r 171. Donderdag 1870. OÜRANT. 21 Juli. Middelburg 20 Juli. De eerste kamer heeft heden het wetsontwerp tot her ziening der postwet met 30 stemmen tegen éen stem aangenomen. Bij de tweede kamer is heden ingekomen een wetsont werp tot invoering eener belasting op de inkomsten, tot het bedrag van een half percent, waardoor de patent be lasting tevens wordt afgeschaft. De regeering is voor nemens dezen maatregel, zoo mogelijk, nog in den loop van dit jaar te doen in werking treden. De vier wetsontwerpen welke gisteren zijn ingediend (zie net verslag in dit nommer opgenomen) zullen mor gen worden behandeld. De eerste ban van de dienstdoende schutterij en van de reserve is hier thans georganiseerd. De oefeningen zullen morgen ochtend te half zeven uur een aanvang nemen. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de dagbladen het verzoek gericht om in de tegenwoordige omstandigheden aan de maatregelen die door de depar tementen \an oorlog en marine genomen worden, geen openbaarheid te geven. Men leest in liet Vaderland van heden „Omtrent de oorzaak van het te Scheveningen ge hoorde kanonvuur vernemen wij het volgende. Het was bekend, dat drie Noordduitsche oorlogschepen naar de Middellandsche zee waren gezonden. Later vernam men dat die schepen zich naar Madura hadden begeven. Nu wordt vermoed, dat dit gerucht alleen was uitgestrooid om de Fransche zeemacht te ontkomen, en dat deze schepen Noordwaarts koers hebben gehouden, maar heden door Fransche schepen zijn achterhaald en aange tast. Voorts vermoedt men, dat de op de buitengronden van het Vlie gestrande Fransche oorlogsboot 1' Hirondelle de besteraming had om deze schepen op te wachten. Ook buitendien mo. ten echter in de Noordzee Fransche oorlogschepen aanwezig zijn geweest." De gemeenteraad van Middelburg zal a. Vrijdag, des namiddags te 2 uren, een openbare zitting houden, ter behandeling van de volgende onderwerpen: kennisge ving overlijden van den heer Magielse en bedanken van den heer van Deinse; missives tot goedkeuring van raadsbesluiten; adres der keurmeesters van den visch, gratificatie; af- en overschrijving begrooting burgerlijk armbestuur voor 18h9; voorstel van burgemeester en wethouders tot vervanging van wijlen den heer Knip huizen alsleeraar op het gymnasium, en voorziening in de vacature van onderwijzeres op de gymnastiekschool voorstel beschikking onvoorziene uitgaven gemeente- begrooting 1870; instructie voor de beambten op de gemeente-begraafplaats, regeling hunner jaarwedden en aanstelling. Eergisteren is te Utrecht de vierde algemeene verga dering van den Nederlandschen weerbaarheidsbond gehouden, waarin 20 vereenigingen vertegenwoordigd waren. Door den commissaris des konings bij den bond wer den namensden koning de vragen in overweginggegeven: 1° wat zullen de vereenigingen doen, om de leemten aan te vullen die door aansluiting aan leger en schutterij van vele harer leden in haar midden zuilen ontstaan? 2* Door welke middelen zal kunnen voorzien worden in het gemis dat ontstaan zal door het tot andere diensten roepen vau de militaire instructeurs? De vergadering besloot in de eerste plaats aan den koning per telegram kennis te geven: dat de weerbaar heid zich onmiddellijk stelt ter beschikking van het vaderland, om op de eerste roepstem des konings zich als individu of als korps aan te sluiten bij het leger of de schuttei ij Voorts werd met betrekking tot de eerste der boven genoemde vragen besloten: dat de vereenigingen, leden van den bond, verplicht zijn een algemeene werving te openen. Omtrent de tweede vraag leidde de discussie tot het besluit, om het centraal comité, speciaal de permanente afdeeling, te machtigen om het noodige te verrichten. Door 's konings commissaris werd nog medegedeeld dat Z. M. de koning hem had opgedragen te kennen te geven, dat de tijdsomstandigheden niet veroorloven aan het voornemen tot het houden van den wedstrijd gevolg te geven. De vergadering besloot daarop dien wedstrijd uit te stellen. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering, die tengevolge der tijdsomstandigheden wel eens spoe dig kan noodig zijn, werd Utrecht aangewezen. De vergadering werd besloten met het zingen van het Volkslied en een herhaald: leve de koning! Naar de Nieuwe Rotterdamsche courant uit officieel e bron verneemt, beeft de minister van oorlog aan de officieren van het korps koninklijke scherpschutters te Rotterdam zijn dank betuigd voor hunne bereidwillige beschikbaarstelling, en verklaard dat de scherpschutters korpsen niet ontbonden zullen worden, maar, in éen brigade samengevat, onder bevel van een generaal, als geregelde troepen dienst zullen doen. De korpsen moe ten zich voorloopig oefenen in den wapenhandel en in het schieten,doch zich gereed houden om op het eerste bevel als actief op te treden. Benoemingen en besluiten. leger. Op verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den 1« luitenant A. W. Heule, van het wapen der infanterie, thans op nonactiviteit. Benoemd tot 2*" luitenant bij het wapen der infanterie: bij het le regiment, de cadetten W. A. T. de Meester en C. M. J. Schaak; bij het 2e regiment, de cadetten J. Haver Droeze en J. A. Suringar; bij het 3e regiment, de cadet ten J. E. C. A. Timmerman, W. F. H. S. Petter en M. H. Damrae; bij het 4e regiment, de cadetten C. P. de Veer en E. K. J. V. van Mul ken; bij bet 5e regiment, de cadet ten J. C. T. Bloys van Treslong Prins, E. A. Pols en L. K. van Gorkura; bij bet 6e regiment, de cadetten F. W. Weve, F. H. A. Sabron en W. J. A. deKempenaer; bij het 7e regi ment, de cadetten G. J. de Balbian van Doorn, R. baron van Heeckeren van Molecaten, A. Berends en P. F. W. de Klopper; bij het 8e regiment, de cadetten J. R. Boisse- vain en J. H. A. Nierstrasz; allen herkomstig van de koninklijke millitaire academie. Benoemd tot 2cn luitenant bij het wapen der cavalerie: bij het 3e ïegimcnt huzaren, de cadet E. F. C. H. J. baron van Tnyll van Serooskerken; bij het 4* regiment huzaren, de cadetten M. R.Hamming en H. A. H. Smeding; allen herkomstig van do koninklijke militaire academie. Benoemd tot 2en luitenant bij het wapen der artillerie: bij het regiment veld-artillerie, de cadetten A. S. van Oldenborgh, J. C. Fabius en W. A. van Moock; bij het 1« regiment vesting artillerie, de cadetten F. M. Jaeger, M. J. Boeije en M. J. baron van Boetzelaar; bij het 3e regi ment vesting artillerie, de cadetten B. A. Sanders en H. Aneraa; bij het regiment rijdende artillerie, de cadet F. G. Pichot Lespinasse; allen herkomstig van de konink lijke militaire academie. Benoemd tot 2<?« luitenant bij het korps ingenieurs, mineurs en sapetirs, de cadetten J. W. IJzerman, J. H. Ten Hoet, II. F. W. Beeking, J. L. Pierson, C. W. van de Kasteele en J. Meursinge; allen herkomstig van de koninklijke militaire academie. Maiine en leger. Omtrent de legerindeeling meldt Het Vaderland het volgende: Z. K. H. de prins van Oranje zal belast worden met het opperbevel over alle troepen en zal zich a. Vrijdag naar Utrecht begeven, waar het hoofdkwartier zal geves tigd zijn. Chef van den generalen staf kolonel Booms, adjudan ten luitenant-kolonel Rodi de Loo en kapitein Kromhout. De drie divisiën zullen worden gekommandeerd als volgt: le divisie. Luitenant-generaal Engelbrecht., adjudant kapitein Siereveld, hoofdkwartier te Haarlem. De le brigade wordt gekommandeerd door kolonel des Tombes, adjudant kapitein Schneider; de 2e door kolo nel von Wrangel, adjudant kapitein Pabst. (Tot deze divisie behooren o. a. de troepen in 's-Gravenhage in garnizoen). 2c divisie. Generaal-majoor von Kellner, adjudant majoor Dittlinger en luitenant Bogaerts; hoofdkwar tier Utrecht. De le brigade gekommandeerd door kolonel Schönstedt, de 2* door kolonel Amiot. 3e divisie. Generaal W. J. Knoop, hoofdkwartier Arnhem. De lc brigade gekommandeerd door kolonel Weitzel, de 2e door kolonel Hoogevcen. Verder zal de kolonel Mac Leod bevel voeren aan het zuidwestelijk frontier, de kolonel Jackson op de IJsel- linie en de kolonel van Dedem aan het zuidelijk frontier. Aan de volgende hoofd- en andere officieren zijn onderstaande functiën opgedragen: kolonel Engelvaart, komraandant van de vesting Helder; kolonel Gevers, van Amsterdamoverste Leijssius van den Brielkapitein der artillerie de Brauw van Hellevoet. Willemstad kommandant overste Knoop; daar is eveneens de le compagnie vesting-artillerie uit Delft, kapitein deBergh, in garnizoen gekomen, 's Bosch, komraandant kolonel Delprat; Nijmegen, kommandant kolonel Tulling; fort Westervoort, kommandant kapitein der artillerie Kret- zer; Doesborgh, kommandant majoor Frankamp Zutfen, kommandant majoor Netscher; Deventer, kommandant luitenant-kolonel Kempees; Delfzijl, kommandant luite nant-kolonel van Willes. In de Staatscourant van heden brengt de minister van marine, door Z. M. den koning gemachtigd zijnde tot het. buitengewoon bijeengeroepen van de manschappen der zeemilitie, ter kennis van de betrokken autoriteiten en van de zeemiliciens van de lichting van 18 19 die zich thans met onbepaald verlof bevind-, n, dat zij vóór of uiterlijk den 26cn dezer zich behooreri te bevinden aan boord van Zr M« drijvende batterij Ncptunus, liggende te Willemsoord. Voor zooveel die plaat3 meer dan 30 mijlen van hunne woonplaats verwijderd is, zal hun door de zorg van den burgemeester der gemeente het gewone reisgeld wor den verstrekt. De minister van oorlog, gezien hebbende Zr. M». besluit van den 18en dezer, houdende onder anderen bepaling dat mannen van 17- tot 50jarigen leeftijd tot een vrijwillige verbintenis voor onb e paalden tijd, doch minstens zoo lang de militie buitengewoon onder de wapenen wordt gehouden, worden toegelaten, en wel bij zoodanig korps van het leger waarop zij hunne keus vestigen en waarvoor zij geschikt worden bevonden; brengt zulks in de -Staatscourant van heden ter algc- meeue kennis, onder verdere mededeeling dat zij, die als onderofficier of korporaal bij het korps mariniers, de landmacht of de koloniale troepen gediend en den dienst op eervolle wijze verlaten hebben, dadelijk in hunnen vorigen graad en voor onbepaalden tijd kunnen worden aangenomen. De minister acht het met het oog op de tegenwoor dige tijdsomstandigheden overbodig hier iets bij te voegen, daar hij zich overtuigd houdt dat met geestdrift gebruik zal worden gemaakt vau de door den koning aangeboden gelegenheid om op eene practische en doel treffende wijze te voldoen aan art. L77 der grondwet, volgens hetwelk het dragen der wapenen tot handhaving van de onafhankelijkheid van den staat en tot beveili ging van zijn grondgebied, een der eerste plichten blijft van alle ingezetenen. Naar aanleiding van Zr. Ms. besluit van den 18ea dezer worden met den 2Rn dezer in dienst gesteld: het raratorenschip prins Hendrik der Nederlanden; de stoorabatterij de Ruyter; het ramschip de Stier; de mo nitor de Krokodilallen liggende te Willemsoord, en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1870 | | pagina 1