wagens, karren en alle andere soorten van voertuigen,
welke farailiën uit hare woonsteden naar veiliger
wijkplaatsen overbrengen. De arme lieden die geen
middelen hebben om te voldoen aan de afpersingen der
voerlui, gaan te voet met hunne weinige te gelde
gemaakte bezittingen naar elders.
Aan de eigenaars van gebouwen binnen de rayons
der vesting Metz is op 8 Augustus bevel gegeven om
onmiddellijk alles at te breken binnen drie dagen, na
bet verstrijken van welken termijn het militair gezag
alles ten hunnen koste zal slechten.
Het te Saarbrückuitkomend Duitsch orgaan verhaalt
de volgende episode uit de ontruiming dier plaats door
de Fransche troepes:
„t)e nacht was volkomen rustig voorbijgegaan. Terwijl
onze bevolking bij de morgenschemering het oog richtte
naar de punten, welke nog weinige nren geleden door
den vijand waren bezet, was er niemand meer te zien.
Daarentegen was de grond bedekt met allerlei voorwerpen,
welke men in de overhaaste vlucht had weggeworpen.
Kwartiermutsen, patroontassen, epauletten, kleeding-
stukken van allerlei aard- waren in zeer grooten getale
overal verspreid. Men vond ook een soldaat in de
nabijheid, die scheen te hebben doorgeslapen. Toen onze
straatjongens begonnen te roepen daar is er nog een!
zette hij het opeen loopen en verdween. In verschillende
kwartier mutsen vond men stukjes papier bevestigd
waarop gebeden waren geschreven tegen het gewond
worden. Zij droegen tot opschrift Deo graliaa en
waarborgden de overwinning tegenover de Pruisische
ketters. Dit vormt trouwens een merkwaaardig geheel
met een ander voorval in een der woningen onzer stad.
Een Fransch soldaat vroeg wat eten, hetgeen men hem
gaf. Toen hij bemerkte dat men hem, daar hij er aller
treurigst uitzag, met medelijden aanschouwde, zeide hij
de goede God zal ons helpen Men deed hem opmerken
dat de Pruisen dezelfde hoop koesterden waarop de
Fransche soldaat vroeg of de Pruisen dan ook aan het
bestaan van een God geloofden. Zoo geraakte men in
gesprek, waarbij men van den Franschen soldaat vernam
dat hij, afkomstig uit een dorp in de Pyraneën, bij zijn
vertrek naar het leger van zijn pastoor de verzekering
had ontvangen dat alle Pruisen horens op 't voorhoofd
hadden."
Koning Wilhelm van Pruisen heeft te Saarbrück de
volgende proclamatie gericht tot de bewoners van het
door Pruisische troepen bezettrrondgebied -.„Keizer Napo
leon heeft aan de Duitsche natie den oorlog verklaard en
ik voer oorlog fegen de Fraosche soldaten en niet tegen de
Fransche burgers. De laatsten zullen alzoo bij voortdu
ring alle veiligheid genieten voor hunne personen en
goederen, zoolang zij zelve, door vijandige daden tegen
het Duitsche leger, mij niet het recht zullen ontnemen
om hen te beschermen. De generaals opperbevelhebbers
der verschillende korpsen zullen alles regelen wat be
trekking heeft op hetgeen gerequireerd zal worden voor
de troepen, terwijl zij den verschillenden koers van het
Fransche en Duitsche geld zullen bepalen om de indivi-
dneele contracten tnsschen de troepen en de inwoners
te vergemakkelijken."
Volgens een Fransche voorstelling van den slag
bij Reichcnhofen heeft een gebrekkige telegrafische
overbrenging de nederlaag der Fransche troepen ver
oorzaakt. Op een gegeven oogenblik telegrafeerde de
maarschalk Mac Mahon aan den generaal de Failly om
twee divisiën naar Larabach te zenden en alzoo het
Pruisische leger in den rug te vallen. De telegraaf schreef
echter Hansbach, hetwelk in een tegenovergestelde rich
ting ligt. De divisiën van den generaal de Failly rukten
naar dit dorp, doch vonden natuurlijk den vijand niet.
Laatste berichten.
Parijs. Het departement der Haute Garonne is in staat
van beleg verklaard. Bij het gouvernement bestaat het
voornemen om geheel het bosch van Boulogne ter ver
dediging der hoofdstad om te laten hakken. Een Prui
sisch leger concentreert zich tusschen Nancy en Parijs.
Parijs. De generaal Trochu zal het bevel over het leger
alhier op zich nemen.
Londen. De Oostenrijksche en Italiaansche regeerin
gen hebben oene overeenkomst gesloten, strekkende tot
het waarborgen van Frankrijk's tegenwoordig grondge
bied in geval eener nederlaag, zonder daarbij echter
tevens in hetzelfde geval aan Pruisen de handhaving
van den Noordduitschen bond te waarborgen. De Engei-
sche regeering heeft, op een haar daartoe gedaan ver
zoek, geweigerd om tot. deze overeenkomst toe te treden.
Londen. The Pall Mall Gazette meldt dat de keizer
lijke prins van Frankrijk bij de Fransche ambassade
te Londen is aangekomen.
Brussel. Volgens hier ontvangen bericht heeft de heer
de Lavalette het ontwerp-tractaat met Engeland tot
handhaving van België's neutraliteit geteekend.
Brussel. Het gouvernement heeft bij de kamer een
krediet van vijftien millioen franken aangevraagd, om
in het onderhoud van het leger te voorzien.
Brussel. De burgemeester dringt in eene proclamatie
bij de bevolking aan, om zich na de agitatie, welke
reeds gedurende twee avonden de hoofdstad in onrust
heeft gebracht van alle manifestatiën te onthouden,
welke plaats hebben onder voorwendsel van hulde te
brengen aan Engeland.
Luxemburg. Het groothei togelijk gouvernement heeft
aan de mogendheden een nieuwe ratificatie verzocht
van het uentraliteitstractaat De regeeringen te Londen,
Berlijn en St. Petersburg hebben echter geantwoord dat
de neutraliteit van het groothertogdom op voldoende
wijze gewaarborgd was.
Florence. De regeering heeft twee nieuwe lichtingen
onder de wapenen geroepen.
Parijs.
Uit Parijs wordt aan l'Etoile Beige onder dagteeke-
ning van den dezer het volgende geschreven:
„Op de boulevards heerscht van avond groote drukte,
maar men vormt geen demonstraties of samenscholingen.
„Men weet dat er in den loop van den dag niets nieuws
is voorgevallen. De maarschalk Mac Mahon heeft zijn
hoofdkwartier te Saverne, en te Bit.che een legerkorps op
zijn linkervleugel. Deze twee punten beheerschen de
westelijke bergpassen der Vogeezen. DePruisen zijn den
Rijn nog niet overgetrokken, maar zij kunnen het ieder
oogenblik doen. Thans zullen onze legerkorpsen die nog
ongedeerd zijn waarschijnlijk samengetrokken wordeD,
om den aanval te kunnen doorstaan. Men verwacht een
grooten slag in Lotharingen.
„De wapening van Parijs en de oproeping der natio
nale garde veroorzaken een groote beweging, die zich
op dit oogenblik in geheel Frankrijk doet gevoelen. In
de departementen zijn alle burgers opgeroepen om het
land te verdedigen.
„De algemeene kreet is tegenwoordig„„een aanvoer
der! een aanvoerder!"" Het beroep op het leger door
Palilcao en den generaal Trochu heett een goeden in
druk gemaakt. Er heeft een gerucht ge'oopen, dat de
keizer te Parijs was teruggekomen; de onwaaarheid
hiervhn blijkt voldoende uit de depêches door Napoleon
onderteekend en gedagteekend uit Metz.
„Talrijke troepen van verschillende wapenen zijn te
Parijs aangekomen. Sommige dagbladen doen dezen maat
regel voorkomen als een bewijs van wantrouwen in de
bevolking.
„Het is mogelijk dat de maarschalk Baraguay-d'Hil-
liers eenige regimenten bij de hand heeft willen hebben,
doch van een andere zijde wordt beweerd, dat de troepen
zullen doortrekken en bestemd zijn voor het kamp van
Chalons.
„Een groot aantal correspondenten van dagbladen is
gevangen genomen en daaronder ook de heeren About
en Claretie."
GreveoM bij Poibacli,
De volgende bijzonderheden worden van Fransche
zijde medegedeeld
„Onze soldaten zijn als helden bezweken, maar men
moet erkennen dat zij bezweken zijn. Men verwachtte
ten belangrijke operatie der Pruisen tegen Saarguemi-
nes, en men bereidde zich voor op een dapperen aanval
op Saarlouis. Beide plannen dienden om verrassingen
verborgen te honden. De eene is gelukt: die van de
Pruisen.
„Toen de generaal Frossard een groot gedeelte der
Pruisische troepen in de richting van Saarguemines zag,
bleef hij met zijn onvoldoend aantal troepen voor Saar
brück. Zijn hoofdkwartier bracht hij over van Brême-
d'Or, een voorpost op de grens, naar Forbach. Ongeluk
kigerwijs zijn de Pruisen van onze bewegingen en de
sterkte onzer troepen beter ingelicht dan wij zijn omtrent
den staat van hun leger. Wij weten weinig van hunne
handelingen en zij kennen de onze. Wij zongen te Saar
brück victorie, en vielen in een van hunne strikken
Ziedaar de waarheid.
„ODgeveer te negen uren in den morgen van den 6fn
dezer, trokken eenige compagniën van de 76« en 77c regi
menten van linie en het 3« bataljon jagers uit, om het
terrein te verkenneD in de bosschen die op de linkerzijde
de vlakte tusschen Brcme-d'Or en Saarbrück omringen.
Zij ontdekten een verdachte beweging onder de boomen
en naderden en tirailleur. Hun verspreid vuur werd
door de Pruisen met pelotonvuur beantwoord. Een
pelotonvuur onder de boomen,dat was nog nooit ver
toond!
„De regimenten en het bataljon naderden toen met
de noodige voorzorgsmaatregelen, om het vuren op de
tirailleurs te vermijden, maar de Pruisische salvo's gin
gen voort. „„De dwazen, zeiden onze soldaten. Zij schie
ten in den blinde." En onze arme helden sloten de
gelederen, en gingen niet tenfg. De gewonden kregen
een hagel van kogels. Zij stierven allen. Twee en een
half uur duurde deze dwaze strijd. Er was tegen den
middag van deze vier duizend man bijna geen spoor
overgebleven. Vijf of zeshonderd ten hoogste zijü terug
getrokken toen de list van den vijand ten duidelijkste
gebleken was.
„Door onze onachtzaamheid in de laatste dagen hadden
de Pruisen in het bosch van boom tot boom een linie
gevormd, die zij niet verlieten, en waaruit zij met weinig
gevaar schoten, zoodat negen tienden onzer soldaten
sneuvelden. Te Sptekecens wascle divisie Laveaucoupet,
waarvan ik geen andere berichten heb kunnen inwinnen
eveneens vreeselijk geteisterd. Tevergeefs stelden wij
onze stukken in batterij, de vijand veroverde het terrein
mitrailleerde Stiring, plunderde de huizen, en misschien
tienmaal sterker dan wij, dreef hij ons tot aan de poorten
van Forbach terug. De veldslag was verloren.
„Maar tegen vier uren schepten onze soldaten moed.
Zij vielen op hunne beurt aan en veroverden voet voor
voet het terrein. Men'hernam Stiring; men naderde
Brême-d'Or. Het voordeel was duur gekocht, maar de
overwinning was ons. Het was toen vijf uur. Ik kwam
in het station van den spoorweg om eenige regels
te schrijven en zag er niets als droevige gezichten. De
inwoners van Forbach pakten hunre kostbaarste zaken
bij elkander en vluchtten naar de Fransche bergen, die
zich tot Saargnemines uitstrekken.
„Wat was er dan toch gebeurd'? De een zeide, er was
gebrek aan munitie, een ander meende, men had een
nieuwe ontmoeting te vreezen. Dit is zeker: men vluchtte
en vluchtte overhaast, in groote wanorde.
„De officieren onderzochten met den verrekijker de
Pruisische hoogten, die kort bij Frankrijk liggen, in het
gezicht van Forbach en die over eene lengte van drie
mijlen, op tweehonderd el van hunne hoogte, met hout
begroeid zijn. Tusschen het geboomte outdekte men be
weging. „Het zijn de Pruisische jagers die het terrein
verkennen!" riep men. Een hevige schrik overviel ieder,
en allen, gewonden en zieken, officieren en gendarmen
grepen naar de wapenen.
Wij zagen de zwarte lijn der Duitsche troepen en als
toeschouwers achtten wij het beter ons te verwijderen,
sprongen in ons rijtuig en reden zoo snel mogelijk weg
om naar Morsbach te gaan, een klein dorp op de bergen,
tusschen de bosschen, en daar de gebeurtenissen af te
wachten. Wij ontmoetten een konvooi genie dat naar
Forbach ging. Wij kwamen in het bereik van het vijan
delijk vuur, de vijand schoot werkelijk op ons en op het
konvooi, maar wij gingen op den bodem van het rijtuig
liggen. Men meende dat het konvooi munitie naar For
bach bracht en wilde het vermeesteren.Eindelijk konden
wij in een boschrijk oord wat rusten, doch het schroot
vervolgde ons nog. De vijand dacht zeker, dat het bosch
door onze troepen bezet was, en zond zijn kogels op
verkenning. In het bosch hoorden wij angstkreten. Het
waren de inwoners van Forbach die gevlucht waren en
mischien wel gewond zijn. Wij bereikten een punt waar
wij Forbach in het dal konden zien liggen. De geheele
linie der Pruisen vuurde. Het kanon en het geweer
rustten geen oogenblik. Onze soldaten schoten ook,
maar wat raadselachtig blijft, met groote tusschenruimte.
Plotseling hoorden wij een kreet, hetzij een bevel of
een bede, die de echo's herhaalden: „„schiet niet meer!"
Weldra eindigde dan ook het vuur van beide zijdeD. Het
was kwartier voor achten. De stad is zeker bijna geheel
verwoest. Wij hoorden het gejuich van den vijand. Het
was verschiikkelijk! Wij keeren naar den weg terug eu
weldra vernemen wij een welbekend geluid. Het is het
mareheeren van soldaten, misschien Pruisen. Maar neen,
het is de afdeeling de Castagny, die aankomt. Yan
waar?... Zij heeft marschen en contramarschen ge
maakt en zich begeven iu de richtiDg waar zij het ge
schut hoorde. „„Waar heeft men gevochten?"" vroeg
ons de generaal. „Te Forbach" „„Eu wij zijn gesla
gen Wij vertelden de waarheid. De brave generaal
was woedend. Het was tien uur, maar hij beloofde morgen
bij de groote partij te willen zijn, die gespeeld woest
worden. Toen wij te Metz aankwamen gingen we naar
het hoofdkwartier, waar men nog niets van het gevecht
wist en waar de woede der officieren groot was, omdat
zij werkeloos hadden moeten blijven."