OÜRANT. N°" 181. Dinsdag öimtntUtnïr 1870. 2 Augustus. De KER9II8 te Cortgene zal een aanvang nemen óp Woensdag den 17cn en eindigen op Zaterdag 20 Augustus 1870. J. H. BIJBAU, Burgemeester. P. H. VAN LIS, Secretaris. - Middelburg 1 Augustus. Gisteren werd dp. Apntoonstelling van oudheden en merkwaardigh'ddJiMHe op Zeeland betrekking hebben welke als een gevolg van het ten vorigen jare gevierde lOOjarig bestaan van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, door die instelling op de groote zaal van Middelburg's raadhuis gehouden wordt in tegenwoor digheid van de directeuren en leden geopend. Heden wordt die tentoonstelling voor het publiek opengesteld. Wij zullen haar dus weldra kunnen bezoeken, en vinden dan mogelijk aanleiding om onze lezers op het belang rijkste wat daar tegenwoordig is te wijzen. Blijkens het bestek en de voorwaarden van de op 1 September a. te'sGravenhage te houden aanbesteding van zuilen-bazalt, bestemd voor aan de spoorweghavens te Vlissingen te bouwen bazaltkaden,bestaat die levering uit ten minste zestig duizend en ten hoogste tachtig ■duizend scheepston. Zij moet geschieden binnen scheeps boord voor den loswal in of nabij de in aanleg zij nde spoorwegbuitenhaven te Vlissingen, ter door den eerst aanwezend ingenieur aan te wijzen plaats. De aanvoer moet geleidelijk plaats hebben en de volgende hoeveel- hedeu goedgekeurde bazalt moeten geleverd z^n; vóór 1 December 1870, 12000 scheepston; vóór 1 Juni 1871, 24000 scheepston; vóór 1 November 1871,40 000 scheeps ton; vóór 1 Augustus 1872, 60,000 scheepston, en vervol gens vóór elke maand, tot de geheele hoeveelheid aange bracht zij, gemiddeld ongeveer 1670 scheepston meer, zoodat indien de te leveren massa op 80,000 scheepston bepaald mocht worden, de geheele leverantie vóór 1 Augustus 1873 afgeloopen moet zijn. De op den 26en Juli onder nadere goedkeuring van den minister -van oorlog aanbestede dienst der militaire transporten te water, is voor den tijd van Óen jaar ge gund aan den heer D. A. Dronkers, te Middelburg. In de Staatscourant van jl. Zaterdag zijn opgenomen de wetten van den 24c» dezer:.betrekkelijk het samen blijven van de militie te land der lichtingen 1866—1869; betrekkelijk het samenblijven der zeemilitie, en tot ver hooging van hoofdstuk I Va der staatsbegrooting voo r 1870 (ten behoeve der rijks-veldwacht). Bij ministerieele beschikking is aan H. van den Bout te Nijmegen tot wederopzegging vergunning verleend voor een stoomsleepdienst in de provinciën Noordbrabant, Gelderland, Zuid-IIolland, Noord-Holland, Zeeland, Utrecht, Overijsel en Limburg (wat de gemeen- schappelij ke Maas aangaat, voor zooveel het Nederlandse h grondgebied betreft). De Staatscourant van jl. Vrijdag bevat de wet van den 24fn dezer tot verhooging van hoofdstuk VIIIder staatsbe- grooting voor 1870. De Staats-courant van Zondag en Maandag 31 Juli en 1 Augustus bevat de wet van den 19en Juli jl. tot wijzi ging en verhooging van dö begrooting der uitgaven wegens den arbeid der gevangenen voor 1869. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan dr. Verwey te '8-Gravenhage, tot het aannemen en dragen der ver sierselen van ridder der Leopoldsorde, hem door Z. M. den koning der Belgen geschonken. eereteekenen. Ten vervolge op het koninklijk be sluit van den 7e° April 1869, houdende toekenning van eervolle belooningen ter zake der krijgsverrichtingen in de Passuraahlanden in de maanden Mei tot October 1866 en in Mei 1867, terzelfder zake alsnog benoemd tot rid der 4e klasse van de militaire Willemsorde, de officier van gezondheid der le klasse A. Cochius en die der 2e klasse H. D. Roskes, beiden van het leger inNederlandsch Indië. meteorologie. Opnieuw opgedragen aan den hoofd directeur van het koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut dr. C. II. D. Buys Ballot, de waarneming der betrekking van directeur van dat instituut, afdeeling waarnemingen te land, en van directeur van het obser vatorium te Utrecht. politie. Benoemd tot hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage J.C. van Schermbeek jr., thans commis saris van politie te Amsterdamtot commissaris van politie te Amsterdam M. F. Holthausen, thans commis saris van politie te Harderwijk. marine. Benoemd tot officier van gezondheid le klasse de officier van gezondheid 2° klasse bij de zeemacht H. L. Reeder, met bepaling dat hij zal rang nemen tus- schen de officieren van gezondheid le klasse N. C. Slegt en H. van Stockum. leger. Bevorderd bij het wapen der infanterie tot kapi tein 3c klasse, naar ouderdom van rang, bij het 6e regi ment, de le luitenant-adjudant J. P. Jonxis, van het 8e regiment. Overgeplaatst in zijn rang bij het regiment grenadiers en jagers de kapitein jonkheer F. F. von Muhlen, van het 6e regiment infanterie. belastingen. Benoemd tot surnumerair der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen, H. Damsté, te Hoogezand, ter vervanging van J. Volk- maars, overleden. Marine en leger. Men leest in de Staatscourant: „De minister van oorlog; „Ontvangen hebbende het kabinetsrescript van den 28cn Juli n°. 24, waarbij hem is medegedeeld, dat het de wensch van zijne majesteit is dat de onderofficieren, korporaals en manschappen, die bij het Oost-Indisch leger hebben gediend, en gedecoreerd zijn met de mili taire Willemsorde, wanneer zij in den graad vroeger door hen bekleed, voor onbepaalden tijd in dienst wenschen te treden, dit bij voorkeur geschiede bij het regiment grenadiers en jagers; „Brengt voorschreven wensch des konings, bij deze ter algemeene kennis." Voor alle officieren in werkelijken dienst is de vergunning ingetrokken, burgerkleeding te dragen. Bij algemeene legerorder is bepaald dat tot de dage- lijksche tenue voor alle militairen weder de sabel zal behooren. Gemengde berichten. Te Breslau werden dezer dagen 450 soldaten in marschtenue. over den Oder gezet, voor het grootste ge deelte in een pont, die langs een ketting wordt overge trokken, en voor een ander gedeelte ineen daarnaast drijvende roeiboot. Door een stoot tegen de pont sloeg de overladen boot om en vielen de daarin geplaatste passagiers in het water, die zich nu aan de pont of de ketting klampten. De daarin aanwezigen wilden hunne makkers ter hulpe komen en begaven zich te veel op de klip waardoor de pont water schepte en dit, gevoegd bij de overlading, deed de pont zinken zoodat 450 man met pak en zak in den rivier lagen. Door de hulp van in de nabijheid liggende schippers werden spoedig allen uit het water gered en daar er door officieren van gezondheid terstond goede hulp werd verleend, gelukte het allen te redden, op drie na die, aan de overzijde opgehaald, niet zoo spoedig door den geneeskundige konden wor den behandeld. UitHarlingen schrijft men aan Het Vaderland: „Tamelijk groote opschudding maakt hier een voor val in belastingzaken om de inderdaad forsche manier, op welke de administratie in deze handelt. De heer L. H., houthandelaar en eigenaar van twee houtzaagmolens, lid van den gemeenteraad en van de kamer van koophandel, was volgens zijn oordeel en dat van vele anderen in ver houding tot andere personen, die dezelfde beroepen drijven, buitengewoon hoog aangeslagen in het patent. Hij protesteerde bij de betrekkelijke autoriteiten, doch geen protest baatte. Daarop toonde hij zich onbereid de van hem verlangde belasting te betalen, maar voldeed ze op 61,61.^ na, niet anders verwachtende of de admini stratie zou overgaan tot den verkoop zijner roerende goe deren, voor zooverre tot het gevorderde bedrag noodig. Dit echter gebeurde niet, doch op Zaterdag 23 Juli deed de deurwaarder der belastingen, gesterkt door twee politie- bedienden, op last van den ontvanger alhier een gerech telijken inval in het kantoor van den heer II.gelastte hem de overgave van een in een kistje voorhanden por tefeuille en nam daaruit twee bankbiljetten van f 40 en twee van f 60, gezamenlijk dus f 200, welk geld bij de rechtbank te Leeuwarden is gedeponeerd." Uit Schiedam meldt men „In onze havens heerscht een groote drukte. Een aantal schepen, vertegenwoor digende nagenoeg alle zeevarende mogendheden, vindt er eene lig- of schuilplaats. In het laatste geval verkee- ren eenige Pruisische en Fransche schepen. Van een der eerstgenoemde, geheeten C. F. Maass, rapporteerde de gezagvoerder, dat hij met granen uit de Oostzee komende, in de Noordzee voor een paar dagen in het onwelkome gezelschap van 9 Fransche oorlogschepen geraakte, die hem echter door de invallende duisternis en doordat hij geen vlag geheschen had, ongemerkt lieten passeeren, zoodat hij ongehinderd het doel van zijn tocht heeft kunnen bereiken." Naar de Figaro meldt, is niet mevrouw Ratazzi, geboren Wise, overleden, maar wel de moeder van den Italiaanschen staatsman. Men heeft de eene dame met de andere verward. Een geduchte brand heeft te Havre gewoed. In de stallen van een huurkoetsieruitgebroken, en door een he- vigen noordenwind aangeblazen, vernielden de vlammen eene touwslagerij, een houtmagazijn en zes woonhuizen, waarvan er een meer dan driehonderd meters van do plaats waar de brand uitbrak was gelegen. Behalve de inboedel en de woningen, zijn een tiental paarden verbrand. De schade wordt op meer dan twee millioen franken ge schat Men schrijft aan de Soerabaijasche courant van Bli- tar, in dato 21 Juni: „Vijf santries waren in het Sringat- sche bezig om alang te snijden, toen juist een volwassen koningstijger uit de wildernis te voorschijn kwam en een sprong deed naar een hunner, welke echter mis lukte, daar de aldus bedreigde, een jongeling, nog bij tijds het gevaar ontdekte en door een vlugge beweging het verijdelde. Door de kreten des jongeling opmerk zaam gemaakt, ijlde een zijner kameraden, die tevens familie des eersten is, dezen ter hulpe en plaatste zich voor hem, teneinde den tweeden sprong des tijgers op te vangen, dien hij koelbloedig afwachtte en met zijn kapmes een vervaarlijke wonde op den muil toebracht. Brullende van pijn en woede stoof het dier achteruit, om bijna op hetzelfde oogenblik een derde aanval te doen. Het schérpe wapen des inlanders trof hem ten tweedenmale en wel met zulk een kracht en gewisheid, dat hij met gekloofden schedel stuiptrekkend voor de voeten van dezen nederviel. Bijna ongeloofelijk, maar toch waar is de omstandigheid, dat deze onversaagde inlander gedurende den vreeselijken worstelstrijd, welke hoogstens twee minuten duurde, over zijn geheele lichaam geen enkele schram bekomen heeft, alhoewel zijn wapen met heft en al nog geen twee voet lang was. Den volgenden dag ontving de man, op vertoon der

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1