öuitmlanïr.
Algemeen OTerzicIit.
Uit België schrijf tons heden een onzer berichtgevers dat
hij de door ons echter inmiddels van een andere zijde
ontvangen tijding van het overtrekken der Pruisische
grenzen door de Fransche troepen waarop later het
gevecht by Saarbrück volgde reeds gisteren avond
had willen overseinen. De telegraafbearabten weigerden
echter deze tijding naar Nederland te telegrapheeren. Zoo
wordt op vrij verrassende wijze en ten onzen nadeele be
vestigd, hetgeen onze Brusselsche correspondent schreef
omtrent de censuur, waaraan de aan Belgische telegraaf
kantoren aangeboden depêches thans onderworpen zijn.
Ondanks deze dwaze houding der Belgische regeering
omtrent de telegraaf weten wij thans echter dat de
Fransche troepen eene voorwaartsche beweging hebben
gedaan en de grenzen zijn gepasseerd, waarvan reeds
een eerste gevecht het gevolg was. De Fransche vlag
waait thans van Saarbrück.
Het voornemen der keizerlijke regeering te Parijs om
Rome te ontruimen heeft in de Fransche catholieke
wereld eene groote verontwaardiging' teweeggebracht.
Men scheen iets dergelijks niet te hebben verwacht
ofschoon de clericale partij, welke zooveel heeft bijge
dragen om de oorlogzuchtige hartstochtelijkheid by de
Fransche natie te voeden, toch wel had mogen begrijpen
dat het Itaüaansch gouvernement van die gelegenheid
zou gebruik maken om, goedschiks of kwaadschiks, de
ontruiming van Rome te erlangen van den Franschen
keizer. In den laatsten ministerraad te Parijs, door
de keizerin-regentes gepresideerd, is de ontevreden
heid der clericale partij ter sprake gebracht en is beslo
ten om door de officieuse en officieele regeeringsorganen
te doen verkondigen, dat de Italiaansche regeering de
bepaalde verzekering heeft gegeven dat de onafhanke
lijkheid van het pauselijk grondgebied door haar zal
worden geëerbiedigd. De clericale orgapen zouden
hierop intusschen kunnen antwoorden dat de laatste
dagen op voldoende wijze de waarde hebben doen ken
nen van dergelijke bepaalde verzekeringen, onafhanke-
lykheidseerbiedigingen, guarantiën enz.
Uit Rome zelf wordt overigens gemeld dat de Fran
sche en Duitsche officieren in pauselijken dienst in
grooten getale hun ontslag hebben genomen, om naar
hun vaderland terug te keeren en zich voor eigen gou
vernement beschikbaar te stellen.
Laatste berichten.
Bij de bemachtiging van Saarbrück door de Fransche
troepen is deze stad op eenige puDten in brand gescho
ten en gedeeltelijk door de vlammen vernield.
Men verzekert dat thans tusschen Saarlouis en Saar
brück ongeveer twee honderd vijftig duizend man Prui
sen geconcentreerd zijn.
Metz. Keizer Napoleon heeft bevolen om een cordon te
trekken rond de Luxemburgsche grenzen om dezen staat
tegen een inval der Pruisische troepen te beschermen.
Londen. The Morning post meldt dat de Engelsche
regeering de onderteekenaars van het in 1839 gesloten
waarborg-tractaat van België heeft uitgenoodigd om te
verklaren of zij bereid zijn met Engeland eventueel aan
hunne verplichting tot handhaving van België's onaf
hankelijkheid te voldoen.
Mainz. De koning van Pruisen heeft gisteren het
opperbevel over het bondsleger bij proclamatie aanvaard.
Parijs. Het officieel regeeringsbericht omtrent het ge
vecht bij Saarbrück zegt dat de divisie onder bevel van
den generaal Froissard gisteren eene ontmoeting heeft
gehad met drie divisiën Pruisische troepen. Saarbrück
is gedeeltelijk verbrand. De mitrailleuses hebben een
geduchte uitwerking gehad. Al de hoogten in de nabij
heid van Saarbrück zijn door Fransche troepen bezet,
welke daardoor meester zijn van den spoorweg naar Trier.
Be Fransche troepen op marsch.
Het kamp is opgebroken en het in de verte wegster.
vend geluid van trommels en trompetten is alles wat er
nog overblijft van die wittte tentenryen, welke nog een
uur geleden de vlakte bedekten, zoover het oog reikte.
In oorlogstijd moet een leger op het eerste signaal ge
reed zijn en niet alleen marsch vaardig, maar ook slag
vaardig wezen. Wie zegt of niet straks plotseling op
rechter- of linkerflank, door heuvelen of hakhout gedekt,
de vijand zich vertoonen zal. Vandaar overal vooruit en
op de flanken die eclaireurs, welke onophoudelijk het ter
rein onderzoeken en zorgen dat hunne krijgskameraden
niet onvoorbereid door een vijandelijken aanval worden
verontrust.
Het zijn uitgelezen officieren en manschappen, die
daarvoor worden aangewezen, want niet de vermetele
dapperheid, die zich blindelings in 't gevecht begeeft, is
de waardeerbare eigenschap van den éclaireur, maar
juist kalmte, overleg en vastberadenheid. Hij heeft te
zoeken naar den onzichtbaren vijand, die zich en tirail
leur hier achter een boom, daar achter een stuk rots,
ginds in een halfdrooge sloot verbergt, den onzichtbaren
vijand die zijne aanwezigheid zoo lang mogelijk verbor
gen houdt om de voortrukkende kolonnes te bespieden
of te harceleeren door onophoudelijke kleine aanvallen.
De eclaireurs deployeeren zich gewoonlijk in twee
liniënde manschappen der eerste linie houden zich
een twintigtal ellen van elkander. De manschappen der
tweede linie zijn meer bijeen en dienen als reserve of
wel als centrum waarop de eclaireurs der eerste linie
zich desnoods kunnen terugtrekken. Op een bekend
hoornsignaal replieeren de manschappen der eerste linie
zich in allerijl op de tweede, welke laatste zelve zich des
noods terugtrekt op de uiterste voorhoede. De jagers
van Vincennes of wel de Afrikaansche jagers worden
dikwijls hiervoor gekozen, terwijl hun groene uniform
zich zeer goed daartoe leent, daar zij hierdoor minder
uitkomen op den groenen achtergrond van het landschap.
De legende van het eerste bataljon jagers verhaalt van
een Oostenrijksch soldaat, die uitgeput van vermoeeinis,
in de schaduw van het hout zich nederwierp op een
groene zodenbank, gelijk hij meende, maar terécht kwam
op den rug van een eclaireur.
Na de eclaireurs marcheert de uiterste voorhoede, een
afzonderlijk leger als het ware en van artillerie, cavalerie
en vooral genie voorzien, om alle hinderpalen voor het
leger weg te ruimen en bruggen te leggen waar zulks
noodig is.
Op eenigen afstand der geheele voorhoede, welke af
stand met den looppas in ongeveer een kwartier uurs kan
worden afgelegd, marcheert het centrum, en daarop volgt
de achterhoede, welke op hare plaats dezelfde rol vervult
als do voorhoede.
En zoo ging het eerste Fransche legerkorps de Pruisi
sche grenzen over en naar Berlijn! zooals de soldaten
elkander toeriepen.
Het overtrekken der grenzen geschiedde in de rich
ting van Saarbrück. De Pruisische troepen bevonden
zich in eene sterke positie en hielden de hoogten bezet
welke Saarbrück bestrijken. Ondanks deze sterke stelling
der Pruisen werden de hoogten door de Franschen be
machtigd, waarna de stad natuurlijk onhoudbaar werd. De
Fransche artillerie dwong dan ook de Pruisen om zich
uit Saarbrück terug te trekken, vanwaar keizer Napoleon,
die bij dit gevecht met den kroonprins tegenwoordig was,
nu wel zijn eerste overwinningsbulletin zal dagteekenen.
Overigens is dit gevecht slechts een aanvankelijk voordeel
voor de Fransche troepen, hetwelk op den verderen loop
der krijgsgebeurtenissen weinig invloed hebben zal.
Dergelijke eerste ontmoetingen zijn echter in zooverre
van belang dat de beide partijen met de mindere of
meerdere voortreffelijkheid der wapenen van den tegen
stander bekend worden. Zoo vestigde reeds het eerste
gevecht tusschen de Pruisen en Oostenrijkers in 1866
den roem van het Pruisisch naaldgeweer.
Oorlogsnieuws.
Al de Eterkten langs den Rijn bevinden zich in staat
van beleg. Te Mainz worden de wallen geëffend men
rooit de boomen en ruimt alle hinderpalen op, die zich
binnen den kring der vesting bevinden. De waarde der
gebouwen die men afbreekt wordt op 1,700,000 florijnen
geschat, daar men er fabrieken en zeer beroemde moeze-
rijen onder vindt.
De dienst der stoomboot tusschen Ludwigshafen en
Mannheim is reeds verscheidene dagen gestaaktal de
kleine vaartuigen, die men te Ludwigshafen kon vinden,
waren voor den dienst van het departement van oorlog
in beslag genomen, die hun den Rijn heeft doen opvaren
om voor het vervoer van troepen te dienen.
Tegelijkertijd dat de scheepvaart is gestaakt, is ook
de dienst per posterij in de Paltz geëindigdmen kan
er geen brieven hoegenaamd naar het noorden verzen
den. Den 3C» Augustus, zegt men, als alle troepen ver
zameld zijn, zal de dienst weer hervat worden.
Uit Wissembourg wordt geschrevenSedert acht
dagen trekken talrijke troepen door Landau en het getal
dat aldaar per spoortrein is aangevoerd wordt op 40,000
begroot. In zes uren werden zeven regimenten infanterie
aangebracht. Deze troepen blijven niet te Landau, maar
gaan naar een centraalpunt of versterken de garnizoe
nen van het leger van het zuiden.
Te Landau zelf zijn 2000 Pruisische en2000Beiersche
soldaten, voor het grootste gedeelte bij de inwoners,
die niet weten hoe hun verblijf te geven, ingekwartierd.
Sommige huizen hebben voor 40 of 50 man te zorgen en
men maakt plaats waar men kan.
Ieder verkeert in vrees en spanning door de onzeker
heid der gebeurtenissen, meer noch door de vrees voor een
nederlaag. Men twijfelt er niet aan dat de stad belegerd,
geblokkeerd, zelfs gebombardeerd zal worden, en, door
de vrees gedreven, hebben de inwoners vaten met water
gevuld op de zolders gebracht om den brand te blusschen
die de bommen zullen veroorzaken. Zelfs in het hospi
taal heeft men in de bovenverdiepingen vaten met
water gebracht.
De inwoners hebben bevel ontvangen om zich voor
drie maanden van levensmiddelen te voorzien en zij die
daartoe niet in staat zijn moeten de stad verlaten en in
de dorpen verblijf zoeken.
Aan le Soir wordt van de grenzen geschreven: „Van
Metz naar Forbach is de afstand ongeveer 16 k 17 uren,
maar de trein die te vijf uren moest vertrekken is te
acht uren nog niet gereed. Niets is angstiger dan de
reis in den nacht; van afstand tot afstand ziet men witte
tenten, hoort men de tonen eener trompet, verder het
gekletter van een sabel, die over de steenen sleept.
Iedereen waakt, oplettend en angstig; men is in de nabij
heid der grens, op twee kilometers afstand van den
vijand; men ziet zijne voorposten wandelen met de bajo
net op het geweer. Van tijd tot tijd knalt een schot; het
is van een soldaat die nutteloos een patroon verschiet,
een lid van het groote koor van vijf honderd duizend
vuurmonden, waaraan hij te vroeg wil deelnemen.
„De trein vordert langzaam; het schijnt dat men
ergens voor vreest. Men huivert onwillekeurig; als zich
eens voor ieder portier het hoofd van een uhlaan ver
toonde, met de groote knevels en de donker blauwe oogenj
een, twee of zes zou van weinig belang zijn, wij hebben
onze revolvers, maar een compagnie Ieder oogen-
blik wordt de grens door patrouilles overschreden; som
migen willen de telegraafdraden afsnijden, anderen de
rails opbreken; de meesten verlangen niets liever dan
de kas der grensbeambten te nemen. Het is de vaude
ville vóór het drama.
„Dat alles beweegt zich, gedekt door de duisternis,
als slangen. Voor de voetknechten is dat mogelijk; maar
de cavalerie vreest bij iedere pas eene verrassingmet
de sabel in de rechterhand, het pistool in de linker, de
teugel tusschen de tanden, doet zij hare ontdekkings
tochten in den nacht, en onderzoekt de bosschen en heu
vels. Somtijds ontmoeten twee patrouilles elkander en
dan storten de vijanden zich opelkander als wilde dieren.
„Als wij te Forbach zijn gekomen is onze eerste zorg
om een kamer te vragen. Eene kamer!*Een alge
meen gelach beantwoordt deze vraag. Men begrijpt dat
het geen tijd is om lastig te zijn. Eindelijk na lang
overleg biedt men ons aan een varkenshok.
„Het denkbeeld om den nacht met deze belangwek
kende dieren door te brengen, die ik alleen in den vorm
van carbonade achting toedroeg, lachte mij weinig toe.
„Bedaar! was het antwoord, de varkens zijn er niet
meer, die zijn al lang op.
„Ik verzuimde eenige tranen te storten over het lot der
arme diereneen weinig vroeger of later, het kan niet
anders, worden wij ook opgegeten.
„Het hok is ruim: drie dozijn slapers hielden er reeds
hun gemak, maar zij sliepen niet. De varkens zijn er
niet meer, maar zij hebben souvenirs nagelaten, die mij
langen tijd zullen heugen."
De Kieler Zeitung vermeldt„dat de Noordduitsche
regeering besloten heeft de vloot te vermeerderen door
koopvaardijschepen, die geschikt zijn om in den oorlog
te worden gebruikt, door de bemanning te huren en voor
den oorlog uit te rusten. Deze schepen worden dan ge
durende dien tijd oorlogschepen, hunne bezetting wordt
in de bondsmarine opgenomen en volkenrechterlijk even
als alle leden daarvan behandeld, wat vooral van belang
is in geval van gevaugeuneming. Verscheidene schepen
zullen ter beschikking der admiraliteit worden gesteld,
en hoewel sommige lachen en vragen wat men toch wel
met deze houten of dunnen ijzeren schepen tegen de
Fransche gepantserde fregatten wil uitvoeren, zoo heb
ben juist de ervaringen in den laatsten Amerikaanschen
oorlog bewezen, dat zulke schepen zeer nuttig kunnen
worden gebruikt tegenover die groote maar ook moei
lijk te bewegen oorlogsvaartuigen.
De Wiener Presse beweert: Eene landing op
groote schaal, en zoo eene heeft toch eigenlijk alleen
eenigen zin, is langs de geheele kust tusschen Holland
en Jutland bijna onmogelijk. De kust der Noordzee is,
zooals men op iedere uitvoerige landkaart, nog beter op
iedere zeekaart zien kan, door de ondiepten, die zich
op verschi.lende plaatsen verscheidene mijlen, overal
echter meer dan eene mijl ver in zee uitstrekken, gedekt.
Er zijn langs deze geheele kust slechts vijf voor diep
gaande schepen toegankelijke riviermondingen en daar
liggen havenplaatsen, nl. die van de Ems met Emden,