een pistool en stelde het wapen den gezant ter hand.
Het eerste wat ik heden vernam was, dat hij zichzelven
den dood had gegeven. De bediende bracht mij ook een
enveloppe waarop de gezant eigenhandig had geschre
ven: „Ik heb mij zeiven gedood. Prevost-Paradol."
De markies de Chambrun constateert dat de brieven,
welke door den heer Jardin waren overgelegd, door den
heer Prevost Paradol waren geschreven. Voorts ver
klaarde hij, dat het gedrag van den gezant in de laatste
dagen voor zijn dood zeer zonderling was. Ziju hersen
gestel scheen zeer te lijden door tropische hitte. Ook
scheen hij gebukt te gaan onder de zware taak, hem als
gezant opgeiegd._
Thermometersfancl.
5 Aug. 'sav. 11 u. 156 gr.
6 'smorg. 7 u. 65 gr. 'smidd. lu. 72gr. 'sav. 6 u. 70gr.
13uitrnlani>.
Algemeeu overzicht.
Dat keizer Napoleon overal in Europa bondgenoot
schap of welwillende neutraliteit zoekt, is niet twijfel
achtig. Geheime, officieuse en offieieele Fransche gemach
tigden doorkruisen thans Europa en, te raidden van het
wapengedruis, wordt nu en dan bij geruchte van een
eventueele alliantie hier, van een reeds gesloten geheim
bondgenootschap daar, ot van een aanstaand partij kie
zen elders gehoord. Reeds in zijne eerste proclamatie aan
het leger zeide keizer Napoleon dat de strijd „langdurig en
moeilijk' zou wezen. Sommige dagbladen zien reeds
het oogenblik aanbreken dat ook de kleinere neutrale
staten tot optreding in den strijd genoodzaakt zullen
worden. „Elke bondgenoot dien Frankrijk wint zegt
de Arnhemsche courant wordt eene reden tot bond
genootschap met Duitschland voor de nu nog neutrale
staten, die tegenstrijdige be.angeu met Frankrijk heb
ben." Bijzonder duidelijk drukt het blad ditmaal
misschien opzettelijk zijne opinie niet uit. Daargela
ten „de bondgenoot, die een reden wordt", blij ve de
opmerking der Arnhemsche courant daarom vooral niet
onopgemerkt omdat sommigen verkeerdelijk zouden
kunnen meenen dat hierbij aan de wenschelijkheid
eventueel, in eene verwijderde toekomst enz.van eene
alliantie van Nederland met Pruisen wordt gedacht, ter
wijl waarschijnlijk België wordt bedoeld. Wellicht zal ge
noemd blad zijne meening dezer dagen wel wat nader wil
len preciseeren, ofschoon anders misschien in zooverre de
waarschuwing van den hoogleeraar Fruin ter harte moet
worden genomen en de Nederlandse he dagbladen zich
van beschouwingen over zulke eventueel op te komen
delicate quaestiën op internationaal gebied moeten ont
houden.
In Engeland blijft voortdurend ongerustheid hccrschen
omtrent de houding der oorlogvoerende mogendheden
ten aanzien van het neutraal verklaard België. Noch in
de dagbladpers, noch in de regeeringskringen, noch
onder de leden van het parlement gaat men daaromtrent
zonder vrees de toekomst tegemoet. Na het berucht
ontwerp tractaat is deze vrees trouwens niet overdreven.
Hoewel in Engeland reeds zooveel over België's neutra
liteit gesproken en geschreven'is, heeft de heer Jenken-
son in het lagerhuis eene nieuwe interpellatie gedaan
omtrent de eventueele maatregelen der regeering ter
uitvoering der overeenkomst van 1839, in geval
Frankrijk of Pruisen België's neutraliteit mochten
schenden. De minister Gladstone heeft echter gewei
gerd om zich uit te laten omtrent de maatregelen, welke
de regeering nemen zal tot bescherming van België.
De zeer eenvoudige reden zal waarschijnlijk wezen dat
zij die zelve nog niet weet.
Alles beplaalt zich nog slechts evenals in den oor
log van Duitschland tegen Denemarken tot woorden
en tot niets anders dan woorden. Zoo heeft ook de Rus
sische keizer dezer dagen wel eenige phrases ten gunste
van Belgie's onafhankelijkheid gelieven uit te spreken,
bij gelegenheid der voorstelling ten hove van den nieu
wen Belgischen gevolmachtigde aan het Russische hof.
De keizer zag in de vriendschappelijke ontvangst te
Brussel van den grootvorst Vladimir dezer dagen „een
blijk van de gevoelens welke de Belgische natie
en zijne vorsten altijd ten aanzien van Rusland hebben
gekoesterd. Dit blijk kan slechts in Rusland de achting
voor België vermeerderen, waarvan dejeugdige vorst,
naar het voorbeeld zijns vaders, met zooveel wijsheid de
positie van het rijk handhaaft zich daarbij grondende op
de daarvan door de tractaten gewaarborgde rechten en
op de vervulling zijner verplichtingen."
De onpartijdige vergelijking der Fransche en Duitsche
lezingen omtrent het gevecht bij Wissembourgbevestigt
de reeds gisteren uitgesproken meening omtrent hi t
meer ernstig karakter dezer vijandelijke ontmoeting.
Tevens blijkt thans dat de Pruisen aanvallers geweest
zijn. Overigens zal de omstandigheid dat de eerste over- 1
winning van eeuig belang in dezen oorlog door de Prui-
sen is behaald in geheel Duitschland een echt Duitsche
geestdrift in het leven roepen en de populariteit van i
den kroonprins niet weinig vermeerderen. De overwin-
naars te Wissembourg zullen overigens waarschijnlijk j
nu den „God van Dnitschland" danken voor hunne over- 1
winning, evenals de vijand twee dagen vroeger den „God j
van Frankrijk" dank betuigde voor de nederlaag der j
Pruisen bij Saarbrück. De dezer dagen medegedeelde j
parabel uit den Talmud komt daarbij telkens weder in
herinnering.
Het Fransch hooggerechtshof te Blois, hetwelk zich j
steeds met de behandeling der samenzweringsprocedure
bezighoudt, zet in de zoetste rust zijne zittingen voort. I
Welke incidenten daar ook voorvallen, schier geen enkel
dagblad acht het de moeite waard om deze ter kennisse van
het publiek te brengen. Zoo wordt het belangrijkste in
cident van eergisteren slechts door een paar dagbladen
vermeld. Het. was het volgende. Onder de beschuldigden
behoort ook de heer Rozoua, redacteur van le Reveil, die
zes maanden lang de preventieve hechtenis met zijne
medebeschuldigden heeft gedeeld. Toen nu zijn verdedi
ger het woord erlangde verklaarde de procureur-generaal
Grandperret dat hij van de beschuldiging afzag.
Laatste berichten.
Parijs. Heden is de rente op de beurs een frank gerezen
op het gerucht dat het Fransche leger eene overwinning
op de Duitsche troepen zou hebben behaald.
Gisteren avond is hier een algemeene opschudding
geweest op de boulevards. De samengeschoolde menigte
heeft de kantoren van een paar Duitsche bankiers willen
plunderen, aan wien men verweet dat zij over de over
winning der Pruisische troepen bij Wissembourg hunne
vreugde hadden te kennen gegeven.
Onze vegcering zou, naar men beweert, volstrekt
I geer. bezwaar hebben tegen een nieuwe rectificatie der
tractaten waardoor de neutraliteit van Luxemburg en
België gewaarborgd wordt.
j Volgens mededeeling in het officieel regeerings-
orgaan zijn in het gevecht bij Wissembourg acht duizend
Franschen in het vuur geweest tegenover twee sterke
Pruisische legerkorpsen. Ondanks de overmacht des
\ijands hebben de Fransche soldaten met bewondereus-
waardigen moed gestreden en de Pruisen hadden dan
ook zooveel manschappen aan gesneuvelden en gekwet
sten verloren dat zij de terugtrekkende Fransche troepen
niet durfden vervolgen en de linie van Wissembourg
volstrekt niet werd verbreken.
Metz. De maarschalk Mac Mahon heeft zijne troepen
geconcentreerd in een sterke stelling.
Berlijn. De kroonprins heeft gisteren zijn marsch
over de Fransche grenzen voortgezet zonder ernatigen
tegenstand te ontmoeten.
De Fransche artillerie blijft steeds Saarbrück be
schieten, ofschoon zich in die stad geen troepen meer
bevinden.
Londen. Volgens the Standard is gisteren in het ka
naal een Pruisisch schip met contrabande prijs gemaakt
door de Franschen.
Lissabon. Koning Ferdinand van Portugal heeft op
de meest bepaalde wijze de candidatuur der Spaansche
kroon afgewezen en te kennen gegeven dat men hem
daarmede niet meer moet lastig vallen.
Brussel. Volgens een hier ontvangen telegram maakt
de legeratdeeling onder bevel van prin3 Oarl een vour-
waartsche beweging in de richting van Metz.
Oorlogsnieuws,
Het Badensche legerkorps is de Franschen grenzen
overgetrokken. Het hoofdkwartier des opperbevelheb
bers is te Lauterbourg.
Parijs. Volgens het officieel regeeringsbericht geeft 1
de Fransche regeering de volgende voorstelling van het
bloedig gevecht bij Wissembourg. Drie regimenten
infanterie en eene brigade cavalerie zijn door eene aan
zienlijke Pruisische krijgsmacht aangevallen en, na
gedurende acht uur de vijandelijke aanvallen te hebben
weerstaan, eindelijk teruggetrokken met achterlating
van een stuk geschut. De generaal Douay is in dit
gevecht gesneuveld.
De maarschalk Mac Mahon concentreert zijne
troepen.
Uit Cherbourg wordt gemeld dat een Fransch
fregat in de nabijheid der zeestraat de groote Belt een
Pruisische monitor in den grond heeft geboord.
Uit het officieel rapport van den generaal Froissard
omtrent het gevecht bij Saarbrück blijkt dat de troepen
te negen uren des morgens bet bivak verlieten. De lui
tenant-ko'onel Thibaudin van het 67e, belastom met twee
bataljons van zijn regiment eene aanvallende beweging,
te doen tegen Saint-Arnual, vond dit dorp sterk bezet en
verdedigd door batterijen op den rechteroever der Saar.
Om tegen deze artillerie te ageeren liet de generaal
Micheler eene batterij van het 15c regiment aanrukken,
welke spoedig het vuur tegen de Pruisische artilllene
opende. Ondersteund door andere afdeelingen gelukte
het aan den luitenant-kolonel Thebaudin om het dorp
Saint-Arnual te nemen, waarna de bataljons van 67e en
6oc met geestdrift de heuvels bestormden en den vijand
achtereenvolgens uit zijne stellingen verdreven. Ter
zelfder tijd geleidde de generaal Bataille zijne eerste
brigade naar de hoogten ter linkerzijde van den weg
naar Saarbrück. In gedeployeerde bataljons oprukkende
en door een aantal tirailleurs gedekt, werd door batal
jons van het 23e en van het 8e linie regiment het terrein
in bezit genomen. Voorts werd door de artillerie positie
genomen op de hoogten, terwijl de buttcrij-mitrailleuses
der 2c divisie eene algemeene verwarring teweegbracht
in de infanterie-kolonnes van den uit Saarbrück terugtrek-
kenden vijand. De geleden verliezen bedragen voorzoover
de rapporten daaromtrent ingekomen zijn, aan officieren
een: de beerde Bar, luitenant der scherpschutterij, ter
wijl twee zeer zwaar gekwetst zijn, en aan onderofficieren
en manschappen een en veertig.
In Berlijn is de bevolking steeds zeer opgewonden
en heerscht de grootste drukte. Iedere tijding omtrent
den oorlog en het leger worde gretig ontvangen, en als
er iets goeds vernomen wordt is het overaNeven en be
weging. Dan zijn de straten en wandelplaatsen druk be
zocht en overal waar de menigte verzameld is vindt men
verkoopers van dagbladen, die de laatste berichten me-
dedeelen. Zangerskoren, goed of slecht geoefend, zwak
of sterk, zingen de vaderlandsche liederen. Hier zingt
men: „lek bin ein Preusze, kenntlhr meine Farben," elders
klinkt: „Die Wacht ara Rhein," ginds weder het schoone
oorlogslied van 1813
Drum blaset, ihr Trompeten: Husaren heraus!
Du reitc, Herr Fcldtnarschalk, wie Stormwind im Saus!
Dn reit' dem Glück entgegen, zuni Rhein und uber'n Rhein
Du aller, tapfercr Degen, und Gott soil mit dir sein
terwijl de Poramerschelandweer het gelief koosd gezang
van 1813 weder aanheft:
Patriot
Sc-hlagt ihn todt
Mit der Kriicke
Ins Gonickp,
Den Kujou
Napoleon
Als de Pommersche landlieden verhalen van de dagen
van 1813, dan hoort men altijd dat lied nog eens aanhef
fen, waarin zich de haat tegen de Franschen uitdrukte.
Van de Beneden-Elbe wordt geschreven: „Cuxha-
fen en Ritzebiittel, plaatsen waar anders nooit troepen
gelegerd zijn, gelijken thans op legerplaatsen, waar alle
wapenafdeelingen vertegenwoordigd zijn, cavalerie,
infanterie, artillerie en pianniers. De atdeeling der vloot
op de reede is nog met een schip versterkt, dat zijn ge
lukkige overkomst van Kiel hierheen te danken heeft
aan de voorzichtigheid van den bevelhebber, daar
het bij Skagen de geheele Fransche oostzeevloot in het
gezicht had. De matrozen, hoewelbekend met de meerdere
getalsterkte van de Fransche vloot zijn toch vol goeden
moed en meenen dat de gegeven bevelen het bijna onmo
gelijk maken dat een Noordduitsch oorlogsschep in
Fransche handen zou vallen. Bekwame Duitsche zeeoffi
cieren meenen dat eene landing aan de Duitsche Noord
zeekust door de Franschen niet zal worden beproefd en
dat alleen het schip „König Wilhelm" die zou kunnen
beletten.
Volgens te Parijs gisteren avond in omloop zijnde
geruchten zou een groote slag op verschillende punten
zijn aangevangen.
Uit Karlsruhe wordt gemeld dat bij eene verken
ning der Badensche troepen op den linker Rijnoever bij
Selz dertig schuiten zijn buitgemaakt. Bij een daarbij
plaats hebbend gevecht sneuvelde een luitenant en twee
soldaten.
Gisteren heeft de koningin van Pruisen den minis
ter van buitenlandsche zaken Gortschakoff ten gehoore
ontvangen.
Het Duitsche leger op marsch.
Nadat wij in Coblenz door de bevolking hartelijk
waren ontvangen zoo schrijft een Duitsche landioehr
mann van het tweede legerkorps en aan het spoor
wegstation verkwikt, legerden wij ons voor de raiddag-
rust vóór het koninklijke slot. Ilier vereerde ons de
generaal Herwartb met een bezoek, en, rondom het