öuitmlfUTÏr. Het eerste kanon is op de bastions van Parijs ge steld. net is geplaatst bij de porte Maillot tegenover de voorste lanenjvan het Bois de Boulogne. Het reusachtige kanon heet le Raffiné. Het werd in 1830 te Douai gegoten en later tot getrokken geschut ingericht. Een particulier telegram uit Mainz aan Het vader land gezonden, behelst het volgende: „Door het gevan gennemen van verschillende spionnen zijn de bewijzen in handen van de Pruisische regeering gevallen, dat de Fransche regeering reeds sinds geruimen tijd een zeer listig gesponnen politietoezicht over Duitschland er op na hield. Duitschland was verdeeld in verschillende politie-afdeelingenaan het hoofd van elk dezer afdee- lingen stond een chef, die een aantal ambtenaren en agenten ter zijner beschikking had. De berichten, die deze opzonden, kwamen eerst aan den chef en werden vandaar gezonden aan den directeur van politie te Parijs. Deze zond zijne berichten weder aan het ministerie, vanwaar zij in handen kwamen van den keizer. Buiten dien werd den keizer nog een jaarlijksch overzicht gezon den, dat zorgvuldig uit deze bronnen bewerkt werd. De spionnen stonden in betrekking met de ontevredenen onder alle partijen, voornamelijk in de geannexeerde provinciën. Men weet o. a. dat Hanover, Wiesbaden, Hamburg en Coblenz hoofdplaatsen waren van het spion stelsel. Zoo werd de strijd tegen Duitschland voorbe reid." Dat de Fransche natie zich al zeer spoedig laat ontmoedigen door eene nederlaag blijkt uit de houding van sommige Fransche dagbladen, welke met den mees ten ernst en uitvoerigheid beschouwingen leveren over de mogelijkheid om Parijs op voldoende wijze tegen den vijand te verdedigen. Indien men al de hinderpalen nagaat, welke de Pruisen zullen hebben te overwinnen alvorens de hoofdstad te bereiken, is de vrees wel wat overdreven. Buitendien zou het verschil niet groot zijn of de Pruisen aan Frankrijk zijne vredesvoorwaarden oplegde vóór Parijs of daarbinnen. De kapelaan Yogt, te Bischweiler by Straatsburg, heeft aan zijn gemeente verklaard, dat hij een Duitsch hart bezat en voor de zege van de Fransche wapenen niet kon bidden. Hij gaf den sleutel van kerk en pastorie over, en vertrok nog intijds naar Duitschland, hij wil nu veldprediker worden in het Duitsche leger. Een van de merkwaardigste petroleum-verzamo- lingen is die nabij den Caucasus. Op de Oostkust van de Caspische zee zijn 20,000 van deze bronnen. Sedert eeuwen bekend, bewerkt men ze thans op groote schaal. Een van die bronnen is gemaakt naast een andere, die sedert eeuwen 3,400 pond petroleum per dag geeft; die nieuwe bron verschaft 40,000 pond dagelijks, en doet de oude niet verminderen. De Amerikaansche me thode is op de ontginning toegepast en bronnen die boordevol liepen, en nu tol op een diepte van 250 voet zijn gebracht, springen thans 50 tot 65 voet hoog. Men heeft berekend dat men jaarlijks uit den Caucasus 19 millioen pond trekt, en dat men tegenwoordig 200,000 pond paraffine uit de asphalt bereidt. Therm ome terstand. 9 Aug. 'sav. 11 u. 64 gr. 10 'smorg.7u.68gr.'smidd.lu.72gr.'sav.6u.69gr. Algemeen overzicht. De telegraaf zegt een Belgisch dagblad is op dit oogenblik de journalist bij uitnemendheid. Alle beschouwingen worden op den achtergrond gesteld door de korte, maar dikwijls kernachtige taal van de tele graaf, welke de snel op elkander volgende gebeurtenis sen vermeldt. In weinige dagen is de oorlog geheel van aard veranderd. Was hij aanvankelijk, als gevolg van Frankrijk's oorlogsverklaring, agressief tegen Pruisen, thans moet de Fransche natie haar grondgebied verde digen tegen den inval van een vijandelijk leger, hetwelk steeds voorwaartsche bewegingen maakt, en waarvoor de krijgskans buitengewoon gunstig schijnt te blijven. Gisteren avond sprak men zelfs te Brussel van eene nieuwe nederlaag der Fransche troepen bij Nancy, welk gerucht echter tot dusverre niet werd bevestigd. De stemming der bevolking te Parijs schijnt betrekke lijk nog vrij gunstig te wezen. In door ons ontvangen particuliere mededeelingen wordt echter gezegd dat de tijding eener nieuwe ernstige nederlaag der Fransche troepen waarschijnlijk spoedig zou worden gevolgd door het bericht eener uitgebroken revolutie te Parijs. Enkele oogenschijnlijk onbeteekenende feiten beves tigen dit. Zoo zal het onzen lezers niet ontgaan zijn dat de minister Ollivier zijne dezer dagen te midden der beursconsternatie tot de menigte gehouden toespraak besloot met een: leve het vaderland, leve Frankrijk! De heer Ollivier, die het keizerrijk met de vrijheid wilde verzoenen, wil ook wel minister blijven al mochten ook de gebeurtenissen keizer Napoleon III doen vallen. Zou ook de keizer zoo spoedig de waarheid moeten leeren der bekende uitspraak van den Romeinschen dichter zoolang gij gelukkig "zijt zal het u aan vrienden niet ontbreken, maar als de lucht met onheilspellende wol ken zich voor u dekt, zult gij alleen blijven! Een uit dergelijke den keizer toegeschreven gemoed stemming verklaarbaar gerucht is dan ook reeds hier en daar in omloop geweest. De Engelsche minister heeft in het lagerhuis een be langrijke mededeeling gedaan omtrent de Belgische neu- traliteitsquaestie. Volgens zijne officieele mededeeling is door Engeland eene overeenkomst voorgesteld aan Pruisen en Frankrijk, elk afzonderlijk, krachtens welke Engeland zich onmiddellijk zou vereenigen met diegene der oorlogvoerende partijen, welke zich over eene schen ding der onzijdigheid van België door hare tegenpartij te beklagen mocht hebben, zonder dat Engeland echter bij die vereeniging aan andere krijgsverrichtingen zou deelnemen dan die onmiddellijk met België's verdediging in verband zouden staan. Aan deze concept-overeen komst hebben bovendien de gouvernementen te St Petersburg en te Weenen hunne goedkeuring geschon ken. Dit voorstel is, volgens den minister Gladstone, door Pruisen onmiddellijk goedgekeurd, terwijl de Fransche regeering slechts eenige kleine bezwaren heeft doen gelden. De overeenkomst is echter nog niet ge- teekend. Het hooggerechtshof te Blois heeft als gevolg van de uitspraak der jury Megy tot twintigjarigen dwangar beid veroordeeld, Beaury tot eene tuchthuisstraf van twintig jaren, vier beschuldigden tot eene tuchthuisstraf van vijftien jaren en vier andere tot dergelijke straf voor den tijd van vijf jaren, terwijl zeven beschuldigden tot gevangenisstraf zijn veroordeeld. De overige beschul digden zijn vrijgesproken, nadat de jury hen niet- schuldig had verklaard. ïïit Parijs. In de gisteren gehouden zitting van het wetgevend lichaam heeft de minister Ollivier te kennen gegeven dat volgens belofte des keizers, de vergadering zou wor den bijeengeroepen zoodra de omstandigheden zulks vereischten. De keizerin heeft echter zoolang niet ge wacht. „Wij hebben zeide de minister Ollivier een échec geleden, maar zijn niet overwonnen. Het grootsto deel des legers is nog niet in het vuur geweest. Het is nog daar om ons te doen zegepralen." De minister vraagt alzoo machtiging voor de leoée en masseterwijl Parijs in staat van verdediging wordt gebracht om een langdurig beleg te kunnen doorstaan. Voorts verlaugt het minis terie de algemeene organisatie der nationale garde, de iniy ving van een deel der mobiele garde bij het leger en het vervroegen der loting van 1871. De minister Ollivier voegde er' bij in antwoord op de interruptiën der linkerzijde dat het verraad zou wezen tegenover het vaderland om eene enkele minuut te besteden aan redetwisten over personen. Wij zullen zoo ging hij voort het stilzwijgen bewaren tegenover de tot ons gerichte verwijten en wij vragen dat de meer derheid ons een votum van vertrouwen schenke. De heer Jules Favre dient voorts namens de linker zijde het volgende voorstel in: Overwegende dat de ongeschiktheid vau het hoofd van den staat Frankrijk in gevaar heeft bebracht en aan ons leger, ondanks hun heldenmoed, twee groote veld- ■lagen heeft doen verliezen: Art. 1. Er wordt uit den boezem der vergadering een comité van nationale verdediging gevormd van vijftien leden. Art. 2. Dit comité zal voorloopig alle bestaand gezag in den staat vervangen. Art. 3. Het zal onmiddeliijk alle burgers onder de wa penen roepen. Art. 4. Elke daad, welke ten doel mocht hebben om de werkzaamheden van dit comité te belemmeren, zal beschouwd worden als een misdaad van lése-nation. Na voorlezing en toelichting van dit voorstel ontstaat er eene onbeschrijfelijke verwarring. Terwijl de linker zijde hare toejuichingen doet hooren, protesteert de meerderheid. De heer Cassagnac zegt: eene dergelijke motie is het begin eener revolutie! Daarop ontstaat een tumult, terwijl te midden hiervan de heer Picard de wenschelijkheid betoogt dat alle nog te Parijs aanwezige troepen naar de grenzen worden ge zonden. Indien men aan de Parijsche bevolking wapenen weigert, dan moet zij zich die op allerlei wijze verschaf fen. Overigens drong de spreker aan op eene verande ring van ministerie. De heer de Keratry verlangt de abdicatie van keizer Napoleon en wordt door den president tot de [orde geroepen. Langzamerhand wordt alle discussie voorts onmogelijk en wordt de zitting geschorst, zonder dat men eenig besluit heeft kunnen nemen. Een dichte volksmenigte had zich voor het gebouw verzameld, welke door het militair gezag werd uiteenge dreven. Eene proclamatie van den prefect der Seine roept alle burgers op om te werken aan de fortificatiën. Het te Parijs verspreid bericht dat een Pruisisch leger bij Colmar den Rijn zou zijn overgetrokken wordt door den prefeet van Colmar tegengesproken. Uit een te Parijs ontvangen brief aan een officier der kurassiers van het achtste regiment aan zijne ouders blijkt dat dit regiment en het zesde bijna geheel vernie tigd zijn. De weinige officieren en manschappen, die aan de slachting ontkwamen, zijn te Straatsburg nog ge heel en al onder den indruk hunner vréeselijke positie, toen zij, terugtrekkende, zich over bergen van lijken een weg moesten banen. Oorlogsnieuws. De Franschen hebben, volgens een telegram uit Berlijn van gisteren, in den slag van Reichshofen 10,000 man aan dooden en gekwetsten verloren. Hugo Ewald von Hirchbach, die bij Wissembourg het 5e legerkorps heeft aangevoerd, de overwinning be haalde en aldaar door een geweerkogel licht gewond werd, behoort tot een bekend Saksisch geslacht. Hij is in 1809 geboren, ontving zijne opleiding in de cadetten school te Berlijn en werd in 1827 luitenant bij het 26e regiment infanterie. Van 18551858 was hij leeraaraan de algemeene krijgsschool en vervolgens chef van den generalen staf van het derde legerkorps. In 1863 werd hij benoemd tot generaal-majoor. Nadat hij in 1865 het bevel had gekregen over de tiende afdeeling in Posen, streed hij roemrijk bij Nachod, Skalitz, Schweinschiidel en Königgriitz, waarvoor hij de orde van verdienste ont ving. Na afloop van den oorlog kreeg hij weder het bevel over de tiende afdeeling en werd bij het uitbreken van den tegenwoordigen krijg, in plaats van generaal Stein- metz, benoemd tot bevelhebber over het vijfde leger korps. Men schrijft in le Paris-Journal. „Naar verzekerd wordt zijn de hoeren About en Claretie door de Pruisen te Sarreguemines gevangen genomen. „De kolonel markies d' Espueilles, aide de camp van den keizerlijken prins, behoort tot de gesneuvelden te Reichs hofen. „Deheer Espueilles behoorde tot de reserve, maar had als eene gunstgevraagd den generaal Mac Mahon naar het slagveld te mogen vergezellen. Ook de kapitein Robert de Vogué is gesneuveld. De maarschalk Mac Mahon heeft de kr'ijgskas, bagage, papieren en teekenin- gen betrekkelijk den veldtocht verloren. De kas bevatte niet veel, daar drie millioen, die er den volgenden dag zouden worden ingestort, nog niet waren aangekomen. Daarenboven zijn twee betaalmeesters gewond te Parijs aangekomen, die ieder nog 10,000 franken medebrachten die ze hadden kunnen redden." La Patrie deelt de volgende bijzonderheden mede omtrent den slag bij Reichshoven„De maarschalk Mac- Mahon is met zijn drie afdeelingen infanterie en zijne afdeeling cavalerie door een leger van 150000 man Pruisen onder bevel van den kroonprins van Pruisen verpletterd. De maarschalk ging om de overblijfsels van de divisie Douai, die te Wissembourg zoo verschrikkelijk overval len was, weder te verzamelen, van Hagenau naar het Noordoosten, toen hij zich tusschen Niederbronn en Gun - dershaven in de nabijheid van den vijand bevond, die het Rijndal door zijn troepen overstroomd had, aan het leger van prins Friedrich Carl overlatende om het korps van generaal Frossard uit Saarbruck te verdrijven, en Frankrijk meer in Oostelijke richting aan te tasten. Het terrijn bij Reichshofen is ongelijk en zeer bosch rijk. De strijd duurde verscheidene uren, maar de Prui sen hadden een zoo groote overmacht, dat niettegen staande de pogingen der infanterie om de bosschen te ontruimen, niettegenstaande de herhaalde charges der cavalerie van generaal Duhesme, die slechts twee briga des had, de 20 a 25000 man van den maarschalk, die afgesneden waren van de andere korpsen en geen hulp konden verkrijgen, het veld moesten ruimen, nadat van beide zijden belangrijke verliezen waren geleden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 2