MIDDEL BURGSCHE COURANT. N°' 195, Donderdag 1870. 18 Augustus. MIDDELBAAR OUDERWIJS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend, dat de Commissie van toezigt op de scholen voor middelbaar onderwijs in deze gemeente op Woensdag den 24 Augustus 1870, des middags van 12 tot 1 ure, in haar lokaal bij de school eene ZITTING zal hou den tot het inschrijven van jongelieden, die voor liet leerjaar 18JO-1871 als leerlin gen op de lloogere Burgerschool of Bur ger-avondschool wcnschen te worden toe gelaten, waarbij van de leerlingen die buiten de ge meente geboren en gevaccineerd zijn, de overlegging eener geboorte-akte en bewijs van ondergane inenting of natuurlijke kinderziekte zal worden gevorderd; dat voor al de ingeschrevenen een examen van toe lating zal worden gehouden, in plaats van op den 12 September zooals vroeger was bepaald en aangekondigd, op Maandag den 29 Augustus 1870 en dat de LESSEN op de beide inrigtingen zullen aanvangen mede op Maan dag den 29 Augustus 1870. Goes den 2 Jul ij 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. ©tmtcnUxnïr Middelburg 17 Augustus. De Staatscourant van heden bevat het volgende: „De regeering van den Noordduitschen bond heeft aan Zr. M® gezant te Berlijn de volgende mededeeling gericht aangaande de voorwaarden waarop de uitvoer van steenkolen uit Duitschland naar Nederland wederom zal worden toegestaan. „Den heere grave van Bylandt, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M. den koning der Nederlanden. „Berlijn, den lt«> Augustus 1870. „Mijnheer de graaf! „In antwoord op de nota,door u aan mij, onder da g- teekening van den 7cn dezer, gericht, heb ik de eer u te verwittigen datde directeur der in- en uitgaande rechten en belastingen te Keulen gemachtigd is geworden, om tot nader order, langs den Rijn en over land den uitvoer te veroorloven van de ladingen Pruisische steenkolen bestemd voor het gebruik der Nederlandsche spoorwegen en inrichtingen van nijverheid (etablissements indus trials). Evenwel zal die vergunning slechts onder voor waarde gegeven worden dat de vrachtbrieven bij het bureau van uitvoer weder zullen worden vertoond, voorzien van een bewijs der plaatselijke Nederlandsche autoriteiten dat die steenkolen hare aangekondigde be stemming hebben bereikt. „Onder bijvoeging, dat gelijke orders zijn verstrekt aan den directeur der in- en uitgaande rechten te Hano ver, maak ik van deze gelegenheid gebruik euz. „Voor den kanselier, „Delbrück." „Heeft goedgevonden, den minister van oorlog uit te noodigen, aan allen, van wie tot heden dusdanige dienst aanbieding werd ontvangen, deswege openlijk,'bij aan kondiging in de Staatscourant, Z<'. Ms. bijzonderen dank te betuigen. „De minister van oorlog, „J. J. van Muiken." Ook komt de volgende ministerieele bekendmaking in de Staats-courant van heden voor „Zijne majesteit, ran den minister van oorlog met welgevallen vernomen hebbende dat nog dagelijks, be halve vele voormalige officieren en mindere militairen, ook een tal van burgers, van onderscheiden rang en stand, zonder tot eenigen militairen dienst verplicht te zijn, en alleen door vurige liefde jegens den koningen het vader land gedreven, zich met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden ter beschikking stellen van de regeering; Onder het opschrift: „Het nationaal belang van het oogenblik" bevat het Vaderland van gisteren eene be schouwing, naar aanleiding van eene correspondentie in the Times uit Philadelphia van den 18"> Juli. De corres pondent van the Times v ijst op de voordeelen die men verwachtdat voor den handel van Amerika uit den thans gevoerd wordenden oorlog zullen voortvloeien en die r^eds zichtbaar zijn: „in hoogere graanprijzen, hooge gouftpr-i- meerderde vraag naar schepen tegen beteren ..^tprijs, het opleggen van granen ter ver scheping naar Europa en als uitvloeisel daarvan meer dere beweging op het gansche gebied van den handel." Het Vaderland tracht in zijn artikel aan te toonen, welke voordeelen uit dezen oorlog ook voor den handel van Nederland het gevolg kunnen zijn, en brengt die onder de aandacht van het volk en van de regeering. net blad betoogt dat de Nederlanders vroeger uit de oor logen hunner naburen voordeelen voor hunnen handel hebben weten te trekken en dat zij dit ook tbans kunnen en moeten doen, waartoe het voorbeeld door België is gegeven, waar de regeering eene oproeping heeft gedaan om een wekelijkschen stoombootdienst tusschen België en Amerika tot stand te brengen, en daarvoor de op brengst der brievenmalen, vrijdom van loods- en licht gelden en desnoods subsidi° toezegt. Duitschland moet van levensbehoeften voorzien worden, zoo zegt het Vaderland, en van de zeezijde kan dat niet recht streeks geschieden, daar de bandel over Hamburg en Bremen stilstaat; van de landzijde kan de aan voer van granen uit het Oosten plaats hebben, maar transatlantische producten kunnen alleen langs de havens van Nederlanden België naar Duitschland komen. Een rechtstreeksch verkeer tusschen Amerika en onze havens zou een belangrijk voordeel voor onzen handel zijn, daar alles wat anders over Hamburg en Bremen vervoerd wordt dan over Nederland zou gaan. En wan neer die transporthandel tijdens den oorlog tot stand kwam, zou die waarschijnlijk als de vrede gesloten was blijven voortduren, omdat onze havens voor middel- Europa voordeeliger gelegen zijn dan meer noordelijk gelegen havens, vooral nu door het totstandkomen van den spoorweg te Hedel eene rechtstreeksche verbinding van het zuidelijke deel van het land met Duitschland bestaat. Antwerpen zou voor de Nederlandsche havens de gevaarlijkste mededingster zijn indien zij geen ves ting ware, die altijd voor den handel meer bezwaren oplevert dan onze open havenplaatsen. Het blad eindigt zijne beschouwing met den wensch, dat door de regeering spoedig maatregelen in het belang van handel en scheepvaart worden genomen,door het tot- standbrengen van een maildienst en de spoedige verbin ding van onze beste haven, Vlissingen, met het Europee- sche spoorwegnet. Het eerste zou, volgens den schrijver in het Vaderland, moeten geschieden door het verleenen van eene subsidie voor een transatlantischen maildienst. Benoemingen en besluiten. pensioenen. Pensioen verleend ten laste van den staat, aan R. Scherer, gewezen hoofdonderwijzer te Vlissingen. eereteekenen. Vergunning verleend aan J. Krijnen, zeeloods ter standplaats Willemsoord, tot het aannemen en dragen der gouden medaille voor roemwaardige daden, hem door Z. M. den koning van Zweden en Noor wegen geschonken. leger. Benoemd tot luitenant bij het 4e regiment huzaren de wachtmeester-tirulair J. C. R. Wilbrenninck van het 1* regiment huzaren. Gemengde berichten. Wij vernemen dat de justitie onderzoek doet naar den dader van een vrij belangrijken diefstal van geld, welke dezer dagen in het badhotel te Domburg ten nadeelo van den chef-restaurateur zou zijn gepleegd. De vergadering van de broederschap der notarissen in Nederland is ook, uithoofde van de tegenwoordige tijdsom standigheden, tot een nader te bepalen tijd verdaagd. Twee kinderen, 5 tot 7 jaar oud, vielen eergisteren op den Coolsingel te Rotterdam, bij het opjagen van jonge ganzen, in het water en verdronken. H.M. de koningin heeft gister voormiddageen bezoek gebracht aan Utrecht, waar zij door de prinsen vanOranje en Alexander van het spoorwegstation werd afgehaald. Naar Het Vaderland meldt zal, uit daartoe ver strekte vrijwillige bijdragen der bemanning van het Amerikaansche oorlogschip Guinietta, op het graf van de vijf te Vlissingen aan de pokken overledenen van dat vaartuig een zeshoekige gedenknaald worden opgericht, omgeven door een ijzeren hekwerk, een ruimte van zes meter beslaande; op de zijden zullen de namen der over ledenen en andere inscription worden aangebracht. De persoon, die onlangs een der geëraploieerden bij het burgerlijk armbestuur te 's-Gravenhage met steenen wierp omdat hij geene bedeeling ontving, is gis teren door de rechtbank aldaar veroordeeld tot eene gevangenisstraf van tweejaren en eene geldboete van 25. Vooral in deze dagen zijn klachten over te late ontvangst van couranten of bulletins niet vreemd. Veler lei omstandigheden kunnen daarvan de oorzaak zijn. Curieus is echter de reden waarom het bulletin der Zut- fensche courant van jl. Vrijdag door veleu te laat is ont vangen. Er waren zooals de uitgevers dier courant in hun nommer van gisteren mededeelen ten post kan tore te Zutfen geen postzegels genoeg voorbanden Het Utrechtsch dagblad verneemt dat binnen weinige dagen weder eenige heeren en dames uit Am sterdam en Utrecht, leden van Het roode kruis, naar Luxemburg zullen vertrekken om daar hulp aan gewonde krijgslieden te verleenen. Zondag namiddag is twist ontstaan tusschen te Zutfen in garnizoen liggende militairen en die uit Drum men, welke laatsten zich zonder verlof herwaarts had den begeven, en in beschonken toestand waren. Door de militaire patrouille zijn zij in arrest genomen en naar Brummen overgebracht. Zut/ensche cour.) Volgens het Dagblad van Nederland waait bij de boekhandelaars van den Heuvell van Santen te Leiden eene vlag (rood kruis met witte grond), met het doel om sympatie op te wekken voor Het roode kruis. Het min der ontwikkeld deel des volks schijnt echter de strekking dier vlag niet begrijpen. Er zijn er althans die in den waan schijnen te verkeeren dat diezelfde onschuldige vlag de vlag van Pruisen is. Bleef het hier nu nog maar bij ofschoon zulk eene openbare sympathie in deze dagen af te keuren ware maar neen. In die Roode- kruis-vlag ziet zeker deel des volks de uitdrukking van het protestantsch element, dus een soort van geuzenvlag, hetgeen, naar men zegt, in de oogen van een snuggeren Leidschen melkboer zulk een ondragelijk denkbeeld moet zijn, dat hij zich heeft laten ontvallen: „zoodra F r a n k r ij k de overwinning mocht behalen, hij van zijne zijde eene enorm groote vlag zou uitsteken met een groot gou den kruis, tot ergernis van de geuzen, die zich nu over de victorie van het protestantsch Pruisen verheu gen." Deze onvoorzichtig gesproken woorden hebben meer beteekenis gehad, dan men oppervlakkig zou gezegd hebben. Naar aanleiding daarvan posteert zich vooral 's avonds een andersdenkend deel des volks vóór 'smans woning, hetgeen van dat gevolg is geweest, dat de man de deur niet durft uitkomen,en hetzelfs onraadzaam acht, zijne straatnering, die door dit „standje" natuurlijk veel geleden heeft, voort te zetten, tenzij beschermd door een paar politie-agenten. Nu verklaart hij 't wel open lijk voor laster, dat hij de „geuzen-tergende" woorden zou hebben gebezigd; ja, moet bij den commissaris van politie hebben verklaard, dat hij f100 uitloofdeaan hem

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1