MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 197.
Zaterdag
1870.
20 Augustus.
Öuitmlanix
Middelburg 19 Augustus.
De Staatscourant van heden bevat de wet van den
20en Juli jl., houdende bekrachtiging van eenige arti
kelen den aan jonkheer mr. P. J. W. Teding van Berk
hout Yerleendé couce3sie tot landaanwinning en bedij
king van een gedeelte van het Friesche Wad, door
verbinding van het eiland Ameland met den vasten
wal; alsmede de wet van den 22®» Juli jl., tot herziening
van onderscheidene bepalingen der wet van 12 April
1856 (Staatsblad n°. 15.), gewijzigd bij die vau 5 Juli
1855 (Staatsblad n°. 61), houdende regeling van het
briefporten van de aangelegenheden der brievenposterij.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan C. W. Mie-
ling, te 's-Gravenhage, tot het aannemen en dragen der
versierselen van ridder der orde van Frans Joseph, hem
door Z. M. den keizer van Oostenrijk geschonken.
schutterijen. Benoemd tot 2C" luitenant bij het 2e
bataljon der rustende schutterij in de provincie Zeeland
jonkheer mr. J. W. D. Schtiurbeque Boeije, thans
schutter.
rechterlijke macht. Op verzoek eervol ontslag ver
leend aan mr. F. L. Rainbonnet als officier van justitie bij
de arrondissements-reohtbank to Tiel, en benoemd tot
officier van justitie te Tiel mr. J. Cohen de Markas,thans
officier van justitie bij de arrondissements-rechtbauk te
Appingadam.
leger. Benoemd bij het wapen der infanterie: bij het
regiment grenadiers en jagers, tot len luitenant (naar
ouderdom van rang), de 2® luitenant T. C. C. van Orsoy
Veeren, van het 3« regiment; bij het le regiment, tot
len luitenant (naar ouderdom van rang), de 2e luitenant,
J. P. de Veer, van het korps; bij het 5® regiment, tot
l«n luitenant (naar ouderdom van rang), de 2c luitenant
H. Koppen, van.het korps; bij het 8e regiment, tot kapi
tein 3e klasse (naar ouderdom van rang), de le luitenant
M. A. A. J. van Neck, van het regiment grenadiers en
jagers, en de 1® luitenant-adjudant J. G. Arensma, van
het lc regiment.
Op nonacliviteit gesteld, in afwachting van nadere
beschikking, de kapiten F. A. Loggere, van het 8e regi
ment infanterie.
Marine en leger.
Gisteren namiddag zou het 3® bataljon van het 6e re
giment infanterie, hetwelk sedert Zondag te Utrecht in
bet militair logement en in de succursaal ingekwartierd
is geweest, ouder bevel van den majoor Vigelius Baert
naar het kamp achter de Bildt vertrekken.
Eergisteren avond betrok het lc bataljon van dat regi
ment, onder bevel van den majoor E. M. van Hille
beoevens de staf van het regiment en de kommandant
kolonel P. J. Amiot, genoemd kamp. Dit bataljon was
sinds Zaterdag te Zeist en omstreken ingekwartierd.
Heden zullen de vier bataljons van het 6e regiment
weder vereenigd zijn, welke onder bevel van kolonel
Amiot de 2® brigade uitmaken van de in Utrecht gele
gerde 2e divisie.
Gemengde berichten.
Uit Arnhem wordt aan het Handelsblad gemeld,
dat langs den Rijnspoorweg aldaar een aantal Duitschers
zijn gepasseerd die Parijs hebben moeten verlaten en
dezen weg hebben verkozeu boven een anderen om in
hun vaderland te komen, rekenende op meer veiligheid
en minder beletselen dan door Luxemburg of België.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft, na warme
discussie over een adres strekkende om de kermis aldaar
niet te doen plaats hebben, met 21 tegen 11 stemmen
besloten die te laten doorgaan.
Naar men meldt is een conducteur op den volks-
trein van den Haag naar Arnhem, op den Rijnspoorweg
bij Voorburg, eergisteren avond van den trein gevallen
en daarbij zwaar aan de beenen verwond.
Uit Leerdam wordt gemeld dat jl. Dinsdag te
Asperen zes woonhuizen en tien hooibergen door brand
zijn vernield. Daags te voren zijn in het gehucht Leijen-
broek, ge^meeute Sittard, drie huizen in de asch gelegd.
Ook de reeds geborgen oogst verbrandde.
Uit Amerika wordt gemeld dat admiraal Farragut
den 15en dezer in den ouderdom van 70 jaren is overle
den. Gedurende den jongsten burgeroorlog voerde hij
het bevel over de vloot. In Augustus 1864 vernielde hij
vóór Mobile de vloot der geconfedereerden. Na het einde
van dep. oorlog voerde hij achtereenvolgens het bevel
over het eskader in den Atlp.atischen oceaan en over
dat in de Middellaiidscke zee.
Algemeen overzicht.
Bij het harceleeren en verontrusten van het op Cha-
lons-4£r.itgti;£k-keqd Fransch leger door de voorwaarts
rukkende Pruisische troepen, erlangen nu en dan aan
vankelijk kleine en onbeteekeneude gevechten eene
uitbreiding en ontwikkeling, welke daaraan schier het
karakter en de beteekeuis van veldslagen geven. Zoo
hebben in de laatste dagen verschillende dergelijke ge
vechtenvan meer beteekeuis plaats gehad, waarbij beide
partijen zich de overwinning hebben toegeschreven. De
Parijsche rente is echter ondanks het Fransch overwin-
ningsbcricht met vijf en dertig centimes gedaald, het
geen als blijk kan beschouwd worden van het weinige
vertrouwen in dat bericht gesteld.
Tot op zekere hoogte is overigens de strijd tusschen
de legerbulletins van beide partijen omtrent dergelijke
gevechten dikwijls verklaarbaar. Zoodra het terugtrek
kend Fransch leger den vijand belet om zijn aftocht
in eene vlucht te doeu overgaan, kan het in zijne leger
bulletins nedcrschrijven dat de vijand een échec heeft,
geleden. De Pruisische troepe» blijven na dergelijke
grootero of kleinere gevechten bijna altijd meester van
het slagveld omdat het Fransche leger steeds meer of
minder door den vijand bedreigd zijn aftocht trach t
voort te zetten.
Inmiddels zijn te Berlijn een paar koninklijke beslui
ten verschenen, welke niet onopgemerkt zullen voorbij
gaan en dan ook eenige beteekenis hebben met het oog
op eventueele vredesonderhandelingen. Deheerenran
Bismarck-Bohlen, militair kommandant te Berlijn, en de
Bonin, opperbevelhebber van bet 3® en 4e Duitse he leger
korps, zijn tot gouverneurs-generaal benoemd, de eerste
van Lotharingen en laatstgenoemde van den Elzas.
Vooral onder de Parijsche bevolking zal deze maatregel
de bestaande verbittering tegen Pruisen nog vermeer
deren en haar alles op het spel doen zetten om beide
Pruisische bestuurders van Frausche departementen zoo
spoedig mogelijk tot gouverneurs-generaal in parlibus
in/idelium te maken.
De impopulariteit van keizer Napoleon neemt overi
gens in geheel Frankrijk op schrikbarende wijze toe,
terwijl deze zelf ten prooi is aan eene soort van koorts
achtige monomanie, waarbij hij telkens spreekt van
verraad, waarvan hij het slachtoffer zou zijn geworden.
De haat tegen den keizer is echter niet geheel billijk en
rechtvaardig, daar de oorlog tegen Pruisen waarin
de oorlogskans tot dusverre voor Frankrijk ongunstig
was toch door de ovevgroote meerderheid in het wet
gevend lichaam met geestdrift werd goedgekeurd.
The Times,welk blad steeds aandringt op eene media-
tie van Engeland tot herstel des vredes, bevat een arti
kel waarin zeer terecht betoogd wordt dat de inlijving
van Lotharingen en den Elzas bij Duitschland eene voort
durende bron van oorlogsverwikkelingen in Europa
blijven zal. De Fransche natie zou niet rusten, gelooven
wij met het Londensch orgaan, alvorens zij, na elke
nederlaag, weder voldoende krachten had verzameld om
opnieuw tegen Pruisen te velde te trekken. Natuurlijk
zou dit telkens gepaard gaan met een toestand, welke
Europa groote nadeelen zou opleveren, zoodat de groote
mogendheden dan ook waarschijnlijk wel al haren invloed
in het werk zullen stellen om binnen kortere» of
langere», tijd geen vredestractaat tusschen de oorlogvoe
rende partijen te doen sluiten, waarvan voortdurend
nieuwe verwikkelingen tusschen Franschen en Duitschers
te vreezen zouden zijn.
De houding van het Russisch gouvernement ten aan
zien van den inhumanen maatregel der Fransche regee
ring om aan alle in Frankrijk gevestigde Duitschers het
langer verblijf op Fransch grondgebied te weigeren, en
de vertoogen der Russische ambassade te Parijs, om gel
den voor te schieten aan aldus verjaagde Duitschers,
schijnt het keizerlijk gouvernement tot nadenken te
hebben gebracht. Er zou althansvolgens sommige
berichten, sprake zijn van intrekking dezer bepaling
voor zooverre de Duitschers voldoende waarborgen
kunnen geven dat zij geene vijandelijke daden tegen
over het keizerrijk zullen plegen.
Oorlogsnieuws.
Een Parijsch blad meldt, dat men een Pruisisch
spion heeft gevangen genomen, die zich verried door
zijne bedekte vragen om inlichtingen betreffende den
toestand der vestingwerken. Ook heeft men twee gees
telijke zusters gearresteerd, die bleken verkleede Prui
sen te zijn en die onder hunne mantels zakboekjes
verborgen hielden, waarop zij aanteekeningen omtrent
de werken maakten.
Een Parijsch korps vrijwilligers, ten getale van
1800 man. onder bevel der heeren Mocquard en Lefout,
heeft Parijs verlaten om zicli naar het ooriogstooneel
te begeven. Deze mannen zijn allen voormalige officieren
en onderofficieren uit China en Mexico.
Mac Mahon heeft bevel gegeven om het IS® batal
jon der mobiele garde, dat zich in het kamp van Chalons
bevond, weder naar Parijs te zenden. Opweg daarheen
kreeg het bataljon evenwel bericht dat er te Parijs geen
plaats was om het te ontvangen.
Een Parijsch blad vraagt, waarom de generaal
Frossard geen officieel verslag van den slag bij Forbach
heeft openbaar gemaakt, gelijk de maarschalk Mac Mahon
heeft gedaan betreffen de die van Reichshofen
Verschillende berichten van Fransche zijde ver
melden dat de Duitsche soldaten zeer lijden aan
dissenterie en typhus. Van Duitsche zijde worden de
soldaten gewaarschuwd voor het gebruik van vruchten
en vooral van pruimen in den Elzas, alsook tegen het te
veel drinken van witten rijnwijn. „In de wijnbergen van
Lotharingen en Champagne loert een gevaarlijker vijand
dan de chassepots," zoo eindigt de waarschuwing.
Een Fransch blad zegt: de keizer is, naar men
verneemt, te Reims en niette Chalons. Hij laat weinig
van zich hooren en mompelt zonder twijfel voortdurend
met zekere koortsachtigheid: „„wat ben ik bedrogen!""
Binnen weinige dagen zal Parijs geheel en al in
staat van verdediging zijn gebracht. Ongeveer duizend
stukken geschut zullen dan op de wallen en de verschil
lende vestingwerken zijn geplant. De generaal Trochu
is tot kommandant der hoofdstad benoemd. In eene pro
clamatie doet hij een beroep op dc- ondersteuning van
alle partijen.
De Fransche dagbladen blijven verzekeren dat de
opperbevelhebber van het Pruisische leger eene wapen
schorsing had gevraagd, welke hem was to3gestaan, om
zijne dooien té begraven. Volgens de Fransche lezing
bedroeg dit getal acht duizend, terwijl het verlies der
Franschen tusschen de zestien en achttienhonderd man
beliej).
Volgens le Public lijdt de ond-minister Ollivier aan
eene hersenontsteking tengevolge der door de laatste
gebeurtenissen bij hem ontstane gemoedsstemming.
Volgens de opgave der Pruisen zelf hebben zij
in den slag tusschen Metz en Verdun vijftien duizend
man aan dooden en gekwetsten verloren. Volgens dit
Pruisisch bericht verloren de Fransche troepen ongeveer
vijf en twintig duizend man aan gesneuvelden en gewon
den, terwijl zij twee duizend man krijgsgevangenen,
waaronder twee generaals, in handen der „overwinnaars"
achterlieten.
Omtrent het zeegevecht in de Oostzee wordt nader
gemeld dat dit geleverd is tusschen vier Pruisische