MIDDELBEBGSCIIE COURANT BIJVOEGSEL VAST 1)E van Maandag 25 Juli LS70. No. 174. Stateri-generaal. EERSTI5 KAMER. Zitting van Vrijdag 22 Juli. Aanneming van wetten. Na mededeeltngvan het uitbrengen van het eindverslag over de vier wetten betreffende de militaire maatregelen, woidt besloten onmiddellijk tot de behandeling over te gaan. Bij liet eerstcontwerp verklaart de heer van S win de ren volkomen toe te juichen de maatregelen, aanvankelijk door de regeering tot handhaving van onze neutraliteit genomen. Hij hoopt evenwel dat nu verder alles met minder publiek vertoon zal kunnen geschieden, en eene sourdine op de verdere maatregelen zal kunnen gezet worden, om geen wantrouwen bij de naburige mogend heden op te wekken. De heer Cremers meent dat de bedoeling van het ver slag der kamer niet is geweest een verwijt, maar eene aansporing om niet onnoodig te veel militair vertoon te maken. De minister van oorlog doet den laatsten spreker op merken, dat, zoo de regeering niet gehandeld had gelijk zij nu gedaan heeft, er licht twijfel bj andere mogend heden had kunnen ontstaan of wij wel in staat waren onze neutraliteit re handhaven. Meerdere maatregelen dan de thans bekende zullen voorloopig niet genomen worden. Na repliek van den heer Cremers, wordt dit wetsont werp, evenals de beide andere (verhooging van hoofdstuk 8 en samenblijving der militie), goedgekeurd inet alge- meene stemmen. Bij de behandeling van dat tot tijdelijk verbod van uit en doorvoer van paaiden, maakt do heer Geertsema eene bedenking omtrent het verbieden van allen uitvoer; hij acht dit niet in het belang van den handel en den land bouw. De minister van financiën betoogt het noodzakelijke van een streng, onbeperkt verbod. Het wetsontwerp wordt daarop ook met eenparige stemmen aangenomen. Van de tweede kamer is intussclien ingekomen het wetsontwerp betreffende de uitbreiding van de rijks- veldwacht. Om het spoedvereiseheude van de zaak wordt besloten dat ontwerp nog dadelijk in de sectiën te onder zoeken, en denzelfden avond de openbare beraadslaging te half negen uren te houden. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 22 Juli. Aan de orde is fie behandeling van het wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk IVa der i-taatsbegroo- ting voor 1870, tot tijdelijke uitbreiding der rijksveld- wacht. De minister van justitie verklaart in antwoord op het eindverslag: dat de Voorgestelde maatregel door de om standigheden vereischt wordt. Op dit oogenblik is het korps maréchaussée incompleet en steeds bestaat de grootste moeite om het met geschikte manschappen aan te vullen. Thans zijn ook in Zeeland, op het eiland Wal cheren, maréchaussées bij de groote werken, die in gang zijn, geplaatst; er moet gezorgd worden dat steeds in die streken rijkspolitie tot handhaving van orde en veilig heid aanwezig zij. Wat het ontslaan der tijdelijk aange- stelden betreft; daartegen bestaat geen bezwaar omdat men personen zal uitkiezen die voor andere bvtiekkin- hen geschikt of voor spoedige herplaatsing ter vervan ging van oudere rijksveldwachters geschikt zijn. De verplaatsing van de maréchaussée uit Noord Brabant naar Limburg is slechts van tijdelijken aard. Voor con flicten is geen vrees, want steeds is een deel van dat korps in de provincie Limburg geweest, zoodat er dim ook vroeger klachten over zouden ingekomen zijn. Tegen het bezigen van militairen tot tijdelijke aan vulling van de rijkspolitie heelt de minister van oorlog zich ten sterkste vei klaard. Het wetsontwerp wordt na deze raededeelingen aan genomen met 61 tegen 10 stemmen. Ingekomen een bericht van mevrouw van Loon, dat haar echtgenoot de zittingen niet kan bijnonen, uit hoofde hij zich in Zwitserland bevindt. Tegen stemden de hoeren de Ca»embroot, Kien,Guljé, Bicbon, Insinger, Dumbar; van Houten, Heemskerk Az., Tatts en de Roo. De vergadering wordt verdaagd. Gemeenteraail yan MMileliturg-. Zitting van Vrijdag 22 Juli. Mededeeling overlijden lid Magielse en bedanken lid van Dcinse missives gedeputeerde staten; dankbetuiging; verzoek niet-honden kennis; uit gifte grafruimte begraafplaats; gratificatie keurmeesters visclibezwaren slachthuis eu Kuiperspoortaf-en over- scbrijving begrooting burgerlijk armbestuurrekening dienstdoende schutterijvoordracht benoeming leeraar gymnasiumvoorstel tijdelijke benoeming onderwijzeres gymnastiekschool; geschil onderstands-domicilie opneming gemeentekas; rekening Vlissingschen rijweg; voorstel be schikking onvoorziene uitgaven geineentebegrooting; over legging gemeenterekeningvaststelling instructie beambten begraafplaats benoeming leeraar gymnasium vraag betref fende vervulling vacature commissaris van politie. Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskence. Afwezig de heeren de Jonge, uitlandig; van Visvliet en Luteyn. De notulen van het verhandelde in de zitting van 22 Juni goedgekeurd zijnde, geschiedt voorlezing van een brief van den heer P. P. Ketner, houdende kennis geving van liet overlijden van zijn schoonvader, den heer A. Magielse, in leven lid van den raad. De voorzitter zegt dat zeker ieder dat overlijden met leedwezen zal hebben vernomen, daar de heer Magielse zich niet alleen gedurende eenige jaren als ach tens waar dig lid van den raad, maar ook steeds als een uitmuntend ingezeten heeft doen kennen. Namens den raad is door burgemeester en wethouders een brief van rouwbeklag gezonden aan den schoonzoon van den overledene. De tnedodeeling van een en ander wordt voor kennisgeving aangenomen. Voorts wordt gelezen een brief van den heer R. J. van Deinse, die te kennen geeft dat hij wegens zijne benoe ming tot lid van gedeputeerde staten dezer provincie ophoudt lid van den raad te zijn. onder dankbetuiging aan den voorzitter, de leden en den secretaris, voor hunne welwillende, zelfs vriendschappelijke bejegening gedurende zijn lidmaatschap sinds 1853 ondervonden. De voorzitter onderstelt, dat de raad den hesr van Deinse, als een waardig lid die steeds de belangen der gemeente heeft behartigd, met leedwezen ziet vertrek ken. Op zijn voorstel wordt ook deze mededeeling voor kennisgeving aangenomen. Dit laatste is mede het geval met drie missives van gedeputeerde staten van Zeeiand, houdende goedkeuring van de raadsbesluiten: tot af- en overschrijving op de gemeentebegrootirig voor 1869, tot onderhandsche verhu ring van gemeente-eigendommen, en tot wijziging van het contract van erfpacht van het terrein van den voovraaligen stoomhoutzaagmolen der firma van de Kamer c° Nog wordt voor kennisgeving aangenomen een brief van den heer A. van der Pluijm, die zoowel aan burge meester en wethouders als aan den raad zijn dank be tuigt voor het hem in de vorige zitting verleende pensioen. Geschiedt voorlezing van een adres van de heeren J. P. Nonhebei en IC. R. Pekelharing, predikanten alhier, die, diep doordrongen van den ernst der tijden, waar mede voor hun gevoel allerminst de kermisvreugde I overeenstemt, verzoeken dat. dit jaar de kermis niet plaats I hebbe. De voorzitter merkt op dat dit adres niet op zegel is geschreven en alzoo niet in behandeling kan komen; doch al ware dit anders, zou hij betwijfelen of de raad i wel genegen zou zijn het verzoek in te willigen nu de I belanghebbende ingezetenen zich reeds van het noodige hebben voorzien en de kermis reeds binnen twee dagen zal aanvangen. IIij stelt voor, ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van den dag, waartoe eenparig besloten wordt. Is ingekomen ee.n verzoek van jonkheer mr. L. W. A i Schuurbeque Boeije, om eene aarden grafruimte voor acht kisten op de begraafplaats. Bij den gemeente- bouwmeester hiertegen geen bedenking bestaan heb bende, wordt het verzoek ingewilligd en n^. 78 in de rij der eigen aarden gia/en afgestaan. Gunstig wordt beschikt op een adres der keurmeesters van den visch om, evenals het vorig jaar, het bedrag hunner inkomsten op liet minimum te brengen door too kenning eener gratificatie van /"41.U J-, hebbende die i inkomsten over het eerste halfjaar van 1870 slechts f 31.77, of f 15.88voor ieder hunner, bedragen. De heer Snijders had tegen de inwilliging van genoemd verzoek geen bedenking, maar vestigde, er de aandacht op, dat, in st ij l met nvt 1 der verordening op den ver koop van zeeviscli. de bewoners der Gravenstraat veel last. ondervinden van de menigte visclivrouwon die zich daar ter verkoop van viscli nederzetten, zoo.lat hij liet wensch'ilijk zou achten indien de keurmeesters daarop toezicht konden houden. De voorzitter antwoordde, dat daarover geen klachten zijn ingekomen, en dat, zoo er geklaagd wordt, de politie daarvoor wel zal zorgen. Wordt gelezen een adres van den heer P. de Bruijne, die te kennen geeft dat een paar jaar geleden in de Kuiperspoort alhier in de onmiddellijke nabijheid van zijn kantoor en woonhuis, een koetshuis en stal door den slachter van Os tot slachthuis zijn ingelicht, waartegen destijds geen klachten gerezen zijn omdat men de be zwaren aan eene dergelijke inrichting verbonden niet kende. Nu die bezwaren wel bekend zijn, ver/.oekt hij den raad de noodige maatregelen te willen nemen om dergelijke inrichting uit een talrijk bewoond gedeelte der gemeente te verwijderen. Het keelafsnijden van koeien en kalveren heeft in den regel op den dag plaats; de doodstrijd dier dieren, die minstens 10 minuten en langer duren kan, en van de benauwdste geluiden ver gezeld gaat, maakt liet onmogelijk in de tuinen gren zende aan de Kuiperspoort, of voor open ramen uitko mende in die tuinen, te blijven en maakt een vlucht naar het voorste gedeelte der huizen nood zakelijk. Het dikwijls aanwezig zijn. van groote hoe eelhed n bedorven bloed in vaten veroorzaakt een verpestenden stank. Eenige weken geleden beeft de gezondheidscommissie op zijn verzoek een onderzoek ingesteld en hem betuigd dat de stank niet alleen niet was uit tc houden, maar bovendien zeer nadeelig voor de gezondheid was; na gehouden samenkomst met den slachter van Os verzekerde deze dat in het vervolg geen bloed meer in de Kuiperspoort zou aanwezig zijn. Den 151'11 dezer echter waren er opnieuw drie vaten, ver moedelijk om naar Amsterdam te verladen, die zulk een verpestenden stank verspreidden dat het op zijn kan toor onmogelijk was uit te houden en ook zijn huis aan de achterzijde onbewoonbaar was. Opnieuw heeft hij toen de gezondheidscommissie daarvan kennis gegeven maar tevens wendt hij zich nu tot den raad met voor noemd verzoek om èn ter voorkoming van ziekten èn ter vermijding van lasten voor dó buren, aan een derge lijke inrichting verhouden, deze uit de kom der gemeente te verwijderen. De voorzitter merkt op dat dit verzoek niet op zegel is geschreven, en buitendien ook niet bij den raad, maar bij burgemeester en wethouders behoort, zoodat hij voorstelt over te gaan tot de orde van den dag. De heer Fokker beschouwt, in tegenstelling met den voorzitter, liet adres meer als eene klacht dan als een verzoekschrift. De voorzitter herinnerde er aan dat in der tijd ten aanzien van dat slachthuis informatiën de commodo et incommodo zijn gehouden. De heer van Diggelen releveert dat de slachters over last veroorzaken door het bewaren van bloed, waarvan hij persoonlijk achter zijne woning de ondervinding heeft. De voorzitter zegt, dat. die overlast voor den heer van Diggelen heeft opgehouden. Ja wel, zegt de heer van Diggelen, men heeft dat ge zegd, maar bet is niet zoo. Ik wil niet altijd op het zelfde aambeeld kloppen, doch men gaat steeds op de vroegere wijze voort. De heer Dobbelaer de "Wind merkt op dat de heer de Bruijne zich wel wat veel op de gezondheidscommissie beroept, liet is waar dat bij de gezondheidscommissie over den ondragelijken stank op het kantoor en de ach terwoning van dien heer is geklaagd, waarna spreker en de heer de Ligny als leden der gezondheidscommissie een onderzoek ingesteld en zich van de gegrondheid der klacht overtuigd hebben. Vervolgens hebbenzijzich naar den heer van Os begeven, om hem daarover te onderhouden, waarvan het gevolg is geweest dat gedu rende drie weken geen overlast meer is veroorzaakt. Toen is dc heer de Bruijne echter gaan klagen over het slachthuis zelf. Spreker heeft heiu herinnerd dat iu der tijd informaties de -commodo et incommodo zijn gi houden, waarop dc lieer de Bn ijne antwoordde dat hij destijds uit stad moest en daarom zijn zoon last heeft gegeven zijne bezwaren te doen kennen, doch zijn zoon dit verge ten heeft. De voorzitter zegt dat informaties de commodo et in- rommodo zijn gehouden en de plaatsing van het slacht huis is toegestaan, behoudens toezicht van burgemeester en wethouders. Wordt nu aan de door hen gegeven voorschriften niet voldaan, dan zal de vergunning kunnen ingetrokken woiden, doch de klachten behooren bij burgemeester en wethouders ingebracht te worden. De heer Fokker vraagt, of d..n de raad den ingekomen blief van den heer de Biuijne niet naar burgemeester en wethouders kan verzenden? De voorzitter antwoordt ontkennend, omdat de raad dan ten aanzien van dien brief eene beschikking zou nemen, waai toe hij niet bevoegd is, aangezien de brief niet op zegel is geschreven. i

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 5