het tegenwoordig lot van Napoleon een wraak der voorzienigheid ziet, voor zijn slechte handelwijze jegens haar echtgenoot. De genees- heeren hebben nu weder hoop dat de prinses zal genezen. Het hoofdcomitè" van Het roode kruis te 's-Graven hage zal op onbepaalde tijden bulletins uitgeven, waar in zal opgenomen worden hetgeen bij dat hoofdcomité meldenswaardig voorkomt omtrent zijne werkzaamheden op het oorlogstooneel. Een dezer bulletins is reeds ver schenen. Aan den heer A. Smorenburg, apostolisch pro vica ris van Mongolië, is dezer dagen zoo meldt De tijd een hooge, waarschijnlijk in ons land eenige onder scheiding te beurt gevallen. Voor het onderwijs, door hem gedurende vijf achtereenvolgende jaren aan de universiteit van Peking gegeven, en voor de uitgave van een Chineesch-Fransche spraakkunst met woor denboek, heeft de groote klaarheid de keizerlijke dyuastie van China aan zijuhoogwaarde de adellijke ster van saffier, in goud gevat, geschonken. Dit zeer merkwaardig onderscheidingsteeken draagt aan de eene zijde het beeld van den keizerlijken draak, en aan de andere in Chineesch letterschrift, dezen zin: „Keizer lijk geschenk van de dynastie ta Tshieng; adellijke ster van den derden graad." Het diploom is geteekend door al de ministers van buitenlandsche zaken. De waardig heid, door dit eereteeken verleend en voorgesteld, komt ^en naastenbij overeen met die van een commissaris des konings hier te lande. De dirigeerende officier van gezondheid dr. van Hattem heeft bericht gezonden van zijn vertrek met de Amsterdamsche expeditie van Het roode kruis uit Luxem burg naar Trier. Hij had aldaar een hospitaal met dui zend gekwetsten overgenomen, zoodat men de handen vol heeft. Teneinde aan de dringende behoefte van heel kundige hulp tegemoet te komen, zal professor J. W. R. Tilanu3 met eenige adsistenten en het noodige materiaal mede spoedig derwaarts vertrekken. liet Amsterdamsche comité heeft op daartoe gedaan vei zoek f 3000 ter be schikking van het hoofdcomitè gesteld, en daarbij tevens in overweging gegeven, der regeering voor te stellen, om de beschikbare officieren van gezondheid der zee- en landmacht te zenden naar de beide oorlogvoerende legers, overeenkomstig de besluiten der conferentie te Berlijn, het vorige jaar gehouden. (IIandelsII.) Verschillende dagbladen, la France, le Constituti- onnel, lTndépendance, bevatten een brief van zekeren kolonel, Frederik van Holstein, die, in antwoord op eene weddenschap van Emile de Girardin dat Landau bij eeu oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen weder Fransch zou worden, eene weddenschap van twintig duizend franken aanbiedt. Hij wedt om genoemde som dat hij voor vijftien September aan het hoofd van zijn regiment voorbij het huis van den heer de Girardin zal defileeren in du Avenue de roi de Rome te Parijs. Hetdagbladl'His- toire verzekert dat deze zoogenaamde kolonel niemand anders is dan de heer Bamberg, vroeger consul-generaal van Pruisen in de Fransche hoofdstad. Na herhaald ingesteld rechterlijk onderzoek door leden van de rechtbanken te Heerenveen en Leeuwarden meent men de daders op het spoor te zijn van een voor ongeveer drie jaren te Drachten gepleegden moord op een paar oude lieden. Eergisteren voormiddag geraakte een Fransch oorlogsstoomschip aan den grond tegen de Zuiderhaaks aan den Helder. Het is weder vlot geraakt en zeewaarts gestevend, nog vóórdat de sleepboot De stad Amsterdam, die uit de haven ter adsistentie was gezonden, bet kon bereiken. Men vermoedt dat dit schip jacht maakte op een Noordduitschen schoener, die het Westgat binnen- gcloopen en op dc reede geankerd is, doch na inklaring de Zuiderzee is ingezeild. In onze dagen, waarin helaas zooveel van het kanon gesproken en voor de oplossing van politieke vraagstukken zooveel van het kanon verwacht wordt, is de geschiedenis van een kanon, dat men het oudste van Europa noemen raag, niet onbelangrijk. 1 Juli 1827 had een visscher van Calais zijn netten in een oostelijke richting van die stad op een zandbank, Dartingue genaamd, uitgeworpen, toen hij bij het inha len een ongewonen wederstand ontwaarde, die bem een miraculeuse vischvangst deed vermoeden. Met veel inspanning gelukte het hem den buit machtig te wor den, die uit een zware met zand en schelpen bedekte ijzermassa bestond. Toen het omhulsel weggenomen was, werd die massa voor een kanon herkend welks zonderlinge vorm van hooge oudheid getuigde, 't Was een onregelmatige cylinder van 3 voet en 8 duim lengte, aan welks uiteinde zich een ijzeren staaf met handvatsel bevond van 1 voet en 8 duimen, om het stuk te ajusteeren. In het midden van het kanon was een soort ring, om op het affuit te kunnen plaatsen. Bij de geschutkamer was een opening waarin zich, door een ijzeren spie ge stut, een pijp of buis bevond van 7 duim lengte en 2% duim diameter, welke gedemonteerd en met de hand geladen kon worden, 't Zonderlingste vau alles was dat het kanon nog geladen was met een ons kruit en een looden kogel van een duim diameter, die vier ons woog. Het kruit had natuurlijk zijn kracht verloren, maar vorm en kleur behouden, omdat de buis, waarin 't zich bevond, door middel van een eiken wigge hermetisch gesloten was. Dit kanon, j-gstwaarschijulijk uit den tijd van Hen drik V en na den slag vau Azincourt (1415) door een zijner gestrande schepen verloren, werd, nadat het ar- tillerie-museuin te Parijs den vinder tevergeefs daar voor een aaubod van 400 franken had gedaan, door een Engelsch edelman mot Britsche vrijgevendheid voor de som van 1200 franken gekocht, en strekt zijn verzame ling van antieke wapenen ten sieraad. Mijn schrijft uit Parijs dat de eenige dagen geleden nog als bespottelijk beschouwde bewering eeneraan staande belegering der hoofdstad thans als hoogst ver standig wordt beschouwd. De bevolking bereidt zich daarop voor Te Kr'akau en Tarnow (Gallicië) hebben weder mishandelingen van de Joden door het volk plaats gehad, te Tarnow op den 15cn en te ICrakau op den 17en Augustus. In eerstgemelde plaats gaf, een twist op de markt de aanleiding, waarop een aantal mannen, tot den handwerlcsstand beboerende, met stokken gewapend alle Joden, die ze vinden konden, mishandelden, de rui ten in hunne woningen verbrijzelden, eindelijk de win kels uitplunderden en wat ze niet meê konden nemen vernielden. De politie verklaarde dat ze tegen die ben den niets vermocht; eindelijk bood de militaire macht op verzoek der Israëlieten hulp en slaagde er in de orde te herstellen. Vele personen werden gewond, onder ande ren een arme Jood, vader van zes kinderen, die den vol genden dag overleed. Te Krakau nam het gelukkig zulk een vaart niet; men vergenoegde zich daar met uitsluitend de rustige Joden zonder de minste aanleiding met steeuen te werpen en te slaan, zoodat er verschillende personen zwaar ver wond werden. Op de vraag van vreemdelingen, wat dat misbaar in de stad beduidde, antwoordden de „soliede burgers" der stad van Barbara Ubryk: „het volk amuseert zich wat. Het zijn geen meuschen, die ze mishandelen; 'tzijn maar Joden!" Behalve geloofsijver moet bij deze gelegenheid nog een politieke aanleiding tot deze mishandelingen bestaan. Dc Gallicische Joden drijven namelijk veel handel in 't Noorden, in Polen, Saksen, Silezië, zelts tot aan de Oost zee, de lezers van Freytags Soil unci Ilaben zullen het zich herinneren en men beschuldigt hen cu van sym pathie voor Pruisen, een zwak dat de Galliciërs over het algemeen niet bezitten. In Nederland vertelt men in zoodanig geval, dat men „aan Pruisen verkocht is"; in Gallicië praat men er niet over, maar haalt een kuuppel voor den dag en slaat er o.p toe! (Hel Vaderland.) Uit den Helder schrijft men van 22 Augustus: Heden morgen, omstreeks éen uur na middernacht, wer den de ingezetenen in hun eersten slaap onaangenaam ge wekt door een schril geroep van brand. Spoedigontdekte men een felle vlam en vuurgloed, en bleek het dat Het wapen van den Helder, het vroegere logement van dien naam, in vollen brand stond. De brand was te feller en nam te spoediger de overhand, omdat het perceel onder de pannen met een dikke laag riet was bedekt. In weer wil van de krachtige en doeltreffende pogingen der brandweer, was het gebouw spoedig uitgebraad. Door zeven huisgezinnen bewoond, was de eigenaar alleen tegen brandgevaar verzekerd en zijn de andere huisge zinnen, tot den handwerkers stand behooreude voor een groot deel van het hunne beroofd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1