penmaker Edmond About, die als oorlogscorrespondent zooveel onzin over de Duitschers geschreven heeft. Men vermoedt echter dat deze heer zich opzettelijk verbor gen houdt, om de Parijzenaars met hem te doen bezig houden, en dat hij weder spoedig voor den dag zal komen. Hij zal dan zonder twijfel eene beschrijving, die erg gees tig moet schijnen, van zijne lotgevallen openbaar maken, waarvan zijne vrienden op de boulevards verbaasd zullen staan. Het doel van zijn tegenwoordige verdwijning zal dan waarschijnlijk ook bereikt zijn. „Het grootste gedeelte der gewonden, die sedert eenige dagen hier aankomen, zijn Franschen van de meest ver schillende regimenten, meest licht gewonden. Bij het verbinden blijkt zeer goed het onderscheid tusschen de Duitschen aard met die van vreemden. Terwijl onze sol daten zelfs onder allerlei vermoeienissen en lotgevallen zich zoozindelijk mogelijk houden, zijn er onder de anderen verscheidene die men niet dan met opoffering aanraakt. Het waschgereedschap schijnt voor hen verboden waar te zijn. Velen dragen echter nog welgevulde gordels met geld; een bewijs, hoe zij door onze soldaten behan deld worden. Zij hebben vrijheid van briefport voor ge wone brieven en correspondentiekaarten onder toezicht der militaire autoriteiten." Lotgevallen van een journalist, De heer About deelt de volgende bijzonderheden om trent zijne ontmoetingen op het corlogstooneel mede in het Fransche blad le Soir: „Daags na den slag van Forbach, ontmoette ik een gedeelte van het 5C legerkorps dat naar Sarreguemines ging. De manschappen hadden twee dagen gemarcheerd zonder rust en zonder voedsel. Ik zag soldaten, die hun soep geheel gereed in hun soepketel droegen, maar geen tijd tot eten hadden gehad. Eenige officieren kwamen naar mij toe om mij te vragen of het waar was, dat op de muren der stad eene overwinning was bekend gemaakt. Ik ontnam hun hunne waan en zij vervolgden hun weg. Ik ontmoette in den morgen een kapitein van de jagers te voet, die bij Neunkirchen stond, tusschen Sarreguemi nes en de Beiersche grens. Hij verhaalde mij, dat den vori- gen avond zijne manschappen te tien uren waren gaan sla pen en dat omstreeks middernacht reveille was geslagen. Onder een stortregen moest men het kamp opbreken, de natte en beslijkte tenten oppakken en orders afwachten. De ongelukkigen hadden den ganschen nacht gewacht en heden morgen stonden zij nog op dezelfde plaats met den ransel op den rug, de tenten op de schouders en zonder eenig ander bevel te hebben ontvangen dan om twee of drie voorposten te versterken, die van uur tot uur door de uhlanen verontrust werden. „Men verzekerde mij, dat Mac Mahon zijn hoofdkwar tier te Saverne had gevestigd en den vijand verwachtte. Maar te Saverne had ik mijne vrouw en kinderen gelaten op vijfhonderd meters van de stad, in een afgelegen huis, te midden van het bosch. Daar was alzoo mijue plaats en ik ga er heen. De spoorweg is afgebro ken, maar ik heb een goed rijtuig en een flink paard, en besloot te vertrekken. „Buiten Paltzburg ontmoette ik een regiment turco's, dat vreeselijk gedund was. Het had de 12e mitrailleuse batterij. Mijn hart klopte. Bij die batterij was op zijn verzoek een neef en vriend geplaatst, de kapitein Hans. Toen ik naar hem vroeg, wist men niet waar hij was, doch men had niet gezien dat hij gewond was, „„maar, zeide de onderofficieren wien ik ondervroeg, de ver woesting is zoo groot."" „Niemand had hem na den slag ontmoet. Ik kon en wilde niet gelooven, dat een zoo jong en schoon officier die nog zoo kort gehuwd was en van wien ik nog pas bloeiend en gelukkig had afscheid genomen, niet meer in leven zou zijn. Buiten Paltzburg in de richting van Saverne passeerdemij een troep achterblijvers,kurassiers zonder kurassen, fuseliers zonder geweren, cavaleristen zonder paarden, infanteristen te paard. Daar komt een kleine troep aan, die nog in goede orde marcheert, eene compagnie van het 17e bataljon jagers te voet. „„Ik wensch u geluk, riep ik hun toe, uwe compagnie heeft niet geleden." Een soldaat hernam droevig: „„gij ziet het geheele bataljonal de anderen zijn daar ginds gebleven."" Aan den weg lag een dood paard waarvan men reeds een stuk uit de dij had gesneden om te eten, evenals in Rusland. „Toen ik mijn tocht weer een eind vervolgd had werd ik door drie of vier ellendige zouaven gearresteerd, die hun ransels en geweren hadden weggeworpen: „waar gaat gij heen?" „Naar mijn huis te Saverne."" „„Weet gij dan niet dat de Pruisen daar komen?"" „Wat doet er dat toe. Ik ga naar huis." „Waarom gaat gij niet liever met ons naar Palzburg?"" Omdat ik dan te Paltz burg kom en niet naar uw gezelschap verlang." Zij raadpleegden een oogenblilc. Het kwam hun verdacht voor dat ik niet vreesde de Pruisen te ontmoetenik moest een spion zijn. De een wilde mij arresteeren; een ander mij medevoeren; een derde mij fusileeren. Ik haalde de schouders op en draaide hun mijn rug toe. Juist kwam een officier der kurassiers voorby, aan wien ik mijne papieren toonde. Deze verhaalde mij dat hij den laatsten nacht in mijn huis had doorgebracht en dat mijne familie in de stad was. „Verderop ontmoette ik drie regimenten linietroepen} goed gesloten, bijna voltallig, het geweer op den schou der, den ransel op den rug. Achter hen aan kwam de maarschalk Mac Mahon, kalm, vaardig, bijna lachend en frisch gelijk een roos. Ik groette in het voorbijgaan. Hij groette zonder mij te kennen. Een van zijn aides, de heer Abrac, noemde mijn naam, waarop de maarschalk mij aansprak, naar nieuwstijdingen vroeg en met bewon derenswaardige koelbloedigheid de nederlaag van Fros- sard, die hij nog niet kende, vernam deelde mij daarop zeer eenvoudig in weinige wooiden zijn eigen ongeluk mede: „„Ik had, zeide hij, slechts 35,000 man en 150,000 tegenover mij. Wij zijn door de overmacht bezweken. Ongeveer 5000 man zijn gedood of gewond, maar wij zullen revanche nemen. Verzeker dat aan het publiek. Maar waar gaat gij heen?"" „Naar Saverne."" „„Gij zult er u gevangen laten nemen; de Pruisen zullen er binnen een paar uren zijnzij waren in het gezicht." „Mijne vrouw en kinderen zijn er."" Nu, wees voor zichtig! Vergeet niet te vertellen dat de troepen zich uit muntend houden."" Bij een regiment turco's dat volgde ontmoette ik mijn vriend Albert Duruy. De goede jongen zeide: „„ik ben aan uw huis geweest; het is ledig en allen zijn in veiligheid."" „„Maar gij, hoe gaat het u vroeg ik. „„Ik, zoo als ge ziet, antwoordde hij, steeds op mijn post. Ach miju arme vriend, wat een ramp;! Wij zullen het herstellen „De officieren, de soldaten en de burgers,allen die met het leger in aanraking zijn geweest, beschuldigen een stemmig de onwetendheid en eigenwysheid der aanvoer ders. Deze zijn volstrekt niet bekend met de plaatselijke gesteldheid van het land. De meesten onzer legerhoofden hebben het oorlogvoeren geleerd in Afrika tegen de Arabieren die de slechtste krijgskundigen van de wereld zijn. Zij meenen-dat de overwinning gemak kelijk is, dat tijd weinig waarde heeft en^dat men kleine gebreken licht kan herstellen en op die van den vijand kan rekenen. Dit beklagenswaardige laisser aller heeft ons niet verhinderd te Rome, in de Krim, in Cochinchina, in China, in Lombardije en zelfs langen tijd in Mexico, te slagen. De vijftien dagen dei- laatste maand die op een dwaze wijze door onze leger hoofden verloren zijn, hebben den veldtocht tegen Prui sen veranderd in een veldtocht tegen Frankrijk. Vier dagen, nog dwazer besteed om de gewaande overwinning van Saarbrück te vieren, hebben het verlies van Forbach na zich gesleept. Voor de eerste maal sedert langen tijd hebben wij thans een vijand tegen on3 over, die gee n misslagen begaat, het is het oogenblik waarop wij zelf de minste misslagen moesten begaan. „Te Saverne had men niet alleen soldaten, maar zelfs officieren langs de deuren zien gaan, bedelende om een stuk brood, en sommigen waren zoo uitgeput dat ik met den onderprefect een ongelukkige heb opgeraapt die op het trottoir lag te slapen, omdat zijne krachten niet toelieten zich naar de ambulance te begeven. „De eerste Pruisen die de stad binnenkwamen waren twee huzaren, een gewoon soldaat, gewapend met een geweer, de ander tweede luitenant, slechts voorzien van een sabel. Beiden waren jonge mensehen en eer schoon dan leelijk. Zij avanceerden langzaam met korte passen, keken rechts, linksen achterom, met een wantrouwenden, kalmen en trotsehen blik. Hun oogen zeiden: wij zijn overwinnaars, en wij zullen hier misschien niets te vree zen hebben, maar indien wij hier onze huid laten, zullen wij gewroken worden door een leger van 150,000 man, dat niet ver van hier is." t)anöclsbmd)tcn. Graanmarkten enz. Gent, 19 Augustus. Roode en witte tarwe fr. 24.50 fr. 25.00; nieuwe fr. 24.00 a fr. 24,50 met veel handel; rogge fr. 16.00; gerst fr. 16.00: nieuwe fr. 14.50; haver fr. 10.50; boekweit fr. paar- denboonen fr. 19.00; koolzaad fr. 44.00; lijnzaad fr. 36.50; koolzaadkooken fr. 25.00; lijnkoeken fr.' 19.50; boter fr. 3.00 per kilogram; eieren fr. 1.90 per 26 stuks. Vlissingen, 19 Augustus. Boter ƒ1.45 a 1.55 per kilo gram. Amsterdam, 19 Augustus. Raapolie op 6 weken ƒ44}. Lijnolie op 6 weken ƒ33}. Prijzen ran effecten. Amsterdam 19 Augustus 1870. Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2} pet. 51}$ *dito dito dito 3 62 *dito dito dito 4 „82 dito exploitatie Ned. staatssp. 89 België. ^Certificaten bij Rothschild 2} Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 89} *Certific. adm. Hamburg 5 64} *dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 *Cert. ƒ1000 1864 5 *dito 1000 1866 5 87} *Loten 1866 5 208} *Oblig. Hope Co. Leening 1860 4} 80 *Certific. dito....4 *Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4 60$ ♦Obligatiën 1867 4 65} *Obl. 1869 4 65} ♦Certificaten 6 38} *Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 205} *Oblig. dito 4 dito spoorweg Poti-Tiflis 5 82} dito dito Jelez Orel 5 81} dito dito Charkow Azow. 5 82} Polen. *Schatkistobligatiën4 Oostenrijk. *Oblig.metall.in zilver Jan.Juli 5 51} *dito dito April'Oct. 5 50} ♦dito in papier Mei/Nov. 5 43} ♦dito dito Febr./Aug. 5 43}$ Ttalië. Leening 18615 46} Spanje. ♦Obligatiën.2$ thans 3 25} ♦dito 18673 26}} ♦dito Binnenlandsche3 23} Portugal. ♦Obl. 1856—1863 3 ♦dito 18673 28 Turkije. dito (binnenl.) 5 43^ Griekenl. dito (blauwe).5 - Egypte. dito 1868 7 73} Amerika. *Obl. Vereenigde Staten (1874) 5 ♦dito dito dito (1904) 5 ♦dito dito dito (1882) 6 93 ♦dito dito dito (1885) 6 92^ ♦dito Illinois7 ♦dito dito Redemtion 6 Oblig. Atl.Gr.W.Spw.Ohiosec.(7p) dito dito geconsolideerde .7 dito dito debentures 8 dito St.Paul Pac. Spw. 1* sec. 7 dito dito dito 2e sec. 7 62 dito dito 1869 dito 7 65 Brazilië. *Obl. '1863 4} 76 ♦dito 1865 5 88} Mexico. dito 1851 3 a 14iV Grenada, dito afgestempeld6 23} Ecuador. dito1 Venezuela dito3 8} Prijzen van coupons. Amsterdam, 18 Augustus. Metall. f 19.25; Dito zilver 24.05 Dito Eng. per ƒ11.85: Eng. Russen per 11.85: Eug. Portugal per Fransche Belg. ƒ55}; Pruis, ƒ34}; Hamb. Russen Russen inZ.R./28}; Pools, iu Fl. Spaans, Amerik Dollars ƒ2.35; dito papier Spaans.-Frans. 54}. iXM&ttïitgljfiü. Weldadige Stadgenooten In zeer behoeftige omstandigheden viert TH. CROM- BOUW, wonende in de Nieuwehuizen, N 86, heden zijn S5cn jaardag. Gij, die zoo menigwerf, ook nog in de laatste dagen, door bet schenken van ruime giften ge toond hebt het leed uwer medemenschen te willen ver zachten, toont ook nu dat gij een grijsaard, die menigmaal het hoogst noodige moet derven, op zulk een gedenk- waardigen dag niet vergeten, maar door menige liefdegift verkwikken en verblijden wilt. JJïwrrtmtiën. Voorspoedig bevallen van eene Dochter A. VER MAST—LOMBAARD. Scherpenisse, 18 Augustus 1870. Deze dient voor algemeeneen bijzondere kennisgeving. Heden overleed, tot diepe droefheid van mij, mijne kinderen en behuwdkinderen, mijn geliefde echtgenoot JACOBUS CORXELIS VAN DEN BROECKE, Medicinae Doctor, in den ouderdom van 71 jaren. Middelburg, C. S. BOMME, 18 Augustus 1870. Wed. J. C. van den Broecke. Heden overleed, na een langdurig en smartelijk lijden, onze geliefde vader en behuwd vader J. K. DE WITTE, in leven lid van den gemeenteraad alhier, in den ouder dom van ruim 76 jaren. Koudekerk©, P. BAKKER. den 19 Augustus 1870. M. BAKKER—de Witte

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 3