Louis Hyraans deelt aan dat blad mede dat het trac-
taat werkelijk bestaan heeft. De Belgische regeering
zegt hij heeft er korten tijd geleden kennis van
gekregen.
De Frausche regeering verklaart dat steenkolen
geen oorlogscontrabande zij n.
itlnujcluirrh.
HET TOONEEL TAN DEN OORLOGE
METZ.
Het zijn schoone landstreken waar thans de Fransche
en Pruisische legerscharen zijn samengetrokken en zich
voorbereiden tot den krijg; landstreken waar de natuur
tot vrede en kalmte stemt, waar de arbeid in de laatste
jaren rustig zijn rechten heeft doen gelden, en getoond
heeft dat hij alleen in staat is het volk gelukkig en wel
varend te maken.
Het departement van de Moezel, gelegen in den Noord
oostelijken hoek van Frankrijk, maakt een deel uit van
het oude, eenmaal zoo machtige Lotharingen. Begrensd
in het Westen door de Ardennen, in het Oosten door de
vertakkingen der Vogesen en in het Noorden en Westen
door de Moezel, heeft het eene oppervlakte van 97 j vier
kante mijl, met ongeveer 452.160 inwoners. De Moezel,
wier bronnen op de Vogesen zijn, wordt eerst bevaarbaar
hij Frouard aan de monding van de Meurthe, en stroomt
van daar naar Pont a Mousson door het Moezel-departe-
meut over Metz, Thionville en Sierck naar Perl, alwaar
zij op Duitsch gr mdgebied komt, om zich bij Coblentz
in de ltijn te storten. Zij vormt het schoone Moezeldal
en neemt op haar rechteroever voorbij N.xncy de Meurthe,
bij Metz de Seiile, even boven Trier de Saar en op haar
linkeroever, even boven Thionville de Orne, bij Wasser-
billig, even boven Trier, de Sauer of Sure en beneden
Trier de Kyll, de Salm, de Lieser, de Alf en andere
stroomen van het Eifelgebcrgte in haren loop op. Haar
oevers, die wedijveren roet de schilderachtige boorden
van den Rijn, bieden de schoonste afwisseling aan, en
het dal dat zij vonnt tusschen de Vogesen tot Sierck,
waarin een zacht klimaat heerscht, is met zijn schoone
weiden en velden het fraaiste gedeelte van het departe
ment. De bodem, door een menigte wateren doorsneden,
is r jk aan allerlei voortbrengselen. De wijnbouw, die er
veel wordt uitgeoefend, levert slechts een middelmatig
gewas, doch de landbouw, die in den laatsten tijd
groote vorderingen heeft gemaakt, geeft tweemaal meer
koren dan het departement behoeft. Ook vindt men
er veel oliebouw, hennep en vlas, goede groenten
en ooft in overvloed. Hoewel de bosschen veel geleden
hebben, bedekken zij toch nog eene oppervlakte van
16,6 vierkante mijlen en leveren niet alleen voldoend
brandhout, maar ook timmerhout voor den handel. De
veeteelt wordt veel beoefend, hoewel het hoornvee en de
paarden van geen best soort zijn. Ook aan mineralen is
dit departement rijk, daarhet steenkool, ijzer, ijzervitri
ool, aluin en uitmuntende bruinkool opbrengt. In dit
schoone oord, waqr de natuur den arbeid der menschen
zoozeer ter hulpe komt. is ook de nijverheid sterk ont
wikkeld, getuige de vele fabrieken voor lijnwaad, zijden
en wollen stoffen, trijp handschoenen, lederwerk, kousen
en hoeden en papier, alsook de hoogovens, de staal-, nagel-,
en glasfabrieken. De bandel, geholpen door de rivier en
de in de laatste jaren aangelegen spoorwegen, geeft voort
durend aan natuur- en kunstproducten afzet, en schept
alzoo telkens nieuwe bronnen van welvaart.
Het departement van de Moezel is verdeeld in vier
arrondissementen: Metz, Thionville, Briey en Sarregue-
mines en 27 kantonsmet 629 gemeenten. De hoofdplaats
van het departement, en tevens van het arrondissement
en kanton van dien naam, is Metz. Het arrondissement
Metz bevat de 7 kantons: Metz, Boulay, Faulquemont,
Goize, Pauge, Verny en Vigy.
Metz, thans slechts de hoofdplaats eener provincie,
was eenmaal de hoofdstad van een koninkrijk. In
het begin der vijfde eeuw behoorde Metz tot het
Romeinsche rijk en droeg den naam Divodurutn of
Mediomatrices, die in de middeleeuwen Mettis of
Metae werd. De groote volksverhuizing in het begin der
vijfde eeuw liet ook Metz niet met rust, en hoewel ook
Aëtius in een bevigen strijd Attila „den geesel Gods tot
tuchtiging der wereld" in 451 verslagen hal, veroverde
deze toch het volgende jaar Metz weder op de Romeinen.
Sedert behoorde Metz tot het groote rijk der Franken,
waarvan in 481 Clovis I alleenheerscher was. Na diens
dood in 511 werd het rijk tusschen zijn vier zonen ver
deeld en werd het koninkrijk Metz toebedeeld aan
Tbeodorik I, onder wiens regeering de naam van het
koninkrijk, door de uitbreiding die het door veroveringen
verkreeg, veranderd werd in Austrasie, met de hoofd
plaats Metz. Het koninkrijk Austrasie omvatte alles
wat aan de rechterzijde van den Rijn en den linker
oever tot aan de Maas Frankisch was. Daar drie zonen
van Clovis kinderloos stierven, vereenigde Clotaris I
nog eenmaal alle Frankische landen onderzij n scepter,
doch bij de deeling onder zijn zonen werd Austrasie
weder een afzonderlijk koninklijk met de hoofdstad
Metz onder Sigebc-rt I. De laatste vorst die alleen koning
van Austrasie was is Childeric geweest., die om zijn
willekeur in 673 vermoord werd. Toen braken verschil
lende woelingen uit tusschen de kortstondige heerschers
over Austrasie en Neustrie tot in 687 de machtige Pepijn
van Herstal het gebied over beide rijken veroverde,
waarmede de heerschappij der Merovingers, die over
Austrasie en Neustrie geheescht hadden, een einde nam
en overging op die der Karolingers, en Karei Martel hield
nog steed zijn zetel te Metz, en werd in de eerste plaats
nog als koning van Austrasie beschouwd, hoewel hij ook
Neustrie veroverd had. Zijn opvolger over Austrasie
was Carloman, die zijn rijk echter afstond aan Pepijn
de Korte, koning van Frankrijk, en sedert dien tijd
verdwijnt de naam van het koninkrijk Austrasie uit de
geschiedenis en wordt Metz slechts de hoofdplaats eener
provincie.
Bij het verdrag van Verdun, waarvoor de onderhande
lingen te Metzen Coblentz zijn gevoerd in 843,werd aan
Lotharius dat gedeelte van het groote rijk van Karei de
Groote toebedeeld, dat tusschen de Rijn aan de eene
zijde en de Schelde, Maas, Saone en Rhone aan de an
dere zijde gelegen is, dat het oude koninkrijk Metz bevat
en later den naam Lotharingen verkreeg. Onder de
regeering van Lotharius II werden te Metz verschil-
loude synoden gehouden om te oordeelen over een eiscb
tot echtscheiding tusschen den koning en zijne gemalin
Thietberga.
Na den dood van Lotharius II werd het rijk in 870
verdeeld, en kwam het gedeelte van Lotharingen dat
Metz en Aken bevatte aan Karei de Kale. Eindelijk na
verschillende veranderingen en onlusten, waaraan het
intusschen opgekomen leenstelsel met zijn leenheeren
veel toebracht, werd Lotharingen en daardoor ook
Metz bij het Duitsche rijk gevoegd onder keizer
Hendrik de Vogelaar in 923. Het leenstelsel had intus
schen het aanzien geschonken aan de machtige her
togen van Lotharingen, waarvan de eerste was Frederik
de broeder van d'Adalbéron, bisschop van Metz
en schoonbroeder van Hugo Capet, en die van 959 tot
1766 een grooten invloed uitoefenden op de lotgevallen
van Lotharingen en Metz.
De bisschoppen, die hun zetel in Metz hadden, waren
vooral onder de regeering der Hohenstaufen rijk en
machtig en heerschten somtijds als souvereine vorsten.
Gedurende de oorlogen tusschen Frans I, Karei Ven Hen
drik VIII, van 15421547, verkregen in Frankrijk een
grooten invloed de hertogen van Guise, die tevens den titel
voerden van prins van Lotharingen. Deze prinsen stam
den af van hertog Claudius van Guise, den jongsten zoon
van den zeventienden hertog van Lotharingen Rêné II.
De oudste broeder van Claudius Antonie erfde het her
togdom Lotharingen, en regeerde in 1508 als zoodanig.
De Guise's waren dus eigenlijk een Lotharingsch huis,
en Lotharingen behoorde aan het Duitsche rijk, zoodat
de hertogen Duitsche leenmannen waren die door de
Fransche regeering op alle mogelijke wijzen benadeeld
werden, terwijl Frankrijk de hertogen van Guise zooveel
mogelijk bevoordeelde. De grootheid van het huis der
Guise's werd voornamelijk gevestigd door het huwelijk
van de dochter van Claudius met koning Jacobus V van
Schotland.
In den oorlog met Karei V had koning Hendrik II van
Frankrijk een leger in Champagne bijeengetrokken
en kwam daarmede voor Metz, Toul en Verdun, voorge
vende niet te komen als vijand, maar als „beschermer van
Germanië en van zijne gevangen vorsten." Als zoodanig
werd hij door verraderlijke tusschenkomst van Mauritz
van Saksen, een gunsteling van keizer Karei V, bin
nen Kamerijk, Metz, Toul en Verdun gelaten, die hij
echte rweldra noodzaakte de Duitsche troepen af te dan
ken en Fransche in te nemen. Op deze wijze kwamen
die steden in 1552 in de macht van Frankrijk. De stad
Metz werd van bare vrijheden beroofd en geheel onder
worpen aan de macht van den bisschop, en tot stadhou
der over de veroverde landstreken werd de hertog Frans
van Guise benoemd, die de hertogin weduwe van Lotha
ringen noodzaakte zich naar Straatsburg en later naar
de Nederlanden te begeven. Hij zorgde voortreffelijk
voor de versterking en uitrusting van Metz, Toul en
Verdun en had in Metz tienduizend man troepen, waar
onder do geheele ridderlijke adel uit de naburige Fran
sche provinciën. Den 22en October 1553 sloeg Karei V
het beleg voor Metz, dat tot het einde van December
onafgebroken voortduurde, doeh de stud werd door den
hertog van Guise zoo uitmuntend verdedigd dat de
keizer moest aftrekken en de schoone streken van Toul,
Verdnn en Metz aan Frankrijk moest laten. Hoewel de
bisschoppen zich nog steeds als vasallen van den Duit-
schen keizer bleven beschouwen, kwam dit nooit meer
voor goed onder de macht van Duitschland, en nadat
Lotharingen en ook Metz erg gedeeld hadden in de
woelingen van den dertigjarigen oorlof werden Lij den
Westphaalschen vrede in 1648 voor goed aan Frankrijk
toegekend „de reeds ia 1552 bezette bisdommen Metz,
Toul en Verdun, en daarenboven nog het h«nd3chap
Opper- en Neder Elzas, de Sundgau, Breizach en de
landvoogdij Hagenau."
Sedert dien tijd bleef Metz ongestoord in het bezit
van Frankrijk. De stad die thans het hoofdkwartier is
van den generaal Bazaine, is een vesting van den eersten
rang, aan den westelijken oever van de Moezel, 42} mijl
van Parijs en aan den oostcr-spoorweg, die haar
in gemeenschap stelt met Parij3. De vestingwer
ken zijn in zeer goeden staat, en men vindt er een
der belangrijkste arsenalen van Frankrijk, het zooge
naamde groote arsenaal, terwijl in 1864 nog een arsenaal
voor de genie is afgebouwd. Het heeft uitmuntende
kazernen en een militair hospitaal voor 12C0 zieken. De
stad, hoewel oud, is goed gebouwd met flinke huizen en
goed geplaveide straten en pleinen, en de wandelplaats
„de Esplanade" is een der beroemdste van Europa. Nog
steeds een bisschopszetel, munt de stad uit door haar
wetenschappelijke inrichtingen en bibliotheken en mu
sea's en veelsoortige scholen, zoowel industrie-, handels-
en bouwscholen als ook, artillerie-, genie pionnier- en
rijscholen. Wetenschappelijke genootschappen zijn er
in menigte.
Maar ook de nijverheid en handel zijn er sterk ont
wikkeld; talrijke fabrieken geven daarvan getuigenis.
De stad heeft eene bevolking van ongeveer 54,820 zis-
len, die, evenals de vroegere bewoners dier eeuwenoule
stad rijkelijk deelden in de oorlogen tusschen Frankrijk
en Duitschland, een zwaar deel zullen diagen in den
thans uitgebroken krijg.
Scctijöingen.
Volgens bericht van den gezagv.F. Nepperusuit St. He
lena 21 Juni jl-, was hij met het schip Baron van Heemstra
aldaar ter reede. Het had veel slecht weder en storm
doorgestaan en was gereed de reis voort te zetten.
Schip en equipage waren in goeden staat.
Den 26" Juli is van Bremerhaven vertrokken het
barkschip Luctor et Eraergo, gezagv. D. D. Ouwehand,
naar New-Castle upon Tyne in ballast.
tjanü£l$bmcl)tm.
Graanmarkten enz.
Amsterdam,26 Juli. Duinzand aardappelen 3 a ƒ4 80
Geldersche kralen f2.10 a 2.40; Westl. in manden 2.505
dito gestort ƒ2.10 a Rijnburgsche 1.90 4
ƒ2.—; Kuilenburgsche 1.8~0a aangevoerd 2800
hektoliter.
Amsterdam, 27 Juli. Raapolie op 6 weken 4.5i- Lijn
olie op 6 weken 32}.
Prijzen yan effecten.
Amsterdam 27 Juli 1870.
Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2} pet. 49}
♦dito dito dito 3 57
♦dito dito dito 4 75}
♦Aand. Handelmaatschappij 4}
dito exploitatie Ned. staatssp. 74
België. ♦Certificaten bij Rothschild 2\
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 85}
♦Certific. adm. Hamburg 5 57}
♦dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 70
♦dito ƒ3000 1864 5 85
♦dito 1000 1866 5 „85
♦Loten 1866 5 „186
♦Oblig. Hope Co. Leening 1860 4} 76}
♦Certific. dito4 58}
♦Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4
♦Obligatiën 1867 4 60
♦dito 18694 „6'0
♦Certificaten 6 35}
♦Aand. spoorweg Gr. Maatscb. 5 „190
♦Oblig. dito 4
♦dito dito 4}
dito spoorweg Poti-Tiflis 5 76
dito dito Jelez Orel 5 75}
dito dito Charkow Azow. 5 75}
Polen. ♦Schatkistobligatiën4 61
Pruisen. ♦Obligatiën......5 a