Sedert gisteren avond vijf uur tot heden morgen zes
uur zijn vier en twintig treinen vertrokken met bestem
ming naar Nancy, Metz, Straatsburg, Muhlhouse enThion-
ville. Iedere trein vervoerde ongeveer 960 soldaten. Dit
maakt te zamen ,een getal van '23,040 manschappen die
gisteren Parijs in den loop van den dag hebben verlaten.
De soldaten reizen in wagens van de derde klasse; die
van de eerste zijn voor officieren bestemd.
„Gisteren avond vertrokken het Ic en regiment vol-
tigeurs der garde, alsook de garnizoens van Versaille en
Saint-Germain, benevens het 4l« der linietroepen, dat
van het fort Rosny kwam."
In le Figaro leest men het volgende
„Heden avond te vier uren moet de derde af deeling ver
trekken, die aldus is samengesteld: Eerste brigade, gene
raal de Poitiers, bevattende het 7e en 29c regiment van
linie, en het 7e bataljon jagers te voet. Tweede brigade,
generaal du Plessis, bevattende het 59e en 71c regiment
van linie, het L5e bataljon jagers te voet.
Hetzelfde blad vermeldt dat het leger vijf korpsen zal
vormen, waarover het bevel zal worden gevoerd: over
het eerste door Canroberthet tweede door Palikao; het
derde door Frossarthet vierde door Mac Mahon en het
vijfde door de FaiU$. liet bevel over de keizerlijke garde
en de reserve is opgedragen aan Bazaine.
Uit Marseille wordt geschreven
„Vier pakketbooten van de Messageries Impériales
vertrekken naar Algerië om troepen in te schepen. Al
de mariniers van de lichtingen sedert 1863 zijn in werke-
lijken dienst opgeroepen.
„Men verzekert dat al de diviéie-generaals heden mor
gen van den keizer een eigenhandigen brief hebben ont
vangen, waarin hij zegt, in de omstandigheden die zich
ontwikkelen, te rekenen op hunne verknochtheid en
hunne vaderlandsliefde."
Reeds eergisteren is te Marseille de eerste afdee-
ling Fransche tioepen uit Algerië aangekomen.
Uit Verviers meldt men dat de stad opgevuld is
met vreemdelingen die uit Pruisen de wijk nemen.
Het bericht der aanstaande ontruiming van Rome
door de Fransche troepen wordt bevestigd. De Fransche
troepen „zouden door Italiaansche vervangen worden."
Gisteren heeft de stationschef te Straatsburg be
vel ontvangen om 27 treinen, elk van 25 rijtuigen, be
schikbaar te stellen voor het ministerie van oorlog.
De officieele oorlogsverklaring schijnt gisteren
avond door de Fransche regeering naar Berlijn te zijn
gezonden.
Uit Florence wordt gemeld dat aldaar eene volks-
manifestatie ten gunste van Pruisen zou hebben plaats
gehad.
Uit Hamburg wordt gemeld dat de Deensche re
geering besloten heeft om onzijdig te blijven.
Een Belgisch regeeringsbericht meldt dat de com
municatie met de stad Luxemburg over Vireux en Givet
afgebroken is
In le Penple Francais leest men
„De oorlog wordt^aangevangen alleen tusschen Frank
rijk en Pruisen. Geeu andere mogendheid zal er voor
'toogenblik aan deel nemen. De onzijdigheid van Italië
en Denemarken is zeker. Men meent dat de brug van
Kehl heden nog aan de zijde van Baden afgebroken zal
worden. Verscheidene dagbladen hebben bet vertrek
aangekondigd van onze troepen die in de Romeinsche
staten gelegerd zijn, als een gevolg van de aanstaande
afkondiging van het onfeilbaarheidsdogma. Dat laatste
is van allen grond ontbloot. De keizer zal in persoon
het opperbevelhebberschap over het leger aanvaarden.
De uitrustingen van Z. M. zijn gereed. De maarschalk
Jpeboeuf is tot majoor-generaal over het leger benoemd.
Verscheidene dagbladen hebben gesproken van eene
proclamatie in de Duitsche taal die de keizer gereed
gemaakt zou hebben, met het oog op de aaustaande ge
beurtenissen, en waarvan zij zelfs den korten inhoud
medegedeeld hebben. Volgens onze informaties is dat
bericht onjuist. De generaal Favé, komraaudant van de
Polytechnische school, is tot een actief kommandement
geroepen. Eveneens zijn ook verscheidene officieren dier
school in het leger ingedeeld. Een enorme menigte be
vindt zich voor de kazernen. Bloedverwanten en vrien
den komen afscheid nemen van de officieren en soldaten,
die vooruitzicht hebben op een aanstaand vertrek. In
die treffende farailie-tooneelen ziet men blijk geven van
de gevoelens van èen bartel ijken broederband die tus
schen het volk en het leger bestaat. De grenadiers der
garde die in de kazerne van la Pépinière gekazerneerd
zijn, maken zich gereed om te vertrekken."
Aan een brief uit Parijs van 16 dezer ontleenen
wij het volgende: Zeide ik u gisteren dat Parijs in vuur
was, heden zou ik kunnen zeggeu dat het in vlam
staat. Nooit nog sedert de revolutie van 1848 was de
bevolking getuige geweest van dergelijke uitbarstingen
van den volksgeest. De geestdrift, de opgewondenheid,
de vreugde grenzen aan waanzin. Den ganschen avond
van gisteren, of liever een gedeelte van den nacht waren
de boulevards door een dichte menigte bezet die den
rijtuigen het verkeer belette. Vaderlandslievende zan
gen, afgewisseld door Parijsche grappen, hebben de
gansche bevolking tot laat in den nacht wakker gehou
den. Het groot succes van den avond is de kreet: Naar
Berlijn! Naar Berlijn! op de wijze van het lied der
Lampions.
Volgens Le journal de Roubaix heeft het Belgisch
gouvernement aan de naburige mogendheden doen weten
dat het de rails van alle spoorweglij nen aan zijne grenzen
over eene lengte van eenige mijlen; zal doen opbreken.
De Fransche regeering heeft aan de redactiën van
alle 1 dagbladen verzocht om zich van de mededeeling
omtrent troepenbewegingen te onthouden.
Volgens verschillende berichten zouden de Franschen
de grenzen van Luxemburg zijn overgetrokken. De
Kölnische Zeitung betwijfelt de juistheid van dat bericht,
daar artikel 2 van het tractaat vau Londen van II Mei
1867 bepaalt: „Het groothertogdom Luxemburg zal bin
nen de grenzen omschreven in de akte die bij het verdrag
van 19 April 1839 is gevoegd, een voortdurend onzijdigen
staat vormen, onder waarborg der hoven van Engeland,
Oostenrijk, Frankrijk, Pruisen en Rusland. Het zal ver
plicht zijn diezelfde onzijdigheid tegenover alle andere
staten in acht te nemen. De hooge contracteerende par-
t jen verbinden zich het beginsel van onzijdigheid, dat
door dit artikel omschreven wordt, te eerbiedigen. Dit
beginsel is en blijft onder de bescherming van de geza
menlijke machten die dit verdrag onderteekenen, met
uitzondering van België, dat zelf een neutralen staat is.
De Norddeutsche allgemeine Zeitung schrijft
„Terwijl de stemming in het land algemeen ernstig en
vastberaden is, terwijl zich niet de minste twijfel open
baart, dat wij, ais de krijg eenmaal is uitbraken., dien tot
het uiterste moeten volhouden, terwijl de regeeringalle
maatregelen neemt, die de ernst van het oogenblik vor
dert, zijn er toch nog velen, die aan het uitbreken van
den ooilog twijfelen. En wij hebben een gcwichtigen
grond daarvoor. Deze grond is, dat de geheele zaak zoo
dwaas is aangelegd. Inderdaad dwaas! Men verlangt
van den koning van Pruisen als vertegenwoordiger der
natie, dat hij een prins, over wien hij geen macht heeft,
zal verhinderen, als pretendent voor de Spaausche
troon op te treden. Als deze prins zich vrijwillig terug
trekt, verlangt men van den koning zekerheid, „dat de
prins het niet weer zal doen"! Dat is toch inderdaad te
dwaas. En welke soort van waarborg verlangt men
eigenlijk? Misschien een Pruisische prins, die als gijze
laar naar Parijs gebracht zal worden, in Mazas opgeslo
ten, en als de prins van Hohenzollern het toch weer
doet gehangen of gevierendeeld en met gloeiende
tangen geknepen zal worden? Of misschien een waar
borg in geld
„Of wellicht eene verpanding der Rijnprovinciën zoo
lang tot de tak Hohenzollern-Zigraaringen uitgestorven
is? Inderdaad men heeft in de diplomatie nooit van zoo
groote dwaasheid gehoord
Uit Oostenrijk wordt gemeld, dat nog niets gedaan is
om verandering te brengen in den toestand van het leger
op voet van vrede. Alle couranten, van welke richting
ook, verlangen van de regeering de strengste onzijdig
heid. Hetzelfde willen ook de Hongaarsche bladen. De
regeering kan zich niet tegen dit algemeen verlangen
verzetten, ook al wilde zij. Alle staatslieden z^n het er
over eens dat de inmenging van derden in het conflict
slechts te voorkomen is, als Oostenrijk voor niemand
partij trekt.
Uit Parijs wordt aan de Kölnische Zeitung geschre
ven
„Wat Rouher niet vermocht is het liberale ministerie
OUiyier gelukt. De oorlog tusschen Frankrijk en Duitsch-
land is uitgebroken, een oorlog, die geen van beide
natiën tot heil kan verstrekicen. Hier in Parijs wordt
veel kunstmatig enthusiasme vertoond: de groote meer
derheid van het land echter is tegen den oorlog. De
Franschen begrijpen en verwachten, dat zij met geheel
Duitschland te doen zullen hebben, en enkele uitgezon
derd moedigen de Fransche bladen Wurtembcrg of
Beieren niet aan zich in dezen strijd van Pruisen af te
wenden. Het is zeer gelukkig dat de Fransche natie met
achting voor haar krachtigen vijand te velde trekt. Zij
gevoelt., dat zij geen kinderspel begint."
Het gerucht dat hij Sierck aan de Moezel een Prui
sisch legerkorps de Fransche grenzen is binnengerukt,
wordt door le Constitution^ verklaard uit de omstan
digheden dat men aldaar een zes- of zevental Pruisische
cavaleristen heeft gezien. Aan die zijde bevinden zich
overigens voor het oogenblik geen Pruisische troepen.
Het Pruisisch oefenings-eskader, hetwelk Plymouth
verlaten heeft en thans naar de Baltische zee terugkeert,
wordt vervolgd door een Fransch eskader uit Cherbourg.
De bekende manufacturer Bourcicault te Parijs
heeft in zijn verschillende etablissementen doen aan
kondigen dat elk zijner bedienden, die tot den militairen
dienstwordt geroepen, eene toelage van vijftien franken
per maand zal ontvangen, terwijl hij bij zijne terugkomst
verzekerd zal wezen van weder eene plaats te vinden.
Men schijnt aan den Noordduitschen ambassadeur bij
het Fransche hof von Werther dezelfde „beleediging"
te hebben willen aandoen als aan den Franschen ambas
sadeur bij het hot van koning Wilhelm van Pruisen te
Ems is te beurt gevallen. De heer von Werther heeft
bij zijn vertrek twee uren moeten antichambreeren bij
den Franschen minister van buitenlandsche zaken
de Gramont, waarna hem te kennen werd gegeven dat
hij niet ontvangen kon worden.
Sedert eenige dagen doet de Belgische schutterij
garnizoensdienst te Bergen. La Gazette de Mons betoogt
de wenschelijkheid om onmiddellijk alle schutterijen mo
biel te verklaren. Er is echter reeds ernstig sprake der
mobielverkiaring van den eersten ban.
Laatste berichten.
Londen. The Morning Post meent te weten dat de
Engelsche regeering onmiddellijk zal intervenieeren zoo
dra de oorlogvoerende partijen blijk geven het grondge
bied der onzijdige staten niet te zullen eerbiedigen.
De Engelsche dagbladen geven blijk van grootbelang
te stellen in de handhaving der neutraliteit van België
en Nederland.
Brussel. De uitvoer van paarden is verboden.
Brieven uit België.
Brussel17 Juli.
Al de ontroering en overspanning der laatste dagen
hebben uw correspondent in een toestand gebracht die
u medelijden zou inboezemen. En tochge wacht mijn
wekelijkschen brief. Que fuireHet is mij onmogelijk u
heden a lête reposée te schrijven. Veroorloof mij dus
onder belofte van morgen breedvoeriger te zullen schrij
ven om mij tot een enkele quaestie te bepalen.
Wat is de reden geweest die Fraukrijk gedreven heeft
om, alle voorzichtigheid, alle réseroe vergetende, alle
erkende diplomatieke gebruiken schendende, als het
ware gansch Europa uit te tarten en eene verschrikke
lijke uitbarsting uit te lokken? Ge zult mij zeggenbet
is de revanche vau Sadowa op buitenlandsch gebied, na
het volksbesluit, die revanche van Sadowa op biLnen-
landsch gebied. Volkomen waar, maar waai toe die over
haasting? Waartoe zoo brutaal gehandeld? Daarvoor is
een reden. Frankrijk wist dat Pruisen, erkennende hoe
zijn naaldgeweer onderdeed voor dat van Frankrijk,
het ging hervormen. Het Pruisisch geweer is zwaar, het
weegt even zwaar als de oude geweren het bezit door
zijn \orm minder goede richt middelen en is in het alge
meen een wapen dat zeer moeilijk te hanteeren is. In de
gelederen heeft het Pruisisch wapen ook velerlei hinder
lijke eigenschappen. Het kaliber van dat wapen is bijna
het dubbele van het F ran sche. Voor iemand die niet bekend
is met het oorlogvoeren schijnt dit eeu voordeelhet is
echter een ontzaglijk nadeel, een nadeel, hetwelk een
slag kan doen verliezen.
Een kleine Chassepot-kogei veroorzaakt een even
groote wond als een grootere kogelproefnemingen op
paarden hebben daaromtrent allen twijfel weggenomen
hij doodt evenzeer als de Pruisische kogel.
Deze laatste, die meer kracht tot voortdrijving ver-
eischt, heeft een zware lading noodig, en toch verkrijgt
men met deze lading noch voldoende juistheid, noch
voldoende snelheid. De kogel van den] Chassepot
heeft, als hij het geweer verlaat, eene snelheid van 420
meters in de seconde, waardoor men dus een man op een
hal ven kilometer atstaud geplaatst treffen kan, zonder om
zoo te zeggen hooger aan te leggen, hetgeen het projectiel
een geregelden loop geeft. Deze hoedanigheid van den
Chassepot kan aldus omschreven worden: een zeer ge
strekte baan te bezittenmaar laat ik de technische
termen vermijden.
Het Pruisisch geweer met zijn grooteren kogel heeft
slechts 220 meters snelheid in de seconde daaruit vloeit
voort dat het projectiel op korten atstand op den grand
zou vallen als men niet door hooger aan te leggen het
wapen een richting gaf sterk boven het voorwerp dat
men in het vizier heeft; daardoor ontstaat natuurlijk een
aanzienlijke kromming in den loop van den kogel en een
gemis van juistheid.